Toen ik die dag op school aankwam keek iedereen me bewonderend toe. Mijn oranje kleurtje is blijkbaar al weg. Wat erg voor al die bleke kinderen dat ze niet zon mooi bruin kleurtje hebben als ik, en dit in de herfst. Ik genoot wel van alle aandacht maar waarvan ik het meest genoot was het mooie uitzicht. Oswald was eindelijk terug. Ik probeerde zijn aandacht te krijgen door er verschillende keren langs te lopen en mijn zwoelste blikken naar hem toe te werpen. Niets mocht baten. In de rij ging ik subtiel naast hem staan om een reactie uit te lokken en hij draaide zijn rug naar me om. Deed hij dit nu express? Of wil hij echt niets meer met me te maken hebben? De dag liep zo traag voorbij en het enige wat ik vandaag in de les had geleerd is dat Oswald er nog steeds goed uitzag met al die plakkers op zijn wang. Wanneer eindelijk de bel ging wandelde ik naar de bushalte, mijn scooter was namelijk in de garage voor herstel. Plotseling hoorde ik iemand mijn naam roepen. In de verte zag ik iemand komen aanlopen, O mijn god! Oswald die achter me aan kwam rennen, hij ging me waarschijnlijk eens goed afranselen na wat ik hem had aangedaan dus zette ik het op een loopje. Hij bleef maar mijn naam roepen en plots greep hij me vast. Met mijn ogen vol tranen zei ik hem hoeveel het me spijt en dat het helemaal mijn bedoeling niet was om hem aan te rijden. Plots legde hij mijn vingers op mijn mond, hij nam mijn hoofd zachtjes vast en fluisterde in mijn oor, Wat sta je goed met je blonde lokken. Hij knipoogde naar me en stak een briefje in mijn jaszak Je mag het pas lezen als je op de bus zit. zei hij. Oswald ging de andere kant uit net toe mijn bus eraan kwam. Snel las ik het briefje dat hij weggefrommeld had in mijn zak. Er stond een adres op. Het was niet ver van waar ik woonde maar als ik me goed kon herinneren, staat hier een verlaten gebouw. 11 uur stond er onderaan nog bijgeschreven. Goed, hij wil duidelijk dat ik om elf uur naar een eng, verlaten, met spoken bezeten huis kom. Ik doe het alleen omdat ik Ozzie dan zie. Diezelfde avond schraapte ik al mijn moed bijeen waarna ik stiekem het huis uitsloop. Het huis waar Oswald me heen liet komen stond op instorten. Bijna trok ik de deurknop eraf toen ik de deur wilde opendoen. Binnen wachtte me een geweldige verrassing. Daar zat hij dan, omringd door theelichtjes in de vorm van een hartje. Hij had heel goed zijn best gedaan, hij had zelf een matras meegebracht. Hij nam me vast en legde me op de matras. Zachtjes begon hij me te masseren en voor ik het wist lag ik half naakt in een verlaten huis op een vunzige matras. Maar de lichtjes zorgde voor de nodige sfeer en zonder na te denken begon ik hem uit te kleden. Wat zou gebeuren, gebeurde en ik had de nacht van mijn leven.
Nu ga ik stoppen, ik heb nog heel wat slaap in te halen.