Een blinde vogelaar
Zijn witte stok rikketikt in een gestaag ritme tegen de boorden van het laantje. Hier kent hij iedere bocht en elke kromming. Aan het ruisen van de wind door de kruinen van de acacias herkent hij zijn voetstappen van vorige wandelingen. Boven het gekraak van zijn schoenen luistert hij naar het hongerige gescharrel van een vogel onder een struik een merel misschien?
Plots verandert de klank van zijn stok, van een hoge lichte tik in een doffe, zachte bonk. Er ligt iets op zijn pad. Voorzichtig schuifelt hij zijwaarts. Gelukkig is hier geen verkeer. Tastend en tikkend ontdekt hij het onbekende voorwerp: lang en smal en zo te horen van hout. Nog voor hij het einde ervan bereikt, hoort hij een ruwe stem roepen: Hé Hubeir, uiwe schup lig din de wéég van diene mens!.
Voeten in zware werkmansschoenen kloffen naderbij. Sorry mijnheer, mijn schop is hier blijven liggen. Goed dat u er niet over struikelde.. Een zware stem hoort hij, maar met een opgewekte toon.
Hij is niet uit zijn lood geslagen en antwoordt: Zo gauw struikel ik niet. Ik had hem tijdig gezien. Ik bedoel gevoeld. Waar heeft u die schop voor nodig? Lijken begraven? Hij maakt een grapje natuurlijk, en hoopt dat het niet in verkeerde aarde valt.
Welnee, we leggen hier een Finse piste aan. Voor de start-to-runners. Jogging is weer in de mode, hé mijnheer? Het is een onschuldige zin, maar zoals gewoonlijk komen opmerkingen over dingen waar hij niet kan aan meedoen hard aan. Hij slikt zijn ongenoegen weg en zegt:
Nou, hardlopen doe ik niet zo vaak. Als je niets ziet, is dat tamelijk gevaarlijk. Maar een Finse piste? Wat is daar Fins aan?
Wel, mijnheer, volgens mij eigenlijk niets want het materiaal komt uit België en de piste ligt in België. En tussen de mensen die hem maken zit ook geen Fin, wel één Zweed maar die komt eigenlijk uit Turkije. Het is allemaal een beetje ingewikkeld
maar Fins is het niet. Wel wel, deze man is een grapjas, of hij het beseft of niet.
Nou, de joggers kunnen er maar wel bij varen. Hopelijk maken ze niet te veel lawaai. Lopen met een stok is moeilijker met veel lawaai. En je hoort de tjiftjaf niet.
Zit hier een tjiftjaf? klinkt het verbaasd.
Ja hoor. Ik hoor hem regelmatig tijdens mijn wandeling.
Ik heb hier al een wielewaal gezien, maar nog nooit een tjiftjaf.
Hij zit hier nochtans in de buurt. Ik hoor hem goed. Als jij je omdraait en beetje schuin naar links kijkt en dan naar boven, daar ergens moet hij zitten.
Geschuifel met de zware schoenen en dan: Verdorie, je hebt gelijk! Hij zit er inderdaad. Jammer dat het zon kleurloos vogeltje is, je ziet hem amper zitten.
Tikkend met zijn stok op het ritme van de tjiftjaf vervolgt hij zijn weg door het laantje.
© Barbara
|