Ik ben Libens Jos
Ik ben een man en woon in Gingelom (België) en mijn beroep is Transition manager.
Ik ben geboren op 01/04/1955 en ben nu dus 70 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: kweek van kanaries in diverse kleuren.
Jos Libens en de Wereld der Zebravinken en Kleurkanaries
Mijn beleving van de hobby
25-10-2019
Installatie Hotlink Fix
Het kan zijn dat de foto's op mijn blog onduidelijk geworden zijn. Photobucket heeft de laatste tijd raar gedaan, maar momenteel kunnen de foto's terug mooi gezien worden door de installatie van een hotlink fix. Ik heb het geļnstalleerd en het werkt prima.
Kweekjaar oktober 2016 - juni 2017: voorbereiding eerste kweekjaar met kleurkanaries
Als je kweekruimte ondergebracht is in een ondergrondse
ruimte (kelder), zoals bij mij het geval, dan heb je kunstlicht nodig. Dat is
zo klaar als pompwater denk ik. Maar kunstlicht en kunstlicht is niet
hetzelfde. Als je naar de doe-het-zelf gaat dan heb je cool white en warm white
tl-lampen, de cool geeft wit licht en de warm een licht geel getint licht. Ga je
naar een gespecialiseerde zaak dan bieden ze je meer types van tl-lampen aan
dan er merken van autos zijn. De ideale tl-lamp is de lamp die het natuurlijk
licht zo goed mogelijk nabootst, met de nadruk op nabootst want ze zal nooit
het natuurlijk licht kunnen benaderen. Dus iedere kweker probeert zich lampen
aan te schaffen die ook wel in aquaria gebruikt worden. Ze zijn duurder maar ze
zorgen dat de vogels zich beter voelen en wij als kwekers gaan ons ook beter voelen.
Buiten het type lamp hebben we ook nog de lichtduur. Hoeveel
uren hebben vogels nodig om te functioneren? En daarvoor moeten we naar de natuur
en vooral naar het juiste werelddeel want zebravinken komen uit Australië en
kanaries uit Europa. In onze Europese streken beginnen de vogels nesten te
maken zodra het aantal uren licht boven de 13 uren komt. Die broeddrift wordt
namelijk gestimuleerd door hormonen die afgescheiden worden uit de hypofyse,
dat is een hersenaanhangsel. In onze streken worden de dagen maximaal 16-17 uur
lang. Zo een hoog aantal uren mag je niet geven aan je vogels. Wij houden het
op 15 uren.
En nu bestaat de kunst erin om je vogels; binnen een tijdsspanne
van een zestal weken, over te schakelen naar die 15 uren licht zodat ze in
kweekstemming raken. En dat kan op
meerdere manieren. In mijn geval was dat niet zo eenvoudig. Ik had zebravinken,
die een ganse jaar op 14 uren licht zaten en in broeddrift raken door o.a. een
verhoogde vochtigheidsgraad, en kanaries die ik naar 15 uren licht moest brengen.
Ik heb voor de voor mij meest logische (lees makkelijkste) manier gekozen en onmiddellijk de schakelklok
op 15 uur gebracht en gedacht van binnen zes weken zullen de kanaries wel
klaar zijn. En wonder boven wonder het werkte. Dus je kan je kanaries in broedstemming brengen door van vandaag op mogen
de lichtduur te verhogen naar 15 uren en gewoon een zestal weken afwachten.
Maar je kan ook met een elektronische schakelklok werken met ingebouwde lichtdimmer en die bootst de natuur wel voor jou na. De schakelklok verlengt iedere dag de
lichtduur met het aantal minuten dat jij wil, dat doen ze op de tl-lampen. En daarnaast
zijn er nog wat gloeilampen aangesloten die ervoor zorgen dat s avonds het
licht van 100% naar 5% gaat en s morgens andersom. En de vogels kennen dat
zeer vlug en van zodra de gloeilampen aangaan houden ze op met actief te zijn
en zoeken ze hun slaapplaats op. Gedurende de nacht laat ik de gloeilampen op
5% branden. Dit heb ik meer dan 40 jaar geleden geleerd, toen hadden we een zeer
actief vliegveld (Saffraenberg) in de buurt en er waren veel nachtvluchten en
veel lawaai. En dat joeg de nerveuze zebravinken al eens van hun nest, met de gloeilampen
vonden ze hun nestjes snel terug en konden hun eitjes of jongen terug warm
houden.
Nu terug naar het kweekjaar 2017. Met mijn hand op het
hart kan ik zeggen dat ik heel tevreden mag zijn van mijn eerste jaar. Ik moet
eerlijk toegeven dat verscheidene topkwekers mij vooreerst zeer goed materiaal
verschaft hebben en ten tweede me steeds met raad en daad bijgestaan hebben. Dus
een dikke Dank U wel aan deze personen.
