Dit stukje over geloof is voor kinderen geschreven, maar heel toepasselijk voor geloof in het algemeen :
Soms is het geloof een verrukkelijke tuin, omringd door een hoge muur. Dat geeft het gevoel iets apart te bezitten, een bijzonder voorrecht te hebben. Maar geloof kan ook wijd, mededeelzaam zijn. De weg banen naar diepere gevoelens. Soms is het geloof als een schaduw, een duistere bedreiging voor ieder kind. Maar geloof kan ook zonnig zijn, zodat het kind zich kan koesteren in warmte en vreugde. Soms werpt het geloof scheidsmuren op, spreekt van gelovig en ongelovig, vriend en vijand. Maar soms kent het geloof één grote broederschap, die blij maakt door al zijn facetten. Soms bezit het geloof luiken. Dan sluit het, bekrompen, de keus van een eigen weg radicaal af. Maar soms zet het geloof de deuren wijd open naar zelf onderzoeken, naar zelf gaan ontdekken. Soms ontneemt het geloof een kind zijn persoonlijkheid. Vindingrijkheid wordt de pas afgesneden. Maar soms stimuleert geloof het zelfvertrouwen, verrijkt het gevoel van eigenwaarde. Soms is het geloof star en stijf als de dood, onmachtig in een wereld die verandert. Maar soms is het geloof buigzaam als een jonge boom en groeit vrij, onbelemmerd omhoog...