Heilig uur met OLVrouw
Heilig Hart van Jezus, verborgen in de Hostie, wij
aanbidden U, in vereniging met de negen koren van Engelen, die U in de hemel
lof zingen.
Heilig Hart van Jezus, verborgen in de Hostie, wij zegenen
U, in vereniging met de legioenen Serafijnen en Heiligen, die U in de
eenzaamheid van Uw tabernakel aanbidden.
Heilig Hart van Jezus, verborgen in de Hostie, wij
verheerlijken U, vooral in vereniging met Maria, de onbevlekte Koningin van de
hemel en tegelijkertijd Heerseres in ons aardse Paradijs, Uw tabernakel. Door
haar bieden wij U de hulde van onze liefde en een vurige ereboete aan. In
vereniging met Uw Moeder zijn wij gekomen om Uw eindeloze barmhartigheden te
bezingen. Met haar willen wij Uw doodsstrijd bewenen en ook de verlatenheid,
waarvan Gij het slachtoffer zijt in de Heilige Hostie, en de zonde van
ondankbaarheid van de hele wereld.
Vol verlangen Uw lijdensweg te veranderen in een glorierijke
zegetocht, willen zij het stijgend pad naar de top van Uw Golgotha bestrooien
met de onverwelkbare lauweren van de Maagd Maria, de Onbevlekte en de bloemen
van onze troostende liefde.
In innige vereniging met Marias Hart wensen zij, gedurende
dit Heilig Uur, het schandhout van Uw Kruis tot een verheerlijking te maken
voor Uw Goddelijk Hart, een troon van overwinning voor Uw liefde.
O beminnelijke Jezus, eeuwenlang hebt Gij reeds in innige
vertrouwelijkheid bij ons gewoond; het was voor ons gemakkelijk tot U te
naderen, en toch zijn we zo weinig in het geheim van Uw Eucharistie
doorgedrongen. Wil dan, o Heer, als uitboeting voor onze schuldige onwetendheid
de aanbidding van liefde aanvaarden van het Hart van Uw Moeder!
Aanbiddelijke Jezus, nog een andere ereboete zijn wij U
verschuldigd: ons geweten verwijt ons, dat wij U niet beminnen met een grenzeloze
liefde, zoals dat zou moeten in ruil voor Uw liefde. En dat alles ondanks Uw
onuitputtelijke mildheid en Uw tederheid. Vergiffenis, o Jezus, aanvaard als
vergoeding voor onze koelheid, de vlammen die het Hart van Uw Moeder verteerden
op de dag van de Blijde Boodschap.
O Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, hoogste liefde van
onze liefde, en leven van ons leven, wend Uw blikken af van onze zwakheden, van
onze lauwheid, wend Uw blikken af van onze onstandvastigheid, welke ons belet
talloze beloften van beterschap en heiliging eindelijk eens in daden om te
zetten.
On de liefde tot Uw Moeder Maria, schenk ons, o Jezus,
vergiffenis! Tot delging van onze koelheid, bieden wij U het onbevlekte Hart
van Uw Moeder aan. Aanvaard het als een gedurig offer van liefde, als de meest
volmaakte aanbidding, waarmee we U kunnen huldigen.
En omdat Gij de moederlijke zorgen van Maria niet kunt
vergeten, o Jezus, smeken wij U, als een nieuwe blijk van Uw kinderlijke
dankbaarheid aan de H. Maagd, de Onbevlekte, als uiting van Uw liefdevolle
voorkomendheid voor de Maagd uit Nazareth, dat Gij ter wille van Haar roem onze
tekortkomingen en zwakheden wilt vergeten. Zie hier, o Koning van de liefde, Uw
kinderen aan Uw voeten: gedurende dit Heilig Uur willen wij onze zonden en
zoveel van onze broeders bewenen; en die tranen dragen wij U op in de kelk van
het Hart van Uw Moeder.
Op die manier aangeboden, zult Gij, o Jezus, ze niet
afwijzen! Ter wille van die tranen, en om de wil van de Maagd Maria willen wij
van U een belofte afdwingen: dat Gij van nu af aan in onze zielen, in onze
gezinnen, in onze maatschappij zult heersen door een diepe geest van geloof en
liefde, van ootmoed en reinheid. Dat vragen wij U, Heer, bij de liefde en het
martelaarschap van het Hart van Uw Moeder!
