Inhoud blog
  • #2 interview Marc De Block - mei 2012
  • #1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    LisaMoreels

    11-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.#1
    Op deze blog zal ik mijn interviews/artikels bijhouden dat ik geschreven heb voor mijn opleiding journalistiek. 
    Moesten er ook mensen zijn de de tijd nemen ze te lezen, reacties zijn welkom!

     
     

    11-10-2012 om 14:11 geschreven door LisaMoreels  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.#2 interview Marc De Block - mei 2012
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Marc De Block was in de jaren ’70 een van de betere wielrenners in ons land. Hij pakte twee keer de Belgische titel veldrijden in 1976 en 1977 en reed zelfs de Tour de France met de groten, zoals Eddy Merckx en Roger De Vlaminck. Nadien begon hij zelf een landbouwbedrijf, maar het fietsen is hij nooit verleerd. 

    Hoe heb je vroeger de wielermicrobe te pakken gekregen? 
    De Block: “Ik ben beginnen fietsen toen ik zeventien jaar oud was, samen met een paar kameraden. Mijn vrienden gingen te graag uit en stopten dus snel maar ik hield vol.” 

    Hoeveel trainde je dan vroeger? 
    De Block: “Ik vertrok ’s morgens om 5 uur voor school al gaan fietsen , en dan ging ik nog eens met de fiets naar school ook.”

    En dan als je dan de grote wedstrijden meereed, wat voor trainingen waren dat dan? Want je moest veel trainen waarschijnlijk… 
    De Block: “Dat waren vooral uithoudingstrainingen. En enkele jaren later, rond mijn twintigste, gingen we dan in groepjes gaan trainen.” 

    En enkel uithoudingstrainingen dan? 
    De Block: “Ja, en intervaltrainingen.” 

    En heeft u dan (door dat vele trainen) veel last gehad  van blessures? 
    De Block: “Neen niet echt. Ik heb ooit mijn sleutelbeen gebroken, een lichte hersenschudding gehad waardoor ik twee dagen in een lichte coma heb gelegen en een kniebreuk waar ik aan geopereerd ben.” 

    Het verschil tussen de wielersport pakweg 40 jaar geleden en vandaag, is dat dan groot volgens u ? 
    De Block: “Je kan de wielersport vergelijken met een boerderij, op veertig jaar tijd is alles enorm gemoderniseerd zoals op vlak van de technologie. Ook merk je dat aan de medische begeleiding in de wielersport dan, die is ook sterk geëvolueerd.” 

    Over die begeleiding dan, nu worden wielrenners door volledige teams begeleid voor hun voeding, diëten, hoe ze moeten trainen e.d. Werden wielrenners dan vroeger ook begeleid en hoe? 
    De Block: “Wij werden toen al begeleid door een sportdokter, maar iedereen had zijn eigen dokter. Het was niet in team zoals nu.” 

    En als je onderweg een probleem had aan uw fiets, hoe werd dat dan opgelost? 
    De Block: “Er waren toen ook al volgauto’s, maar enkel in de grote wedstrijden, niet in de kermiskoersen.” 

    En denk je dat die begeleiding nu er voor zorgt dat wielrenners sneller rijden of denk je dat gewoon het harde trainen telt en die begeleiding daar minder toe doet? 
    De Block: “Nu worden wielrenners veel meer opgevolgd , wat wel een groot verschil maakt. Al die testen zoals een harttest, dat hadden wij vroeger allemaal niet.” 

    Waren er dan vroeger ook, je zegt dat er toen geen harttesten gedaan werden, meer doden? 
    De Block: “Vroeger waren er net minder doden, ik snap helemaal niet hoe dat kan, want nu wordt iedereen zo goed gecheckt.” 

    Hoe zou dat volgens u kunnen komen? 
    De Block: “Misschien willen ze nu té professioneel werken, ze willen nu van alle wielrenners echt alles eruit halen.” 

    Je bent vooral bekend van twee keer Belgisch kampioen veldrijden te zijn, waarom precies dat veldrijden en niet op de weg? 
    De Block: “Ik was niet goed genoeg om in waaiers te rijden in het peloton. En wanneer je dat niet kan heeft het geen zin. Ik kwam net dat beetje te kort op de weg. Mijn kameraad, René De Clercq (vader van Mario De Clercq) , bij wie ik vroeger bij de junioren en de liefhebbers nog mee samen gefietst heb, raadde mij aan om een in het veld te proberen. Dat was echt iets voor mij volgens hem. Ik was hard voor mezelf en ging graag man tegen man, en zo gaat het vaak in het veldrijden.” 

