Het is herfst, het is woensdag en het is bijna herfstvakantie. Een werkvakantie zoals ze dat op onze school noemen. Ik hoop dat de leraren dat niet al te letterlijk nemen en dat ze het enkel zeggen om ons bang te maken. Ik heb namelijk totaal geen zin om te werken in de vakantie. Ik doe dat nooit, en dat zou ik liefst zo houden. De herfstvakantie, de perfecte kans om af te spreken met Jasper. Nee, toch niet, zo ver zijn we nog niet in onze 'relatie'. Feitelijk praat ik nog steeds niet tegen hem. Telkens als ik iets tegen hem wil zeggen, dan vraag ik me af of het niet te belachelijk zal klinken. Ik wil namelijk niet dat mijn medeleerlingen maar één reden hebben om me opnieuw uit te lachen. Sinds mijn opkomst in de turnles een paar weken geleden hebben ze namelijk niet meer met mij gelachen. Ze hebben er een ander slachtoffer uitgekozen, iemand uit het 'zielige' groepje, waartoe ik vroeger ook behoorde. Ja, ik zeg vroeger, ik heb mezelf ontslaan uit die groep. Ik hoor dan wel bij geen enkele groep meer, maar dat vind ik niet erg aangezien ik door niemand nog een sukkel genoemd wordt. Zelfs Sophie, de grootst bitch van de school, kan haar bedwingen, wat ik eerlijk gezegd niet van haar verwacht.
Ik spring dan maar eens op mijn fiets, mijn haren waaien in de wind. Ik heb een witte speld in mijn haar, die ik vroeger niet wou dragen aangezien ze zo opvalt met mijn rode haren. Nu trek ik me er niets meer van aan, ik vind het mooi, en dat is het belangrijkste.
Lotte, de beste vriendin van Sophie, komt me op school persoonlijk zeggen dat die speld me prachtig staat. Geloof het of niet, mijn dag is helemaal goed door dat ene complimentje. Moest het complimentje van Jasper geweest zijn zou ik echter zweven. Misschien zou ik zelfs flauwvallen, ik besef dat hij mij maar beter geen complimentjes kan geven, nu toch nog niet.
De leraren beginnen ons vakantiewerk te geven. Ik zie in dat ik deze vakantie niet onder het werk kan uitkomen. Iedereen zucht, behalve de strevers, die die kikken op leren en werken, onder ons.
De rest van de week verloopt normaal, tot vrijdagavond de bel gaat. Jasper komt op me afgestapt. Ik kijk achter me, misschien staat er daar wel iemand waartegen hij iets wil zeggen. Er staat niemand.
"Ga je mee iets drinken om het begin van de vakantie te vieren", vraagt hij mij.
Ik weet niet direct iets uit te brengen, aangezien ik zo onder de indruk ben dat hij het aan mij, enkel aan mij vraagt. Zou hij het al aan iemand anders gevraagd hebben?
"Wie gaat er allemaal?" vraag ik hem.
"Dat weet ik niet, ik heb het enkel nog aan jou gevraagd. Ik wil je graag beter leren kennen!" vertelde hij me.
Ik begin te blozen, hij lacht naar me. Ik besluit mee te gaan.
"Eerst mijn moeder eens bellen, ik ga normaal nooit weg, dus ik zou haar best verwittigen", zeg ik hem met een lach op mijn gezicht.
(...)
"En?", vraagt hij me met een tikkeltje hoop in zijn stem.
Ik denk toch die hoop te kunnen onderscheiden.
"Ik mag , ik mag, ik mag!!" Ik maak een vreugdedansje en samen schieten we in de lach.
Het is zondagmorgen. Ik droomde weer over die jongen, van wie ik de naam nog steeds niet ken. Het is een regelrechte schande.
Morgen stap ik ernaartoe, doe ik het niet dan word ik dik. Voila, als dat geen goed dreigement is, dan weet ik het ook niet meer.
