Na de begrafenis van Thomas (waar er niet veel over wordt verteld) keert Oskar samen met zijn moeder terug naar huis. Oskar besluit om een kijkje te nemen in de kamer en kast van zijn papa en snuffelt tussen Thomas' spullen. Tijdens het snuffelen vindt hij een blauwe vaas. In de vaas zit een envelop met een sleutel,
en op de envelop staat het woord Black. Omdat Oskars vader vaak
speurtochten door de stad voor hem uitzette, denkt Oskar nu dat de
envelop misschien ook een betekenis heeft. Hij besluit om iedereen met
de achternaam Black op te zoeken in het telefoonboek, en ze één voor een
te bezoeken om er achter te komen of ze zijn vader gekend hebben en wat
van de sleutel weten.