    Maar je hebt ook de Omloop het Volk gewonnen bij de beloften dan, en toen ging het duidelijk wel op de weg. 
    De Block: “Ja inderdaad. Twee maanden na deze overwinning ben ik beroepsrenner geworden. Na een maand zat ik in Portugal, maar daar ben ik gevallen en heb ik in een lichte coma gelegen. Ik heb toen ook een volledige winter gesukkeld met mijn knie. Uiteindelijk is mijn knie geopereerd en toen werd ik plots opgeroepen voor de Tour de France. Maar aangezien ik nog maar twee maanden uit het gips was, was ik helemaal niet voorbereid maar ik heb hem dan toch uitgereden.” 

    En wat voor ervaring was dat? 
    De Block: “Dat was het eerste jaar dat Eddy Merkx gewonnen heeft. Alle dagen werd er gebombardeerd en daar kwam maar geen einde aan, en daar was ik niet voldoende op voorbereid. Dat was afzien, afzien en afzien.” 

    Roger de Vlaminck heeft onlangs daarover een opmerking gemaakt dat het peloton nu vooral uit derderangscoureurs bestaat in vergelijking met vroeger. Wat denk jij daarvan? 
    De Block: “In de jaren ’70 was er één wielrenner die er echt bovenuit stak en dat was Eddy Merckx. En de zogezegde derderangscoureurs waar De Vlaminck het dan over heeft zijn ook goede renners! Maar Merckx was vijf procent beter dan de wielrenners die achter hem kwamen. De Vlaminck was ook een goeie wielrenner maar hij was zelf ook die vijf procent minder dan Merckx. Er is maar een wielrenner geweest als hem.” 

    De Tour de France op zich, als je dat vergelijkt met nu, was dat ook al zo ne koers met veel belangstelling zoals nu? 
    De Block: “Ja, maar toen reden we duizend km meer, maar dan zonder rustdag. Nu rijden de wielrenners 3500 km, maar toen was nog 4500 km.” 

    Het is dus al veel veranderd. Is de tour dan makkelijker geworden nu? 
    De Block: “Niet makkelijker, maar wel anders.” 

    Waarom heb je vroeger de beslissing genomen om te stoppen met wielrennen? 
    De Block: “De laatste drie jaar uit mijn carrière ben ik ook als landbouwer begonnen, maar ik had teveel werk en ik moest een keuze maken op mijn 33ste tussen het veldrijden of mijn bedrijf uitbouwen, dus dan heb ik voor mijn bedrijf gekozen.” 

    Heb je er nooit spijt van gehad dat je toen gestopt bent met wielrennen voor uw bedrijf? 
    De Block: “Nee, ik kon toch maar twee of drie jaar meer aan de top staan in het veldrijden en aangezien ik moest kiezen heb ik toen gekozen voor mijn toekomst : mijn landbouwbedrijf.” 

    Rij je nu nog vaak met de fiets? 
     De Block: “Toen ik met mijn bedrijf begonnen was had ik geen tijd meer om nog met de fiets te rijden. Op 2 mei 2004 is mijn broer gestorven, op zijn 61ste. Toen heb ik beslist dat ik ging boeren tot mijn 60ste, want je weet niet wat daarachter komt. Ik wou een beetje gaan profiteren van het leven. En zo ben ik gestopt als landbouwer eind 2004. Toen ben ik ook weer met de fiets beginnen rijden, maar dan wel op het gemakje. Ik ben zo ook weer mijn vriend van vroeger tegengekomen die altijd bij mijn fietsen stond. Hij had ondertussen al veel met de fiets gereden, en zo zijn terug we samen beginnen fietsen. Dan doen we tochtjes van zo’n vijftig kilometer. En onderweg stoppen we dan eens voor een koffietje. Binnen 14 dagen vertrek ik ook naar Spanje, waar we in de bergen zo’n honderd kilometer per dag gaan fietsen.” 