De kleuren waarop ik me eerst gefocust had waren de
zwart rood mozaïek en de zwart grijsvleugel mozaïek. En in beide kleuren heb ik
in 2017 zeer goede vogels gekweekt die me op 2 speciaalclubshows (Brabant en Limburg) in totaal 15 kampioenen opgeleverd hebben. Dus eigenlijk
beter kon het niet. De agaat geel pastellen gaven me veel jongen maar
vooral in de richting kweekvogel en minder in de richting showvogel. Daarnaast had
ik ook goede kweekresultaten met zwart opaal rood mozaïek, zwart pastel rood mozaïek
en zwart onyx rood mozaïek.
In een volgende bijdrage bespreek ik de kleuren meer
in detail en nog iets om te onthouden:
Goede vogels moet men je gunnen, je kan niemand forceren om jou goede vogels te verkopen.
Dit is in een notedop een beschrijving van vijf jaar kweek van eumo grijze zebravinken..... En eigenlijk was de titel "Resultaat van een uit de hand gelopen weddenschap. Wat er aan vooraf ging was een discussie op ons forum over eumo al dan niet gecombineerd met blackface om mooie eumo's te verkrijgen. Ik vond dat standpunt verkeerd en toen kreeg ik het anwoord: Jij kan het wel goed uitleggen maar wanneer laat jij eens goede eumo's zien. Dit was het vlammetje dat de lont in vuur stak. Dat was midden 2008 en het ging zoals hier geschreven....Begin oktober 2008 kon ik twee
eumo grijze mannetjes via ruil bekomen van Jan Vos uit Riemst. Om de jongen nog
niet kleiner te kweken ging ik op zoek naar onverwant splitmateriaal. Dat vond
ik in Nederland maar het formaat-model was bedroevend. En de gekweekte jongen
waren in hetzelfde bedje ziek, dus alles van splitmateriaal werd opgeruimd. Op
7 oktober 2008 schreef ik dat ik deze twee mannetjes aan grijze poppen gepaard
had. Bij de eerste jongen waren er exemplaren die zwart in de teugelzone hadden
zodat we eerst dachten dat we blackfaces hadden, maar dat zwart ging tijdens de
rui weg. Oef een geruststelling want ik vreesde dat onze eumos eigenlijk eumo
Blackface grijzen waren. Begin 2009 werden de eerste jonge grijze split eumo
poppen gepaard aan de oude mannetjes. In het begin had ik problemen om in het
nest eumos te herkennen. Pasgeboren eumos zijn zeer goed te herkennen in het
nest. Reeds na een viertal dagen zie je een zwarte band aan weerszijden van het
lichaam. Deze twee zwarte banden zie je niet bij de split eumos en zeker niet
bij de gewone zebravinken.
VIJF
JAAR VERDER
Voor kweekjaar 2013 hadden we
weer twee koppeltjes uitgeselecteerd. Twee eumo grijze mannen werden tegen een bleekrug
grijs split eumo pop gezet en een masker grijze split eumo pop. De eerste pop
gaf kleine eitjes en de jongen waren niet wat we ervan verwachtten. Van de
masker grijze split eumo pop kregen we grote eieren maar ze voederde niet.
Tijdens de tweede ronde checkten we eerst of ze voederde, maar dat deed ze niet
zodat de jongen toevertrouwd werden aan pleegouders. Dat vond deze pop zo leuk
dat ze ons nog vier legsels bezorgde en alles ging onder de pleegouders.
En het gezegde: de domste boeren hebben de dikste patatten
was op ons weer van toepassing want we kweekten meer eumo grijzen dan split
eumos. En dat was goed voor de show in Lummen. Op de Tafelkeuring van augustus
2013 speelde een eumo grijze pop zelfs tweede Beste vogel van de show.
En dan kwam Lummen 2013 en de
verwachtingen waren zowel hoog als laag. Die mooie pop van de Tafelkeuring
plukte zich mooi de flanken weg zodat ze niet inzetbaar was. Uiteindelijk schreven
we alle zes mannetjes en vier resterende popjes in voor Lummen 2013. En het
resultaat oversteeg onze verwachtingen. Goud 91 met man eumo grijs in A35; Goud
91 met pop Eumo grijs A36; Goud 92-92 met stel eumo grijze poppen en Goud
89-92-89-90 met stam Eumo grijze mannen. Wat voor mij persoonlijk de eer nog groter maakt is dat deze
10 eumo grijze zebravinken gekeurd werden door drie verschillende groepen van
keurmeesters.
Voor 2014 zitten alle eumo grijzen in de kweek. Ofwel
zitten ze tegen split eumos ofwel tegen struise grijze of bleekrug grijze
partners om struise splitvogels te kweken. Het doel is om enerzijds de eumo
grijs in hetzelfde of beter gezegd in een nog beter model en formaat te kweken als
in 2013; en anderzijds om onze eerste eumo bleekrug grijze en eumo masker grijze
te kweken en liefst in een mooi formaat en model en natuurlijk met de eisen die
de standaard ons oplegt.
Inkweek van andere recessieve mutaties staat ook niet op
onze agenda. Eerst eumos kweken volgens de standaard in de klassieke kleuren
en daarna zien we wel.
