Blackfacing: Aanstaand verbod op Zwarte Piet
blijkt uit Brussel afkomstig te zijn Xandernieuws 1/12/2019

Het aanstaande verbod op Zwarte Piet blijkt uit de koker
van Brussel te komen. Het Europese Parlement nam in het voorjaar een door de
mainstream media vrijwel doodgezwegen resolutie aan, die nog veel extremer is
dan het VN migratiepact van Marrakesh. In deze resolutie staat dat de
Europeanen schuld dragen aan alle ellende in Afrika, en Afrikanen daarom onbeperkt
het recht hebben in Europa te gaan wonen om hier financieel verzorgd te worden.
Het document veroordeelt ook blackfacing, dat is het bij -al dan niet
culturele- feesten en gelegenheden zwart schminken van blanke gezichten, wat
volgens Brussel discriminatie is. Oftewel: de strijd om Zwarte Piet te behouden
is verloren. Den Haag heeft immers vrijwel alle macht vrijwillig overgedragen
aan het communistische regime in Brussel.
Hoewel de grootste meerderheid van de EU-lidstaten nooit
koloniale mogendheden zijn geweest, wordt de EU daar toch collectief
verantwoordelijk gesteld. Dat is net zo logisch als alle 28 lidstaten
schuldig verklaren aan de opkomst van Adolf Hitler.
Structureel racisme
In de resolutie werd de extremistische visie van links overgenomen
dat er in Europa structureel racisme heerst, overigens zonder daar bewijs
voor te leveren. Dat structurele racisme zou vooral zwarte Afrikanen treffen,
en wel op ongeveer alle gebieden, te weten werk, onderwijs, gezondheid,
strafrecht, deelname aan de politiek, en natuurlijk in het immigratie- en
asielbeleid en praktijk.
Er wordt wéér zonder bewijs- zelfs beweerd dat de
slechtere schoolprestaties van de kinderen van Afrikanen in Europa, en het feit
dat velen voortijdig hun opleiding afbreken, eveneens de schuld van de
Europeanen is, en niet ligt aan de mentaliteit (of het gebrek daaraan) van de
Afrikaanse leerlingen in kwestie.
Alle problemen in en van Afrika schuld van
Europa
Ook alle problemen in Afrika zijn de
schuld van Europa, stelt het Europese Parlement. Dat is precies wat allerlei
Afrikaanse dictators en andere leiders ondanks miljarden na miljarden
ontwikkelingshulp- tientallen jaren lang hebben beweerd. Tevens wordt de
grens tussen de zogenaamde discriminatie van de circa 15 miljoen zwarte
Afrikanen in Europa en degenen die nog in Afrika leven bewust uitgewist. Dat
wordt gedaan om alle Afrikanen automatisch het recht te geven op migratie naar
Europa.
Natuurlijk wordt met geen woord gerept over de vervolgingen
van blanken door zwarten, met name in Zimbabwe en Zuid Afrika. Van
tienduizenden blanken werd alles afgepakt, en vele duizenden werden er vaak op
gruwelijke wijze vermoord. Tevens geen enkele verwijzing naar het historisch
verifieerbare feit dat niet de Europeanen, maar de moslims veruit de grootste
slavendrijvers ter wereld waren, en dat in tegenstelling tot de
Europeanen- nog steeds zijn.
Zonder het woord drugs letterlijk te noemen wordt in de
resolutie geklaagd over discriminerende controle, doorzoekingen en bewakingen
van Afrikanen in Europa, van wie keer op keer statistisch wordt bevestigd dat
zij buitenproportioneel vertegenwoordigd zijn in bijna alle vormen van
criminaliteit in Europa. Daar zijn echter niet zij, maar u en ik schuldig aan.
Het Europese Parlement geeft hiermee impliciet een vrijbrief aan alle criminele
migranten(drugs)bendes, ja, zelfs een excuus. De Mocro maffia in Nederland zal
staan te juichen.
Blackfacing veroordeeld; verbod op Zwarte Piet
nabij
Zoals geschreven wordt ook blackfacing veroordeeld. Bij
geen enkele gelegenheid, ook niet bij culturele feesten zoals
Sinterklaas, mogen nog gezichten zwart worden geschminkt. Het Europese
Parlement heeft dit tot discriminatie bestempeld, en dus zal Zwarte Piet er
vroeg of laat definitief aan moeten geloven, is het niet volgend jaar dan wel
het jaar daarop.
Parallel aan de eisen van feministen (/
LGBTQIPXVNMAOYFers) en islamisten beklaagt de EU dat zwarten massaal
ondervertegenwoordigd zijn in de wetgevende autoriteiten. Dat zal ongetwijfeld
leiden tot nog meer geïnstitutionaliseerde discriminatie in Europa, zoals in
Nederland al jaren het geval is, waar mensen bij sollicitaties nu ook officieel
moeten worden beoordeeld op hun huidskleur, afkomst en sekse, en alles wat
niet-blank en daarna niet-man is automatisch de voorkeur krijgt.
Hersenspoeling via onderwijs en media
Natuurlijk wordt ook het onderwijs genoemd als middel om af
te rekenen met vooroordelen. Scholen krijgen omvangrijke verplichte
lesprogrammas rond het thema kolonialisme en slavernij. De termen
heropvoeding en hersenspoeling worden nog nèt niet letterlijk genoemd. Ook
in de media moeten veel meer Afrikanen te zien zijn (en dan
vanzelfsprekend uitsluitend in positieve rollen, ook al zou dat totaal niet
overeenkomen met de realiteit).
Sterker nog: er wordt beweerd dat de Afrikanen aanzienlijk
hebben bijgedragen aan de opbouw van de Europese samenleving. En weer wordt
daar geen enkel voorbeeld noch bewijs van gegeven. Het is niets meer dan een
van alle historische feiten gespeende politiek correcte aanname, een
linksgroenliberaal ideologisch standpunt dat is gericht op het grote einddoel:
het door middel van onbeperkte massa immigratie samenvoegen van het blanke en
het zwarte ras.
Decennium van de zwarte mens
Om het nog absurder te maken moet Europa niet enkel
speciale dagen, maar zelfs maanden van de zwarte geschiedenis gaan
organiseren en invoeren. In een zin wordt zelfs opgeroepen een compleet
decennium van de zwarte mens uit te roepen. (Dat wordt de
periode 2020-2030 sowieso wel als het aan Brussel ligt, want dan moeten er
tientallen miljoenen Afrikaanse migranten naar Europa worden gehaald).
De EU-Commissie wordt opgeroepen een speciale werkgroep
over Afrofobie op te richten. De volgende stap wordt ook al genoemd, en dat
is deze afrofobie tot een racistisch haat misdrijf verklaren, zodat
autochtone Europeanen er niets van mogen zeggen of vinden als hun landen en
culturen met tientallen miljoenen Afrikanen worden overspoeld.
Iedereen die maar wil moet hierheen worden
gehaald
De 23e van de in totaal 28 eisen in de
resolutie stelt dat de EU-lidstaten alles in het werk moeten stellen om ervoor
te zorgen dat migranten op veilige en legale manieren naar Europa kunnen komen.
Van beperkingen is geen enkele sprake. Conclusie: de lidstaten worden feitelijk
verplicht om iedereen die maar wil op veilige wijze binnen te
halen en permanent te verzorgen.
Natuurlijk zullen voorstanders wel weer beweren dat het
besluit in wettelijke zin niet bindend is, maar dat is, gezien het feit dat al
honderden van dit soort zogenaamd niet bindende besluiten door de lidstaten
zijn en worden uitgevoerd, een misleidende voorstelling van zaken. Ook op
gebied van immigratie is het beruchte soft law principe van toepassing. En
als het dan niet bindend zou zijn, waarom worden dit soort resoluties dan
überhaupt opgesteld en aangenomen?
Ongekend haatresolutie tegen eigen burgers
Wellicht het meest schokkend is dat er in de hele
geschiedenis nog nooit een democratisch parlement is geweest dat een dergelijke
agressieve haatresolutie, waarin de eigen burgers als
discriminerende racisten en oorzaken van alle problemen op andere continenten
worden neergezet, heeft aangenomen. De geest van de Nazi en Sovjet
parlementen is daarom niet alleen teruggekeerd, maar is in Brussel en
Straatsburg sterker dan ooit tevoren aanwezig.
Voor de oorspronkelijke Europeanen zullen de gevolgen
verschrikkelijk zijn. Zo zullen we door het importeren van 230 miljoen
migranten in slechts 10 jaar tijd onze welvaart en uitstekende sociale
zekerheid permanent kwijtraken, zeker als de EU het aan krankzinnigheid
grenzende extremistische klimaatplan van commissaris Frans Timmerman gaat
uitvoeren. Totalitaire onderdrukking en armoede is onze toekomst, besloten en
uitgevoerd door een globalistische elite die zich natuurlijk zelf geheel van
alle strenge beperkingen en controle zal vrijwaren.
gebaseerd op (1) Andreas-Unterberger.at
Wat er
in onze cultuur straks wordt doodgezwegen, vernietigd enz:
ONZE CULTUUR
MET HULP VAN DE AFRIKANEN !!!!! voorbeelden:
Antwerpse
kathedraal, toonbeeld van schoonheid, zoals een van de zovele
kathedralen en basilieken die in België verspreid zijn:

Een paar briljante schilders: Pieter
Paul Rubens (1577-1640) met de Kruisafname:

Cornelis de Vos (1584-1651) - De Burgers van Antwerpen brengen de monstrans en
de gewijde vaten die ze verstopt hadden voor Tanchelm naar de heilige Norbertus
van Magdeburg

Een voorbeeld van een
streekproduct: Antwerpse handjes. Er zijn zoveel streekproducten die in
het buitenland zeer vermaard zijn.

Antwerpse handjes zijn koekjes en/of chocolaatjes gemaakt
in de vorm van een handje. Deze handjes zijn een verwijzing naar de legende
rond het ontstaan van Antwerpen. De reus Druon Antigoon hakte immers
handen af van de voorbijvarende schippers die tol weigerden te betalen tot hij
door Silvius Brabo werd gedood. Brabo wierp nadien ook de hand van Druon
Antigoon in de Schelde.
En de naam Antwerpen
komt van een IS-strijder die de hand afhakte van een christen en hem in de
Schelde gooide.
Over
sinterklaas en zwarte piet
Nicolaas van Myra,
ook wel Nicolaas van Bari of Nicolaas
van Patara genoemd (Patara ong. 280 Myra, 6
december 342 of 352) was in het begin van de 4de eeuw Bisschop te
Myra, een gebied langs de zuidkust van het huidige Turkije en een
toenmalige Romeinse provincie.
Nicolaas werd later heilig verklaard en is de
hoofdpersoon in tal van legenden, bijvoorbeeld in de Legenda aurea, een
van de meest gelezen en gebruikte boeken uit de late middeleeuwen. Tussen de 6e
en de 12e eeuw verwierf hij een grote bekendheid. In Oost-Europa is
Nicolaas van Myra tot op heden een belangrijke heilige, in West-Europa werd
hij na de 12e eeuw een onderdeel van folklore rondom het Sinterklaasfeest.
Leven
De informatie die over het leven van de heilige Nicolaas beschikbaar
is, is hoogstwaarschijnlijk eerst mondeling overgeleverd en in een later
stadium op schrift gesteld. Ze komt uit de verschillende levensverhalen.
Historisch bewijs over het leven van Nicolaas van Myra is nooit gevonden. Vanaf
de 6e eeuw werd hij vereerd. De voornaamste vitae zijn die van
Michaël de Archimandriet uit de 9e eeuw en die van Simeon de Logotheet uit de
10e eeuw. De vita van Michael de Archimandriet is de oudste en
eerste "complete" levensbeschrijving. Uit deze bron komt de
informatie dat Nicolaas in 280 in Patara, niet ver van Myra het
huidige Demre in Klein-Azië werd geboren. Volgens
de Vita Compilata, een derde belangrijke vita, was hij
kind van welgestelde, zeer gelovige ouders.
Aan de kleine Nicolaas werden al vanaf de geboorte wonderen
toegewezen. Zo kon hij direct na de geboorte rechtop in zijn badje staan, de
handen ten hemel geheven, alsof hij God dankte voor het mirakel van zijn
geboorte, en wilde hij op de vastendagen woensdag en vrijdag niet van
moeders borst drinken. Verder kende hij op vroege leeftijd de namen van de
hemellichamen uit zijn hoofd. Het was al snel duidelijk dat Nicolaas
vernoemd naar zijn oom, die bisschop was in een naburige gemeente en met wie
hij vaak verward wordt zijn leven aan de dienst van God zou gaan wijden. Er
werd een verband gezien met de Bijbelse figuur Samuel. Nicolaas' moeder kon net
als de moeder van Samuel geen kinderen krijgen en kreeg uiteindelijk een kind
in ruil voor de belofte dat het in dienst van God zou treden. Net als Samuel
was Nicolaas al op vroege leeftijd geliefd bij de bevolking. Hij begreep snel
dat hij een hogere taak te vervullen had. Samuel was de laatste en
belangrijkste der Richteren, die ook koningen zou zalven. Ook hier ligt
een overeenkomst, want tijdens Nicolaas' leven zou het christendom in het Romeinse
Rijk belangrijk worden.
Volgens de Vita per Metaphrasten van de
heilige Simeon de Logotheet was Nicolaas een goede leerling, ging hij met
regelmaat naar de kerk en was hij waar nodig behulpzaam. Al op
negentienjarige leeftijd werd Nicolaas door zijn oom tot priester gewijd
en legde hij de kloostergeloften af. Zijn oom sprak de verwachting uit dat
Nicolaas zelf óók bisschop zou worden en een leven van verlichting zou leiden.
Door zijn strenge discipline inzake de vasten, zijn goede wil en zijn gebeden
voor iedereen was hij een voorbeeld voor anderen. Toen zijn oom een reis maakte
naar Jeruzalem werd de jonge Nicolaas benoemd tot gevolmachtigde in
zijn klooster Nieuw Zion. Volgens de overlevering bestuurde hij het klooster zó
goed dat het leek alsof de bisschop zelf aanwezig was.
Volgens dezelfde Simeon de Logotheet heeft de heilige
meermaals het Heilig Land bezocht, en vatte hij telkens
het plan op om er meerdere weken te verblijven, maar een "engel
des Heeren beval hem om huiswaarts te keren". Dit betekende dat
zijn parochie in gevaar was en hij daar zijn bovenmenselijke krachten
moest gebruiken. Eens probeerde bij zo'n gelegenheid een zeeman hem te
bedriegen, maar Nicolaas verijdelde dat plan, en sprak streng: "Probeer nu
nooit meer iemand te bedriegen. Vaar naar huis, en mijn zegen zal je
vergezellen." Vandaar staat hij bekend als vergevingsgezind.
Aan de vooravond van zijn bisschopswijding ontving Nicolaas
volgens de Vita Compilata een versie van de Bijbel uit de
handen van Jezus.
