Het moment om naar huis te vertrekken was aangebroken. Na het inpakken van de laatste spulletjes kwamen Rabeccah en Kennedy nog even langs om dag te zeggen. Ze hadden voor ons beiden een schaaltje beschilderd met zebra's bij, een mooi aandenken aan onze tijd met hen in Zambia. Rabeccah vroeg me thuis de groetjes van 'Mama Afrika' over te brengen, dus bij deze... ;-) We hadden taxichauffeur Obey gebeld om ons naar de luchthaven te brengen, omdat we van hem wisten dat hij er tijdig zou zijn. Elisabeth en Rita hielden ons gezelschap terwijl we op Obey wachtten.
We blikten samen met hen terug op ons verblijf in Zambia. Hetgeen me vooral is bijgebleven, is dat alle mensen hier zo vriendelijk zijn! Op straat spreekt iedereen je aan, men vraagt hoe het met je gaat of loopt een eindje met je mee, gewoon om eens een babbeltje te kunnen slaan. Kindjes roepen 'Hello! How are you?' en komen al van ver op je toegesneld. Ze vinden het geweldig als je even op ze wacht om ze een high five te geven Rita vertelde ook dat Zambia derde in rij was van de meest vredelievende landen in Afrika. Maar liefst 72 verschillende stammen leven er samen zonder onderlinge geschillen. Verdraagzaamheid zit in hun bloed zeggen ze en dat merk je ook echt als je met de mensen praat.
Toen de blauwe taxi door de poort kwam gereden, wisten we dat het tijd was om naar de luchthaven te vertrekken. Het afscheid van Rita en Elisabeth voelde warm en oprecht aan, net zoals ons hele verblijf in Afrika. Ook al vind ik het fijn om naar huis te gaan, naar een douche zonder spinnen en een bed zonder muskietennet, toch zal ik alles hier in Afrika enorm missen! Het was een geweldige ervaring waar ik tal van mooie herinneringen aan overhoud! De pracht van de Afrikaanse natuur en de hartelijkheid van de mensen hier zullen me altijd bijblijven. Ook de kindjes van het weeshuis hebben een speciaal plaatsje in mijn hart veroverd!
We stonden vroeg op, om optimaal van onze tijd gebruik te kunnen maken. We begonnen de dag zoals de meeste Zambianen dat op zondag doen, met het bijwonen van een kerkdienst. Langs de Mosi-Oa-Tunya, de hoofdweg naar het centrum, vind je talrijke kerken. Op zondag is er de hele dag door beweging in en rond de kerkgebouwen. Wij gingen naar de ochtenddienst (om 7u) in de katholieke kerk. De dienst op zich leek redelijk goed op de missen zoals wij die in België kennen. Omdat het patroon van de mis hetzelfde was, konden we vrij goed volgen waar men mee bezig was. Hetgeen wel verschilde, is dat er ontzettend veel geknield werd. Dat gebeurde op het houten balkje aan de rij stoelen voor je. Soms bleven we echt lang op de balkje zitten (en echt aangenaam was dat niet), dus het verbaasde me toch wat dat iedereen - ook het oudere publiek - gewoon meedeed zonder er een punt van te maken. Daarnaast werd er ook veel gezongen in plaats van door één persoon voorgelezen en publiek geantwoord. Iemand zette een liedje in en al gauw zong iedereen in de kerk vrolijk mee. Dat maakte van de mis echt een gezellig samenzijn onder mensen van hetzelfde dorp. Ook was er een moment van stilte, waarin ieder die zich daartoe geroepen voelde iets mocht zeggen. In de zin 'Laat ons allen bidden voor...' mocht de persoon vertellen over iets wat hij of zij graag wou delen, over een probleem waar hij of zij mee zat... Ik vond het heel mooi dat de hele kerk dan samen bad voor die persoon. Op zo'n moment voel je je enorm gesteund door je geloof en de andere gelovigen.
Na deze mooie start van de dag, wandelden we voor de tweede maal vandaag naar het centrum. We zouden naar Olga's wandelen, het restaurant waar we woensdagavond een welkomstetentje voor onze nieuwe huisgenoten hadden gehouden. Daar hadden ze ook een klein winkeltje, waar Nele graag terug heen wou omdat ze er woensdag een souvenirtje had gezien dat ze graag wou gaan kopen. Het was een serieuze wandeling, Olga's ligt nog een heel stuk voorbij de plaats waar wij van de hoofdweg afwijken om naar het weeshuis te gaan. Gelukkig vond ze wat ze in gedachten had!
Op onze weg terug, maakten we een tussenstop voor een bezoek aan het museum. Hier liepen we een aantal uurtjes rond en leerden we vanalles bij over Zambia; de eerste mensen die het Afrikaanse continent bevolkten, hun manier van jagen en verzamelen, de samenleving toen en nu, het mijnwezen en de handel, gebruiken bij belangrijke momenten in het leven zoals geboorte, huwelijk, dood... medicijnmannen en hekserij, de slavernij, de presidenten, de nationale vlag en de coat of arms en nog zoveel meer.