Verder is er de betrachting het Silky-effect uit onze
eumos te selecteren. Dat zal wel via een crossing-over moeten gebeuren maar
hoop doet leven. We houden jullie op de hoogte van onze vorderingen.
EIVOER / KRACHTVOER: wat het verschil is
tussen beiden weten we zelf niet echt goed. Meestal spreekt men over eivoer in
de kweekperiode en over krachtvoer in de rust- en ruiperiode, op onze site spraken
we alleen maar over eivoer en dit wordt het ganse jaar verstrekt. Ook grote commerciële
eivoerproducenten zoals Orlux, Witte Molen en Cédé spreken alleen over eivoer.
De term krachtvoer wordt door hen niet gebruikt.
Wat wel een zekerheid is, is dat een goede zaadmengeling niet volstaat om
volwaardige vogels op de show te brengen. Een goed eiwitrijk eivoer zal daarom
als aanvulling moeten gegeven worden. Het eivoer zal moeten aanvullen waar de
zaadmengeling tekort schiet op gebied van eiwitten, vitamines en mineralen. De
meest eenvoudige weg is het aankopen van een commercieel eivoer.
Normaalgezien zit in de gekende merken vrijwel alles wat een vogel nodig
heeft, alleen is er een probleem en dat is dat zebravinken of kanaries andere
smaken op prijs stellen dan parkieten en wildzang. Vele vogels doe je
een plezier met het toevoegen van honing; zebravinken evenwel niet. Dit
smaakprobleem zorgt ervoor dat aardig wat kwekers zich de haren uit het hoofd
zouden trekken, omdat hun vogels geen eivoer opnemen. Daarom zullen we hier
onze bereidingswijze bespreken. Het is gemaakt op basis van enkele ervaringen:
zo eten zebravinken of kanaries liever vochtig eivoer dan droog, en het eivoer
moet zacht zijn en niet hard.
o Tip 1: er moet
voldoende vocht in het eivoer. Het verstrekken van droog eivoer kan de dood
veroorzaken ven hele kleine jongen. Droog eivoer slorpt het lichaamsvocht uit
de kleine jongen waardoor ze verzwakken en uiteindelijk sterven.
o Stap 1: Ik begin met
200 water of appelsap of fruitsap in een kom te doen.
o Stap 2: Hierin doe ik
twee Comed-producten: Curol en Winmix. Dit zijn voedingssupplementen.
o Stap 3: toevoeging
van ofwel Couscous, ofwel rusk ofwel Perle Morbide.
§ Tot vorig jaar gaf ik
200 gram rusk in het water en liet dit 30 min trekken.
§ Nu geef ik Perle
Morbide en dit in een hoeveelheid van 100 gram? Dit alles twee uren minstens
laten trekken.
o Tip 2: couscous of
rusk of Perle morbide hebben eenzelfde functie zoals klei. Klei doe je in
bloemenaarde omdat klei vocht opslorpt en vervolgens in de loop van de dag het
vocht terug afgeeft. Je eivoer blijft hierdoor makkelijk een ganse dag rul.
o Stap 4: Voeg 400 gram
eivoer toe. Afhankelijk van welke kleur kanaries je kweekt is dat anders. Voor mijn
mozaïeken kies ik Bianco eivoer omdat er daar geen kleurstoffen inzitten die de
pennen kunnen geel maken. Momenteel geef ik Easyyem.
o Hieraan kan je nu nog
zaken toegeven als Spirulina of Black Magic voor het opkleuren van de hoorndelen, maar dit eivoer
staat nu reeds voor kwaliteit. Dit eivoer wordt zowel door zebravinken als kanaries
heel heel goed opgenomen.
o Tip 3: nat eivoer
gaat na verloop van tijd schimmelen. Daarom wekelijks je eetbakjes ontsmetten.
Percentages in de zaadmengelingen voor zebravinken en kanaries
ZAADMENGELING: Zebravinken en kanaries zijn
zaadeters en bij zulk soort vogels is de basis voor een goede voeding
natuurlijk de zaadmengeling. In praktijk zal deze bestaan uit slechts enkele
zaadsoorten.
Bij
zebravinken is dat gele panis, gele millet, Japanse millet en kanarie witzaad.
De percentages zal u zelf moeten invullen daar iedere stam vogels een andere
voedingsgewoonte heeft. Er moet echter van uitgegaan worden dat 30% moet
bestaan uit gele millet en gele panis, en de overige 70% zal dan bestaan uit
plat witzaad en Japanse millet.
Deze
mengeling geeft krachtige jongen als je gerantsoeneerd voedert en hen verplicht
om alles te eten. Voeder je zo niet dan heeft het zelf geen zin om de
allerduurste mengeling te kopen.
Sinds
1995 brengt Hobbyfarm Hoebregts uit Heers onze Libens-standaardmengeling op de
markt. Deze mengeling is bij hen te koop voor 20,5 voor 25 Kg.