    Is het enkel met vrienden dat je rijdt of is het ook soms in een club dat je rijdt? 
     De Block: “Nee, ik rij ik altijd samen met een maat van vroeger. Als je in een club rijdt moet je dat altijd goed opletten want je rijdt in een grote groep. Net zoals vroeger, want dan reed ik ook niet graag in een peloton. Als er één iemand remt, is het boenk op u kloten. Met twee is het veel makkelijker en leuker, je praat een beetje terwijl je fietst aan 25 of 26 km/uur.” 

    Vroeger reed je samen met Roger de Vlaminck, Erik de Vlaminck, Albert Vandamme e.d., heb je daar nu nog contact mee of zie je die nog eens? 
    De Block: “Weinig. Er zijn eigenlijk maar twee mensen waar ik echt nog met overeen kom en dat zijn Erik De Vlaminck, en dat is nochtans ne specialen , en Albert Vandamme. En Roger, tja, die zal wel goeiendag zeggen maar dat is het dan. Ik heb hem vroeger twee keer gekleineerd in Overijse en Munte op de Belgische kampioenschappen. En dat is dan altijd op zijn maag blijven liggen denk ik.” 

    Als u nu terug kijkt naar uw carrière, wat denk je dan dat het mooiste moment was?  
    De Block: “Goh, dat was de eerste keer dat ik het Belgisch kampioenschap won in Overijse tegen Roger de Vlaminck. Maar een week later vond ik het eigenlijk nog mooier. Dat was de cross in Volkegem, wat eigenlijk de herkansing van het BK was. Die cross vond plaats op het terrein van De Vlaminck , maar ook op het mijne. Je had daar Volkegem-berg, dat was een steile berg en twee jaar daarvoor had ik daar mijn sleutelbeen gebroken, 14 dagen voor het kampioenschap, dus was dat de revanche. De Vlaminck reed er de hele wedstrijd samen met zijn beste vriend De Decker. Ze gingen mij daar eens leren rijden. Het was toen de eerste keer dat ik een wedstrijd mocht rijden met mijn trui van het BK, dus ik was natuurlijk zenuwachtig. De voorlaatste ronden heb ik ze er toen afgereden en daar was hij niet goed van.” 

    Wat was dan het dieptepunt van je carrière? 
    De Block: “Dat was twee jaar later in Beernem. Toen heeft de Vlaminck net hetzelfde gedaan bij mij. Ik heb heel de wedstrijd op kop gereden en de laatste ronde is hij dan bij mij gekomen en ik ben toen van de fiets gestapt, want de tweede plaats op een kampioenschap telt niet. Veel supporters zijn daar lang kwaad voor geweest. Maar iemand die nooit sport gedaan heeft kan dat niet weten. Als je ingelopen wordt op een kampioenschap en als je weet dat degene die bij u komt beter dan is, want je laat je niet inlopen vanzelf, dan moet je hem laten voor gaan.” 

    Als je dan nu terug kijkt op alles wat je bereikt hebt, wat denk je dat het geheim van u succes geweest is en waarom dat je die twee Belgische titels behaald hebt ? 
    De Block: “Hard werken. Ik had wel klasse maar niet die grote klasse dus moest ik hard trainen en ervoor leven. Ik heb vroeger nog twee jaar in een fabriek gewerkt, in drie ploegen. Ik moest ’s morgens werken om 6u, dus om half 5 was ik al vertrokken met de fiets naar het werk. Na het werk ging ik dan trainen op de Kluisberg en dan kwam ik om half acht thuis. Dat was dan eten en in bed. Uitgaan deed ik niet, want anders was ik dan 14 dagen kapot van. Ik moest er echt voor leven.” 

    Nu heb je coureurs als Tom Boonen , die gaat uit en toch halen die ook grote overwinningen binnen. Is dat dan ook een verschil met vroeger? 
    De Block: “Als Tom Boonen uitging was hij ook niet goed, hij raakte toen op het verkeerde spoor en dat kon je merken aan zijn resultaten. Nu leeft volledig voor zijn sport, denk ik dan toch, en is het den besten. Uitgaan en aan den top staan, da gaat niet samen.” 

    Bedankt voor het interview.

    11-10-2012 om 14:33 geschreven door LisaMoreels  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)


    Archief per week
  • 08/10-14/10 2012

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs