tijdens zijn job als reisleider Vanaf 9 mei 2007 ben ik werkzaam als reisleider bij Thomas Cook. Om 'het thuisfront' op de hoogte te houden, heb ik besloten om mijn eigen blog aan te maken. Alvast veel leesplezier.
07-06-2007
Yesterday was such a hectic day...
Een parodie op de titel van het Beatles liedje was echt wel gangbaar gisteren. Het was me het dagje wel.
De dag begon al supervroeg. Om 4 uur 45 moest ik al met een minibusje aan het eerste hotel staan om mensen op te pikken. Dat ging goed, tot we aan het tweede hotel kwamen. Daar stond er nog niemand te wachten. De receptionist wist ook van niets. Ik besloot dus om de gast wakker te bellen. Wat bleek, hij vertrok pas zondag en niet woensdag. Met andere woorden ze hadden me dus een verkeerde lijst in mijn handen gestopt en zo heb ik per ongeluk de nachtrust van een van onze gasten verstoord. De weg werd voortgezet en we kwamen toch nog mooi op tijd aan in de luchthaven.
Mijn groep was reeds ingecheckt toen de groep van mijn collega Jorge aankwam. Het ging om een groep bejaarden. Zoals het een echte gentleman beaamt, hielp ik een oude man met zijn bagage. Het was echter nog een heel stuk lopen en je zag dat de man zich echt aan het forceren was. Een 200 meter voor de entree van de luchthaven werd hij plotseling onwel. We riepen direct de hulp in van de medische dienst, maar die werkt natuurlijk op een Marokkans tempo. Een tiental minuten later kwam er een dokter om de man te onderzoeken. Hij werd afgevoerd naar het hospitaal waar men een kleine hartaanval had vastgesteld.
Toen had ik nog een anderhalf uur speling vooraleer de tweede ronde van de hotels moest ondernomen worden. Mijn chauffeur en ik hadden honger en hij wou me perse meenemen naar een typisch Marokkanse plaats om een typisch Berberontbijt te nuttigen. Het was een soort oranje koudachtige soep met brood en muntthee. De soep smaakte naar niet veel maar het vulde wel de maag. Ik was klaar om er weer volledig tegenaan te gaan.
De tweede ronde verliep vlekkeloos en ook de aankomst van het vliegtuig verliep zonder problemen. Toen moest ik nog per hotel 1 of 2 bijeenkomsten houden. Dit hangt af van het feit of er Nederlands- of Franstaligen aanwezig zijn. Zo kwam ik gespreid over de verschillende hotels toch aan 6 bijeenkomsten van telkens 45 minuten.
Toen de laatste bijeenkomst voorbij was, was er nog een probleem met een gast in hotel Mansour. Hij wou kost wat kost nog veranderen van kamer. Gevolg was dat ik nog daarheen mocht trekken.
Toen alle problemen opgelost waren, moest ik nog mijn boekhouding ivm met excursies in orde brengen. Om 20 uur kon ik eindelijk de deur van het bureau achter mij dicht trekken. Ik had echt zin in een pintje en het heeft verdomme goed gesmaakt...
Het is vandaag ietsje kouder dan de voorbije dagen. Ietsje kouder betekent dat het kwik rond de 30 graden bedraagt. Voor veel Marokkanen is het dan echt koud. Je ziet ze dan lopen met dikke winterjassen aan. Toch wel een mooi beeld, aan de ene kant de toeristen die in hun short en t-shirt rondlopen en aan de andere kant de Marokkanen met hun winterkleding aan. Toch rare jongens die Marokkanen ...
Inchallah is een woord dat heel veel gebruikt wordt in de Marokkaanse cultuur. Heel regelmatig gaat dit gepaard met het nodige bijgeloof. Zo was ik woensdag op weg met een chauffeur naar het eerst hotel om mensen te gaan afhalen. Tijdens de rit hadden we het toevallig over het lot en wat dit met zich meebrengt. Veel Marokkanen zijn er van overtuigd dat als je een ander iets slechts toewenst, dit dan ook altijd uitkomt. Want als er iets gebeurd, is het immers altijd de wil van Allah ...
We waren net op tijd in het hotel, maar de gasten waren nog niet klaar. Ik moest hen gaan zoeken en uiteindelijk konden we met een achttal minuten vertraging onze tocht naar het tweede hotel inzetten. Ik zei tegen de chauffeur dat we ongeveer een kwartiertje hadden om het tweede hotel te bereiken (normaal hadden we hiervoor een 25 tal minuten). het typische antwoord van een Marokkaan is natuurlijk Inchallah.