Deze
zaadmengeling heeft een hoge energetische waarde en geeft een boost aan de pas
geboren jongen. Met deze mengeling haal je uit je jongen wat er genetisch in
zit. Natuurlijk moet deze High Energy mengeling aangevuld worden met een goed
eivoer en een goed voedingssupplement.
Een goede
zaadsamenstelling voor kanaries is de volgende: Witzaad 75%, raapzaad 10%,
haver gepeld 5%, nigerzaad 3,5%, kempzaad 2,5%, lijnzaad 2,5%, perilla bruin
1%, slazaad wit 0,5%.
Dit is
ook een mengeling met een hoge energetische waarde en moet gerantsoeneerd
gegeven worden.
Jonge
zebravinken kunnen van de ouders gescheiden worden op de leeftijd van 5 weken
of 35 dagen. De laatste week kan echter funest zijn voor de jongen daar sommige
oudervogels dan al weer aan een volgende broedronde denken en niet meer aan het
voederen van hun eigen jongen. Om dit op te vangen geven we de laatste week
trosgierst die een ganse dag vocht heeft zitten opzuigen in een emmer water.
Deze trosgierst is dan zeer mals en voor nog niet zelfstandige jongen van zeer
groot belang, het kan bepalend in het spel op leven of dood zijn. Best is ook
steeds badwater te geven daar ze de drinkfonteintjes meestal nog niet kennen.
Ik
verduidelijk me even bij de behandeling van de trosgierst. Op dag 1 doe je de
trosgierst in zijn geheel in een emmer water. Ik doe steeds een scheutje Javel
(Chloor) in mijn drinkwater, dat mag maximaal 2% zijn. Ik doe dit om bacteriën
te doden. Op dag 2, na 24 uur weken, haal je de trosgierst uit het water en
laat hem uitlekken. Het water zal licht bruin zijn maar dat is normaal. Op dag
3 kan je trosgierst aan de ouders met jongen geven. je zal staan kijken hoe
jong zebravinken zijn als ze reeds trosgierst eten. Dus iedere dag herhaal je
dit proces om steeds verse en malse trosgierst in voorraad te hebben.
Je kan
trosgierst ook laten kiemen in de aren. In plaats van de trosgierst op dag 3
aan de vogels te geven laat je hem nog 2-4 dagen rusten en dan komen de eerste
kiemen reeds door. Dat is tevens een bewijs dat je trosgierst nog vers is. Zo
kan je ook de versheid van je zaadmengeling testen. Laten weten en na 3 tot 5
dagen moeten de zaadjes gekiemd zijn. Als zaad niet kiemt heb je met oud en
dood zaad te maken dat weinig of geen voedingswaarde meer heeft.
Kanaries zijn dan weer vlugger zelfstandig en mogen op de leeftijd van
28 dagen gespeend worden.
De hiernavolgende tekst heb ik geschreven voor onze website The World
of Zebrafinches die tussen 2004 en 2014 online was.
De foto is van een nestje zwart rood mozaïek met vijf jongen. De foto is
van zondag 5 maart.
Ik heb als titel van dit item gekozen voor 'praktische' voeding omdat ik
heel bewust niet in detail wil gaan wat betreft de nutriënten of de bouwstoffen
in de vogelvoeding. Er zijn zo een 50-tal nutriënten bekend en deze uitvoerig
beschrijven zou te langdradig worden plus ik bezit er de kennis niet over.
Daarom verkies ik om me te beperken tot de praktische kant en ik moet al
onmiddellijk zeggen dat er weinig concreets bekend is over vogelvoeding en over
voeding van zebravinken of kanaries in het speciaal. Datgene wat jullie
hieronder te lezen krijgen is er gekomen dankzij verwoede pogingen van enkele
kwekers, waaronder ikzelf, om via experiment de voedingsgewoonten van de
zebravink te bepalen. Als zebravinken of kanariekweker zijn we grotendeels
aangewezen op verworven kennis op het gebied van nutsdieren en meer bepaald het
pluimvee. Dit is te erg om vast te stellen maar we moeten het nu eenmaal
aanvaarden.
Als jullie gedacht hadden om hier eens haarfijn te vernemen hoe zebravinken of
kanaries moeten gevoed worden, dan moet ik jullie gedeeltelijk ontgoochelen
omdat zoals reeds eerder gezegd alles gebaseerd is op experimenten en niet op
wetenschappelijke stellingen. Zelfs de grote specialisten in de grote bedrijven
moeten toegeven dat onze kleine siervogels economisch niet interessant zijn om
dure onderzoeken op uit te voeren. Dus blijft er niets anders over dan de
voedingssupplementen voor het pluimvee in die mate aan te passen aan het
gewicht van onze zebravinken of kanaries. Wat we op deze pagina willen bereiken
is dat jullie zelf beginnen nadenken en zo proberen om meer inzicht en kennis
te vergaren om jullie zebravinken of kanaries alles te geven en aangepast aan
de omgevingsfactoren.
