steentje voor steentje opgebouwd. Het muurtje om mij heen. Helemaal afgesloten. Helemaal alleen. Niemand komt dicht bij. Niemand doet me pijn. Het leven is zo hard dat ik alleen wil zijn
doe alsof alles o.k. is maar ben bang... ieder uur elke minuut die gevoelloze blik traan op mijn wang kon me niet bewegen keek hem niet aan van binnen schreeuwend ging er ruig aan toe dat moment totaal verdoofd tranen blijven stromen hart klopt in m'n keel ieder uur elke minuut ben ik bang...
Het is pikdonker en ik zie geen steek. Ik ben zo bang. Liefde is bij mij heel week. Want liefde voelt alleen maar meer aan als een drang!
Ik hunker naar vertouwen, ik snak naar een plekje onbegrensd. Ik smeek laat die leegte in mij weer opbouwen. Ik ween, want ik weet bij mij is dit alles niet meer gewenst.
Geef mij ruimte om die leegte te accepteren. Toch slaag je er nog in om ook dat te te kleineren. In die ruimte denk ik enkel aan wat je mij hebt aangedaan, al die talloze keren.
wat is gekrenkt en gekraakt, wat donker en zwart is gemaakt, zal altijd in mij schuilen, een ontrouw plekje in mij waar ik altijd om zal huilen...
Vertouwen is voor mij slechts een duistere kracht, Ik weet en voel dat ik dat ben afgepakt... K'heb nooit de kans gehad, het te ontdekken, te voelen,... Een leegte die bij mij onverwachts binnentrad
Al zes jaar lang, mij stil moeten houden, om te aanvaarden dat ik ben verkracht...
Kon ik die leegte maar bestrijden, kon ik maar weer leren liefhebben. Kon ik maar weer normaal liefde bedrijven.
Kon ik het je maar simpel uitleggen. Kon ik maar weer oprecht: ik hou van jou zeggen...
Waarom heb je dit gedaan, En kon je me niet laten gaan. Met die gevoelloze blik in je ogen, Terwijl mijn tranen bleven stromen.
Respectloos hoe je me behandelde, Alleen omdat je er zelf naar verlangde. Ik wilde gaan maar jij hield me vast, Je had mij volledig in je macht.
Je toonde geen enkel begrip toen ik zei: nee, Maar volgens jou viel het allemaal wel mee. Je kleedde me uit en begon me aan te raken, Ik had geen mogelijkheid om me zelf los te maken.
Ik kon geen woord meer uitbrengen, Door de angst was ik helmaal verstijfd. Ik voelde me vies en verpest, En jij vond het allemaal maar best.
Een herinnering van verdriet en pijn, Is een herinnering die mijn hele leven nog bij me zal zijn. Je hebt mijn zelfvertrouwen aangetast, En ik ben niet meer hoe ik vroeger was.
Ik moest van jou hierover zwijgen, Anders zou je ook mijn vriendinnen krijgen. Ik zal het je nooit vergeven, Maar ik moet toch verder leven.
waarom ik? waarom moest mij dit overkomen? ik heb er niet voor gekozen, een vreemde heeft mij dit aangedaan, omdat ik de achterdeur open liet staan, omdat het die dag warm was, hij drong mijn huis binnen , ik kan me nu niet meer in dat huis vinden, ben bang, het is nu 3maanden geleden, hoe hier mee omte gaan, het blijft moeilijk
Ik ben op zoek naar mijn oude vertrouwde ik. Want ik ben ik niet meer ben mezelf kwijt geraakt en weet niet meer waar ik nog zoeken moet.
Ik vlucht steeds weer naar het verleden en kijk niet naar het heden er zijn van die momenten dat ik me zo moedeloos voel en zoek ik om me heen. Waar is toch mijn oude vertrouwde ik heen?
Ik wil graag weer mijn vertrouwde ik die altijd vrolijk is terug vinden maar waar moet ik zoeken ben je kwijtgeraakt en weet niet meer wie ik nu ben.
Want deze ik is de hele dag verward, verdrietig en ziet de mooie dingen niet Ik wil terug mijn oude vertrouwde ik die altijd vrolijk is.
Wie kan me zeggen waar ik haar kan vinden? Ik zoek en zoek maar vind haar niet ik hoop je terug te vinden die vrolijke,spontane lieve ik.
Want de ik die ik nu ben denkt alleen maar aan verdriet en pijn en ziet geen zonneschijn. En dat is echt niet meer fijn.
Indien je mijn oude vertrouwde ik zou vinden stuur ze dan weer naar mij want ik heb ze nodig om terug te kunnen lachen te leven en al mijn liefde te kunnen geven in dit leven.
Sporen van verdriet dat men aan de buitenkant niet ziet. Een mooie bloem die werd vertrappeld en vernederd in het opkomen van haar bestaan.
Maar door de sporen in haar jonge bestaan vecht om te overleven om al haar pracht en schoonheid te tonen aan het leven.
Maar haar binnenkant huilt van verdriet dat men haar heeft, aangedaan,die sporen zullen eeuwig blijven bestaan.
Al begint ze nu stilaan open te bloeien de zonnestralen die haar gelaat al eens mogen aaien.
Zodat ze haar hoofdje al eens kan draaien en weer stilletjes aan kan open bloeien om toch dat plaatsje te mogen vinden in haar bestaan.
Al hangt er nog mist en regen om haar heen. Eens zal ze helemaal open bloeien en dan kun je genieten van al haar schoonheid en pracht die ze al die jaren verborgen hield.Door de sporen uit haar pril bestaan.
Als kind speelde we vaak een spelletje. Liefst verstoppertje zodat ons niemand kon zien.
Ik had zoveel dromen dat het later als ik groot was heel anders zou zijn. Later zou er geen pijn zijn.
En nu zoveel jaren later speel ik nog steeds verstoppertje. Maar op een andere manier dan toen. Een diploma heb ik gehaald in zwijgen, verdringen en intense zelfhaat om het spelletje wat we toen speelden.
Nu zoveel jaren later ben ik nog steeds niet die ik wilde zijn. Ik ben nooit die kunnen worden wat ik zo graag wilde zijn. Een meid die vol vertrouwen door het leven gaat en haar mannetje wel kan staan als het haar een keer niet gaat.
Nee als ik mezelf in de spiegel bekijk dan vraag ik mij af wie is die meid die mij bekijkt. De haat die ik voel en de pijn die door mijn lijf heen snijd.
Door de leugens die ik mezelf altijd heb wijsgemaakt dat ik dat spelletje wat we toen speelden wel een keer zou kunnen vergeten. Maar nu zoveel jaren later kom ik erachter dat verstoppertje spelen niet meer kan, je bent gezien. En nu! Nu voel ik me zo ontzettend klein.
Ik heb je jaren en jaren genegeerd. Alleen dan kon ik met je leven. Jaren heb ik je verstoken omdat ik je niet voelen wou. Jaren heb ik gedacht dat ik je voorgoed kwijt was.
Maar nu! Nu beheers je mijn bestaan. En dit neemt ontzettend veel kracht bij me vandaan. Toch ik zal je nu moeten tolereren in het heden.
Ik heb je steeds bewust ontweken niet naar je terug gekeken. Toch bleef je steeds met me meelopen. Als ik de moed eens liet zakken. Was jij degene die me als eerste weer vastpakte. Maar steeds heb ik je omhelzing genegeerd.
Maar nu zoveel jaren later zie ik al die beelden uit het verleden. Over hetgeen mij als kind werd aangedaan. Zal ik je ooit kunnen laten vergaan uit mijn bestaan? Ik zoek in het heden naar een weg die ik zonder jou kan gaan.
Ik weet je zult me met momenten laten vallen. Maar ik zal terug opstaan Mijn oude muren sloop ik steen voor steen. Zodat ik jou eindelijk achter mijn muur kan uitlaten. Waar ik je al die jaren heb gedwongen
om te blijven.
Nu wil ik je weg uit mijn leven. Daar ik eindelijk wil kunnen zeggen. Ik kan leven met mijn verleden. Ik heb het eindelijk een plaats kunnen geven in mijn leven.
Ik heb niet geleerd om te leven met het geen me werd aangedaan in mijn jong bestaan. Maar ik zoek nu wel een weg die me leert hoe ik er mee moet omgaan. Zodat ik er mee kan leven in het heden. De afstand tussen toen en nu doen me leven in het heden. Toch heeft het verleden me niet geleerd dat wat er nu gebeurd om wat verkeerd was en niet mocht gebeuren. Het op latere leeftijd nog eens zou terug komen in enge dromen. Hoe het toen allemaal is gelopen. Nu word die deur naar het verleden ineens opengetrokken. Door het verdriet dat het heden me liet. En zo loop ik nu door toen en nu. Ik zou zo graag die deur van het verleden willen sluiten. Zodat het er nooit meer uit kan kruipen. Maar het gevecht dat ik er alleen tegen moet vechten maken het me zo moeilijk dat met momenten gewoonweg de moed opgeef. Het verleden heeft met niet geleerd hoe ik vechten moet in het leven om er mee te leven.
Al van kinds af aan draag ik mijn masker heel spontaan. Om sterk,groot,lief en vrolijk te zijn. Mijn innerlijke goed verstopt en deurtje op slot. Om het te verdringen als het weer aanklopt.
Maar na al die jaren begint mijn masker me te bezwaren en wil ik mijn deurtje langzaam open doen. Maar dan moet ik wel gaan praten over de verdrongen kinderjaren de pijn het verdriet wat niemand ooit ziet.
Ik ben nu niet zo groot en sterk meer dan voorheen het doet pijn en dat vind ik niet meer fijn. Ik wil het uitschreeuwen en weer leven jaren leven met je verleden kan iemand dat begrijpen?
Nooit jezelf te kunnen/mogen zijn maar wat als ik ga praten? Kan ik dan na al die jaren mijn masker eindelijk achter laten?