Opvattingen over
homoseksualiteit
De Kerk respecteert de homoseksueel en heeft hem of haar
evenzeer lief als de heteroseksueel. Het katholicisme leert dat de homoseksueel
met respect, mededogen en gevoeligheid moet worden behandeld. Het veroordeelt
elke daad van haat, geweld of vervolging tegen homoseksuelen.
Maar als je de waardigheid van ieder mens respecteert, wil
dat nog niet zeggen dat je ook ieders gedrag in alle opzichten goedkeurt. De
Kerk beschouwt elk seksueel verkeer buiten het huwelijk als zondig en immoreel;
zo zijn masturberen, ontucht, overspel, pornografie en kunstmatige
anticonceptie in de ogen van de Kerk allemaal zondig. Dit uitgangspunt is
evengoed van toepassing op heteroseksuelen als op homoseksuelen.

Kuisheid en homoseksualiteit (uit Katechismus
van de Katholieke Kerk)
Onder homoseksualiteit verstaat men de betrekkingen tussen
mannen of tussen vrouwen die zich seksueel exclusief of overwegend aangetrokken
voelen tot personen van hetzelfde geslacht. Homoseksualiteit kent, door de
eeuwen heen en binnen de veelheid van culturen, verschillende
verschijningsvormen. De psychische oorsprong is moeilijk op te helderen.
Steunend op de heilige Schrift, die deze betrekkingen voorstelt als een
ernstige ontaarding, heeft de Overlevering steeds verklaard dat homoseksuele
daden intrinsiek ongeordend zijn. Ze zijn in strijd met de natuurwet.
Homoseksuele handelingen sluiten de seksualiteit af voor de gave van het leven.
Ze komen niet voort uit een ware affectieve en seksuele complementariteit.
Daarom kunnen ze in geen geval goedgekeurd worden.
Bij een niet gering aantal mannen en vrouwen is de
homoseksuele neiging diepgeworteld. Zij kiezen niet zelf hun homoseksuele
instelling uit; de homoseksualiteit betekent voor de meesten van hen een
beproeving. Men moet deze mensen met respect, begrip en fijngevoeligheid
behandelen. Men moet iedere vorm van onrechtmatige discriminatie vermijden. Ook
deze mensen zijn geroepen om in hun leven de wil van God te volbrengen en als
zij christen zijn - de problemen die zij
als gevolg van hun instelling ondervinden, te verenigen met het kruisoffer van
de Heer.
Homoseksuele mensen zijn tot kuisheid geroepen. Door de
deugd van zelfbeheersing, die hen tot innerlijke vrijheid opvoedt, eventueel
met steun van een belangeloze, vriendschappelijke begeleiding, door het gebed
en de genade van de sacramenten, kunnen en moeten zij geleidelijk en
standvastig voortgang boeken op de weg van de christelijke volmaaktheid.
Het verbod van de kerk op homoseksuele verbintenissen is
gebaseerd op Genesis 1:27-28: God schiep de mens als zijn evenbeeld, mannelijk
en vrouwelijk schiep hij de mensen.
en zie tegen hen: Wees vruchtbaar en word
talrijk, en op Genesis 2:24: Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn
vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij een van lichaam
wordt. Jezus zelf gebruikt deze citaten in Marcus 10:6-9 als Hij spreekt over
het huwelijk.
Katholieken beschouwen het huwelijk als een permanente,
trouwe en met Gods wil vruchtbare verbintenis van een man en een vrouw, die met
elkaar een verbond hebben gesloten om als echtpaar door het leven te gaan. Het
sacrament van het huwelijk is een heilige band die de liefde van Christus en
zijn bruid, de kerk, nabootst. (zie Efeziers 5:32) Dit is altijd de consistente
leer van de Kerk geweest, zoals blijkt in de catechismus, de geschriften van St
Thomas van Aquino en verschillende pauselijke brieven, en met name de brief van
paus Johannes Paulus II, Over het christelijk gezin in de moderne wereld
(1981). Omdat God het huwelijk heeft ingesteld, gelooft de Kerk dat noch de
Kerk zelf noch een seculiere staat (burgerlijke regering) het gezag heeft de
aard van het huwelijk opnieuw vast te stellen of wezenlijk te wijzigen.
Hoewel sommige christelijke Kerken hebben besloten
geestelijken te accepteren die uitkomen voor hun homoseksualiteit, volgt de
katholieke Kerk een ander pad. Net zo min als de Kerk de beperking van het
huwelijk tot mensen van verschillend geslacht beschouwt als discriminatie van
homoseksuelen, beschouwt ze ook de beperking van de priesterwijding tot
heteroseksuele mannen niet als onrechtvaardig.
De Kerk wil niemand tot priester wijden die tegen de
officiele leer in gaat, en dat is terecht. Wanneer je voorstander bent van
abortus, ben je net zo min geschikt om naar het seminarie te gaan als wanneer
je voorstander bent van kunstmatige anticonceptie of homoseksuele huwelijken of
wanneer je de goddelijkheid van Christus of de eeuwige maagdelijkheid van Maria
ontkent. Het zou van de Kerk hypocriet en onpraktisch zijn om een man tot
priester te wijden van wie de ideologie en levensstijl in strijd is met het
geloof en de ethiek van de Kerk, die hij wel moet uitleggen en verdedigen.
Uit: Katholicisme voor dummies
|