Bijna vergeten, we hebben sport vandaag. Goed dat mijn 'lieve zusje' het me helpt herinneren. Oke, soms is mijn zus, Lies, wel behulpzaam, maar je hoort het al aankomen. Enkel als ze er zelf voordeel bij heeft helpt ze je, in haar manier van helpen. Deze keer heeft ze mijn sportkleren uit de wasmachine gehaald, waardoor ik nu met vuile kleren naar school moet. Ik kan natuurlijk ook haar sportkleren nemen, laat ik dat doen. Jammer, zoals verwacht zijn ze nergens te bespeuren. Lies heeft haar te goed voorbereid! Aan mijn ouders heb ik ook geen steun aangezien die ons gediscussieer al meer dan moe zijn en aangezien ze Liesje hun lievelingsdochter is. Wanneer ik hen daarover aanspreek beginnen ze met hun voorbereide tekstje: wij zien jullie allebei even graag, het kan zijn dat je dat op momenten niet ziet, maar soms vind Lies dan weer dat ik jou voortrek. Je kan je niet inbeelden hoe moeilijk het is voor een ouder om twee dochters identiek hetzelfde te behandelen. Jullie hebben dan ook een ander karakter.
Ik vertrek dan maar naar school met een felrood sportbroekje dat ik vond in de kast van lies, en een blauw t-shirt met groene strepen. Ik besef dat er weer met me gelachen gaat worden, aangezien ik er nu uit zal zien als een kleurboek. Maarja, beter dat dan niets, ik zou niet in mijn alledaagse kleren willen sporten en de rest van de dag stinken naar het zweet. Dan zouden ze me otter kunnen noemen. Dat zou wel een verandering zijn, maar eerder in de negatieve zin als je het mij vraagt.
Ik kom toe op school. Mijn haar is weer verwaaid, maar daar wil ik het nu niet over hebben. Ik wil het hebben over hem. Ik zie hem bij de fietsenstalling staan.
"hallo", zeg ik.
Hij kijkt me aan, lacht eens en doet zijn mond open. Iemand roept hem. Hij sluit zijn mond lacht nog eens vriendelijk en loopt ervandoor.
Ik zie de jongens praten tegen elkaar, en eentje ervan wijst naar mij, waarna hun blikken mijn kant uit kijken.
Ik denk dat ik rood word, zo voelt het toch aan. Ik draai mijn hoofd en loop de gang binnen.
De sportles begint. Ik kleed me zo snel mogelijk aan om de leraar te verwittigen dat mijn turngerief nog niet gewassen is, en dat dit het enige is wat ik gevonden heb. Hij neemt het me niet kwalijk. Mijn medeleerlingen nemen me het natuurlijk ook niet kwalijk, voor hen is dit manier om hun lachspieren te kunnen trainen. Ik schaam me, en word rood. Ze beginnen me tomaat te noemen. Wanneer iedereen gekalmeerd is, kijk ik voorzichtig in het rond. Ik merk dat ik word aangekeken, door hem, hij kijkt me bezorgd aan. Wanneer onze blikken elkaar kruisen werpt hij me een lachje toe, ik lach spontaan terug. Ik ben nog niet gewoon om met de aandacht om te gaan. Vandaag staat hockey op het spel. De twee sterkste jongens van de klas mogen de groepen kiezen. Een van hen is die jongen, die jongen waar mijn ogen vaak naartoe flitsen. Ik heb het al beter in de hand. Ik gaap hem niet meer zo vaak aan, maar na die lach van daarjuist is het heel moeilijk om mijn blik van hem af te houden.
Ze kiezen beiden een jongen. Nu zijn ze verplicht een meisje te kiezen. Niet dat ik denk dat ik gekozen zal worden, toch luister ik heel aandachtig wanneer hij een naam mag zeggen. Hij lijkt even te twijfelen.
"Charlotte", galmt het door de zaal.
Ik kan mijn oren niet geloven, ik kijk in het rond. Iedereen kijkt me verbaasd aan, het is de eerste keer dat ik niet als laatste word gekozen. Ik word dan nog gekozen door hem, als eerste meisje. Mijn dag kan niet meer stuk. De meisjes uit mijn klas kijken me vernietigend aan, volgens mij zijn ze stikjaloers. De sportles verloopt als een trein, er wordt niets meer gezegd over mijn kleren, en ik voel me zo goed. Juist wanneer ik de moed had om hém iets te zeggen, roept de leraar dat we ons moeten gaan omkleden.
Eenmaal in de gezamelijke kleedkamer komt Sophie naar me toe. Sophie is het populairste meisje van het derde middelbaar. Ik weet niet wat ze wil, maar ze komt niet voor niets, dat zie ik in haar ogen.
"Hoi," zegt ze, "kom jij goed overeen met Jasper?"
Even ben ik sprakeloos, nu pas dringt het tot me door dat Jasper de jongen is waar ik verzot op ben.
