Marnus was het grote lichtpunt in mijn leven. Toen hij me de avond na het schoolfeest naar huis bracht op zijn motor voelde ik iets wat ik nog nooit gevoeld had. Ik had er geen enkel probleem mee om het vast te nemen. Toen we bij mijn huis aankwamen was ik aan het hijgen van de rit. Hij boog zich voorover en kuste me en in de plaats van weg te trekken wou ik meer. Ik voelde de vlindertjes in mijn buik en wenste dat hij nooit zou stoppen. Uiteindelijk, toen we beide buiten adem waren maakte hij zich los. Hij vertelde me dat hij mij ging missen tijdens de vakantie en dat ik niet verliefd mocht worden op een of andere boerenzoon. Ik was zo gelukkig toen ik naar binnen stapte maar alles veranderde toen ik hem zag staan. Hij werd woest en begon me uit te schelden voor slet. Hij sloeg me onverwacht en toen schopte hij me. Mijn moeder wou me beschermen maar het lukte haar niet. Toen ik helemaal bond en blauw stond slaagde ze erin hem weg te duwen. Ik moest in de badkamer mijn gezicht wassen terwijl ik hun ruzie hoorde maken. Helena vroeg me hoe ik aan mijn blauwe plekken kwam en ik zei dat ik tegen de kast was gelopen, natuurlijk geloofde ze me niet.