Het leek wel of Allah niet wou dat we op tijd waren. Nog geen twee minuten later moesten we een fietser kruisen. Die ging van de weg en kwam terecht in een soort greppel. Je kunt het al raden, hij viel en dit juist naast een bus op volle snelheid. Gelukkig kon de chauffeur nog uitwijken naar links. Lijkbleek zette hij de bus aan de kant. Ik snelde uit de bus en zag gelukkig dat de fietser al recht stond. Buiten wat averij aan zijn fiets had hij gelukkig niets. Onze chauffeur was diep onder de indruk en vertelde me dat als hij de fietser had geraakt, hij zijn rijbewijs voor de rest van zijn leven kwijt was geweest.
Er was gelukkig niets gebeurd deze keer, maar je staat toch effen stil bij de betekenis van Inchallah, wat als Allah iets niet wil ...
Iets wat me de laatste dagen echt is opgevallen zijn de voorruiten van de wagens. Ofwel is er een sterretje aanwezig ofwel zitten er barsten in. Bij bijna de helft van de wagens zou de voorruit in Belgie moeten vervangen worden. Carglass zou hier werk hebben hoor, nog een onontgonnen gebied op dat vlak.
Een van de mensen waarmee ik veel moet samenwerken is Adil, een echte toffe kerel. Hij vormt een koppel met een reisleidster die hier deze winter was en doet enorm veel moeite om Nederlands te leren. Altijd als ik hem zie, moet ik hem een aantal woordjes leren, en wonder boven wonder de meeste onthoudt hij ook altijd.
Twee dagen geleden moest hij mij iets dringends laten zien. Via via was hij aan een cursus Nederlands geraakt. Trots dat hij was om het boek en de bijbehorende cassettes te laten zien. Met een smile van hier tot in Diksmuide vertelde hij de eerste dialoogjes. Af en toe maakte hij wel een fout (wat niet meer dan normaal is), maar gewoon het tafereel om hem bezig te zien was schitterend.
Een toffe kerel, onze Adil. Iemand waarop ik kan rekenen en waarmee ik nog veel lol zal beleven.
Soms kan ik toch echt dom zijn. Ik moest permanentie-uren doen in één van mijn hotels. Er was echter een obstakel, de straat die ik normaal neem was volledig onderbroken, zelfs voor een voetganger kost het moeite om tussen al de machines door te geraken.
Geen probleem dacht ik bij mezelf, dan neem ik gewoon een andere weg. Ik had snel de weg bekeken op het kaartje en ik zou de weg wel vinden ...
Dat was natuurlijk buiten mijn supergoed oriëntatievermogen gerekend. Waar ik naar links moest, ging ik natuurlijk naar rechts. Ik marcheerde een tiental minuten verder vooraleer ik mij plotseling realiseerde dat ik natuurlijk weer eens verkeerd was gewandeld. Ik bekeek het kaartje en ik was een heel stuk verwijderd van het hotel waar ik moest zijn. Resultaat was dat ik een taxi mocht nemen om er nog op tijd te geraken. Soms kan ik toch echt dom zijn ...
Voor de zoveelste keer hier in Marrakech heb ik de taxi genomen. Niets speciaals zou je denken, ware het niet dat ik deze keer in een speciaal karretje zat. De buitenkant zag er heel normaal uit, een oude peugeot 205. Maar de binnenkant zag er supermodern uit. De chauffeur heette Ibrahim (voor de verandering) en hij begon me uitgebreid te vertellen over de mogelijkheden van 'zijn wagen'. Meneer had zelf een ingenieus toetersysteem geïnstalleerd. In de plaats van de toeter in de midden van het stuur, had hij alles afgeleid naar een gewone knop die je maar moet indrukken. Trots dat hij was dat hij het kon uitleggen en demonstreren natuurlijk. Er wordt zowiezo al veel getoeterd hier in Marrakech, maar nu deed hij er toch een ferm schepje bovenop. Voor het minste dat bewoog, drukte hij op de knop van zijn toeter. Wel komisch, maar na een tijdje gaat het toch wel pijn doen aan de oren.
Dit was nog niet alles. Meneer had ook een soort zonnescherm geïnstalleerd in zijn wagen. Hoe hij het gedaan had weet ik niet (het grote technische vernuft ben ik natuurlijk ook niet), maar in ieder geval door een duw op een andere knop kwam er langs beide kanten een zonnescherm te voorschijn die de felle zon afdekte.
In gebrekkig Frans probeerde hij me duidelijk te maken dat hij nog van alles wou installeren in zijn wagen (o.a. een soort kleine frigo). Benieuwd of ik hem nog eens zal tegen komen en of zijn frigo tegen dan zal geïnstalleerd zijn.