Zebravinken komen uit Australië en hebben geen seizoenen met langere lichtduur
nodig om tot broeden over te gaan. Dat maakt dat ze onder alle omstandigheden
met succes gehouden en gekweekt kunnen worden.
Kanaries komen uit onze gewesten en bij ons is de lichtduur wel
belangrijk. De kunst van de voedingsleer bestaat er in eerste instantie in om
onze vogels steeds een optimale conditie te bezorgen, ongeacht de omgeving
waarin ze verblijven. Zebravinken of kanaries worden gehouden in verwarmde
kelders maar ook in koude tuinhuisjes met dunne en niet geïsoleerde wanden, in
broedkooien maar ook in volières, binnen en buiten, met constante maar ook met
wisselende temperatuur, bij daglicht of kunstlicht, met of zonder ventilatie,
met hoge of lage vochtigheidsgraad in de lucht. Al deze factoren hebben invloed
op de conditie van de vogel. En vermits we die conditie optimaal wensen te
houden moeten we de voeding aanpassen naar die omstandigheden. We kunnen via de
voeding veel bijregelen maar we moeten realist blijven en niet denken dat de
voeding bij de zebravinken of kanaries zwarte magie is.
We moeten besluiten dat de omgevingsfactoren en de voeding twee factoren
zijn die mekaar in twee richtingen beïnvloeden. Bij huisvesting in kooien is de
voeding meer kunstmatig dan in grote buitenvolières waar de zebravinken of
kanaries kunnen rondvliegen tussen allerlei beplanting, voorzien van alle
mogelijke insecten, en ze kunnen foerageren op de grond tussen de bladeren en
in de verse aarde. In een kunstmatig milieu zal u veel bewuster moeten omgaan
met de voeding.
Als we de toename van grootte en gewicht bij levende wezens over vele decennia
onderzoeken, dan komen we tot de vaststelling dat deze evenredig zijn met de
toename van eiwitten in de voeding. Bij de zebravinken of kanaries zal dat niet
anders zijn. Des te rijker en gevarieerder de voeding, des te groter en
struiser zullen de geboren jongen zijn. Hierbij moet natuurlijk rekening
gehouden worden met de erfelijke aanleg die het jong van zijn ouders
meegekregen heeft. Als je met kleine oudervogels zit, kan je de jongen niet
dubbel zo groot kweken als de ouders. Je kan er alleen voor zorgen dat wat er
genetisch inzit er ook maximaal uitkomt en dit door het geven van een
volwaardige voeding.
Het doel van aangepaste voeding is zeker niet om uw vogels groter te
kweken dan genetisch bepaald is, het doel van de voeding is in drie punten
samen te vatten:
1 Opbouw en de vervanging van weefselcellen in het lichaam,
2 Verschaffen van energie voor het handhaven van de lichaamswarmte en voor de
arbeid bij noodzakelijke lichaamsverrichtingen,
3 Ten aanzien van het pluimvee: iets te produceren, bijvoorbeeld vlees of
eieren, vluchtprestaties bij duiven, enz.
De opbouw van weefselcellen is van toepassing op jonge vogels terwijl de
vervanging ervan meer van toepassing is op volwassen vogels. De enige opbouw
bij volwassen zebravinken of kanaries is de vorming van het ei. Dat dit meer
van toepassing is bij poppen dan bij mannen zal u wel duidelijk zijn daar de
poppen de eieren moeten produceren. De verzorging en voeding van de pop voor de
leg begint is zeer belangrijk. Alleen goed gevoede poppen gaan zonder problemen
tot eileg overgaan. Poppen die niet goed doorvoed zijn gaan de laatste maand
voor de eileg hun schade moeten trachten in te halen, tenminste de kweker moet
dat proberen te doen door de voeding aan te passen. Houd er rekening bij dat
een nieuwe voedingsgewoonte minimum 30 dagen nodig heeft om effect te hebben op
het vogellichaam.
De voeding bestaat uit de
zaadmengeling, het eivoer, water en enkele aanvullingen zoals groenvoer,
geweekte zaden, onkruiden, insecten, grit en maagkiezel. Hieronder verduidelijk
ik hoe wij onze zebravinken of kanaries voederen. Dit kan een leidraad zijn
voor kwekers met problemen, maar ik wil benadrukken dat als jullie tevreden
zijn over jullie systeem van voederen, verander er dan totaal niets aan. Zeker
nooit tijdens de kweek veel veranderen.
In volgende items zal ik dieper ingaan op hoe een zaadmengeling
samenstellen in percentages?. Hoe eivoer klaar maken? Hoe extra
voedingssupplementen geven? Hoe en welke mineralen geven? Functie van
houtskool?
Gerantsoeneerd voederen vs het gebruik van voederautomaten of zaadsilo's
In een tijd dat alles duurder wordt en alle hobbys een flinke hap uit het budget nemen is het gerantsoeneerd toedienen van het eten een must. Anders gezegd: met gerantsoeneerd voederen bedoel ik dat je je vogels net zoveel zaad en eivoer geeft als ze dagelijks nodig hebben voor het onderhoud van hun vogellichaam. Geef je meer dan is het weggegooid geld want dan gaan ze morsen. Geef je minder dan raken je vogels uit conditie. Je zal dus moeten zoeken naar een gulden middenweg en dat kan het gebruik van een zaadsilo zijn.