Zeg nu in een vertrouwelijk samenzijn met Jezus, dat ge Hem
met een grote liefde bemint; dat ge Hem meer zou willen beminnen, met een
grenzeloze liefde, in ruil voor de gave van Zijn Hart, dat over ons wil
heersen. Maar wegens onze grote geestelijke ellende, bied Hem de
onvergelijkbare gave van Marias Heilig Hart aan. Of liever : vraag aan Maria
dat Zij gedurende dit uur haar Hart wil opdragen voor haar kinderen.
Smeek Haar dat zij ons de genade verkrijgt het Hart van
Jezus, met vurige liefde te mogen beminnen, en een vlammende ijver voor het
rijk van Zijn liefde te doen ontbranden.
Stem van Maria: Niemand heeft meer recht dan Maria om te
spreken over de innerlijke gevoelens van Jezus Heilig Hart; niemand beter dan
Zij kan ons onderhouden over de doodsangst van haar onbevlekt Hart, waardoor
Zij mocht medewerken aan onze verlossing. Laat ons met kinderlijke genegenheid
luisteren naar haar stem:
Mijn liefste kinderen, Ik ben de Moeder van de Zuivere
Liefde geworden op het ogenblik dat de Engel Mij de blijde Boodschap
aankondigde. Van dat heilig uur af, op de 25ste maart, toen Jezus
Hart en het Mijne een werden door de banden van hetzelfde bloed en hetzelfde
leven, heb Ik steeds gedacht aan jullie, die Mij jullie Moeder noemt. En
terecht, want dat ben Ik.
O mijn kinderen, hadden jullie je Moeder gezien bij de
kribbe van Bethlehem, toen Haar tanen op de wangen van de sluimerende Jezus
druppelden! Hadden jullie Mij gezien, terwijl Ik met mijn liedjes Jezus in
slaap wiegde in mijn armen! Toen reeds vermoedde mijn Hart en overwoog in
stilte de godsmoord, welke tot aan de voleinding der tijden het Hart van mijn
Kind en jullie Verlosser met de lans der zonde zou doorboren! Dan hief Ik, arme
Moeder, Hem in mijn armen op en offerde hem de Vader voor het heil van mijn
ondankbare kinderen.
Met welke tederheid heb Ik de handjes gekust die Mij
streelden; en in die kussen zocht Ik reeds de wonden van Zijne handen, en bood
er eerherstel door! Met welke vurigheid drukte Ik Mijn lippen op Zijn voeten,
om, als bedwelmd van liefde reeds lang op voorhand voldoening te geven voor de
pijn van de nagels. Hoe dikwijls heb Ik Zijn goddelijk voorhoofd gezalfd met de
zalf van Mijn tranen.
Hoe dikwijls heeft mijn hoofd, zo gemarteld door het
visioen van Golgotha rust gevonden op Zijn Borst. Daar op dat Goddelijk Hart,
zwoeren wij, Jezus en Ik samen te beminnen en te lijden voor de terugkeer of de
verrijzenis van zoveel verloren kinderen uit ons huis, voor zoveel afvalligen
van Kruis en Altaar.
Overweging: Beschouwt Jezus, sluimerend in Zijn kribbe,
terwijl een nacht van vrede en verzoenend lijden Hem omhult. Geknield, waakt
Maria, in geestesverrukking, over het Kind, de Eeuwige: Zij denkt aan een ander
Bethlehem: de ogen van Haar ziel houdt Ze gevestigd op een andere kribbe: de
kribbe van schijnbare rust, maar vol van voortdurende slachtoffering: het
Altaar!
Haar scherpe blik boorde door de toekomstige eeuwen heen,
en daar aanschouwde de smartvolle Maagd die blijvende onverwoestbare kribbe,
waar het goddelijk Kind alle tijden door, duizenden malen zou herboren worden
in de schaduw van het Altaar. Dan zag Zij Hem als zachtmoedige Gevangene,
opgesloten tussen de wanden van een nederig en stil tabernakel. En terwijl haar
ogen op het slapende Kind rustten, zag Zij Jezus in de toekomst nog meer
vernietigd in elke ciborie op de wereld.