Een tweetal weken geleden had het vliegtuig van Thomas Cook naar Brussel een grote vertraging. Er waren twee pannes waardoor de passagiers een twaalftal uur hebben moeten wachten. Er is een ander vliegtuig moeten komen, maar hiervoor was er maar plaats voor 148 man. Het toeval wil natuurlijk dat er jawel 149 mensen moesten vertrekken ...
Er was één iemand bereid om in Marakech te blijven, een Brusselse zakenman. Hij zou de vlucht nemen van woensdag. Hij werd natuurlijk ondergebracht in één van mijn hotels. Hij kreeg kamernummer 215.
Het hotel had nog de voucher nodig, maar door de een of andere reden bleef dit maar duren. Uiteindelijk mocht ik op dinsdagavond het hotel op de hoogte brengen dat de voucher de woensdag zou arriveren. Dat was echter buiten het hotel gerekend. De receptionist verbond mij direct door met de grote baas. Die begon een hele scheldtirade in het Arabisch en in het Frans dat het geen doen is en dat de man niet zou vertrekken. Toen hij uitgeraasd was, moest ik mij van mijn mest diplomatieke kant laten zien. Voorzichtig bracht ik aan dat we door de vertraging heel wat werk hadden gehad en dat we daardoor nog geen tijd hadden gehad om de voucher te maken. Ik beloofde hem plechtig dat het het eerset werk zou zijn van mijn baas de dag erna. Gelukkig geloofde hij me.
De volgende dag moest ik het vertrek doen en met de bus gingen we de man afhalen. Toen we arriveerde zat meneer in de bar met een pintje voor zijn neus. Niets speciaals zou je zeggen, ware het niet dat het 7 uur 15 in, de morgen was. Ikzelf drink ook graag een pintje, maar zo vroeg begin ik er toch ook niet mee. Ik werd hartelijk door hem ontvangen, maar meneer moest natuurlijk nog zijn extra's betalen. Da twou hij natuurlijk niet. Na een paar telefoongesprekken met mijn baas ging Thomas Cook dit betalen. meneer had de fitnesszaal opgezocht voor 550 dirham (zo'n 55 euro), ik betaal hier in België een maandkaart mee...
Uiteindelijk kreeg ik hem met een tiental minuten vertraging toch mee. Er was dan nog iets niet in orde. Blijkbaar hadden ze zijn koffer gebroken op de luchthaven en meneer wou hiervoor vergoed worden. Ik zei hem dat we dit op de luchthaven gingen regelen, gelukkig geloofde hij me.
Op de luchthaven begon hij weer te zeveren over zijn koffer. Gelukkig kwam mijn baas er net aan en ik verwees hem door naar hem. Op die manier kon ik mij toch bezig houden met de andere, normale klanten.
Telkens ik nu naar het hotel terug ga, praten ze nog altijd over de meneer van kamer 215 met zijn rare kuren.
In hetzelfde hotel van de beruchte meneer 215 logeerde er ok een televisieploeg van VT4 om een kookprogramma op te nemen met Gène Bervoets. Het programme heet'De Mosterd van Abraham' en wordt in het najaar uitgezonden op VT4. Het is een concept waarbij Gène met een bekende vlaming telkens op zoek gaat naar de oorsprong van een bepaald gerecht. Hier in Marrakech kwam hij de oorsprong zoeken van de couscous met als centrale gast Roos Van Acker.
Het toeval wil dat ik enkele weken voordien al een gesprek had met de chef van de televisieploeg die alels in Marrakech al eens op voorhand kwam verkennen. Toen ik in het hotel was, zag ik hem toevallig. Hij vertelde me dat de televiesieploeg gearriveerd was maar dat de regisseur erg ziek was en zelfs in het ziekenhuis werd opgenomen. Wij van Thomas Cook hebben proberen zoveel mogelijk assistentie te bieden, maar uiteindelijk konden we ook nie veel doen.
In de luchthaven stond heel de crew te wachten op het vliegtuig. Ik was net verlost van meneer 215 toen ik ging informeren bij de groep naar de toestand van de regisseur. Dat was echter buiten onze vriend Gene Bervoets gerekend. Hij begon van zijn voeten te maken dat ze al een uur stonden aan te schuiven aan het loket en dat er geen vooruitgang inzat en dat de loketten altijd veranderden van locatie ... veel bla bla dus voor niets. Want zo'n zaken zijn heel normaal hier in Marrakech.
Ik moest hem natuurlijk wat laten uitrazen en dan vriendelijk zeggen dat ik met de loketten zou overleggen wat we konden doen. Uiteindelijk konden we de crew toch naar een loket apart sturen waar ze na een paar minuten allemaal ingecheckt waren. Meneer Bervoets bekeek me niet meer, maar de 'dank u wel' en de glimlach van Roos Van Acker maakten alles goed ...
