-Het
was ergens rond middernacht, en ik kon de slaap maar niet vatten, mijn
volledige lichaam tintelde. Ik besloot om me wat op te frissen in de
badkamer, dacht dat het daardoor beter zou gaan. Muisstil sloop ik door
de gang op weg naar de badkamer. Maar deze was bezet door mijn vader,
hij had blijkbaar voor de zoveelste keer last van zijn darmen. Omdat ik
gen zin had om enkele uren te wachten, ging ik terug naar mijn kamer.
Het zou zo wel over gaan.
-De deur kraakte terwijl ik hem opende, en meteen viel er een straal maanlicht op me. Het getintel werd erger. Terwijl
ik terug naar mijn bed liep, passeerde ik mijn kast. De deur stond wat
open en ik vond een glimp van mijn spiegelbeeld op. Geschrokken bleef
ik staan, verroerde me niet. Bang om het terug te zien draaide ik mijn
hoofd terug naar de spiegel. Mijn hoofd had plaats gemaakt voor een
kop. Mijn lichaam was weg, en er was een dierenlichaam in de plaats
gekomen. Ik keek in mijn nieuwe, vuurrode ogen. Woest sloeg ik op de
spiegel. Scherven sprongen wild in het rond. Mijn vuist ging door: door
de kast, door de muur. Ik draaide vliegensvlug mijn kop, zag het raam,
sprong er uit en liep diep het bos in...