"Nee", antwoord ik.
"Waarom koos hij jou dan als eerste meisje, en niet mij, zoals alle anderen normaal gezien doen?"
"Wel, je geeft zelf het antwoord. Je zegt normaal gezien kiezen ze jou, wel, deze keer niet. Is dat dan zo een ramp voor jou imago?"
"Sla geen zo een toon tegen me aan!" Schreeuwt Sophie tegen me.
Iedereen begint ons gesprek te volgen. Daar hou ik wel van, nu kan ik eens zeggen waar het op staat.
"Ik zeg niets verkeerd, ik vraag je gewoon iets. Wat kan mij het nu schelen dat jij niet als eerste gekozen word."
"Het kan jou misschien niets schelen, maar mij wel, dus wil je Jasper zeggen dat hij de volgende keer mij als eerste moet kiezen!"
"Zal ik zeker doen," zei ik op een vriendelijke toon, "had je gedacht, niet dus."
"Oh, jij bent zo een hatelijk wicht!" wierp ze me met een boze toon in haar stem toe.
Ik trok het me niets aan.
"Jij bent helemaal nep, het kan je enkel iets schelen hoe populair je bent, al de rest is bijzaak. Als het moet laat je zelfs je beste vrienden vallen om andere, vrienden die nog populairder zijn aan te kunnen nemen. Dat is gewoon belachelijk en zielig! Ik weet dat je het niet zal inzien, en dat je geen belang hecht aan wat ik je zeg, maar ik hoop gewoon dat jou vriendinnen die aan het meeluisteren zijn inzien dat ze veel beter verdienen!"
Met deze woorden verlaat ik de kleedruimte. Ik ben echt trots op mezelf. Nog nooit heb ik durven zeggen wat ik voel en wat ik ervan vind. Deze keer is het me gelukt, na al die jaren van uitgelachen worden door Sophie, heb ik, juist ik, haar de les gespeld.
Met een lach op mijn gezicht kwam ik die middag thuis. Mijn ouders keken me verbaasd, maar met fonkelende ogen aan. Zo gelukkig hebben ze me lange tijd niet meer gezien. Ze kijken me na wanneer ik naar mij kamer stap. Ik zal maar eens beginnen aan mijn huiswerk.
"Hé, Charlotte, we gaan eten." Komt mijn moeder me zeggen.
Nu pas merk ik dat ik in slaap was gevallen. Wanneer ik naar mijn schrift van wiskunde kijk zie ik - ♥ JASPER - staan, het is geschreven met rode stift. Ik bedenk me dat ik na het eten beter mijn wiskunde nog eens zou nakijken. Rap pak ik mijn tipex en wis zijn naam uit. Enkel het hartje laat ik staan, telkens als ik het zie, zal ik aan hem denken.
"Hé, jij zit bij mij in klas, waarom heb ik nooit eerder opgemerkt hoe mooi je bent?", zei de jongen.
Ik lach verlegen naar hem.
"En je lacht verlegen, maar toch zo perfect en zo schattig!"
Ik kijk in zijn ogen, hij in de mijne, we stappen naar elkaar toe en -
Hé, opstaaaaaaaaaaaaaan! BANG! Ik val uit bed.
Met een grote buil en een blauwe elleboog verschijn ik op school, het is niet om aan te zien. De mensen gapen me aan en beginnen spontaan te lachen, ik merk dat ik mijn haar vergeten te kammen bent. Ik ben net een wandelende struik. Ook de mysterieuze jongen lacht naar me. Hij lacht me niet echt uit, hij lacht bezorgd, maar dat beeld ik me waarschijnlijk enkel in. Ik herinner me mijn droom van die nacht. Ik droomde over hem, nu pas besef ik dat ik eigenlijk bijna niets over hem weet. Ik luisterde wel naar zijn voorstelling in klas, maar toch weet ik zijn naam niet meer. Alleen dat ene detail is me bijgebleven, hij speelt strandvolleybal! Ik verdrijf mijn gedachten en concentreer me op het echte probleem, met name mijn haar. Ik vind het niet meer zo erg dat ze me uitlachen, ik ben het al gewoon. In elke school is het hetzelfde liedje. Enkel de 'zielige' mensen uit mijn school, als ik ze zo mag noemen, willen met mij praten. De mensen uit mijn klas worden dit jaar blijkbaar weer afgeschrikt door mijn vuurrood haar, ik zou er iets aan moeten doen. De vraag is enkel wat ik eraan kan doen. Stiekem vind ik mijn haar wel nog iets hebben en ik hoop dat ooit iemand zal inzien dat mijn karakter niet word bepaald door mijn haarkleur. Ik hoop dat deze dag zo snel mogelijk voorbij is.