Ik ben gisteren eens iets gaan drinken met Aziz, iemand die bij ons werkt op kantoor. Eerst gingen we een snack eten en dan ging hij mij eens een paar cafés laten zien hier in Marrakech. Na een tiental minuten wandelen kwamen we aan in het café. Het zat vol met Marokkaanse mannen, geen enkele vrouw of andere Europeaan te bekennen. Toen ik binnenkwam bekeken ze mij wel eens, maar de blikken wenden zich al snel af en ze praatten voort.
Het cliché dat Marokkanen geen alcohol drinken mag wel doorbroken worden, want iedereen zat of wel met een pintje voor zijn neus ofwel zat hij te genieten van een glaasje wijn. Wij bestelden twee Marokkaanse pintjes, Flag Speciale. Dit is hier zowat mijn bier geworden. Jammer genoeg kennen ze hier geen Judas of Hoegaarden Grand Cru. Geïmporteerde bieren zoals Carslberg of Heineken zijn hier bijna niet te betalen. Daarom dat ik mijn toevlucht genomen heb tot Flag Speciale. Het smaakt natuurlijk wel anders dan onze eigen kriekenwijn of bier uit de kelder, maar voor pils is het zeker niet slecht.
Het café zelf was heel sober ingericht, met een hele hoop tafels en stoelen en in de hoek een TV. Het had dezelfde sfeer als het Brouwershuys in Diksmuide, een café voor alle leeftijden, alleen is de inrichting wat ouderwetser.
Soit, ik heb me heel goed geamuseerd en zal dit zeker nog meer doen in de toekomst.
De laatste weken zijn er heel wat West-Vlamingen afgezakt naar Marrakech. Het begon met een koppel uit Brugge, daarna kwam er een heel gezin met zes mensen uit Poperinge. Die werden afgelost door twee vriendinnen uit Veurne en Kortemark. Op de bus naar de luchthaven maakte ik kennis met een koppel uit de Ijzerlaan in Diksmuide, op zo'n 4 kilometer van mijn deur. Je moet daarvoor naar Marrakech gaan om elkaar te ontmoeten.
Ik moet zeggen dat het deugd deed om weer eens mijn eigen dialect te kunnen spreken. Ik heb er mijn gewoonte van gemaakt om meer West-Vlaams te spreken. Telkens de Marokkanen beginnen in het Arabisch als ik er bij sta, zeg ik 'gieder verstoat ook nieten ak ik begun int westvlams'. Ze kijken mij dan eens raar aan en zetten hun conversatie door in het Frans. Altijd leuk om op die manier in een gesprek betrokken te raken ...
Vorige week zijn er met de vlucht van Brussel twee Antwerpse broers aangekomen. Niets speciaals zou je zeggen, maar het waren echt toffe kerels. Al tijdens mijn reünie begonnen we al te gekken en te lachen met elkaar, zij met de West-Vlamingen en ik natuurlijk met de Antwerpenaren.
Ze waren zinnens om een tangine en een waterpijp te kopen. Ik wist niet of dit met de handbagage meekon, maar we kodnen het toch proberen. Zo gezegd zo gedaan, zondagochtend kwam ik aan op de luchthaven en wie zag ik staan met pak en zak: inderdaad onze Antwerpse broers. En ze hadden hun tangine en waterpijp gekocht. Nu moesten we natuurlijk nog alles door de douane krijgen. We probeerden eerst met de tangine, dit vormde geen enkel probleem. Daarna probeerden we met de waterpijp, maar dit lukte echter niet. Die moest in de grote bagage gestoken worden doordat er glas bijzat. Gelukkig kon alles juist in de valies.
Toch twee mannen die me zullen bijblijven, onze Antwerpse broers.
Het is hier de laatste tijd in Marrakech heel warm. Dit zorgt ervoor dat er minder toeristen naar hier komen, waardoor er wat minder werk is. Ook in het bureau waarmee wij samenwerken om het vervoer van de toeristen te regelen. Zo kwam ik zondagavond na een lange dag op het bureau. Ik moest nog de excursies inschrijven.
Ik kwam binnen en zat de twee chefs van het bureau samen voor het computerscherm zitten. Ze zaten te kijken naar een film die opgenomen was in Marrakech. Je kunt het al raden, ik was bezig aan het schrijven en zij begonnen te lachen en te lachen. Echt hilarisch om mee te maken, twee Marokkanen van beiden 50 jaar die zich net als twee kleine kinderen gedroegen. Jammer dat ik mijn kodak niet meehad om dit op beeld vast te leggen ...
