Vol
12, 16/5/1917 - Effecten van de Uren van het Lijden
Ik bevond mij in mijn gebruikelijke staat, ik versmolt
alles van mezelf in mijn lieve Jezus, en toen stortte ik alles van mezelf uit
in de schepselen om heel Jezus aan iedereen te geven. En mijn lieve Jezus zei
tegen mij: ‘Mijn dochter, elke keer dat
het schepsel zich in Mij versmelt, geeft ze de invloed van Goddelijk Leven aan
alle schepselen; en volgens hun eigen behoeften verkrijgen de schepselen hun
effecten: zij die zwak zijn, voelen kracht; degenen die koppig zijn in zonde,
ontvangen licht; degenen die lijden, ontvangen troost; en zo met al de rest.'
Toen bevond ik me buiten mezelf. Ik bevond me temidden van
vele zielen - ze leken zielen en Heiligen te zijn die gezuiverd werden - die
tegen me spraken en een persoon noemden die ik kende, die niet zo lang geleden
was gestorven. En ze zeiden tegen mij: ‘Hij
voelt zich gelukkig als hij ziet dat er geen ziel is die het Vagevuur
binnengaat zonder het merkteken van de Uren
van het Lijden te dragen. Omringd door de stoet van deze Uren en door hen geholpen, nemen de
zielen een veilige plaats in. En er is geen ziel die naar de Hemel vliegt
zonder vergezeld te zijn van deze Uren
van het Lijden. Deze Uren laten
een voortdurende dauw van de Hemel naar de aarde, het Vagevuur en zelfs de Hemel
stromen.'
Toen ik dit hoorde, zei ik tegen mezelf: 'Misschien staat mijn geliefde Jezus toe,
om Zijn gegeven woord te houden - dat Hij voor elk woord van de Uren van het
Lijden een ziel zou geven - dat er geen geredde ziel is die niet profiteert van
deze Uren.'
Daarna keerde ik terug in mezelf, en toen ik mijn lieve
Jezus vond, vroeg ik Hem of dat waar was. En Hij: ‘Deze Uren zijn de orde van
het Universum; zij brengen Hemel en aarde in harmonie en weerhouden Mij ervan
de wereld te vernietigen. Ik voel dat mijn Bloed, mijn wonden, mijn Liefde en
alles wat Ik deed, in omloop worden gebracht; en ze stromen over alles om alles
te redden. Terwijl zielen deze Uren van het
Lijden doen, voel Ik mijn Bloed, mijn wonden, mijn angsten om zielen te
redden, in beweging worden gebracht, en Ik voel dat mijn eigen Leven wordt
herhaald. Hoe zouden schepselen iets goeds kunnen verkrijgen als het niet door
middel van deze Uren was? Waarom
twijfel je? Dit ding is niet van jou, maar van mij. Je bent het uitgeputte en
zwakke instrument geweest.’
De 24 uren van Jezus’
Lijden van Jezus – Uittreksel
uit het 18e uur
O, pijnlijke steken in Uw twee Harten! De soldaten
merken het op en met slagen en duwen voorkomen ze dat Moeder en Zoon het
laatste vaarwel uitwisselen. De kwelling van beiden is zodanig fel dat uw
Moeder verstijfd blijft door de pijn en op het punt staat te sterven. De trouwe
Johannes en de vrome vrouwen ondersteunen Haar, terwijl U weer onder het Kruis
valt. Dan doet uw smartelijke Moeder met Haar ziel wat zij niet met Haar
lichaam kan doen, omdat Zij wordt tegen gehouden: Zij komt in U, maakt de Wil
van de Eeuwige Haar eigen, en verbindt zich met al uw pijnen, neemt Haar taak
van Moeder op, kust U, herstelt U, kalmeert U, en giet de balsem van Haar
smartelijke liefde in al uw wonden!
Mijn lijdende Jezus, ik verenig me met de doorboorde Mama.
Ik maak al uw pijnen, en elke druppel van uw Bloed de mijne; in elke wond wil
ik optreden als een mama voor U, en samen met Haar en met U bied ik eerherstel
voor alle gevaarlijke ontmoetingen, en voor degenen die zichzelf blootstellen
aan gelegenheden tot zonde, of, gedwongen door noodzaak om blootgesteld te zijn,
verstrikt blijven in zonde.
…
Mijn Jezus, terwijl ik met U eerherstel bied, bid ik U om
mij in uw armen te houden, maar zo stevig dat er geen pijn meer is dat U lijdt,
waarin ik geen deel aan heb, om zo omgevormd te worden in hen en eerherstel te
bieden voor het in de steek laten van alle schepselen. Mijn Jezus, overmand
door vermoeidheid, loopt helemaal gebogen. U kunt nauwelijks lopen. Maar ik zie
dat U stopt en probeert te kijken. Mijn Hart, wat is er? Waar zoekt U naar?
