Die dag, de
dag dat plots weer alles veranderde. De dag waarop ik naar mijn brievenbus
ging. Dat doe ik wel elke dag, maar deze keer was de post speciaal. Er zat een
dubbelgevouwen papiertje in. Ik deed het papiertje open en daar stond het dan. De
woorden die alles veranderden. Je komt toch? Hartelijk. Nico. Stond er te
lezen. Het was geschreven met een vulpen die een dunne punt had en de inkt was
zwart. Jullie vragen jullie wel af, waar was die gek nu op uitgenodigd? Wel, ik
was uitgenodigd om een inaugurele rede, van mijn jeugdvriend Nico, bij te
wonen.
Ik vond het
al heel raar om een briefje te krijgen van Nico. Maar wat ik nog vreemder vond
was dat hij echt me echt wil zien. We hebben elkaar al jaren niet meer gezien
en laat staan dat we elkaar nog hebben gesproken. De laatste keer dat ik hem
heb gezien was na dat we zijn afgestudeerd. Wat niet abnormaal is. We wilden
beide carrière maken. Dat is Nico volledig gelukt, over mij zullen we maar
zwijgen. Voor dat onze vervreemding echt is begonnen, schreven we elkaar nog
brieven en we stuurden ook nog kaartjes. Maar dat hield al snel op. We hadden
geen tijd meer