Vorige week ben ik een paar dagen echt niet lekker geweest. De maandagavond heb ik een salade gegeten die me niet echt goed bevallen is. Toen ik dinsdagochtend opstond, voelde ik het al meteen. Kheb maar liefst vijf keer 'het kleinste kamertje' mogen opzoeken. Khad bijna geen fut en voor niets geen goesting. Met tegenzin heb ik me toch naar mijn eerste hotel gesleept. Alles verliep rustig en ik was blij dat het bijna afgelopen was, tot ik in mijn laatste hotel een aantal ontevreden klanten tegenkwam ...
Het ging om drie jongeren die dachten dat Marrakech een echte feeststad was gelijk Salou en Ibiza met de ene discotheek na de andere. In hun hotel vonden ze ook niet voldoende jonge mensen om mee te praten (en te fuiven). Ze wilden dus veranderen van hotel. Na heel wat heen en weer getelefoneer bleek er geen plaats meer in de hotels die prefereerden hier in Marrakech.
Volgende oplossing was de terugkeer naar België om dan via Brussel door te reizen naar een andere bestemming. Ze hadden (achter mijn rug) al alles geregeld met een reisbureau in België. Ze gingen meegaan met de vlucht van woensdag. Ik mocht hen echter één ding duidelijk maken, er was geen plaats meer in het vliegtuig ...
Wat nu? Het enige wat ze volgens mij konden doen, was via een andere maatschappij terug naar België keren. Ik gaf hen de adresgegevens van een andere maatschappij en ze gingen er naar toe. Een probleem echter, toen ze er toe kwamen, de deuren waren nog niet geopend. Ze moesten dus terug een aantal uur wachten.
Uiteindelijk ben ik 's avonds dan nog eens langs geweest en hebben we samen dan een ticket gekocht voor hen. Woensdagochtend zijn ze vertrokken en ik heb vernomen dat ze goed aangekomen zijn in Brussel en dat ze dan het vliegtuig zouden nemen naar Palma de Mallorca. Hopelijk kunnen ze ginder wel fuiven.
In ieder geval was ik blij dat de zware dag erop zat en dat mijn buik toch ietsje beter was.
Een van onze chauffeurs is een echte bon vivant. Hij heeft een ronde buik, drinkt graag een pintje en smoort gelijk een ketter. Hij praat soms heel onduidelijk Frans en soms komt het over alsof hij je echt afblaft. Onder collega's hebben we hem de bijnaam 'de bulldog' gegeven.
Vorige zondag had ik het vertrek van het vliegtuig van Brussel. Om 6 uur moest ik aan het bureau zijn om rond 6 uur 25 aan het eerste hotel te zijn. Ik stond op tijd te wachten, maar de bus kwam maar niet af. Rond 6 uur 15 heb ik dan toch maar gebeld naar het noodnummer om te vragen waar hij bleef. Die belde mij terug met de melding dat hij er binnen vijf minuten zou zijn. En inderdaad om 6 uur 20 kwam de bus aangereden, met aan het stuur 'onze buldog'...
Toen hij de deur opendeed was hij lik niet echt welgezind. Hij begon meteen zijn beklag te doen over het feit dat hij veel te lang aan de luchthaven moest blijven en dat hij veel te veel moest werken en dat hij zo nooit op tijd kon zijn. Daarna was het opeens de schuld van de reisleiders van Thomas Cook en hij begon met een scheldtirade tegen ons in het Frans en dan gevolgd door een hele reutemeteut in het Arabisch. Zo bleef hij maar doordraven. Ik begon het stilletjes aan wel op mijn heupen te krijgen want we moesten immers een schema volgen, en met dat gezaag waren we immers nog niet vertrokken. Op een gegeven moment had ik er echt genoeg van en besloot om toch weer eens mijn plat West-Vlaams boven te halen: 'Goj nu allichte e kee je mule houdn en anzetn godverdikke'. Het had effect. Hij verschoot en ontwaakte uit zijn scheldtirade. Als een bezetene begon hij te rijden naar het eerste hotel, langs wegen met putten en bulten. Het kon hem allemaal niet deren, zelfs een rood licht negeerde hij. Kbesloot om hem toch maar te laten doen.
Gelukkig stonden alle gasten bij ieder hotel mooi buiten te wachten en konden ze allemaal snel de bus op. Uiteindelijk kwamen we toch nog mooi op schema aan in de luchthaven. Toen iedereen uitgestapt was, keken 'de buldog' en ik toch nog eens naar elkaar en we schoten beiden in een bulderende lach. Genen slechten zulle die chauffeur, maar als hij zijn kuren heeft ...
Vorige week waren er een hele week lang culturele activiteiten in Marrakech. Als afsluiter werd er een groot festival georganiseerd vlak bij het koninklijk paleis. Een van de gasten van ons bureau verlaat de firma om naar Tanger te gaan werken. Ik kom nog goed overeen met hem en we besloten om toch nog eens enen te gaan drinken.
