2 februari 2021, Maria Lichtmis Opdracht van de Heer
Ik zie drie lichtbollen de
kamer binnenzweven, een grote en twee kleinere. De grote bol in het midden gaat
open. Een prachtig helder licht schijnt uit deze bol. Het Kindje Jezus komt uit
dit licht tevoorschijn. Het draagt een grote gouden kroon en een paars
gewaad. Het
is geborduurd met gouden lelieranken. De
Heer heeft grote blauwe ogen en donker, kort krullend haar. In Zijn rechterhand
draagt Hij Zijn gouden scepter, in Zijn linkerhand zie ik een klein zonnetje
waarin de ovale originele Benedictusmedaille draait zodat ik beide kanten kan
zien, voor- en achterkant. Beide
kleinere bollen gaan nu open, één rechts en één links van Hem. Uit elke bol komt
een engel tevoorschijn, elk gekleed in een wit, stralend gewaad. Ze knielen voor de Koning van de Hemel.
´In de naam van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en de
Heilige Geest. Amen."
Het Kindje Jezus zegt:
´Zie, dit is de genadevolle medaille die Ik schonk aan
Mijn dienaar Benedictus. Benedictus is
een goede vriend van de Eeuwige Vader, Mijn Vader in de Hemel, met wie Ik één
ben.¡
Er volgt een persoonlijke
mededeling.
Dan komt mijn vraag:
"Dus geen kruis met een medaille erin, een enkele medaille moeten we
gebruiken?"
De Heer antwoordt:
´Zo gaf Ik Benedictus Mijn zegen. Zo is het Mijn wil."
Ik vraag opnieuw:
"Een enkele medaille?" De Heer knikt. Het Kindje Jezus zegt:
´De mens wil zijn zoals God, zoals de Eeuwige Vader. Hij
wil leven geven en nemen, wil zijn eigen orde scheppen buiten de orde van Mijn Vader.
De mens zal verwarring en duisternis verspreiden met zijn zelfgeschapen orde. Waarom
verwijderen jullie je van Mij? Gods orde, de orde van Mijn Vader in de Hemel, is ook
Mijn orde en de orde van de Heilige Geest. Jullie zijn gemaakt om Hem te
aanbidden, te loven en te prijzen. Uit
een wereldse orde zal geen heil voortkomen. Ik ben de Weg, de Waarheid en het
Leven. Ik ben bij jullie, bij de mensen die Mij hun hart geven. Hoe verheugd
ben Ik met die zielen die Mij beminnen. Ik wil volledig door hen bemind
worden."
De engelen spreiden Zijn
mantel wijd uit.
´Mijn zegen zal jullie heil worden in de komende dagen.
Een nieuwe orde zal onheil brengen. Mijn zegen rust niet op haar. Bid bijzonder
voor de volgende generatie op 25 maart. In de komende tijd zal al het kwaad,
het boze openbaar worden. De mens zal vele plagen doormaken en ze verdragen. Met
Mij kunnen jullie deze plagen zonder schade doorstaan. Ik ben de Heer! Zorg er
nu voor dat jullie snel deze medailles van Mijn vriend Benedictus verspreiden,
zodat Mijn zegen ongehinderd over jullie kan worden verspreid. Deze medaille
werd waarachtig veranderd door mensen, dit niet tot zegen.
(Sedert
1880 worden de medailles rond gemaakt en niet meer ovaal!)
Deze tijd wordt een plaag voor de mensen van de wereld.
En nog meer zullen ze dragen. Ik regeer ze met een ijzeren scepter. De mensen
die hun hart voor Mij openen, zal Ik regeren met een gouden scepter. Voor hen
zal deze tijd een tijd vol genade zijn. Ik ben bij hen en zal hen niet
verlaten, hoewel de tegenstander hun geloof en vertrouwen op de proef zal stellen. Jullie
zullen gaan mét Mij, niet zonder Mij. Dit jaar komt er een grote beproeving.
Blijf standvastig, blijf Mij trouw, bid, offer, hou vol: laat jullie ziel niet
vergiftigd worden. Ik ben
de Heer. Nogmaals, zeg Ik jullie: alles moet geschieden. Amen."
