Zo genoemd naar de benaming op het kadaster waar mijn buitenactiviteiten plaats vinden
06-11-2005
Paarden op hol
Als bezitter van twee ezels is het mijn bedoeling om deze binnenkort in te spannen. Raad en daad is dan ook welkom. Zo tijdens een herfstwandeling met zomerse allures ontmoetten mijn vrouw en ik een gekend paardenmenner uit de streek. Hij kwam doorheen het natuurreservaat "de Dotter" gereden waarbij een zevental jonge paarden in een aanpalende weide er in galop vandoor gingen. "Cockske", zo wordt de paardenman in de volksmond genoemd, bracht zijn tweespan tot stiltstand en vertelde ons dat hij en andere menners er op moeten letten het gespan niet te laten mee galopperen met "begeleidende" paarden in weiden. Ook ruiters dienen aangemaand, wanneer ze een span passeren, om het rustig aan te doen, opdat de paarden in het span het tempo van de passerende paarden niet zouden overnemen.
Hierbij start ik mijn eigen website, lees dagboek, ivm dingen die mij bezighouden in hobbycontext. Zijnde: natuur en cultuur. Het zal voor mij een soort studieplatform vormen om bij te blijven en op te slaan van datgene wat mij in dezeter materies interesseert.
Een ooi moet in goede conditie zijn bij het dekken. Goede conditie wil zeggen: goed gevoederd. Bij voldoende voedselopneming zal een er eengoede placentavorming ontstaan. De placenta geeft de voedingsstoffen van de moeder aan het lam door. Ze heeft, naast de voeding van de lammeren tijdens de dracht, nog een erg belangrijke functie met gevolgen na de geboorte: aanmaak van stoffen die de groei van de melkklieren bevorderen en dus de latere productie van biest(voor uitleg hieromtrent, zie hieronder) en melk. Een goede voeding tijdens de eerste maanden van de dracht(en niet in de laatste) geeft een grotere placenta en dus ook grotere lammmeren. Uiteraard moet de ooi ook in de laatste maand goed gevoederd worden. Dit zorgt voor nog levendiger lammeren.
Hoeveel? - 300 tot 500g krachtvoer; - onbeperkt hooi of voordroogkuil
2. Na het lammeren
De eerste twee dagen na het lammeren heeft de ooi weinig zin in krachtvoer. Tweemaal daags een handvol volstaat. Belangrijk is dat de moeder vers hooi proper drinkwater ter beschikking heeft. Na het lammeren is in de buik van de ooi heel wat ruimte vrijgekomen, die we haar best laten opvullen met ruwvoer. Daarna zal de opname van krachtvoer zonder problemen verlopen. Na een dag of drie begint de melkproductie echt op dreef te komen. Hoeveel? - Tijdens de eerste maand na het lammeren krijgt de ooi 1 tot 1,2 kg krachtvoer naast onbeperkt hooi of voordroogkuil. - Tijdens de daaropvolgende maand kan de hoeveelheid krachtvoer worden afgebouwd tot 750 à 900 g
3. Voeding van de lammeren Gezonde lammeren beginnen na ongeveer acht à tien dagen stilaan hooi te peuzelen. Uiteraard stelt de opgenomen hoeveelheid niet veel voor en leven ze in die periode nog praktisch uitsluitend op melk. Doch spelenderwijs vergroot de opname van vast voedsel en gaat de pens zich de volgende weken stilaan ontwikkelen. Na ongeveer zes tot acht weken nemen ze voldoende ruw- en krachtvoer op zodat de melkopname afneemt. Nu mogen we ook stilaan de krachtvoergifte aan de ooi verminderen. Maar weet dat een te snelle afname een groeivertraging zak veroorzaken bij de lammeren.
4. De biest Biestmelk of de eerste melk. Het is van levensbelang dat het lam al zeer vroeg na de geboorte biest opzuigt. Dit is meestal geen probleem daar het lam instinctief de uier van de ooi opzoekt om zo vlug mogelijk te drinken, niet uit honger maar uit een overlevingsinstinct. Uiteraard loopt alles niet steeds volgens het geplande scenario en kan het gebeuren dat het lam geen biest opneemt. De oorzaak kan zowel bij de ooi als bij het lam liggen. Het moederdier is ziek, ze heeft een onvoldoende uierontwikkeling, de worp is te groot zodat de lammeren onvoldoende biest krijgen. Soms zijn de lammeren te zwak om op te staan en te zuigen of slagen ze er niet in de uier te vinden of een tepel te pakken te krijgen. Dan is het aan de kweker om in te grijpen en zelf biest toe te dienen. Je kan daarvoor de ooi zelf melken en zo'n 100 g biest- melk met de papfles in meerdere keren toedienen. Geeft de ooi onvoldoende biest dan kan je nog altijd in de gespe- cialiseerde handel biest in poedervorm kopen en toedienen. Het is altijd handig als je een aantal poederzakjes in voorraad hebt. Waarom is deze biest zo belangrijk? Om drie redenen: - er komt voldoende glucose in het bloed van het lam zodat het energieker wordt; - het zorgt ervoor dat het darm-maagstelsel op gang komt; - het dier krijgt de nodige antistoffen tegen allerlei ziekten.
Best dienen we de biest zo vlug mogelijk toe. Immers bij een pas geboren lam is de zuigreflex beduidend groter en vanaf 24 uur na de geboorte wordt de darmwand ondoordringbaar voor de antistoffen. Zo kunnen deze niet meer in de bloed- stroom geraken. We geven dus het best biest binnen de zes uur na de geboorte. De biest wordt toegediend met een fles of een sonde. De eerste manier krijgt de voorkeur omdat de biest dan in de lebmaag komt en sneller opgenomen wordt. Met de sonde komt de melk in de pensmaag terecht wat voor een trager opname zorgt.