Zo gezegd zo gedaan, en nadien besloot hij om me toch nog mee te nemen naar het festival. We kwamen er toe, en wat zag je allerlei jongelui samengedropt op hun mobyletjes...
De muziek viel wel mee, zeker bij een temperatuur van nog meer dan 30 graden. Reggae en hiphop waren aan de beurt. Na anderhalf uur begon ik toch moe te worden en besloot ik om terug te keren naar het appartement. Toch weer iets dat we meegemaakt hebben: een marokkaans festival.
Woensdag hadden we weer de vlucht naar Brussel, zoals gewoonlijk doe ik de afhaling van de gasten met de bus. Om 6 uur moest ik terug aan het bureau zijn. Tien minuten voor tijd kwam ik aan, en wie zat er al op me te wachten in de bistro naast het bureau: onze bulldog, hij was weer de chauffeur van dienst.
We hadden nog wat tijd om een ontbijt te nemen. Hij vertelde me dat hij zich niet zo lekker voelde. Hij had tandpijn. Hij zou een paar dagen later drie tanden getrokken worden en een week later nog eens vier. Telkens hij een hap nam van het broodje, trok hij een grimas van kga je gaan hebben. Het was echt om medelijden mee te hebben.
Een kwartier later konden we dan eindelijk aanzetten naar het eerste hotel. Alles verliep goed tot we de eerste gasten hadden opgehaald. Op de terugweg van dat hotel is er altijd een splitsing waar je kunt kiezen tussen een grote weg en een kleinere weg. De juiste weg is altijd al de grote weg geweest. Maar deze keer dacht onze chauffeur hier anders over. Hij besloot om toch maar de kleine weg te nemen. Ik sloeg direct alarm. De bulldog verschoot lik en duwde redelijk had op zijn rem. Natuurlijk werden we gevolgd door een personenwagen die bijna in ons achterste zat. Gelukkig kon die nog net uitwijken. We moesten natuurlijk nog achteruit keren om de juiste straat te kunnen indraaien. Na een paar minuten en heel wat gemanoevreer konden we uiteindelijk toch onze juiste weg verder zetten.
Dat was echter nog niet alles. Toen we van het derde hotel kwamen moesten we weer door een klein straatje. Je kunt het al raden, de weg was natuurlijk geblokkeerd. Deze keer door een ezel met erachter een karretje met bakstenen. Onze bulldog had lik weinig geduld en hij vond er niets beters op dan keihard een paar keer te claxoneren. De ezel had dat natuurlijk niet horen aankomen en sprong meteen de hoogte in en steigerde zelfs bijna. De eigenaar van het beestje had natuurlijk alles gehoord en gezien en kwam razend naar buiten gelopen, recht naar onze bus.
Wat zich toen afspeelde was eigelijk een mooi schouwspel, een ruzie tussen twee Marokkanen van rond de 50 jaar. Het was een hele scheldtirade in het Arabisch met de nodige gesticulaties en gebaren. Kmoet zeggen dat er niet veel meer te merken was van de tandpijn van onze bulldog. Na een paar minuten kregen ze dan toch verstand en gingen ze dan toch op een vredevolle manier uit elkaar. De man zette zijn kar met ezel aan de kant zodat we door konden.
In het voorlaatste hotel waren alle gasten die ik moest oppikken reeds opgestapt. We stonden klaar om aan te zetten tot er plotseling een man naar buiten kwam gestormd met de melding dat hij ook mee moest met het vliegtuig. Hij had immers een transfer naar Agadir en was er 100 % zeker van dat hij dit via het vliegtuig zou doen. Normaal gezien gebeuren zo'n transfers altijd via de minibus, maar dat kon niet volgens meneer. Hij moest en zou meegaan met het vliegtuig.
Ik besloot om snel de mensen van ons bureau op te bellen, maar daar was nog niemand aanwezig. Daarna belde ik ons noodnummer, maar die was echter op weg met zijn brommer naar het bureau. Die kon mij dus ook niet helpen. Dan maar mijn collega's opgebeld die dit hotel moeten bedienen. Ook zij wisten van niets. Ondertussen had ik al een tiental minuten verloren en meneer moest nog zijn extra's betalen.
Ik probeerde hem duidelijk te maken dat de bus echt verder moest en aangezien hij niet op de lijst stond, dus ook niet met ons meekon naar de luchthaven. Dat hoorde meneer lik niet echt graag. Hij begon meteen te dreigen met dat hij jan en pier en paul kende en dat die hem verteld hadden dat hij met het vliegtuig zou gaan. Dit zou nog een staartje krijgen zei hij ... Een paar minuten later vertrokken we toch, en dit zonder onze vriendelijke man. Achteraf heb ik vernomen dat ik toch juist gehandeld heb. Transfers naar Agadir gebeuren nooit per vliegtuig, altijd met de minibus.