Het visioen van Bethlehem is werkelijkheid geworden. Op
ieder altaar schijnt Jezus in de Heilige Hostie te sluimeren zoals in Zijn
kribbe. En Maria, de Koningin van Zijn Hart, waakt erover, van waaruit Jezus,
Haar Kind, op Zijn beurt over ons waakt.
De zielen: Dicht bij de gouden ciborie, die U gevangen
houdt, is ook Uw Moeder aanwezig: juist door haar tussenkomst, door de
bemiddeling van haar liefde, schenkt Zij ons Uw Hart in deze aanbiddelijke
Hostie. Zegen Haar, o Jezus, in onze naam, want Haar zijt Ge de mateloze
vreugde verschuldigd.
Zing dan, o Jezus, in vereniging met de Engelen, zing Uw
Moeder toe. Met de Engelen van het Paradijs, zing haar lof, o Koning! Maar
vooral met Uw broeders, o Goddelijke Meester, met de bannelingen, die evenals
Gij, Haar hun Moeder mogen noemen, verheerlijk Haar, o Heer!
Niets kunt Gij weigeren aan die Vorstin, Uw Moeder. Daarom,
in haar Naam, in naam van haar liefde tot U, vragen wij O: laat het Rijk van Uw
Hart door de Heilige Eucharistie beginnen.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
de bedroefden. In het gewijde en dagelijkse Brood, dat de Koningin der Smarten
ons biedt, wees hun een vertrooster.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
de kinderen. In het gewijde en dagelijkse Brood dat de Koningin der Maagden ons
biedt, wees een goddelijke bescherming en steun voor hun onschuld en
kinderlijke reinheid.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
de armen en verstotenen. In het gewijde en dagelijkst Brood, dat de Koningin
van Betlehems herders ons biedt, wees hun bij de talloze smarten, waaronder zij
gebukt gaan, een hemelse spijs ter versterking.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
de priesters. In het gewijde en dagelijkse Brood, dat de Koningin der Apostelen
ons biedt, wees hun het hemels vuur van priesterlijke heiligheid en vlammende
ijver.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
de gezinnen, welke gelijkvormig zijn aan dat van Betanie. In het gewijde en
dagelijkse Brood, dat de Koningin van het Paradijs van Nazareth ons biedt, wees
een zon van goddelijk geloof voor hen. Een zon welke de ziel van ouders en
kinderen verlicht.
Hart van Jezus, verborgen in de Heilige Hostie, heers over
Uw Kerk. Laat Uw Geest rusten op heel het Episcopaat en vooral voor Uw
Plaatsbekleder, de Paus. In het gewijde en dagelijkse Brood, dat de Koningin en
Middelares van het Cenakel Uw Kerk ons biedt, wees een blijvend en verterend
Pinkstervuur voor hen.
Weeklachten van Maria : Haar Moederhart vraagt aan haar
trouwe kinderen om troost. Zij moeten de bittere teleurstelling vergoeden,
waarmee Maria, helaas wordt overstelpt door zoveel anderen: verloren zonen,
ontaarde kinderen van het grote gezin, waarvan Zij de liefdevolle Moeder is,
ondankbaren, die met bitter leed haar onbevlekt Hart verzadigen. Laat ons niet
vergeten, dat de goddelijke geschiedenis van Nazareth geen vervlogen feit is.
Ach nee, Nazareth wordt nog altijd voortgezet; het is het mysterievolle verhaal
der smarten en doornen, welke de onafscheidelijke Harten van de Zoon en de
Moeder gebonden houden.
Gij, mijn kinderen, gij die de jongere broeders van Jezus,
mijn Eerstgeborene zijt, gij, die heden Zijn aanbiddelijk Hart komt begroeten,
treedt nader en geeft Hem eerherstel voor Zijn verstoting. Om uw eerherstel
volkomen te maken, neemt mijn eigen Hart met al zijn liefde, al zijn tederheid,
al zijn offervaardigheid, en biedt dat alles Jezus op het altaar aan als een
gave van uwentwege. Hij zal het aanvaarden als een brandoffer van volmaakte
genoegdoening. En nu smeek Ik, Ik, uw Koningin, om een vertrouwvol en vurig gebed.
Ik de Maagdelijke Moeder, wil mijn onbevlekt Hart met uw harten verenigen.
De zielen: Jezus van Nazareth, keer als overwinnaar terug
uit ballingschap; keer terug als heerser; blijf door Uw liefde geketend, in ons
midden, want Gij moet onze Koning zijn!