Zaadsilos zouden zo ontwikkeld moeten zijn dat de vogels alleen zaadje per zaadje kunnen nemen en dat vervolgens opeten. Kanaries zijn echte lekkerbekken maar tegelijk morsers van het hoogste kaliber. Geef hen zaadjes in een open schotel en s avonds is de schotel leeg, alles ligt op de bodem en ze hebben alleen dat gegeten wat ze graag lusten. En dat is niet de bedoeling omdat het, zoals eerder geschreven, economisch gezien heel slecht is voor ons budget.
Maar zeker zo belangrijk is dat vogels net als kinderen opgevoed moeten worden. We moeten ze alles leren eten omdat ze ook echt alles nodig hebben en niet alleen wat ze graag eten. Die 75% plat witzaad is er in de mengelingen omdat kanaries 75% van dat zaad nodig hebben? Vooreerst als jonge vogel om uit te groeien tot een krachtig jong en later als oudere vogel om het onderhoud van het lichaam te verzekeren.
Ik denk echter dat het gebruik van voederautomaten of zaadsilos veel kwekers afschrikt. Meestal gebruik je ze als je minder tijd beschikbaar hebt en het risico niet wil lopen dat je vogels zonder eten komen te zitten. Wie steeds op hetzelfde tijdstip thuis is zal meestal geen zaalsilos gebruiken.
Weer andere kwekers hebben schrik dat die dingen verstopt raken en zodoende het leven kan kosten van de vogels. Deze schrik moet er niet zijn omdat die zaadsilos goed ontwikkeld zijn. En een echte liefhebber zal bijna dagelijks even die zaadsilos aantikken om te checken dat ze nog optimaal werken.
Ik heb een foto aangehecht van de zaadsilos die ik aangekocht heb voor mijn zebravinken en momenteel ook in gebruik zijn bij miin kanaries. Voor zebravinken zijn dit excellente zaadsilos, zebravinken eten mooi van het zaad en de pelletjes vallen in het doorschijnend bakje onderaan. Even uitblazen en de rest van het zaad kan weer terug in de zaadsilo.
Kanaries slagen er in om zulke zaadsilos op enkele uren leeg te kieperen. Soms zijn ze weken gedisciplineerd en eten ze mooi alles gerantsoeneerd en plots ligt alles er buiten. Dus deze zaadsilos zijn niet optimaal voor kanaries. Ik ben dus op zoek naar een zaadsilo voor kanaries waarbij ze verplicht zijn om zaadje per zaadje te zetten. Wie hierin ervaring heeft mag een foto sturen of de naam van een fabrikant. Bij het gebruik van zaadsilo's die slechts een verlies van >5 % zaad als resultaat geven dan steek ik geen tijd meer in het uitblazen der pelletjes.
Kleurkanaries: interesse verandert van dominant wit naar zwart rood mozaïek en zwart grijsvleugel rood mozaïek
Onbekend maakt onbemind. Een waarheid zoals een koe. Als je
me enkele maanden geleden gevraagd had of ik een zwart rood mozaïek zou herkend
hebben op een foto of in een boek dan had ik met blozende kaken gezeten denk
ik. Ik heb steeds gedacht dat je hogere studies moest gevolgd hebben om te
kunnen meepraten over kanaries en zeker over mozaïek kanaries.
Hoe verandert de interesse dan plots naar die moeilijkere
kleuren bij de kanaries. Eigenlijk zonder dat ik het zelf kan uitleggen. Een buurman
vroeg me in juli 2016 om een zebravink popje, de kleur was niet belangrijk. Bij
aflevering van het bleekrug bruine popje moest deze onmiddellijk in een vlucht
waar zeker 80 kanaries zaten. De gewone standaard gele en witte kanaries, maar onmiddellijk
viel me het mooie formaat van deze kanaries op. Ik vroeg geen geld voor de
zebravink, alleen een mooie dominant witte man als er iets weg mocht.
Maanden later toen ik op een zaterdagvoormiddag zaad ging
halen in de speciaalzaak zaten er een tiental rood mozaïek kanaries te koop aan
15 het stuk. Ik geloofde mijn ogen niet, plots waren de kanaries goedkoper dan
de zebravinken. De volgende zondagmorgen (meer bepaald op 2 oktober 2016) reden
we naar Mol Markt en ik kocht er mijn eerste kanaries. Een koppel rood mozaïek
en een koppel zwart kobalt rood.
En dan ging ik op het internet naar meer informatie zoeken
en plots kwam ik terecht op de blog van Constant Van Santen. Ik ken Constant
van de Technische Dagen van de Nederlandse Zebravinken Club. En ik zag op zijn
blog de eerste zwart rood mozaïeken en ook de resultaten die hij er mee behaald
had op de grootste shows. Dus vlug een mail naar Constant en vrij vlug was de
deal gesloten ik kon van Constant vogels bekomen plus heel veel uitleg.
