Tijd voor een verslag van mijn reis naar de Westfjorden. Ik weet niet of het duidelijk gaat zijn maar op het kaartje kunnen jullie het allemaal een beetje volgen. Het dondergroene is de weg die we gereden hebben. Het rode is waar we geslapen hebben.
Zaterdag 16 juni vertrok ik met Jói, Soffía en Sverrir naar Reykjaskóli. Dat was ongeveer 4 uur rijden. We sliepen er in een jeugdherberg (Sæberg). Er was een hotpot aan het huis dus daar hebben we natuurlijk van genoten. Het was prachtig weer. Sverrir en ik hebben ons geamuseerd met rollen in het gras en grappige fotos nemen.
Zondag 17 juni is de nationale feestdag in Ijsland. Die wordt heel erg gevierd. Jammer genoeg zaten wij ergens in the middle of nowhere dus ik heb de feestelijkheden niet echt kunnen volgen. We zijn gestopt om 2 musea te bezoeken. We reden naar Reykhólar en sliepen er in de gelijknamige jeugdherberg. Onderweg zochten we altijd een rustig plekje om te eten. Daar heb ik een vos gezien! s Avonds nog even opwarmen in de hotpot en dan weer gaan slapen.
Maandag 18 juni reden we dan echt door de Vestfirðir. Die hoge bergen met kleine watervalletjes, de zee, de blauwe lucht, de vogels, ... Prachtig! Onderweg zijn we gestopt bij de immense waterval Dynjandi. Die is 100 meter hoog en 100 meter breed. In tegenstelling tot de vorige watervallen die ik al gezien had, stonden we nu onderaan en dat was zeer indrukwekkend. De zon toverde een regenboog in de opspattende druppels. Een honderdtal fotos later vertrokken we weer. We reden fjord in en fjord uit. Er leek geen einde aan te komen. Maar na een lange dag kwamen we aan in Korpudalur. Daar zouden we 3 nachten slapen.
Dinsdag 19 juni gingen we Elín bezoeken in Ísafjörður. Na een korte hæ in den Bónus (supermarkt waar ze werkt), besloten we een toeristisch uitstapje te doen naar Vigur. Dat is een eiland, ongeveer een half uur varen van Ísafjörður. Er woont slechts 1 gezin. Het was er heel mooi. Ik zag zeeleeuwen, papegaaiduikers, verschillende soorten grote eenden met kleintjes,... We moesten er allemaal met een stok boven ons hoofd lopen omdat sommige vogels anders hard zouden aanvallen. Dat was een grappig zicht. Nadien zijn we gaan zwemmen in Súðavík. s Avonds heb ik met Elín nog wat door Ísafjörður gewandeld. Er waren toevallig ook nog 3 AFSers van Duitsland en Oostenrijk maar die praatten heel de tijd Duits en dachten dat we het niet begrepen als ze over ons bezig waren.
Woensdag 20 juni zijn we een paar dorpjes gaan bezoeken. Ísafjörður is het grootst, met 3000 inwoners. Het is een beetje groter dan Húsavík en heeft veel grote winkels (in vergelijking met Húsavík dan toch, niet in vergelijking met België natuurlijk). De andere dorpjes zijn kleiner en stralen een oude en verlaten sfeer uit. We bezochten een klein museum in Bolongarvík. Die musea zijn eigenlijk vaak hetzelfde: een huisje uit turf met gras op het dak, een oude boot op het strand,... Ijsland heeft nog niet zon lange geschiedenis. Het grappige is dat mijn ijslandse ouders alles kennen wat in het museum ligt, en sommige dingen zelfs gewoon thuis hebben.
Donderdag 21 juni gingen we nog even bless zeggen bij Elín in den Bónus en nadien reden we naar onze volgende verblijfplaats: Reykjanes. We sliepen er in een verlaten schooltje dat zogezegd omgebouwd was naar een jeugdherberg. Maar in werkelijkheid lag er een centimeter stof, dode vliegen op de vensterbank, wit water uit de kraan,... We werden er alle vier wat triestig van en besloten ons maar snel naar de volgende plaats te haasten.
Vrijdag 22 juni dan. Ik nam voor de zoveelste keer het fototoestel vast om een foto te nemen van de adembenemende bergen. Maar wat zag ik? Al mijn fotos waren weg. Sverrir had ze per ongeluk allemaal gewist. De immense waterval, de papegaaiduikers die ik vanop een meter afstand eindelijk gezien had, de zonsondergangen, ons gespeel in het gras,... Niets meer. Die fotos betekenden heel veel voor mij. Ik was zo teleurgesteld en kwaad! Vooral de reactie van Jói en Soffía was verschrikkelijk. Het is allemaal te lang en te moeilijk om uit te leggen als je die mensen niet kent. t Voelde als het laatste deeltje van de cultuurschok. Het heeft mij een hele dag gekost om er terug wat bovenop te komen. Gelukkig sliepen we s avonds in een gezellige jeugdherberg (Ósar) en kwam de positieve sfeer wat terug. Vanuit het raam van onze kamer konden we de zeeleeuwen op het strand zien liggen.
Zaterdag 23 juni was dan de laatste dag van onze reis. We keerden terug naar Húsavík. Nog onderweg belde Hulda mij al om te vragen of ik mee wou gaan zwemmen. Ik pakte dus snel mijn spullen bij elkaar en haastte mij nog gauw naar het zwembad.
24 uur licht is zalig! Het nadeel is dat je heel weinig slaapt. En dat zal zeker ook de volgende weken zo zijn. Michelle (van België, ook met AFS in Ijsland, Reykjavík) belde een paar dagen geleden om te vragen of ze naar hier mag komen van zondag tot dinsdag. Ik heb nog veel plannen voor mijn laatste 2 weken! Ik zou hier eigenlijk eindeloos kunnen blijven schrijven, maar moet nu echt maar eens ophouden. Tot de volgende!
24-06-2007 om 15:48
geschreven door Liselotte 
|