Liefste dagboek,
ik hoop dat niemand dit ooit zal lezen.
Mijn kleine meid Jonna is er niet meer. Ik mis haar vreselijk.
Ik weet niet eens of ze levend of dood is.
Ons enige kind...
Ik kan mij geen leven zonder haar inbeelden.
Telkens hoor ik haar stem weer als ik in de keuken, de living,... sta.
Mijn hersenen willen niet accepteren dat ze weggelopen is van huis. Zonder rede, zonder afscheid te nemen is ze plots verdwenen.
Ik heb nood om te praten met iemand. Jammer genoeg is Jon daar niet de geschikte persoon voor.
Ik vraag me af waarom ik voor hem heb gekozen.
Hij voert nooit het woord, neemt het niet voor mij op.
Ik sta er alleen voor. Ik ga door. Ik moet door.
De geboorte van Jonna had ons dichter bij elkaar gebracht, maar nu ze er niet meer is...
Zou hij het erg vinden als ik voorstel om te scheiden?
Vast wel..., maar ik heb niets aan hem.
Ik doe een inspanning om met andere mensen in contact te komen, terwijl hij zich van de buitenwereld afscheidt.
Ik redeneer helemaal anders dan hem.
Hij is geen verrijking in mijn leven geweest.
Het is misschien nogal strak verwoord, maar de waarheid moet ook gezegd worden.
Hopelijk lezen Jonna en Jon dit in geen honderd jaar, want anders denken ze dat ik een onmens ben.
Zo wil ik dus helemaal niet overkomen.
Eigenlijk heb ik er nooit eerder bij stil gestaan. Ze hebben werkelijk bijna dezelfde naam. Dit gebeurt er dus als ik hem laat beslissen.
|