In 325 zou hij als bisschop deelgenomen hebben
aan het concilie van Nicaea. De voornaamste aanleiding tot
bijeenroepen van het concilie was de onrust ontstaan door de leer verspreid
door Arius. Nicolaas, een fervent tegenstander van Arius, zou deze laatste
een klap in het gezicht hebben gegeven tijdens het concilie. Hierna werd
Nicolaas in de kerker gegooid, maar 's nachts uit zijn boeien bevrijd
door Maria, van wie hij zijn bisschoppelijke gewaden terugkreeg alsook een
bijbel. Gedurende de verdere duur van het concilie werd er bij grote
vraagstukken beslist volgens de mening van Nicolaas. Hoewel de gebeurtenissen
van het concilie van Nicea goed gedocumenteerd zijn, wordt er in de
concilieverslagen helemaal geen melding gemaakt van dit incident. Men vindt
zelfs geen aanwijzing dat Nicolaas aanwezig was. Het verhaal wordt aldus meestal
als een mythe beschouwd.
Gedurende zijn leven zou Nicolaas vele malen de bevolking
tegen demonen hebben beschermd, maar ook na zijn dood zou hij verder
voor zijn mensen hebben gezorgd. Zo zou hij tijdens hongersnoden schepen
hebben behoed voor de ondergang.
Hij werd begraven in Myra, waar de betreffende
basiliek nog steeds te bezichtigen is, al zou het grootste deel van zijn botten
zijn overgebracht naar andere plaatsen.
Veldherenlegende
De oudste legende over Nicolaas stamt waarschijnlijk uit de
6e eeuw en is vooral bekend in Oost-Europa Nicolaas nodigt drie
Oost-Romeinse legeraanvoerders uit in Myra. Zij zijn getuige hoe de bisschop
drie onschuldig ter dood veroordeelde mensen van de executie redt. Terug
in Constantinopel worden de veldheren het slachtoffer van een intrige
en zelf ter dood veroordeeld. In de kerker bidden ze om de hulp van Nicolaas,
die daarop in de droom van de keizer verschijnt en hem voor de gevolgen van de
executie van de onschuldigen waarschuwt. De keizer stelt de legeraanvoerders
daarop in vrijheid.
De naastenliefde van Sint-Nicolaas
Deze legende stamt uit de vita van Michaël
de Archimandriet en vertelt het verhaal van een arme man, die drie dochters
had. In die dagen werd van de vader verwacht dat hij de toekomstige echtgenoot
iets van waarde aanbood: een bruidsschat. Hoe hoger de bruidsschat, des te
groter de kans dat een jonge vrouw een goede echtgenoot zou vinden. Zonder
bruidsschat was het waarschijnlijk dat de vrouw nooit zou trouwen. Vanwege de
armoede van de man waren zijn dochters gedoemd als slaven te worden verkocht.
Echter, op drie verschillende gelegenheden verscheen een buidel met goud in het
huis, een volwaardige bruidsschat. Van de geldbuidels, die door een open raam
werden gegooid, wordt gezegd dat ze in de schoenen terechtkwamen die voor de
haard stonden te drogen. Soms zijn de geldbuidels weergegeven dan wel
geïnterpreteerd als sinaasappels of mandarijnen, hetgeen kan verklaren waarom
de hedendaagse Sint uit Spanje komt. Dit verhaal verklaart ook het strooigoed en
het zetten van de schoen. Drie zakjes met goud staan symbool voor
Sint-Nicolaas. Ook de munten van chocolade die vaak deel uitmaken van het strooigoed
gaan op dit verhaal terug
Verering
na zijn dood
Nicolaas van Myra zou gestorven zijn op 6 december en
begraven in zijn bisschopsstad Myra, nabij het huidige Demre, Turkije. Het
duurde nog enige tijd, tot de 6e eeuw, vóór hij als heilige werd vereerd in
het Byzantijnse Rijk. In deze 6e-eeuwse legendevorming circuleerde
een verhaal over het redden van drie van hoogverraad beschuldigde generaals
onder keizer Constantijn. De verering ging voort in de Grieks-Orthodoxe Kerk en was bijzonder
verspreid in Rusland.
De faam van de heilige begon zich gaandeweg ook in West-Europa meer
en meer te manifesteren. Reeds in de 7e eeuw was de verering van Nicolaas
uit Klein-Azië over Griekenland in Rome terechtgekomen. Het huwelijk
van de Byzantijnse prinses Theophanu met keizer Otto II zorgde
in de 10e en 11e eeuw voor een verdere verspreiding naar het noorden. Na de
slag bij Manzikert in 1071 viel Myra in handen van de islamitische Seltsjoeken en
begonnen de Grieken in de hiel van Italië zich zorgen te maken over
de relieken van de populaire heilige. In 1087 landde een groep
kooplieden in Myra om de beenderen al dan niet te ontvreemden en over te
brengen naar Bari. Hun terugkomst op 9 mei werd het feest van de
translatie. Twee jaar later kon paus Urbanus II een speciaal gebouwde
kerk inwijden, de Basiliek van Sint-Nikolaas.


Mede doordat Bari geliefd was bij veel pelgrims op
doortocht en een belangrijke startplaats was voor de kruistochten, breidde de
verering van Sint-Nicolaas zich hierna snel uit naar andere delen van Europa:
Spanje, Frankrijk, Engeland, het gebied rond de Alpen, Tsjechië, het
Heilig Roomse Rijk en de Nederlanden. Tegen 1200 was de verering van de heilige
Nicolaas in Europa algemeen geworden. In West-Europa kreeg deze
verering hierna steeds meer een volks karakter, terwijl zij in Oost-Europa voor
alles kerkelijk en sacraal bleef.