Via facebook zag ik berichten van Johan van Halteren
uit Tilburg en ook bij hem was de klus vlug geklaard. Ook bij hem kon ik vogels bekomen en ook een hoop goede raad. En
zo was ik na de Show van de VVNK in Leuven een 6-tal koppels zwart rood mozaïek
rijker.
Maar vooraleer ik mijn vogels kon bekomen en huisvesten
moesten er natuurlijk kooien zijn voor kanaries want ik dacht dat mijn kooien
niet ideaal waren. Dus eind oktober eerst naar de Birdshop in Eindhoven gereden
waar ik de zaakvoerder Hans Voets leerde kennen. En als echte zakenman verkocht
hij me niet alleen zes Italiaanse kooien maar ook twee paar zwart grijsvleugel
rood mozaïek.
Stijn Vanderstappen, mijn zebravinkenvriend, was behulpzaam en bracht me in
contact met Christian Laffineur uit Boutersem. Christian is KBOF-keurder en
kweker/tentoonsteller van zwart grijsvleugel rood mozaïek. Bij Christian kon ik
vijf poppen en twee mannen bekomen in deze kleur.
Mijn activa in deze twee kleuren is zes koppels van elk. En
ik weet niet hoe ik het doe maar ze geven allemaal bevruchte eitjes .het is te
zeggen .eigenlijk weet ik het wel. Ik heb iets geprobeerd en het werkte.
Mijn zebravinken zitten het ganse jaar op 14 uur licht. Eigenlijk
al 35 jaar op hetzelfde aantal uren licht. Zebravinken breng je namelijk niet
in broedconditie door met de lichtduur te spelen maar door andere omstandigheden. Ik dacht zo:
stel dat ik mijn kanaries bij de zebravinken onderbreng dan zullen na vijf
weken de kanaries ook wel broedrijp zijn. En dat was en is het geval de
afgelopen maanden. Ik heb reeds meer dan 20 jongen in de nestjes dus meer dan
ik verwacht had. Of zou het spreekwoord op mij van toepassing zijn: de domste boeren hebben de dikste patatten .
De vraag die ik het meest gesteld kreeg nadat ik bekend maakte te willen
beginnen met kleurkanaries was: ga je dan stoppen met zebravinken? Wel het
antwoord op die vraag is heel eenvoudig. Zebravinken hebben meer dan 35 jaar
deel uitgemaakt van mijn leven. Ze gebruikten veel van mijn vrije tijd en
hebben zonder het zelf te beseffen van mijn hobby een ware passie gemaakt. En
eens een hobby een passie wordt gebeuren er rare dingen met je. Ooit schreef
Alois Van Mingeroet: ik ben geen slaaf van mijn vogels maar slaaf van mijn
passie en gelijk had hij.
Dus nee stoppen met zebravinken doe ik niet.
Zebravinken hebben mij leren creëren. De kennis der
vererving van de verschillende mutaties heeft me geholpen kleurcombinaties te
creëren die ik nergens kon kopen. Dit maakte de zebravink zo speciaal voor me.
En daarom zullen ze zolang het voor me mogelijk is deel uitmaken van mijn
vogelbestand.
Natuurlijk vragen kleurkanaries een andere
verzorging dan zebravinken. Maar ook hier weer zijn zebravinken makkelijker dan
kanaries. Zebravinken zijn de vogels van de barre omstandigheden. Zebravinken
ruiken water in de dorre streken over een afstand van 3 km en de inlandse
bevolking, de Aboriginals, beschouwden in het verleden de Zebravinken steeds
als hun kompas naar water. Het respect voor de Zebravinken is enorm groot bij
de Aboriginals en ook bij mij. Steeds schrijf ik Zebravinken met een
hoofdletter want ze verdienen het.
Ik heb even zitten nadenken en ben tot de
constatatie gekomen dat ik tijdens 35 jaar van intensief Zebravinken kweken
alle mutaties gekweekt heb en vele combinaties. Tijdens mijn beginjaren als
kweker en lid van de TC-BZC heb ik veel geëxperimenteerd met kleuren.
Zebravinken hebben mij alles geleerd. Om een volwaardig lid van de TC te zijn
eiste ik van mezelf dat ik ook de celbiologie en de vederstructuur onder de
knie kreeg. Dat waren zaken die me in staat stelden om een compleet beeld te
vormen van een mutatie. Hoe kan je anders standaardeisen opstellen als je bvb
niet weet of een mutant zorgt voor een kwantitatieve of kwalitatieve reductie
van de melanines.