Uiteindelijk kwamen we met een tiental minuten vertraging toch aan in de luchthaven. Het was me de transferrit wel geweest...
Vorige week zondag heb ik kennis gemaakt met twee koppels uit Eernegem: Het ene koppel zat in een van mijn hotels, Golden Tulip. Ze waren niet helemaal tevreden doordat ze een circuit hadden gedaan en zij moesten plotseling het middageten betalen en andere mensen die hetzelfde circuit hadden gedaan, moesten dit niet doen. Ze hadden wel een all-inclusive formule, dus moesten ze in principe niets betalen. Ik beloofde om alles door te geven en blijkbaar werd alles snel opgelost. Ik zag hen terug en ze waren heel tevreden dat alles betaald werd en dat zij dus niets moesten achterdragen.
Het tweede koppel zag ik in het hotel Kenzi Semiramis. Dit is niet een van mijn hotels maar het is een Thomas Cook Village waar wij als reisleiders mogen gaan eten. Het was zondagavond en ik was op weg richting restaurant tot er plotseling iemand riep naar mij. De vrouw wou weten wanneer haar transfer naar Agadir zou plaats vinden. Ik hoorde aan haar tongval dat ze van West-Vlaanderen was. Wat bleek, ze was afkomstig uit Beerst, dus vlakbij waar ik woon. Na wat gepraat nodigde ze mij uit om bij haar familie plaats te nemen. Ze had een zeer sympathieke man (een echte West-Vlaamse werker) en twee schatten van kinderen.
Tijdens het avondeten mocht ik bij hen plaats nemen, en wat bleek, we hadden nog meer gemeen dan je zou denken. Blijkbaar heeft ze enkele jaren gewerkt aan een frietkraam aan de kust, meerbepaald in Nieuwpoort. En weet je wie de eigenaar was van dat frietkraam ... mijn buurman. Nadien dronken we nog een pintje en de avond was zo snel voorbij.
De volgende dag zag ik hen terug zitten tijdens het avondeten. Ze vroegen achteraf of ik niet terug bij hen kwam zitten. Zo geschiede en zo bleven we de hele avond praten. De man heeft een eigen tuinbouwbedrijf en aangezien ik ook nog een jaar in de boerenstiel gewekr heb, konden we gezellig praten over machines en zo die gebruikt werden. Op die manier ging de avond terug snel voorbij.
De laatste avond dat ze in Marrakech waren, zaten we opnieuw samen en praatten we over vanalles en nog wat. De bar sloot voor we het goed en wel beseften. Ik moet eerlijk zeggen dat het heerlijk was om weer eens met gewone, normale en nuchtere West-Vlamingen te spreken.
Vorige week ben ik een paar keer naar het plein Jemaa El Fna geweest. Toen ik op het plein paradeerde kwamen er verschillende mobyletjes op me af gereden. Ze hadden wel tien meter plaats naast me, maar toch moesten ze rakelings naast mij passeren, waardoor ze bijna op me zaten. Ik maakte lik wat van mijn voeten en enen motard keek achter hem. Dat had hij beter niet gedaan. Der passeerde echter net een fiets voor zijn brommer en pats boem erop. Fietser omver en mobylet op de grond. Gelukkig was er enkel wat blikschade en hadden de slachtoffers enkel wat schaafwonden.
Dat was echter nog niet alles. Toen ik van het plein kwam nam ik zoals gewoonlijk weer een taxi. Een vermoeide chauffeur nam me mee. We waren nog maar goed en wel vertrokken, of je kunt het al inbeelden. Meneer haperde met zijn spiegel aan een andere wagen. Het gekende schouwspel gebeurde weer. Twee Marokkanen die van hun voeten zitten te maken in het midden van de straat temidden van het drukke, hectische verkeer. Na een paar minuten was plotseling alles opelost. Beiden zetten hun weg voort, zonder ongevallenformulier of zonder dat de politie er bij kwam. Weer iets dat je in België niet voor mogelijk zou houden.
De dag erna was ik aan het wandelen en ik wou net de straat oversteken, toen er plotseling tegen een razende vaart een mobylet aankwam. Hij droei in, maar had blijkbaar aan de verkeerde fring getrokken. In ieder geval ie viel tegen een redelijke vaart vlak voor mijn voeten, met medepassagier en al. Meneer had niets van helm of andere beschermende kledij aan. Gelukkig hadden hij en zijn medepassagier niet veel. Ze konden hun weg direct weer verder zetten.
Het waren me de dagjes van de bijna ongelukken weer geweest...