De stad Livingstone is gegroeid uit een klein dorpje nabij de Victoria falls. Dit dorpje bestaat nu nog steeds en men leeft er nog zoals vele jaren geleden. Een mythe vertelt hoe de naam van de stad in dit dorpje tot stand kwam. Het stamhoofd zat op een dag van onder een boom de enorme watervallen gade te slaan. Hij vond dat er een opdracht moest zijn, voor degenen die stamhoofd van dit dorp wilden worden. De opdracht was 'het doorslikken van een steen'. Zelf was hij de enige die dit gedaan heeft en het er levend van af bracht, vandaar de bijnaam 'Living Stone'.
Koper is economisch een zeer belangrijk product voor Zambia. Al meer dan 1600 jaar staat de mijnbouw in het teken van koperwinning. De regio waar deze mijnbouw plaatsvindt, noemt men de 'Copperbelt'. Op straat vind je vele kraampjes waar men juwelen gemaakt uit koper verkoopt.
De nationale vlag van Zambia is groen, met een vliegende arend boven een rechthoekige blok die bestaat uit 3 gekleurde strepen. De arend is een sterke vogel, dit symboliseert de kracht van de mensen in Zambia. Het grote groene vlak staat voor de natuur, de vegetatie in het land. Rood verwijst naar de 'struggle for freedom', naar het bloed dat vergoten werd tijdens de strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid. Zambia, dat vroeger een Britse kolonie was, viert dit jaar 50 jaar onafhankelijkheid. Zwart staat voor de Zambiaanse bevolking, omdat de meerderheid een zwarte huidskleur heeft. En oranje verwijst naar de mineralen die in de bodem te vinden zijn.
De Coat of arms symboliseert de resources van de nieuwe natie. De zwart-witte golven op het schild verwijzen naar de Victoria falls; wit water dat over de zwarte rotsen naar beneden stroom. Daarnaast verwijst het zwarte ook naar de Afrikaanse bevolking en de link met de Zambezi rivier. De schoffel en het houweel brengen het werk in de land- en mijnbouw in beeld. Het schild wordt gedragen door een man en een vrouw, zij stellen de Afrikaanse familie voor. De man draagt een bush shirt en een short, de typische kledij van een werkman. De vrouw draagt een traditionele Afrikaanse jurk. Onderaan staan nog 3 tekeningen die elk een van de activiteiten van het land vertegenwoordigen: een maïskolf voor de landbouw, een mijnschacht voor de mineralen die in de bodem te vinden zijn en een zebra op een groene achtergrond voor het wild en de natuur. De spreuk 'One Zambia, one nation' verwoordt het nationale verlangen alsook de oproep naar eenheid onder de Zambiaanse bevolking, ongeacht hun origine, achtergrond of oriëntatie.
Na ons bezoek aan het museum en het vergaren van zoveel info, konden we wel een stevige lunch gebruiken. Deze stond al op ons te wachten zodra we in Sunbird aankwamen. Eenmaal we terug op krachten gekomen waren, begonnen we aan onze 3e en laatste wandeling naar het centrum. We snuisterden rond in de art market om een goede bestemming voor onze laatste kwacha's te vinden. Ik kon een mooi houtsnijwerk met de typische lange smalle Afrikaanse personen op de kop tikken, waaraan ik mijn laatste Zambiaanse briefjes uitgaf. Moe maar voldaan keerden we terug naar huis. De tijd om koffers te pakken was aangebroken. Goed schikken was de boodschap om alles terug in onze rugzakken te krijgen. Na het avondmaal gingen we nog even langs in Sunbird, om afscheid te nemen van de andere vrijwilligers. Het was voor ons het zoveelste afscheid op een paar dagen tijd, het begon wel wat veel te worden. Maar ze vonden het allen heel fijn dat we gekomen waren! Heel hartelijk en gemeend, we hebben hier echt lieve mensen leren kennen! Nu we van iedereen afscheid genomen hadden en alles gezien en gedaan hadden wat we graag wilden, waren we er klaar voor om naar huis te vertrekken.
Zaterdagochtend verhuisden de andere vrijwilligers uit ons huis naar
Sunbird. Omdat er in het weekend heel wat mensen naar huis vertrokken, wou
Rabeccah alle vrijwilligers samenbrengen in één huis. Nele en ik mochten nog
tot maandagochtend in Kwesu blijven, om niet enkel voor de laatste 2 dagen te
moeten verplaatsen. Even later brak er al een volgend afscheidsmoment aan; onze
kamergenote Mackenzie vertrok naar huis. We hielden haar gezelschap tot ze
opgehaald werd om naar de luchthaven te gaan. Het duurde een hele tijd voor de
auto er was dus ze vond het wel leuk om niet alleen te moeten wachten. Ik vond
het heel jammer dat onze 3 weken samen er al op zaten. We hadden ons geen
betere kamergenote kunnen wensen! ;-)
Toen iedereen vertrokken
was, leek het heel stil en verlaten in huis. Gelukkig waren Elisabeth en Rita
er nog! Nele en ik trokken naar de stad om langs de kleermaker te gaan. We
waren er vrijdag al langs geweest om mijn kleren te gaan oppikken, een uur
later dan het tijdstip dat hij in het begin van de week gezegd had. Maar dat
bleek nog niet voldoende want de kleren waren nog niet af (in feite was het
stof zelfs nog niet geknipt). Toen we zaterdag binnenkwamen waren ze nog volop
aan het stikken en moesten we nog even wachten, maar uiteindelijk kreeg ik toch
alles mee naar huis.
Na een stevige lunch in Sunbird, trokken we voor een laatste keer naar de Victoria falls. We wandelden de boiling pot route nog een keer, omdat we er zo van onder de indruk waren de vorige keer. Er was ook nog een tweede reden om vandaag naar de falls te gaan. 's Avonds zouden we de 'Lunar Rainbow' kunnen zien. Dat is een regenboog in het donker, gevormd bij het licht van de maan. Door de immense hoeveelheid water die van de rotsen naar beneden stort, wordt er als het ware een gordijn van opspattend water gevormd waarin je prachtige regenbogen kan zien door het zonlicht overdag of bij volle maan 's nachts.
Toen we 's ochtends toekwamen, was het opvallend rustig in het weeshuis. Omdat het de laatste schooldag voor de vakantie was, waren alle kinderen 's morgens op school, in plaats van in shiften zoals normaal. Tot 11u konden we dus al onze aandacht besteden aan de 4- en 5-jarigen, die nog niet naar school gaan.
Het schoolsysteem bestaat uit 12 graden. Iedereen die start, begint in graad 1, onafhankelijk van de leeftijd. Verder laten ze ook iedereen overgaan naar het volgend jaar, of je nu geslaagd bent op je examens of niet. Alleen als de ouders het uitdrukkelijk vragen, kan een kind zijn jaar overdoen. Dit gebeurt natuurlijk zelden, aangezien de ouders dan een extra jaar school moeten bekostigen en dat voor de mensen hier niet zo vanzelfsprekend is, ook al kost 1 jaar onderwijs slechts 70 kwacha (wat nog geen 10 euro is).
De kleintjes maakten hun laatste test. Ondertussen maakte ik voor elk van hen een tekening die ze mochten inkleuren zodra ze klaar waren. Ik tekende spongebob, omdat ze dat allen zo'n grappig figuur vonden. Ze probeerden uit te maken wie van hen er het meest op leek ;-) We waren nog in het klaslokaal wanneer de andere kinderen terugkwamen van school. De kinderen komen meestal spontaan de klas binnen en beginnen te lezen in de boekjes, te schrijven op het bord of in hun schriftjes, vragen ons om hen dingen aan te leren... Het is heel fijn om te zien dat ze allen zo leergierig zijn en echt zoveel mogelijk van ons willen bijleren. We deden spellingsoefeningen, oa in de vorm van een kruiswoordraadsel. Dat bleek wel een goed idee omdat ze dan zagen hoeveel letters nodig waren voor een bepaald woord en ook welke letters er al ingevuld waren. Ik leerde hen de meervoudsvormen van een reeks woorden aan en probeerde uit te leggen wat 'rijmen' betekent. Daarna oefenden we begrijpend lezen. Dat ging er wel wat anders aan toe dan vroeger bij ons op school. Er is maar 1 boek per vak in de klas, dus alle kinderen komen rondom je zitten en hangen over het boek. Gezellig is het alleszins wel Ieder las om de beurt een stukje van het verhaal luidop, waarbij ik hielp met de uitspraak van sommige woorden. Wanneer ze langer aarzelden (of rare gezichten trokken) vroeg ik of ze wisten wat een woord betekende. Meestal was dat dan niet zo, dan probeerde ik het zo eenvoudig mogelijk te omschrijven. Na elke leestekst stonden er een aantal vraagjes in het boek. Omdat het lezen zo aarzelend ging, dacht ik dat die vragen helemaal niet zouden lukken, maar dat was allesbehalve waar. Ook al duurde het een hele tijd voor ze doorheen de tekst geworsteld waren, ze konden heel goed antwoorden op de vragen. Er stonden ook vragen tussen waarvan het antwoord niet echt in de tekst stond, maar waar ze zelf even over moesten nadenken. Zo was er bijvoorbeeld de vraag welke les ze uit het verhaal konden trekken. Ik stond echt versteld van de antwoorden die ik kreeg!
In de namiddag speelden we kaart met een grote groep. Er wordt altijd heel wat afgelachen tijdens onze kaartspelletjes. Later toonde Maureen me hoe ze de typisch Afrikaanse vlechtjes in de haren van een vriendin maakte. Toen ik wist hoe het moest, mocht ik helpen haar haren in te vlechten, want dat was een heel werk. Ze maken deze vlechtjes heel strak tegen het hoofd en steeds met hele kleine hoeveelheden haar. Helemaal geen elastiekjes, speldjes of producten worden gebruikt en toch blijven de vlechtjes precies zoals je ze gemaakt hebt, zitten.
Toen kwam Lene, de directrice, door de poort en wisten we allen dat de tijd om afscheid te nemen aangebroken was. We hadden nog een paar laatste cadeautjes bij, de rest hadden we een beetje verspreid over de dagen meegenomen, om niet alles ineens te moeten afgeven. We namen van alle kinderen apart afscheid en daarna ook van juf Astrid, kokkin Katharine en directrice Lene. Er werd heel wat geknuffeld en af en toe een traantje weggepinkt. Iedereen was droevig omdat we al weg moesten, maar ook blij om de 3 fijne weken die we samen beleefd hebben. Dat zullen altijd mooie herinneringen blijven!
Vandaag was het de opening van het schooltje in Linda farm. We ruilden een dagje op ons eigen project in om deze speciale gebeurtenis van dichtbij te kunnen meemaken. Kennedy zou ons 's ochtends (tussen 8u en half 10) komen ophalen met de 'van' en om 10u zouden de speeches dan van start gaan. Toen hij er om kwart voor 10 nog niet was, begonnen we toch te vrezen dat er iets was misgelopen en dat we het begin zouden missen. Gelukkig kwam hij ons alsnog ophalen, helemaal uitgedost in pak, zo hadden we hem nog nooit gezien ;-) Toen we in Linda Compound aankwamen, bleek dat we helemaal niet te laat waren. Men was nog druk in de weer alles klaar te zetten, het volk stroomde nog massaal toe en het duurde nog zeker een uur voor het startsignaal gegeven werd.
Dit schooltje was ook een project van Dream Livingstone, waar vrijwilligers van bij ons aan meegewerkt hadden. Linda Compound is een wijk waar mindervaliden samen met hun families wonen. Al sinds 2011 helpt de organisatie met verschillende projecten op de Linda Blind Farm. Zo kwam er een elektrisch hek, om de olifanten te verhinderen hun doortocht door het dorp te maken. Een kippenhok werd gebouwd, aangezien kippen hier als een belangrijk goed aanschouwd worden. Mensen staan al om 5u 's ochtends in ellenlange rijen om een kip te kunnen kopen.
Vandaag zou dus de inwijding van het nieuwe schooltje plaatsvinden. Dit bestond uit 3 klaslokalen en er was plaats voor 80 à 90 kinderen uit de wijk. Een Nederlandse jongen van 11 jaar had er zijn studieproject van gemaakt om financiering voor dit schooltje te zoeken. Hij was in februari al naar Zambia gekomen voor de voorbereidingen. Nu was hij terug om mee te helpen aan de afwerking en om het resultaat te zien. Het was knap om te zien hoe de kindjes hem op handen droegen. Eerst dachten we dat ze hem 'Saver' noemden, maar later bleek dat het gewoon een ietwat eigenaardige uitspraak van zijn naam 'Xavier' was. Naast de talloze speeches die gegeven werden, werd er ook veel gezongen en gedanst, gebeden en zelfs een toneelstuk opgevoerd. Na de officiële opening was het één groot feest :) We dansten samen met de kinderen en toen Kennedy riep dat we gingen vertrekken, lieten de kindjes me amper nog los. Wel speciaal eigenlijk, dat kinderen die je niet kennen, toch helemaal niet bang zijn en meteen met je willen dansen en je hand willen vasthouden. Het was zeker en vast een bijzondere ervaring!
Terug in Sunbird aangekomen, lunchten we daar mee met de anderen. Dat was wel fijner en ook lekkerder dan onze witte boterhammetjes die we meenamen naar het weeshuis. Meestal kochten we zelf wel wat extra dingen voor 's middags, maar brood was in de hele stad amper te vinden, laat staan een beetje variatie in het soort brood. Na de lunch zouden we naar het centrum wandelen om een cadeautje voor Rita te gaan kopen. Plots beseften we dat het al 3u was en we moesten eerst nog langs de bank passeren, die om 4u sluit. Het was dus een wandeling in snel tempo naar het centrum We hadden met 5 personen samengelegd om een mooi geschenkje te kopen, als teken van appreciatie voor al het werk dat Rita in ons guesthouse Kwesu doet. Ze had verteld dat ze, voordat ze deze job kreeg, zelfs geen geld had om zeep voor haar dochter te kopen. We vonden dus dat ze wel een extraatje verdiende! Toen we haar 's avonds op onze kamer uitnodigden om de mand te overhandigen, was ze echt overweldigd. Zo blij dat ze was en zo dankbaar! Het gaf ons echt een super fijn gevoel iemand zo gelukkig te zien!