Met de hervorming van de katholieke feestkalender door
het Tweede Vaticaans Concilie van 1969 werd de liturgie van de
heilige Nicolaas gedegradeerd van 'algemeen' tot 'particulier'.
Naamdag
De vermoedelijke sterfdag 6 december is Sint-Nicolaasdag,
de naamdag van de heilige geworden. Vroeger werd ook 9 mei, de dag
van de overbrenging van de relieken naar Bari, gevierd.
Beschermheilige
Sint-Nicolaas is de beschermheilige van
schippers, scheepsbouwers, vissers, gevangenen, ten onschuldig veroordeelden,
advocaten, deurwaarders, bankiers, dokwerkers,
graanhandelaars, kuipers, wijnhandelaars, schilders, parfumeurs, apothekers,
bakkers, clerici, vrijers, kinderen en kooplieden. Veel havensteden hebben
Sint-Nicolaas als beschermheilige: Sint-Niklaas, Amsterdam, Bari, Kampen
(Overijssel), Aberdeen.
Sint-Nicolaas wordt in de oosters-orthodoxe kerken zeer
vereerd en zijn beeltenis is op veel iconen te vinden. Hij is een van de
beschermheiligen van het belangrijkste orthodoxe land, Rusland.
Enkele
andere legenden uit www.heiligen.net
Nicolaas-legende: Koren
Eens werd de hele provincie waar het bisdom van Sint Nicolaas onder hoorde,
door een geweldige hongersnood geteisterd. Niemand had ook nog maar iets te
eten.
Nu verneemt onze man Gods dat er schepen in de haven liggen, boordevol graan.
Hij gaat er meteen heen en vraagt de sjouwersknechten de uitgehongerde
bevolking te hulp te komen. Al lieten ze maar per schip zo'n honderd baal graan
op de kade staan.
Maar zij zeiden: "Vader, dat durven we niet. Want toen we uitvoeren uit
Alexandrië, is onze lading precies afgewogen en die moeten we in dezelfde
hoeveelheid afleveren bij de graanschuren van de staat."
De heilige man antwoordde hun: "Doe toch maar wat ik je zeg. En ik beloof
je in naam van God zelf dat de douanebeambten van de staat geen greintje minder
zullen aantreffen in de lading." Toen deden die mannen het dus maar.
Op de plaats van bestemming aangekomen, leverden zij alle graan af in de
graanschuren en het was inderdaad precies de hoeveelheid die in Alexandrië was
afgewogen. Ze realiseerden zich dat dit een wonder was, begonnen het overal
rond te bazuinen en verheerlijkten God in de persoon van zijn dienaar.
Het graan dat ze bij hem hadden achtergelaten, was intussen door Nicolaas
uitgedeeld. Ieder kreeg naar behoefte; het wonder was van dien aard dat de
hoeveelheid voldoende was om de hele landstreek voor twee jaar te voeden. En
dat niet alleen. Het leverde zelf ook weer rijke oogsten op.
Nicolaas-legende: De Drie Studenten
In de middeleeuwen was Europa overdekt met dichtbegroeide bossen en wouden.
Waar nu koeien grazen en graan staat te wuiven, of ook wel dorpjes en steden
zijn gebouwd: daar moet vroeger bos geweest zijn. Voor reizigers was het vaak
niet veilig. Met name 's nachts niet. Want zelfs al was het volle maan, dan
wist het licht ervan toch maar nauwelijks door te dringen door de takken,
naalden en bladeren. Daarom trof je hier en daar herbergen aan, een boerderij
of houtvesterswoning die als onderdak konden dienen voor de nacht. Ze lagen
haast altijd op één dagmars van elkaar.
Zo gebeurde het eens, dat er drie studenten door zo'n bos
onderweg waren. Het was najaar. Het weer was somber en donker, de dagen kort en
de weg door het bos soms nauwelijks te zien: zo donker was het zelfs overdag.
Op hun tocht de afgelopen dagen hadden ze gezien hoe de mensen zich opmaakten
voor een lange koude winter. De oogstfeesten waren voorbij. Beesten werden
geslacht en ingepekeld zodat het vlees niet zou bederven, want wat in het vat
zit verzuurt niet. Hooivoorraden opgeslagen en droog toegedekt onder een afdak.
In de kelders werd de fruitoogst in weckflessen ingemaakt. Aardappels op de
zolder uitgelegd. In de bossen werd hout gesprokkeld om straks voldoende vuur
in de haard te hebben.
Het was al haast volkomen donker toen de drie studenten bij
een herberg aankwamen. In feite was het een boerderij waar strozakken op de hooizolders
waren geschud en opgemaakt en voorzien van smoezelige lakens. Reizigers keken
indertijd niet zo nauw. Bovendien: wassen was ingewikkeld en tijdrovend. Dat
deed ja pas als je echt kon zíén dat de lakens en slopen vuil waren. Die konden
wel een maand of zes mee dus, voor je ze verschoonde.
Doe boer en boerin ontvingen de drie vriendelijk. Ze wezen
hun hun slaapplaats aan, en nodigden ze uit voor een lekkere vleesmaaltijd. Het
vlees is juist ingepekeld en nog vers. De drie lieten het zich goed smaken, en
omdat ze er ook een sterk bier bij dronken, bemerkten ze niet, hoe de boer en
boerin elkaar blikken van verstandhouding toewierpen. Daar zat geld. Wie zulke
lange reizen maakte en het er zo goed van kon nemen: die moest iets in de
buidel hebben. Bovendien, wie anders konden zich vandaag de dag een studie
permitteren dan de rijkeluiskinderen? En daar hadden ze er nu ineens drie van
onder hun dak. Hier viel, als ze het handig aanpakten, behoorlijke winst uit te
slaan.
De drie studenten deden - zoals te doen gebruikelijk in die
tijd - hun avondgebeden, en bevalen zich vooral aan in de zorgen van de heilige
Nicolaas, bisschop van Myra; die was immers zowel patroon van de reizigers als
van de studenten. Ze vroegen hem of hij hun wilde behoeden op hun weg, waar zo
vaak rovers en ander gespuis de buurt onveilig maakten. Met een gerust hart
gingen ze slapen, want Sint-Nikolaas zou waken over hen. Daar vertrouwden ze
vast op.
Toen alles in diepe rust was, stonden de boer en zijn vrouw
op, slopen naar de slaapzolder, schoven het gordijn weg waarachter de drie
sliepen, en hakten hun de hoofden af. Eerst werden de rinkelende goudstukken
verzameld. Die werden naar een goed verborgen plekje gebracht: onder in het
pekelvat: daar zou nooit iemand zoiets zoeken. Maar wat te doen met de drie
jongemannen? Natuurlijk, die konden nog eens van pas komen als het vlees van de
beesten opraakte. Mooie reserve voor krappe dagen. Omdat boer en boerin
natuurlijk ervaren slagers waren, lagen de drie binnen enkele uren tussen de
andere hompen vlees in het vat. Dat was dat.
Natuurlijk, ergens ver weg waren er vaders en moeders die
na verloop van tijd hun kinderen misten. Er waren leermeesters die hun
leerlingen maar steeds niet zagen komen opdagen. Maar ja, dat gebeurde wel
vaker. Ze spijbelden. Of ze waren verongelukt. Of door een wild beest
opgevreten. Of overvallen. In ieder geval leverden de naspeuringen niets op.
Op de boerderij ging in de tijd erna alles zijn gewone
gang. Er was vlees genoeg. De winter was mild geweest. Het voorjaar brak aan.
De vleesoverschotten bedierven niet en konden wachten tot de volgende winter.
Gasten kwamen en gingen, en niemand merkte iets vreemds op.
Tot jaren later een bisschop door dat bos kwam. Hij reed op
een prachtige schimmel. Het was najaar en somber weer: "Hopelijk vinden we
voor de avond een goed onderkomen", sprak de bisschop tegen zijn knecht
die een zwarte huidskleur had. De knecht droeg een grote zak over zijn
schouder, en was moe. Hij verlangde eerlijk gezegd niets liever dan dat ze
zouden stoppen voor vandaag. Daar doemde een boerderij in het schemerdonker op.
Buigend en knippend als messen verwelkomden de boer en zijn
vrouw de hoge gast. Ze maakten voor hem de beste slaapplaats in orde. En ze
nodigden hem uit voor een heerlijke maaltijd: "We hebben juist vers vlees
in het pekelvat. Dat zal u na zo'n vermoeiende dag best smaken,
eerwaarde." Dat leek de bisschop wel wat.
Terwijl hij zich aan tafel zette, ging de boerin het beste
vlees uit het vat halen. Maar toen zij de deksel in het achterhuis oplichtte,
bereikte de geur van het vlees de neus van bisschop Nikolaas in het voorhuis.
En omdat hij een fijnproever was, vroeg hij aan de waard: "Wat is dat voor
vlees dat u daar in de kuip hebt?" "Heerlijk vers varkensvlees,
monseigneur." "Gek, zei Nikolaas tegen zijn zwarte knecht, maar zo
luid dat de boer hem goed kon verstaan: "wat ik ruik is iets heel anders
dan varkensvlees. Vind jij niet, Pieterman?" De boer die nattigheid begon
te voelen, kwam vlug naderbij en bezwoer Nikolaas, dat het toch echt varkensvlees
was; misschien dat de bisschop het vlees van vorig jaar rook dat ook nog in
hetzelfde vat werd bewaard. "Nee nee, het is niet van vorig jaar; en het
is geen varkensvlees. Zeg eens, Pieterman, jij komt uit een land waar ze expert
zijn in dit soort vlees: ruik jij ook wat ik ruik?" Maar voor de
negerknecht Pieterman antwoord kon geven, schoot de boer angstig toe om
nogmaals met omslachtige omhaal van woorden te zeggen en te zweren dat er niets
anders in zat dan varkensvlees. "Zullen we het eens aan uw vrouw
vragen?" vroeg de bisschop. En de boer was niet goed genoeg of hij moest
de boerin erbij halen en ook aan haar vroeg bisschop Nikolaas wat er nu precies
in dat pekelvat zat. Zij reageerde zo mogelijk nog zenuwachtiger dan haar man:
"Echt monseigneur, u maakt ons een beetje bang. En dat, terwijl wij
eerlijke mensen zijn, die met hard werken aan de kost moeten komen. Dacht u dat
wij u een mindere soort vlees zouden voorzetten?" "Nee, dat dacht ik
zeker niet. Niet een mindere, maar een hogere soort, want wat ik ruik is
mensenvlees!"
Nu werden de beide echtelieden doodsbleek. Nikolaas gebood:
"Wijs mij dat vat maar eens aan." Trillend en bibberend gingen ze hem
voor. "Haal die deksel er maar eens af...! Wilt u nog steeds volhouden dat
het hier alleen maar om varkensvlees gaat? En hoe komt het dan, dat uit dit
pekelvat al zeven jaar lang gebeden naar mij opstijgen: gebeden van drie
jongemannen die hier in uw boerderij voor het laatst zijn gezien en sindsdien
worden vermist? Weet u wel wie u voor u heeft? Ik ben Sint-Nikolaas, bisschop
van Myra. En om te tonen dat ik gekomen ben om de mensen te redden die in hun
nood bidden tot mij - en nu richtte hij zich tot het vat, hief zijn hand in een
zegenend gebaar omhoog en sprak: "Zoals ooit een engel vanuit de hemel
neerdaalde om drie jongemannen uit de vuuroven te redden, zo ben ik neergedaald
om jullie drieën uit dit pekelvat tot het leven terug te brengen. Daarom zeg ik
jullie: sta op!" Tot ontsteltenis van de boer en de boerin kwam er
borrelend beweging in het vat, en vervolgens kwamen de drie studenten levend en
wel uit het vat omhoog." Onmiddellijk wezen ze de boer en boerin als hun
moordenaars aan. En om hun woorden kracht bij te zetten, doken ze nogmaals
onder en brachten handen vol goudstukken tevoorschijn.
De boer en zijn vrouw vielen nu op hun knieën en smeekten
om genade, hun handen geheven tot de heilige bisschop. Zij beloofden hun leven
te beteren en nooit meer te zondigen. Ze beloofden elk jaar vlees te geven aan
de studenten van de meest naburige stad. Ze gaven hooi en winterpeen voor het
paard van Sinterklaas, en namen zich voor elk jaar het feest van Sinterklaas te
vieren. Maar de Sint zei: "Ik zal jullie vergiffenis schenken en in leven
laten. Op één voorwaarde...!" De twee van de boerderij jammerden:
"Zeg het, zeg het maar. En we beloven u dat we het allemaal zullen doen.
Wat het ook is." "Heel eenvoudig" zei de Sint "zoals ik
jullie laat leven en een nieuwe kans geef, zo wil ik dat je dat ook doet met de
mensen die je in je verdere leven nog zult ontmoeten."
Toen vroeg hij nog aan de studenten of ze het met deze
regeling eens konden zijn. "Ja" zeiden ze. "Als dat zo is, zei
Sint-Nikolaas, en nu wendde hij zich tot de boer en boerin "dan zou ik nu
eindelijk wel eens willen proeven hoe lekker jullie varkensvlees is; en zouden
we het op prijs stellen, als u met ons vijven meeat."
Verering & Cultuur
Na zijn dood werd Nicolaas in een sarkofaag (= stenen doodkist) begraven in
zijn kerk te Myra. Volgens de bevolking was hun bisschop een heilige geweest: Nicolaas
was dus in de hemel. Zo werd zijn graf al gauw een bedevaartsoord: mensen
kwamen er naartoe om te bidden. Dan vroegen ze aan Sint Nicolaas of hij in de
hemel bij God een goed woordje voor hen wilde doen. Als de bidders inderdaad
kregen waarom ze vroegen, zeiden ze natuurlijk dat het te danken was aan Sint
Nicolaas.
Ook kwam er een geurige vloeistof van onder zijn sarcofaag
vandaan. Als je er van dronk - zeiden de mensen - werd je genezen van al je
ziekten en kwalen. Van heinde en ver stroomden de pelgrims toe met flesjes en
kruikjes om ervan mee naar huis te nemen. Dan konden ze er thuis ook de zieken
mee genezen.
Reeds vanaf de 6e eeuw is zijn verering bijzonder populair.
In 1071 werd Turkije veroverd door de Islam. Christenen mochten niet langer in
het openbaar hun godsdienst belijden. Ook verering van Sint Nicolaas in Myra
werd verboden. In 1087 deden vissers uit het Zuid-Italiaanse plaatsje Bari een
inval in de stad Myra. Ze roofden de sarcofaag met het stoffelijk overschot van
Sint Nicolaas en brachten het over naar hun vaderstad. Op 8 mei 1087 voer de
boot met de kostbare schat plechtig de haven van Bari binnen. Vanaf dat moment
werd deze stad bedevaartsoord. Er verrees een nieuwe kerk ter ere van hem. Van
daaruit verspreidde zich Sint Nicolaas' verering over de hele wereld verspreid:
in het westen als kindervriend, in het oosten als wonderdoener. In de 13de eeuw
werd zijn feestdag vastgesteld op 6 december.