En wat kweek ik dan nu nog? Vooreerst heb ik een
mooie stam Eumo grijs weten op te bouwen waar ik enorm fier op ben en
daar ga ik verder aan bouwen. Daarnaast kweek ik pastel grijs .geelsnavel
grijszwartborst grijs. En dan combineer ik pastel blackface
zwartborst in het grijs. Deze laatsten bezorgen me blackface zwartborst grijs - pastel zwartborst grijs - pastel blackface zwartborst grijs. En met deze kleuren doe ik verder.
Het doel van dit blog is om neer te pennen hoe ik mijn hobby beleef. Ik heb bijvoorbeeld een artikel klaar over Eumo grijs en hoe ik op een vijftal jaren tijd mijn stam opgebouwd heb. Maar ik wil ook leren van de lezers en vooral op kleurkanarievlak. Ik probeer foto's te plaatsen en iedereen mag daarop zijn mening geven.
Op dit
ogenblik heb ik de zebravinken allemaal op rust gezet want de kanaries vragen nu om meer
aandacht en vooral om meer plaats.
Als ik
een artikel in een clubblad of een pagina van een blog lees van een kweker, dan
stel ik me altijd de vraag: wat heeft die persoon al uitgespookt op
ornithologisch vlak. Ik wil dan weten wat die persoon al allemaal gekweekt
heeft, met wat hij of zij begonnen is, en nog zoveel meer. Dus ik ga me ook
even voorstellen zodat jullie weten welk vlees jullie in de kuip hebben.
Eigenlijk
was ik voorbestemd om kleurkanariekweker te worden. Ik had tijdens mijn
legerdienst (74-75) in Duitsland het boek Prietpraat over kleurkanaries van
Jan Kuijper zodanig gelezen en herlezen dat het opnieuw moest gelijmd worden.
Maar ik mocht fier zijn op het feit dat ik vrijwel alles begrepen had uit het
boek. Ook de voor velen saaie hoofdstukken als vererving, vederstructuur,
selectie, enz.
Veel
mutaties waren er toen nog niet bij de kleurkanaries en ik had geen vaste job
en dus ook geen hoop centen. Van mijn spaarcentjes kocht ik mijn eerste kanaries
bij Raymond Stessens. Het waren vogels in rood satinet ivoor en geel satinet
ivoor.
Links en rechts kreeg ik als beginnend liefhebber wat
vogels toegestopt en van één liefhebber kreeg ik zelfs niet alleen de vogels
gratis maar ook de ziekte Ornithose. En één na één zag ik mijn mooie kanaries
sterven. Dat was voor mij zon grote ontgoocheling dat ik de kleurkanaries
vaarwel zegde en overstapte naar zebravinken. In 1978 ben ik dus begonnen met
de kweek van showzebravinken. En vanaf toen ging het vlug:
Eind
1981 werden de eerste contacten gelegd om in Limburg een speciaalclub voor
zebravinken op te richten. In 1982 was LZC of de Limburgse Zebravinken Club een
feit.
In
1984 werd ik gevraagd om deel uit te maken van de Technische Commissie (TC) van
de Belgische Zebravinken Club (BZC).
Na
drie jaar deel uitgemaakt te hebben van de TC-BZC kwam de vraag om de leiding
van BZC over te nemen. Eind 1987 werd ik verkozen tot Nationaal Voorzitter van
BZC.
In
1995 laste ik dan even een sabbatperiode in en stopte tijdelijk met zebravinken
kweken.
In
1998 werd ik gevraagd om toe te treden tot het LZC-bestuur. Met plezier voldeed
ik aan die vraag en tot 2013 zijn we heel actief geweest in Limburg. Iedere
zebravinkenfan zal zich wel de shows in t Oosterhof in Lummen herinneren.
Midden
2016 kwam dan de kentering. ik kreeg zin in een nieuwe uitdaging en zonder dat
ik het besefte belande ik in de kleurkanariewereld. De heropflakkering van de
kleurkanariemicrobe kwam er na een telefoontje met Stijn Vanderstappen. Stijn
informeerde naar zebravinken en gaf te kennen dat hij er echt iets van wilde
maken. Ik begon met hem ook te praten over kleurkanaries en een nieuwe wereld
ging voor me open.
De eerste
kanaries werden aangeschaft op Mol Markt op 2 oktober 2016. Het ging om een
koppel Rood mozaïek en een koppel voor de kweek van Zwart kobalt rood. Toen
kende ik zelfs deze laatste kleur nog niet.
Ondertussen
is de helft van mijn 60 broedkooien bevolkt met kleurkanaries. Mijn voorliefde
gaat uit naar de zwart rood mozaïek, deze kleur beschouw ik als mijn
basiskleur. Op deze kleur moet ik steeds kunnen terug vallen voor de
verbetering van de mutaties pastel, grijsvleugel, opaal en onyx.
Mijn kweekkooien zijn
bevolkt met de kleuren waarop ik me in de toekomst wil toeleggen. Zwart rood
mozaïek als mijn basiskleur en dan zwart grijsvleugel rood mozaïek; zwart
pastel rood mozaïek; zwart opaal rood mozaïek, zwart onyx rood mozaïek en agaat
pastel geel (via Stijn Vanderstappen).