We kwamen al vroeg toe in het weeshuis deze ochtend. Het was er zo rustig, dat we het een beetje raar begonnen te vinden. Er liepen amper kinderen rond, er kwam geen lawaai uit het klaslokaal... Op een keer kwam de juf naar ons toe gesneld, ze had zich overslapen, dus de les zou pas later beginnen. Ze opende het klaslokaal voor ons, vertelde dat de kinderen een test Engels hadden vandaag, maar dat ze die nog niet voorbereid had. Zodus begonnen wij oefeningen te bedenken, terwijl de juf zich ging klaarmaken. Ik schreef opgaven op het bord en maakte blaadjes met oefeningen, die ik met de hand voor alle kinderen moest overschrijven. Gelukkig hadden we de test voor de kleintjes dinsdag namiddag al gemaakt, die konden we dus gewoon beginnen uitdelen. Ik was toch weer wat verbaasd over het niveau van hun Engelse woordenschat en grammatica. Sommigen begrepen zelfs de opgave niet, terwijl ze gewoon de woorden uit de box in de zinnen moesten invullen. Ik heb de indruk dat de juf slechts een beperkt aantal termen gebruikt en de kinderen dus niets anders kennen. Rond de middag kwam er een andere vrijwilligster door de poort van het weeshuis binnengewandeld. Zij zou normaal 2 weken in een school en 1 week in een weeshuis werken. Maar omdat afrikaanse Rabeccah er maar geen werk van had gemaakt om een nieuwe plaats voor haar te zoeken, was het al woensdag middag voor ze in het weeshuis kon beginnen. Wij waren hiervan ook niet op de hoogte gebracht, maar uiteindelijk kwam het allemaal nog goed uit; wij wilden donderdag graag naar de opening van een nieuwe school gaan en zij wilde vrijdag terug naar haar school gaan om afscheid te nemen van haar klasje. Zo konden we elkaar dus afwisselen in het weeshuis. Voor haar was het wel fijn dat er op haar eerste dag nog vrijwilligers waren. We leidden haar rond en vertelden wat over de werking en de gebruikelijke dagindeling ed. We besloten ook maar vast de science test voor de dag erna te maken, voor het geval hetzelfde scenario als vandaag zich zou herhalen In de namiddag speelden we met z'n allen met de kinderen. De kaarten die ik ze had gegeven zagen er al lief uit, maar ik was op zich al blij dat ze ze nog hadden, want de balletjes bleken allemaal kapot te zijn of op het dak te liggen. Ze zijn hier niet echt voorzichtig met de spullen die ze krijgen, wat voor ons wel een beetje vreemd overkomt. Wij zouden denken dat je juist extra zuinig bent op het speelgoed dat je krijgt, als je zelf al niet veel hebt. Maar dat is hier blijkbaar een beetje de algemene mentaliteit. Toch is het altijd heel fijn om met de kinderen te spelen en te zien dat ze gewoon blij zijn dat je er op dat moment bent! Jammer dat het al een van onze laatste dagen hier is!
Na het vertrek van de Britten en Luca en Veerle, was het even rustig in ons gasthuis. Ondertussen zijn we al terug met 8 personen in Kwesu. Om de nieuwelingen te verwelkomen, gingen we uit voor een etentje bij Olga's, waar ze heerlijke pizza hebben! We vertelden over onze ervaringen op het werk en in huis, over het leven in Zambia. We zaten aan tafel met een multicultureel gezelschap, allen personen die houden van reizen, dus zo kom je wel wat te weten over een heleboel mooie plekjes in de wereld. Ieder had z'n eigen achtergrond en beweegredenen om naar Afrika te komen, om vrijwilligerswerk te doen. Het was een zeer boeiende avond ;-)
Na een lang weekend nog eens een werkdag We waren nog maar net vertrokken op weg naar het weeshuis, toen er een auto voor ons stopte. Het was een Nederlands gezin uit Sunbird dat ons een lift richting centrum aanbood. Echt heel vriendelijk! Zo moesten we een heel eind minder stappen én waren we een stuk vroeger in het weeshuis. De kinderen waren blij om ons terug te zien, ze hadden ons gemist, zo lief! Astrid vertelde ons dat ze deze week ook testen hield in het schooltje daar. Het verschil met de examens die wij in België kennen kon echter niet groter zijn. Ze schreef een aantal opgaven op het bord terwijl alle kinderen nog rondliepen en aan het praten waren. Ook kwamen er steeds kinderen bij en gingen er weg, terwijl anderen nog aan het werk waren. Ondertussen liepen de 5 jongsten ook rond in hetzelfde klaslokaal. Voor hen had ze ook een testje voorbereid. Het bestond voornamelijk uit het kleuren en identificeren van voorwerpen en het overtrekken van getallen in stippellijn. Het is allemaal heel goed bedoeld, maar eigenlijk is Sophia de enige die weet waarover het gaat en op je vragen kan antwoorden. Victoria doet ook goed haar best, al heeft ze wat meer moeite om dingen aan te leren. De juf vertelde me dat ze een ontwikkelingsachterstand heeft. Ze is al 7 jaar en is zo groot als de kinderen van 4. Maar het is wel