Vanaf dat moment verspreidde zich de Nicolaasverering over
heel Europa. Hij werd patroon (= beschermheilige) van Griekenland en Rusland;
van zeelui, handelaars en vele handelssteden. In vele grote Europese
havensteden verrezen er Sint-Nicolaaskerken:
-in België-
bv. te Antwerpen, Brussel, Gent en het naar hem genoemde Sint-Niklaas;
-in Duitsland-
bv. te Berlijn, Hamburg en Frankfurt;
-in Frankrijk-
bv. te Parijs en het beroemde Sint-Nicolaasbedevaartsoord Saint-Nicolas-de-Port
(daar wordt ee vingerkootje van de heilige bewaard dat afkomstig zou zijn uit
Nicolaas' sarkofaag te Bari;
-in Engeland-
bv. te Londen en in talloze andere plaatsen;
-in Nederland-
bv. te Amsterdam (stadspatroon!), Deventer, Edam, Groningen en Utrecht; tussen
1100 en 1500 werden en er verspreid over Noord-Nederland minstens 900
(negenhonderd) Nicolaaskerken gebouwd; in Friesland werd zelfs een dorp naar
hem genoemd plaatsje Sint-Nicolaasga. Hieronder zie je dat een aantal plaatsen
in Nederland zelfs een afbeelding van Sint Nicolaas in het gemeentewapen
hebben.
Ook zijn relieken raakten verspreid over Europa. Zo zijn er
ook in de kathedraal van Fribourg (Zwitserland). De kerk van St-Nicolas-de-Port
bij Nancy, een belangrijk bedevaartsoord, heeft een vingerkootje van hem
(volgens de legende meegebracht door een ridder vanuit Bari). Op 9 mei wordt in
Bari uitbundig feest gevierd. Op de 3de zondag van oktober wordt Nicolaas al
binnengehaald in zijn residentie te Sint-Niklaas in Vlaanderen. In Hasselt
viert men een St-Niklaasstoet op een zaterdag van eind oktober of begin
november. In Neder-over-Heembeek wordt hij pas in het weekend voor 6 december
binnengehaald. In Nederland heeft bijna elke stad een Sinterklaasintocht, in
Deventer traditioneel pas op 5 december.
Veel oude haven- en handelssteden in Europa hebben een kerk
die aan hem is toegewijd.
Hij is patroon Griekenland en Rusland.
Met Martinus is hij waarschijnlijk de meest vereerde
heilige in West-Europa. In Oost-Europa heeft hij zelfs de titel gekregen van
'Mede-Verlosser met Christus'!
Andere Patronaten
Hij
is patroon van de liefde; daarnaast is hij beschermheilige van ongetrouwde en
trouwlustige meisjes; van kinderen en in het bijzonder van schoolkinderen,
koorknapen, studenten, onderwijzers, leraren, advocaten, notarissen, juristen,
rechters, rechtsgeleerden en geestelijken; van reders, zeelui, schippers, matrozen,
veerlieden, reizigers en pelgrims; van vissers en vishandelaars; van handelslui
en de christelijke middenstand, van kruideniers kooplieden, marskramers,
leurders en lommerdhouders; van kruideniers, specerijenhandelaren, parfumeurs
en apothekers; van molenaars, korenhandelaren (vanwege de legende met het
koren); van bakkers (niet alleen vanwege de verhoogde activiteit van deze
beroepsgroep rond zijn feest, maar wellicht ook, omdat men de gouden bollen op
zijn afbeeldingen - de bruidsschat voor de drie meisjes - voor broden aanzag);
van slagers; van jeneverstokers, bierbrouwers, kuipers en herbergiers; ; van
lakenscheerders, linnenhandelaren, band- en lintwevers, kantwerkhandelaren en
knopenmakers; van bankiers; van boeren; van kaarsenmakers; van brandweerlieden
(wellicht vanwege de legende met Diana?); van stoelenmakers; van soldaten
(vanwege de legende met de generaals?); steengroevearbeiders, steenhouwers; van
gevangenen;
Hij wordt aangeroepen tegen echtelijke onvruchtbaarheid,
voor bevrijding uit de gevangenis, voor het terugkrijgen van verloren zaken,
tegen foutieve oordelen, tegen gevaren van stormen en van het water, patroon
van de zee.
Iconografie
Hij
wordt afgebeeld als bisschop (tabberd, mijter, staf) vaak met drie goudklompen
op een boek, of met drie mannetjes in een tonnetje aan zijn voeten.
Weerspreuk(en)
'Neige
de Saint-Nicolas
donne froid pour trois mois.'
[Sneeuw met sinterklaas
dan blijft de kou drie maanden baas]
'Regent het op Sint-Nicolaas,
dan wordt de winter streng en grijs.'
'Sint Nikolaas regen?
Nooit een zegen!'
In 1946 publiceerden Gabriël SMIT (rijmpjes) & Piet
WORM (prentjes) een boekje over heiligen voor kinderen: Roosjes uit de
Hemeltuin; Utrecht/Antwerpen, De Fontein.
Het bevat ook een rijmpje voor Sint Nicolaas:
Sint Nicolaas, ons aller vrind,
Loopt steeds iets mooiers te bedenken
Om als hij het dan eindelijk vindt,
Aan brave kinderen te schenken.
Wie even heilig hier wil leven
Moet anderen alles willen geven.
|