Ach, het is Veronica, die onbevreesd en moedig, met een
doek je gezicht afdroogt, dat helemaal bedekt is met bloed, en U laat uw
gezicht erop drukken als een teken van dankbaarheid. Mijn milde Jezus, ook ik
wil U afdrogen, maar niet met een doek. Ik wil mij helemaal blootstellen om U
te verlichten, ik wil in uw binnenste komen en U, O Jezus, hartslag na hartslag
geven, adem na adem, genegenheid na genegenheid, verlangen na verlangen. Ik ben
van plan om in Uw Heiligste Intelligentie te duiken, en al deze hartslagen,
ademhalingen, genegenheden en verlangens te laten vloeien in de onmetelijkheid
van uw Wil. Ik ben van plan ze te vermenigvuldigen tot in het oneindige.
Ik wil, O mijn Jezus, golven van hartslagen vormen, zodat
geen enkele slechte hartslag weerklinkt in uw Hart, en al uw innerlijke bitterheid
gesust wordt. Ik ben van plan golven van genegenheid en verlangens te vormen om
alle kwade gevoelens en verlangens weg te werpen die je Hart misschien zelfs
maar enigszins zouden verdriet doen. Nog meer zelfs, mijn Jezus, ik ben van
plan golven van ademhaling en gedachten te vormen, om elke ademhaling of
gedachte die U enigszins onaangenaam zou kunnen zijn, weg te werpen. Ik zal op
mijn hoede zijn, O Jezus, zodat niets anders U kan kwellen, of meer bitterheid
aan uw innerlijke pijnen kan toevoegen. O mijn Jezus, alstublieft, laat mijn
hele innerlijk zwemmen in uw onmetelijkheid. Op die manier zal ik in staat zijn
om genoeg liefde en goede wil te vinden, zodat er geen slechte liefde in uw
innerlijk kan binnendringen, noch een slechte wil U kan mishagen.
O mijn Jezus, om er zeker van te zijn, smeek ik U om mijn
gedachten te verzegelen met de Uwe, mijn wil met de Uwe, mijn verlangens met de
Uwe, mijn genegenheden en hartslagen met de Uwe; zodat ze, verzegeld, geen
ander leven dan het Uwe kunnen nemen. Ik vraag U nogmaals, O mijn Jezus, om
mijn arm lichaam te accepteren dat ik zou willen verscheuren uit liefde voor U,
in kleine stukjes om over elke wonde aan te brengen. Op die wonde, O Jezus, die
U pijn geef van zovele godslasteringen, breng ik een klein stukje van mijn
lichaam aan. Ik wil dat het voortdurend tot U zegt: “ik zegen U”. Op die wonde
dat U zoveel pijn geeft van de vele ondankbaarheid, wil ik, O Jezus een deel
van mijn lichaam aanbrengen, om mijn dankbaarheid aan U te bewijzen. Op die
wonde, O Jezus, die U zoveel koelheid en gebrek aan liefde doet lijden, wil ik
vele kleine stukjes van mijn vlees aanbrengen die voortdurend tot U zeggen: “ik
houd van U, ik houd van U, ik houd van U!”
Op die wonde die U zoveel pijn bezorgt door de vele
oneerbiedigheden van uw Allerheiligste Persoon, wil ik een deel van mijzelf
aanbrengen, om U altijd te vertellen: “ik aanbid U, ik aanbid U, ik aanbid U!”
O mijn Jezus, ik wil mezelf in alles verspreiden, en in die wonden die
verbitterd zijn door de vele misvattingen, verlang ik dat de flarden van mijn
lichaam U altijd zeggen: "Ik geloof - ik geloof in U, O mijn Jezus, mijn
God, en ik geloof in uw heilige Kerk, en ik wil mijn leven geven om mijn Geloof
in U te bewijzen! O mijn Jezus, ik stort mij in de onmetelijkheid van uw Wil en
het tot mijn eigen wil makend, wil ik voor allen compensaties bieden en de
zielen van allen insluiten in de kracht van uw Allerheiligste Wil.
O Jezus, ik heb nog steeds mijn bloed over, dat ik over uw
wonden wil gieten als balsem en kalmerende zalf, om U te verlichten en U
volledig te genezen. Ik wil, O Jezus, mijn gedachten doen vloeien in het hart
van elke zondaar, om hem voortdurend te berispen, opdat hij U niet durft te
beledigen. En ik bid tot U met de stem van uw Bloed, zodat iedereen zich
overgeeft aan mijn arme gebeden. Op deze manier zal ik hen in uw Hart kunnen
brengen! Ik vraag U nog een genade, O mijn Jezus: dat ik in alles wat ik zie,
aanraak en hoor, ik U altijd kan zien, aanraken en naar U luisteren; en dat uw
Heiligste Beeld en uw Heiligste Naam altijd ingeprent zijn in elk deeltje van
mijn arme wezen.
|