We
hadden geen andere keus dan in onze vaten naar Meerstad te gaan. We lieten onze
vaten achter en gingen de brug over waar wachtposten stonden. Ze lieten ons
passeren omdat Thorin hen zei dat hij de Koning onder de Berg was, de koning
van Erebor. Thorin beval hen om hun Meester te spreken. Het nieuws dat de
koning onder de Berg was teruggekeerd verspreidde zich razendsnel door de stad
en overal werden oude liederen gezongen. Na twee weken besloot Thorin dat het
tijd was om te vertrekken. De Meester beloofde ons hulp en gaf ons proviand
mee.
Nu
we uit Meerstad vertrokken waren, bereikten we al snel de uitlopers van de Berg
zonder enig gevaar of enig teken van de draak Smaug. Maar naar de rook de
oordelen die uit de berg steeg, was Smaug er nog steeds. Het is nu herfst en we
zijn hier alleen in deze woestenij zonder enige hulp. We zijn allemaal
moedeloos. Maar als de oude kaart klopt zou er ergens boven de rotswand een
geheime deur moeten zijn. Tegen de middag vond ik een ruwe trap die omhoog
leidde. Maar toen de zon lager zonk, hadden we nog altijd geen geheime deur
gevonden. Toen plots ontsnapte een straal door de wolken en verscheen er een
gat. Het was het sleutelgat van de geheime deur!
Nu
moet ik mijn taak als inbreker vervullen en ik hoop dat ik de draak niet
tegenkom...
|