fijn dat ze goed luistert als je iets vraagt en wel geïnteresseerd is in nieuwe dingen. Faith is de dochter van de juf en dat merk je wel. De juf geeft haar haast nooit opmerkingen, terwijl ze er aan anderen, zelfs aan degenen die beter meewerken, wel vaak geeft. Maar Faith is wel een lief meisje. Chitandwe is een beetje een geval apart. Ik ben vandaag voor meer dan een half uur met hem alleen bezig geweest om hem 4 kleuren proberen aan te leren (en het was niet de eerste keer dat ik dat probeerde) maar het haalde gewoon niets uit. Met cijfers is het hetzelfde verhaal, terwijl hij een jaar ouder is dan de anderen die dat wel al kunnen. Richmond is nogal een drukke jongen, dat merkten we de eerste dag al. Daardoor zitten alle andere kinderen continu op hem te vitten of te roepen 'teacher teacher look at Richmond'. Ik had de indruk dat het vooral een manier van aandacht zoeken was, ook al was het negatieve aandacht. Ik heb dan ook geprobeerd hem op een andere manier te benaderen, hem te motiveren tot taakjes die hij wel kon afronden om dan positieve feedback te kunnen geven. En dat leek wel te werken want hij was veel rustiger en werkte beter mee, terwijl hij daarvoor altijd wegliep. Maar de laatste dagen is hij heel moe en prikkelbaar, omdat hij blijkbaar veel te laat gaat slapen. Hij roept de hele tijd en probeert andere kinderen van hun bank te duwen. Wanneer hij Sophia had geslaan, dwong de juf hem sorry te zeggen en omdat hij dat niet deed dreigde ze te slaan met haar stok. Daar leek hij helemaal niet van te schrikken, ik daarentegen wel. Ik heb haar nog nooit echt zien slaan en denk ook dat ze weet dat ik dat niet graag heb, omdat ik het altijd op een andere manier probeer af te wenden. Ik hield hem tegen met in het rond te slaan en vroeg hem opnieuw om sorry te zeggen. Waarop hij eerst superhard begon te schreeuwen en dan te wenen. Het gevolg was dat de juf sorry tegen hem zei en hij vanvoor bij haar op de stoel mocht gaan zitten. In deze aanpak kan ik me niet echt vinden. Ik heb al vaker gemerkt dat de kinderen stout worden of roepen om maar wat aandacht te krijgen en vaak draait het erop uit dat de juf ongewenst gedrag beloont, terwijl het kind dat geslaan wordt door een ander geen aandacht krijgt en weggestuurd wordt. Ik probeer dus ook af en toe met de juf te praten, zij het voorzichtig want je kan natuurlijk niet als buitenlander afkomen en gaan zeggen dat haar aanpak totaal verkeerd is. Maar naar mijn mening zou ze beter adequate straffen bedenken, zoals die dag niet kleuren of alleen op een bank zitten of iets dergelijks ipv de kinderen te slaan. Verder is consequent zijn in de aanpak die ze kiest volgens mij ook belangrijk, want eerst zeggen dat je iemand gaat slaan en hem daarna belonen voor zijn geschreeuw is ook verwarrend voor de kinderen. Volgens ons zijn er nooit regels opgesteld in het weeshuis. Er is ook niet echt iemand die zich bezighoudt met de kinderen. De juf gaat naar haar huis (wel op het domein) zodra haar taak erop zit en de kokkin houdt zich niet met de opvoeding van de kinderen bezig. Ik probeer ze nu wel een aantal dingen aan te leren, bijvoorbeeld als ze schreeuwen en aan je kleren trekken om hun zin te krijgen, dan leg ik uit dat ze het gewoon rustig moeten vragen als ze iets willen en dat ze niets gedaan krijgen door tegen mensen te schreeuwen. Na dit een aantal keer door te trekken, hadden ze het ook echt door en dat is natuurlijk wel fijn om te zien. Maar 3 weken is te kort om echt veel te kunnen veranderen, hopelijk kan het voor sommigen toch een stap in de goede richting zijn of een eyeopener om te zien dat het ook anders kan.
Op onze terugweg passeerden we langs de kleermaker die Luca en Veerle me hadden aangeraden. Ik probeerde uit te leggen wat ik graag zou laten maken van de stofjes die ik op de Maramba markt had gekocht. De man leek me wel bekwaam in zijn vak, hij begreep ook wat ik bedoelde. Nu alleen nog hopen dat de kledij die hij gaat maken ook gaat passen We besloten om daarna nog even naar het Mukuni park te gaan, om in alle rust nog wat te genieten van het mooie weer hier voor we terug naar huis zouden wandelen. Al bleven we wel met een heleboel vragen en bedenkingen omtrent de Zambiaanse aanpak achter.
's Morgens hadden we met Rebeccah afgesproken voor een ziekenhuisbezoek. We hadden het er al verschillende keren met afrikaanse Rabeccah en Kennedy over gehad, maar ze deden er nogal moeilijk over. We zouden een officiële brief en goedkeuring nodig hebben, maar ze deden niet echt moeite om dat in orde te maken. Dus besloten we het heft maar in eigen handen te nemen en het te vragen aan nieuw-zeelandse Rebeccah, een vrijwilligster die werkt in een ziekenhuis.
