Als een groep wilde raven een karkas claimt, nemen individuele raven stukken vlees en organen mee en verbergen het eten, om dat later in hun eentje op te eten. Een raaf onthoudt met gemak tientallen plekken waar hij eten heeft verstopt. Ze houden bovendien in de gaten waar andere raven hun buit verstoppen, zo onopvallend mogelijk, om die voorraad later te plunderen.
In wetenschappelijk onderzoek is aangetoond dat raven weten wanneer een soortgenoot vanuit zijn positie iets niet kan zien en dat raven bij het plunderen van een verstopplaats van voedsel extra voorzichtig zijn als de soortgenoot die het voedsel daar verstopt had (de 'eigenaar') in de buurt is, maar niet als een willekeurige andere raaf in de buurt is.
Raven weten niet alleen wie hun eigen vrienden en rivalen zijn, maar houden ook de allianties tussen andere raven in de smiezen. Als twee raven vriendschap sluiten, kan een derde gaan stoken. Raven beseffen wat andere raven wel en niet weten en passen hun eigen gedrag daarop aan. Raven kunnen elkaar ook bedriegen. Raven weten wat andere raven zien of niet zien.
Raven zouden eveneens een vorm van troostend gedrag vertonen: als ze zien dat een familielid verslagen wordt in een gevecht, troosten ze die door lichamelijk contact te zoeken of diens veren schoon te maken. Hierdoor kunnen ze vermoedelijk zelf ook op meer troost rekenen. De verslagen raaf ervaart hierdoor minder stress, maar blijft nog steeds een hoger risico lopen op nieuwe aanvallen van het familielid
Hij is een typische alleseter maar leeft vooral van knaagdieren, insecten en larven, wormen, jonge vogels, kadavers, mosselen en aangespoelde vissen. Ook plantendelen als bessen en fruit en mest van onder andere wolven staan op het menu.