De volgende dagen verlopen als normaal. Langzaam aan worden er groepjes gevormd, en zoals verwacht hoor ik nergens thuis. De dagen tikken langzaam weg. We zijn al een halve maand ver, nog negen en een half te gaan en het is weer zomervakantie. Nu pas besef ik dat ik in dat stuk van de maand geen woord tegen DIE JONGEN heb gezegd, en dat ik zijn naam nog steeds niet weet. Hoe kan dat nu? Hij moet soms toch ook antwoorden in klas, dan wordt hij toch aangesproken met zijn naam? Ik zit gewoon altijd te dromen, de school heeft zelf mijn ouders al opgebeld. Ik moet veranderen, en dringend, voordat ik moet zakken van richting en veranderen van school. Dat zou de grootste ramp uit mijn leven zijn, dan zou ik waarschijnlijk nooit contact met hem hebben. Niet dat ik nu contact met hem heb, maar wat niet is kan nog komen. Dit is misschien net ietsje te positief uitgedrukt...
LONDEN - Een beeldhouwwerk van de Zwitserse kunstenaar Alberto Giacometti (1901-1966) heeft woensdag op een veiling in Londen 65 miljoen pond (ruim 74 miljoen euro) opgebracht. Volgens het veilinghuis Sotheby's gaat het om een recordbedrag voor een kunstwerk op een veiling.
Het was twintig augustus, nog ongeveer tien dagen en de vakantie was voorbij. Daar dacht ik op dat moment niet aan. Ik kon alleen aan hem denken, de mysterieuze jongen uit het zwembad. Met zijn goudbruine huid en sterke spieren was hij zo perfect. Waarom had ik de moed niet om hem aan te spreken, terwijl mijn zusje daar helemaal geen moeite mee had. Soms wou ik dat ik haar was, soms, misschien wel wat meer dan soms. Zij heeft glanzend blond haar, en ik, ik heb rood haar, vuurrood. Jammer genoeg is ze nogal een sletje, het is grof gezegd, maar het is wel degelijk zo. De kans bestaat dat deze jongen ook een prooi voor haar word, maar ik hoop van niet. Ik beeld me in dat we samen huppelen op het strand, maar de gedachte verdwijnt algauw als de jongen weggaat. Ik zag hem niet meer terug, en mijn zusje gelukkig ook niet!
- Tot op vandaag. Het is één september. Ik verschiet me een bult. Daar zie ik hem staan, die jongen uit het zwembad, hij zit bij mij op school. Wat is het op zo een moment fijn om te moeten veranderen van school. Wat ben ik blij dat mijn zus jonger is, en dus niet bij mij op school zit. Nu kan ik mijn kans wagen, als ik dat durf tenminste... Oke, ik stap op hem af, nee, toch niet, ik wacht tot hij iets zegt tegen mij. We stappen de klas binnen, en moeten onszelf voorstellen. Ooooooh, hij doet aan strandvolleybal. Wat is hij sexy! Hij lacht naar me, zou hij het misschien merken dat ik hem aankijk? Of ben ik hem aan het aangapen? Oh nee, ik merk op dat mijn mond openstaat. Wat ben ik een sukkel, opnieuw hoop ik om de charmes van mijn zusje te hebben, hoe zij iedereen rond haar vinger draait... Maar ik moet blijven wie ik echt ben, ik mag mezelf niet veranderen. Wat voor relatie zou ik dan hebben, als die er ooit zou komen, waarschijnlijk niet. -
Die avond droomde ik van hem, vanaf dat moment wist ik dat ik voor het eerst verliefd was geworden. Maar ik besefte tegelijkertijd dat hij veel te hoog gegrepen was voor mij...
Ik ben Lien & Fien, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Lien & Fien.
Ik ben een vrouw en woon in - (-) en mijn beroep is student.
Ik ben geboren op 16/01/1994 en ben nu dus 31 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: muziek & kunst.
Over ons...
Wij zijn nichten en tevens beste vriendinnen.
Mededelingen in het gastenboek :-) Groetjes!