Vandaag is ook een dag die ik niet snel zal vergeten. Het begon allemaal vrij rustig. Tijdens de voormiddag verliep alles rustig. Tijdens de namiddag had ik een soort van evaluatie van mijn werk hier in Marrakech. De evaluatie zelf was redelijk positief, waar ik persoonlijk heel blij om ben.
Tijdens het gesprek met mijn baas kreeg ik echter een telefoon op het SOS-nummer. Ik nam op en een van mijn klanten belde dat haar fototoestel gestolen was in het hotel. Ze wist niet goed wat doen. Ik besloot om er heen te gaan.
Ik kwam op tijd aan en de mevrouw stond mij op te wachten. Ze begon meteen met een hele redevoering over het feit dat het hotel totaal niet behulpzaam was en dat het toch niet kon zijn dat haar fototoestel op haar kamer gestolen was. Ík liet haar wat uitrazen en besloot om ook eens polshoogte te nemen bij de receptie. Daar waren ze inderdaad niet veel van zegs. Ze wilden gelukkig toch nog de weg uitleggen naar het dichts bijzijnde politiekantoor: Het was niet ver zei de receptionist ...
Het was toch nog verder gaan dan ik dacht. Na een kwartiertje wandelen kwamen we aan ter plaatse. Daar konden ze ons natuurlijk niet verder helpen. We werden doorverwezen naar een tweede plaats en daar weer hetzelfde liedje: we mochten een andere plaats opzoeken om een verklaring af te leggen. Ik had mij daar wel enigszins aan verwacht, ik heb ondertussen al wat ervaring met de administratie hier, maar de vrouw gelijk niet. Ze ging bijna uit haar dak en begon een scheldtirade tegen de agent in het Frans. Dat had ze natuurlijk beter niet gedaan. De agent reageerde met een hele tirade in het Arabisch en we werden letterlijk buiten gesmeten. Daar stonden we weer op straat en we konden onze weg verder zetten. Gelukkig was de vrouw weer bij haar verstand en was ze gekalmeerd. Khad niet graag nog zo`n scheldtirade meegemaakt.
Een tiental minuten later kwamen we aan in het derde kantoor. Dit was het juiste kantoor maar er was nog een zaak voor ons die eerst moest behandeld worden. Het eerste beeld dat we zagen toen we binnengingen was een oude man met bebloed gezicht die er maar wat beteuterd bijzat. In het kantoor zelf hoorden we een hele tirade in het arabisch tussen een hysterische man en een vrouw. Twee politiemannen hielden de orde in bedwang, althans dat probeerden ze toch ...
De oudere man was lik nieuwsgierig en besloot om een kijkje te nemen door het venster waar wij ook vlak bij stonden. De hysterische man zag dat en hij werd nog hysterischer. Hij spurtte naar buiten, naar de oudere man. Gelukkig waren de politiemannen alert en konden ze hem in bedwang houden. Met twee man zaten ze op hem, maar dat was nog niet voldoende. De man verweerde zich langs alle kanten en een politieman moest zijn greep wat lossen. Onze hysterischen had dat in de mot en begon nog meer te bewegen en te doen.
Wij stonden aan de zijkant met grote ogen toe te kijken wat er aan het gebeuren was tot er plotseling een van de politiemannen hijgend vroeg aan mij of ik effen kon meehelpen om de hysterische in bedwang te houden, op die manier kon hij versterking roepen. Ik wist lik niet goed wat gezegd en besloot om hen toch maar te helpen. Ik zette mijn knie op zijn rug en probeerde zijn beide handen in bedwang te houden. Maar dat was nog niet te simpel, de hysterische had enorm veel kracht. Het was echter maar een dik manneke van een meter 60, een korte gestuikte gelijk ze bij ons zeggen, maar hij had verdikke veel kracht. Ik voelde dat ik een paar maand niet veel meer gefitnesst had. Ik moest echt al mijn kracht aanspreken om hem te kunnen vasthouden. Gelukkig had de agent ondertussen al versterking kunnen roepen en konden we hem met drie man in bedwang houden.
Die versterking was er binnen vijf minuten (een recordtempo volgens Marokkaanse normen). Vier grote en sterke Marokkaanse mannen probeerden om de korte gestuikte mee te nemen. Maar ze hadden het verdikke niet gemakkelijk om hem in hun wagen te krijgen en zo weg te voeren.
Uiteindelijk is alles toch goed afgelopen en hebben we onze diefstalaangifte verkregen. Ik ben nu al twee maand in Marrakech en heb er al meer ervaringen met politiekantoren dan in heel mijn leven in Belgie. Ik denk dat ik het morgen wel zal voelen als mijn armen zullen stijf zijn. De korte gestuikte, een typ die ik niet snel zal vergeten ...