Eerst gingen we naar General Hospital Livingstone, het grootste ziekenhuis van de stad. Ik was wel een beetje verbaasd over het beperkte aanbod aan disciplines; er was enkel materniteit, spoedgevallen en heelkunde. Iemand met een ander probleem moest maar naar een privaat ziekenhuis gaan, hetgeen erg veel geld kost en zeker niet voor de gewone burger weggelegd is. De afdeling materniteit was nog relatief modern. Het hangt er natuurlijk maar vanaf naar welke normen je het bekijkt. In vergelijking met onze ziekenhuizen was er werkelijk niets, maar hier is het een van de betere ziekenhuizen. Het was er best proper en het is ook het enige in de omgeving met een echo-toestel. Dit wordt absoluut niet bij elke zwangerschap gebruikt als opvolging, maar enkel voor problemen tijdens de bevalling. Het tweede ziekenhuis dat we bezochten, was de Mahatma clinic, het moederhuis waar Rebeccah zelf werkte. Het is opgericht door Indiërs die in Livingstone woonden, vandaar genoemd naar Mahatma Gandhi. Wanneer we binnenkwamen, stootten we meteen op een soort administratie bureautje in het midden van de gang. Daar lagen stapels schriftjes met de info over de patiënten in gammele houten kastjes gepropt. Onmogelijk om een patiëntenfiche nog in terug te vinden leek me. Rebeccah nam ons mee naar de verloskamer. Daar zetten we nog grotere ogen op. Er stonden 2 bedden, amper van elkaar afgescheiden, zichtbaar en toegankelijk voor elke voorbijganger. Er lagen geen lakens op de bedden. De vrouwen moeten werkelijk alles zelf meenemen als ze binnenkomen. 2 Chitenges om op te liggen, die ze naderhand ook zelf weer moeten uitwassen thuis, tot zelfs het bleekwater waarin de instrumenten 'ontsmet' worden. De placenta's worden verzameld in een vuilnisemmer, om een keer per week verbrand te worden. De vrouwen mogen maximum 3 uur in de recovery blijven en moeten daarna weer heel de weg naar huis wandelen met hun pasgeboren baby. Als er een vrouw binnenkomt en de twee bedden zijn al bezet, dan moet degene die het minst ver staat van de tafel afkomen, al haar gerief bij elkaar nemen en wachten tot er terug plaats komt. Onvoorstelbaar! Als je de geneeskunde hier bekijkt vanuit een westerse visie, dan geloof je werkelijk je ogen niet. Een jongen uit ons guesthouse moest een keer naar de dokter voor een anti-allergie spuit. Er werd echt op gehamerd dat hij de naalden uit de verpakking moest zien komen. Het is namelijk de gewoonte om naalden te herbruiken en enkel met water en zeep af te wassen, omdat het te duur is steeds nieuwe te nemen. De armoede drukt dus ook zijn stempel op de gezondheidszorg. Ik vond het heel fijn dat we werden toegelaten in het ziekenhuis om eens rond te kijken, maar tegelijk hield ik er toch ook een wat wrang gevoel aan over. Om wat te bekomen van de vele indrukken die we deze voormiddag opdeden, gingen we een koffietje drinken in de stad. We ontmoetten Mackenzie in ons ondertussen favoriete koffieplaatsje, Munali café, voor een iced mocha en een appelflap. (Wat een heerlijke lunch in vergelijking met ons dagelijkse toastbrood ;-) )
We snuisterden nog even rond in de Art market, een marktje waar ze allerlei handgemaakte spulletjes verkopen, vooraleer we aan onze wandeling terug begonnen. We passeerden langs Sunbird, om te zien of we misschien nog een keertje geluk hadden met het internet. Uiteindelijk hebben we nog best lang in de kussenbak buiten gezeten, er arriveerden steeds nieuwe mensen om even een babbeltje mee te slaan. Ook hadden we een flesje wijn gekocht om Rebeccah te bedanken voor haar rondleiding die ochtend. Toen we het haar gingen brengen, leek het er wel de zoete inval te zijn Er waren zoveel mensen, vanuit verschillende landen, met elk hun eigen verhalen. Het was er zo fijn, dat het op een keer al zo laat was dat we het avondmaal gemist hadden en het buiten ongemerkt al donker geworden was. Een heel spontane en vooral heel gezellige avond dus!!
Nog voor de zon opkwam, werden we al opgeroepen. We verzamelden onze spullen dus in het donker, zodat we bij het krieken van de dag al in de jeep zaten en de zon haar plaats hoog aan de hemel terug zagen innemen. Het vroege opstaan wierp zijn vruchten af. We zagen een leeuwin met jaar 3 jonkies op pad! Echt geweldig mooi! En zo dichtbij... ze liepen aan mijn kant van de jeep, bleven op slechts een paar meter van ons even stilstaan en keken recht onze richting uit. Ik moet zeggen dat ik op dat moment toch even bang was dat de moeder ons zou aanvallen, zeker omdat de kleintjes erbij waren, die ze wou beschermen. We reden nog verschillende uren rond en zagen nog vele dieren en mooie vergezichten, alsof het plaatjes waren ;-)
Zondagavond keerden we terug naar huis. Na een hele dag verlangd te hebben naar een warme douche, viel het ijskoude water wel wat tegen We ontmoetten de nieuwe mensen die dit weekend waren toegekomen, heel fijne personen! Maar wat waren we blij 's avonds in een warm en veilig bed te kunnen slapen!
