Eindelijk, de koude is in't land. Weldra komt de sneeuw en dan wordt het weer plezant... Het zou het begin kunnen zijn van een typisch kindergedichtje, maar niets is minder waar. Dit keer gaat het om mijn oprechte schreeuw naar winterse neerslag, niet eens bedoeld om een herfstdepressie te doen bevriezen en verwaaien. Ik verlang naar onheilspellende nieuwsberichten die automobilisten waarschuwen voor het witte wegdek en de bijhorende ellende van autopanne's, slecht bestrooide wegen en rondvliegende sneeuwballen van klein spelend grut. Uiteraard betreft het dan de jongelui die verveeld met zoveel vrije tijd in hun kerstvakantie na het spelen van het zoveelste computerspel naar buiten trekken, weg van hun ouders die hen buitenjagen. Zo kunnen deze laatste zich rustig druk maken over de kerstkaartjes en nieuwjaarswensen die ze vergeten te sturen zijn en druk discussiƫren over dit jaar's kerstmenu al of niet met de traditionele kalkoen. Maar de dag dat ik opsta en bij het openen van de gordijnen verwelkomd wordt door een schitterend wit sneeuwtapijt, zal ik er jammer genoeg niet van kunnen genieten. Vanachter mijn studieboeken zal ik toekijken hoe kinderen spelen en oudjes vrezen. Af en toe zal een vogeltje dat zijn bekje in de sneeuw duwt opz oek naar voedsel mijn aandacht trekken en afleiden waarna ik een halfuur later merk nog geen pagina verder te zijn geraakt en ik mijn studieschema hopeloos achternaloop. Aangezien er dit jaar voor het eerst in 16 jaar geen sportieve wintervakantie inzit, zal de sneeuw mij niet enkel verblinden maar ook echt de ogen uitsteken. Bij elke sneeuwvlok zal ik vloeken omdat ik ze niet op mijn gezicht heb kunnen voelen, bij elk sneeuwspoor van een fietser zal ik hem achternaroepen dat het spoor van mijn ski's veel sierlijker zou lopen en bij elk nieuwsbericht over vastgesneeuwde toeristen zal ik in men vuist lachen: eigen schuld dikke bult! Een winter tussen de boeken en zonder een zevendaagse vlucht naar de sneeuw valt me zwaar. Maar misschien is er wel een klein lichtpuntje te vinden: niet wekenlang sukkelen met een gebroken knie, niet liggen puffen achter mijn boeken in de hitte van augustus tijdens herexamens omdat ik er 's winters niet was en ondertussen kan ik het uitgespaarde geld lustig spenderen tijdens de aankomende wintersolden.
|