Wat als de werkelijkheid een schaduw is van het Niets wij niet denken kunnen.
25-01-2013
Gray
Jij bent het type waar deze tijd naar zoekt en die hij vreest te hebben gevonden. Ik ben zo blij dat je nooit iets hebt gedaan, nooit een standbeeld hebt gebeeldhouwd, een schilderij hebt geschilderd, of iets buiten jezelf hebt voortgebracht. Het leven is jouw kunst geweest. Je hebt jezelf op muziek gezet. Jouw dagen zijn je sonnetten.
De stemmen op de radio vertellen over problemen van toen. Ik luister maar hoor het niet, zoals men niet herkent wat men niet herkent. Ik ben wat ik schrijf in de stilte van het nu op de golven van de tijd.
Als het verleden 'is' in het heden, als het alleen bestaat in het Nu, en als het Nu precies is, wat de toekomst is, wat wil je dan nog weten? Waarom kijk je op de klok?
Overleven om te leven Palmen zweten, geen geweten Voorhoofd koud, verdwaald op pad Slechte eten, lever drap Chronisch dun, soms in pak In dromen leef ik van bed tot graf.
Laat me nog maar even Ik houd alleen van jou Droomvlinders, nachtwezens, Tranenregen brengt ochtenddauw.
Ook mijn dalen wil ik delen Lauw bier, blauwe rook De barmen schenkt geen liefde Ik ben op een dieet van koude hoop
Dagen vliegen, weken rennen Maanden gaan aan mij voorbij Terwijl ik gaten slaap in jaren Heelt mijn hart van ik naar wij
En als samen zijn geen optie is Jouw wereld niet de mijne Laat me dan schitteren in afwezigheid Door voor altijd te verdwijnen, of
Wacht nog even, Geef me even, Ik houd alleen van jou.
Ach, afgrond gedachte, gij die mijn gedachte zijt! Wanneer vind ik de kracht te luisteren naar uw delven en niet meer te sidderen? Tot in de keel klopt mij het hart, wanneer ik u hoor delven! Uw zwijgen zelfs wil mij verstikken.
Want wij weten niets, wij vegeterende van de waarheid en het leven, stof dat zowel binnen als buiten op de ramen zit, kleinkinderen van het noodlot en stiefzonen van God, die de eeuwige duisternis huwde toen zij weduwe werd van de Chaos die ons heeft verwekt.
Muur één: mijn ouders, hun liefde. Muur twee: mijn omgeving, hun wereld. Muur drie: mijn waarnemingen, hun waarheden. Muur vier: mijn angsten, nimmer afwezig; Mijn trouwste vriend.
Sluit mij maar op, beperk mijn gedachten Vier witte muren, geen dagen, geen nachten Meer dan het leven begrijp ik de dood Verlangens en streven slechts water en brood