Om 6u 's ochtends werden we al opgehaald door Kennedy. Hij bracht ons in een minibusje naar de grens met Botswana. Daar moesten we de Zambezi oversteken, de rivier die de natuurlijke grens tussen Zambia en Botswana vormt. Er stond een immens lange rij vrachtwagens aan te schuiven. Maar om goederen naar Botswana te kunnen brengen, moesten al die voertuigen met 2 overzetbootjes over de rivier gebracht worden. 'Bootjes' is vrij letterlijk te nemen, er pastte slechts 1 vrachtwagen of bus op de boot en het tempo van laden en lossen lag ook niet meteen heel hoog, met als gevolg dat de chauffeurs zo'n 2 weken moeten wachten om aan de andere kant van de rivier te geraken! Onvoorstelbaar! Gelukkig was er een passagiersbootje dat ons kon brengen. Het duurde welgeteld een halve minuut om aan de andere kant te geraken. Daar stond een nieuw busje op ons te wachten om ons naar het volgende 'checkpoint' te brengen. Zodra je paspoort afgestempeld was, moest je je voeten 'wassen'. Iedereen die de grens passeerde moest over een mat met ontsmettingsmiddel lopen en alle voertuigen moesten door een plas van dit product rijden. Eenmaal in de lodge aangekomen, kregen we een koffietje, fruit en een heerlijke banaan-noten muffin als ontbijt. Als eerste deden we een bootsafari op Chobezi, de grens tussen Botswana en Namibië. Onze bestuurder stopte eerst bij de administratiepost, om toegang tot het national park te krijgen. Dat was niet meer dan een gammel groen drijvend hutje, waarin ik niet graag een hele dag zou zitten dobberen We voeren op armlengte van een krokodil. Volgens de gids waren de drijvende krokodillen maar voor 10% actief en dus totaal ongevaarlijk tov de zwemmende. Maar toen we terug achteruit voeren begon hij wel juist te bewegen, dus we waren maar wat blij dat we terug verder gingen varen. We zagen leguanen, waterbuffels, nijlpaarden... In de verte leken er een aantal rotsen uit te steken boven het water. Maar met een verrekijker kon je zien dat dit eigenlijk een hele groep nijlpaarden was die in het water stond. De kleintjes stonden gewoon bovenop de rug van hun ouders. Op een keer begon de gids echt te racen, we waren allemaal benieuwd waar dit goed voor was. Maar we kregen echt een prachtig zicht in de plaats. Tientallen olifanten staken de rivier over, van de ene oever naar de andere. Eerst nog wandelend, waar het dieper werd zwemmend. De grootste olifant voorop, om te zien of het veilig was en er geen krokodillen in de buurt waren. De kleintjes hielden zich vast aan de staart van de groteren. Je kon alleen het topje van hun slurf zien, dat ze boven water hielden om te kunnen ademen. We hadden echt geluk dat we de oversteek van de olifanten hadden kunnen zien, fantastisch! 's Middags konden we genieten van een heerlijk lunchbuffet, het eten op safari was echt heel goed Zodra we klaar waren, stapten we op een open jeep waar we net met z'n negenen op pasten en begonnen we aan onze game drive in Chobe national park. We zagen ontzettend veel dieren, vaak ook heel dicht bij onze jeep! Olifanten, giraffen, impala's, gnoes, koedoes, timons en poemba's, zebra's, nijlpaarden, apen, honingdassen, zeer veel vogelsoorten, buffels... Om de dag helemaal goed af te sluiten, waren we getuige van een groep leeuwinnen die op zebra's en giraffen aan het jagen waren. Omdat de duisternis al begon te vallen, moesten we ons haasten om op tijd in het kamp te aan te komen. Na een race doorheen de wildernis hielden we plotsklaps halt in het midden van de bush. Dat zou de plaats worden waar we die nacht zouden slapen. Als de zon eenmaal onder is, wordt het al snel erg donker. We begonnen dus maar gauw met man en macht de tenten op te zetten met enkel een zaklamp als verlichting. We aten ons avondmaal zittend rond het knisperende kampvuur. Een van de gidsen begon te vertellen over de gevaren van slapen in een wildlife park. Hij sprak bijna fluisterend, met veel pauzes en enkel de gloed van het vuur op zijn gezicht. Het was denk ik niet echt zijn bedoeling maar hij joeg ons allen de stuipen op het lijf. Dit was het eerste moment waarop ik besefte dat we opgesloten zaten in een game park, vol wilde dieren rondom onze tentjes. We vroegen wat te doen als we 's nachts een dier hoorden of zagen. Het antwoord hierop: 'take a picture'. Echt geruststellend was het dus niet. De gidsen waren hier blijkbaar op voorbereid, want ze hadden voldoende wijn bij om de gemoederen te bedaren Al durfde ik de hele nacht onze tent niet uitkomen, toch heb ik nog redelijk goed geslapen in Chobe national park.