Aan Zijn voeten zie ik
drie manden met brieven, een witte brief met zwarte letters, een witte brief
met blauwe letters, een rode en een blauwe brief, een brief met sticker en
stralen, verschillende geschilderde afbeeldingen, een afbeelding, een
geschilderde afbeelding met een kruis, een envelop met een kruis erop, een
brief met een roos, een gele brief en een gemarmerde brief en een vel papier
zonder envelop, een groene, een hemelsblauwe en een roze brief.
Dan drukt Hij Zijn grote
gouden scepter tegen Zijn Hart. Het wordt tot aspergil, (metalen
staaf met een hol metalen bolletje met gaatjes waarin een sponsje zit) van Zijn Hart. Zijn Gouden Hart wordt rood. Dan
besprenkelt Hij ons en al de biddende zielen van de gebedswake met Zijn
Kostbaar Bloed.
Ik bid: "O mijn
Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de hel, leid alle
zielen naar de Hemel, vooral degenen die Uw barmhartigheid het meest nodig
hebben."
De Koning van de Hemel
komt met Zijn gezicht heel dicht bij mij. Hij spreekt:
´Vergeet
niet, jullie gaan met Mij door deze tijd. Zeg dit aan alle zielen. Roep Mijn
erbarmen aan!"
Hierop antwoord ik:
"Lieve Jezus, ik dank U zeer."
De Heer zegent mij. Het
licht gaat met de Heer weg, pulseert, wordt kleiner. Zo is het ook bij de
engelen. De Koning van de Hemel verdwijnt, de lichtbollen zijn plotseling
verdwenen.
Zondag 17
januari 2021
"KIJK
NAAR MIJ. KIJK DAN WAT ZE DOEN MET MIJN ALLERHEILIGSTE OFFER. KIJK DAN NAAR DE WERELD."
Tijdens de zondagsmis, wanneer de priester de
Hostie omhoog heft tijdens de heilige consecratie, zie ik in de Hostie het
smartelijke met doornen gekroonde, bloedende Allerheiligste Aangezicht van onze
Heer Jezus Christus. De doornenkroon had grote stekels en was niet alleen rond
om het hoofd gewonden, maar de doornige strengen vormden een kap over Zijn
hoofd. Eerst zag ik alleen Zijn Allerheiligste Aangezicht.
Na een tijdje zei Hij:
"Kijk
naar Mij. Kijk dan wat ze doen met Mijn Allerheiligste Offer. Kijk dan naar de wereld."
Het ging echter nog verder. Rond 15.05 uur,
tijdens het uur van de Goddelijke Barmhartigheid volgens Zuster Faustina,
voederde ik buiten de paarden. Ik zette nieuw voer klaar in de stal. De deur
stond open. Ik stond aan de zijkant van de deur. Ik hield de schep in mijn
rechterhand. Plotseling werd
het binnenste van de houten schuur zo intens met licht gevuld. Het werd helemaal
licht. Op dat moment realiseerde ik me dat dit buiten de grenzen van het
normale viel; want zoiets had ik nog nooit meegemaakt
De dag was donker en bewolkt. Ik keek nu naar de
deur en door de deur naar buiten.
De hemel scheurde steeds meer open en de zon
draaide en kwam van de hemel naar beneden op de van bij mij 10 meter
verwijderde muur. Ze bleef daar roterend boven de muur staan en gaf zeer veel
licht af. Ik kon me helemaal niet bewegen. De voerschep viel uit mijn hand en
daarmee ook het voer.
Ik was zo verbaasd en verrast. Dat had ik niet
verwacht. Nu hief ik mijn armen op en dankte de Eeuwige Vader in de Hemel,
Jezus Christus, Gods Zoon en de Allerheiligste Drie-eenheid in alle eeuwigheid.
Meer kon ik niet doen. Dit duurde ongeveer een minuut. Toen verdween alles opeens.
De paarden bleven rustig en aten. Ik dacht na
over alles. Ik zie dit teken als een bevestiging van wat ik in de Heilige Mis
zag. Als de Heer zulke intense tekenen geeft, toont Hij ons Zijn nabijheid. Hij
toont ons echter ook enorme veranderingen aan die gaan komen.
|