De wereld wil niets van U weten; nog in onze dagen stoot
zij de kreet van verwensing tegen U uit, waardoor zij met satanische hoogmoed U
grieft en verwerpt. Heb medelijden met ons, o Jezus, ga niet heen! Keer als
overwinnaar terug uit de ballingschap; blijf, door Uw liefde geketend, in ons
midden, want Gij moet onze Koning zijn!
Keer Uw blikken af van hen, die Uw Naam vervloeken en Uw
Evangelie verloochenen; wend ze naar ons, Uw getrouwen. Doordring onze harten
en zie toe, want vandaag zweren wij U eeuwige trouw. Om ons, heb medelijden, o
Jezus, ga niet heen! Keer als overwinnaar terug uit ballingschap blijf, door
Uw liefde geketend, in ons midden, want Gij moet onze Koning zijn!
Indien Gij heengaat, Heer, wat zal eer dan van de wereld
worden zonder U, die haar vrede, haar hemel zijt? Vergiffenis, Heer, voor de
ongelukkigen, die U zo beledigen: vergiffenis, want ze weten niet wat ze doen!
Heb medelijden, o Jezus, ga niet heen! Keer als overwinnaar terug uit
ballingschap: blijf door Uw liefde geketend, in ons midden, want Gij moet onze
Koning zijn!
Dan zult Gij ons nooit meer alleen achterlaten, o
veelgeliefde Meester, maar altijd bij ons vertoeven. Daarom ook, in naam van
alle ondankbaren van deze wereld, evenals voor al Uw vrienden, die hier
tegenwoordig zijn, vragen wij U met aandrang om de gave van Uw aanbiddelijk
Hart.
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, talloze zielen kwijnen weg; talloos vele
wankelen uit zwakheid tussen de gapende afgronden van hel en zonde. In hun en
onze naam roepen wij tot U, o Heer: schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, onze gedachten gaan uit naar de
ongelukkigen, die liggen te zieltogen, vooral naar hen, die gedurende hun leven
U hoonden, die U jarenlang vergaten, die Uw Hart zo wreed doorboorden.
Ontferming, Heer, voor de rampzaligen, die zon grote behoefte hebben aan Uw
grenzeloze barmhartigheid. In hun en onze naam roepen zij tot U, o Heer: schenk
ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, smekend staan wij voor Uw tabernakel,
terwijl wij denken aan zovele huisvaders, die hun plichten tegenover U al te
dikwijls vergeten, aan zovele moeders, die een zielelijden doorstaan, terwijl
ze voor de eeuwigheid van hun echtgenoten en kinderen beducht zijn. In hun en
onze naam roepen zij tot U, o Heer: schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, aangetrokken door Uw eindeloze
barmhartigheid en vol vertrouwen, komen wij U de grote mirakelen, de
wondertekenen van Uw genade vragen, welke Gij hebt toegezegd aan de getrouwen,
die U troosten in de oefening van het Heilig Uur, die U ontvangen in de
veelvuldige Communie. Wij durven de zegepraal eisen van Uw liefde door de
bekering van talloze grote zondaars. In hun en onze naam roepen zij tot U, o
Heer: schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, Uw Onbevlekte Moeder heeft ons tot U geleid,
en Zij geeft ons een bijzonder smeekgebed in voor Uw vrienden, Uw apostelen, Uw
priesters en de hele schare van Uw toegewijde zielen, die U plechtig hebben
gezworen naar de heiligheid te streven. In hun en onze naam roepen wij tot U, o
Heer: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Goede Meester, aanhoor nog onze laatste smeekbede; wij
vragen U de triomf van Uw Goddelijk Hart in de Heilige Kerk, Uw zegepraal door
de Heilige Eucharistie, het Evangelie en de Paus, Uw Plaatsbekleder. Wees toch
barmhartig voor onderdanen en heersers, voor rijken en armen, voor machtigen en
zwakken, voor christenen, ketters en heidenen: heers over allen, o Jezus, over
allen, zonder uitzondering! In hun en onze naam roepen wij tot U, o Heer:
Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Allen: Schenk ons Uw Goddelijk Hart, o Jezus!
Ja, o Koning van Liefde, geef Het ons in de naam en voor de
verheerlijking van het Hart van Maria!
|