Beste mensen, hiermee sluit ik deze website af. U kunt mijn verdere artikels, bedenkingen, schrijfsels, enz.lezen op mijn derde blog. Nog veel leesplezier gewenst. Dank U.
Akte van
Toewijding aan het H. Hart van Jezus Paus Leo XIII
Allerzoetste
Jezus, Verlosser van ons mensen, zie ons in alle nederigheid voor Uw altaar.
Wij behoren U toe, en wij willen U ook toebehoren : maar om inniger met U
verenigd te zijn, wijdt ieder zich vrijwillig aan U toe. Zovelen die U nooit
gekend hebben, zovelen die U hebben afgestoten door het veronachtzamen van Uw
geboden.
Allerbarmhartigste
Jezus, heb medelijden met hen allen en trek hen tot Uw Heilig Hart.
O Heer,
wees Koning, niet enkel over de getrouwen, die nooit van U zijn afgeweken, maar
ook over die zondige kinderen welke U hebben verlaten; doe hen spoedig
terugkeren tot het huis van hun Vader. Wees Koning over hen, die door dwaling
misleid, ofwel door scheuring van ons gescheiden zijn en roep hen terug tot de
poort van de Waarheid en de eenheid van Geloof. Zodat het één schaapstal en één
herder wordt.
Wees Koning
over allen die nog leven in de duisternis van andere religies en trek hen allen
tot het licht van Uw Rijk. Richt ook een blik vol barmhartigheid op de kinderen
van dat volk, dat zolang Uw uitverkoren volk was.
Schenk,
Heer, aan Uw Kerk volkomen vrede en vrijheid; schenk aan alle volkeren rust en
maak, dat over geheel de aarde deze éne kreet weerklinkt : Eer zij het
goddelijk Hart, dat voor ons de zaligheid heeft verworven ! Eer, lof en glorie in
alle eeuwen ! Amen.
5 x ter ere
van Jezus Vijf heilige Wonden : Heilig Hart van Jezus, dat Uw Rijk kome !
Deze hele serie over het Heilig Uur kwam uit 21 verschillende methodes om het Heilig Uur te houden van de Congregatie van de H.Harten (1926)
Verklaring van de 7 woorden van Jezus op het Kruis :
(uit Jezus geeft zelf onderricht voor deze tijd
deel 3 Maria Valtorta)
De uitleg van deze woorden moet gezien worden in het
vooruitzicht van de dood. Ook Jezus ging dood op het kruis. Hij kan dus als
geen ander een zicht geven op het stervensuur en de dood. Hij weet hoe angstig
de mens is voor de dood.
1. Vader,
laat indien mogelijk deze kelk aan Mij voorbijgaan.
Dit was mijn eerste woord van passie die Ik in de Hof
van Olijven tot mijn Vader richtte. Het was de voorbereiding op alle andere stappen
die tot het ultieme Offer hebben geleid. Het is een smeekbede tot de Schenker
van het leven. Het is de berusting in het lot. Het is het gebed, waarin het
lichaam gehoorzaamt en de ziel de kans krijgt om zich te vervolmaken.
Vader ! Dit is het uur waarin de wereld verdwijnt en
het andere, onbekende leven en het daarbij horende vonnis dichterbij komt. Op
dat moment zoekt de mens God. Hij wil zijn kleine handje in de Zijn hand leggen
als een bang en alleen gelaten kind. Gezin, familie, vrienden betekenden voor
de stervende alles in zijn leven, zolang de dood ver weg was. Maar nu de dood
in de nek van de stervende blaast, verliezen al die gevoelens hun waarde. Ze
vervagen in het zicht van de dood. Elke aardse zaak wordt onbelangrijk, en alles
aan de andere kant wint aan belang. Bovendien is het bangelijk dichtbij en angst
overvalt de stervende. Maar als de dood niet bedroevend en beangstigend zou
zijn, dan zou ze ook geen laatste middel tot boetedoening en redding kunnen zijn.
De stervende kan en moet dit middel gebruiken in zijn voordeel. Als er geen
zonde was, dan zou er ook geen dood bestaan. Ik stierf omdat Ik beladen was met
alle Zonden. Ik weet wat sterven is.
Vader ! Het is het hart van de stervende die God
dikwijls als laatste bemint of zelfs niet bemint. Het hart, dat veel meer
aandacht schonk aan familie en vrienden dan aan God. Het hart, dat zovele keren
zijn liefde gaf aan zaken en personen die deze liefde niet waard waren. Het
hart, dat bezit aanbad als god. Zo dikwijls heeft dit hart God vergeten ! God,
die dit hart zelfs toeliet om Hem te vergeten ! God gaf het hart de vrijheid om
Hem te vergeten en liet maar betijen. Het hart dat God dikwijls bespotte,
vervloekte en deed alsof Hij niet bestond.
En nu op dit stervensuur verschijnt God dan in het
menselijk denken. God laat Zijn recht met macht gelden : Ik ben ! En ook op dit
moment toont God Zijn barmhartigheid. Om de stervende niet van schrik te doen
sterven door het openbaren van Gods Almacht en Glorie, verzacht Hij Zijn Woord.
Hij zegt : Ik ben je liefhebbende Vader ! Het is geen verschrikking meer. Het
is een gevoel van beschermende liefde. Leg je hand maar in de Zijne ! Door zelf
te sterven, begrijp Ik wat sterven is. Ik heb jullie voortdurend geleerd de
Allerhoogste, Vader te noemen. Door mijn dood heb Ik jullie geleerd om zonder
angst te sterven. In de doodstrijd leer Ik jullie God, Vader noemen.
Vader ! Mensen, wees niet bang ! Jullie, stervenden, wees
niet bang voor God ! Hij is jullie hemelse Vader ! Hij komt je niet met plezier
neermaaien, rukt je hart niet uit je lijf en komt niet met een cynisch lachje
je op je hoogtepunt van je leven wegmaaien. Hij komt met open armen en zegt :
Keer terug naar je thuis. Kom maar uitrusten. Ik zal je overvloedig vergoeden
voor wat je achterlaat. Je kunt bij Mij meer doen voor hen die ginds, op aarde,
in de miserie en strijd achterblijven. De dood is pijnlijk en triestig.
Pijnlijk en triestig om het lichamelijk en geestelijk lijden. Maar het moet
lijden zijn om als laatste middel van boetedoening te kunnen dienen. Opkomende
nevels brengen angst mee voor de overkant. Deze worden afgewisseld met
beleving van liefde. Deze nevels doen de ziel, het verstand en het hart
gelijken op een schip die ronddobbert in de storm. Eventjes zijn de kalme zones
van vrede zichtbaar in de haven waar je zult aanmeren. Eventjes is er een
vrede voelbaar die zo sereen is, dat die een blij en rustig gevoel geeft. Het
is alsof men al op voorhand geniet van een vermoeiend werk. Daarna wordt het
schip teruggevoerd naar plaatsen waar de storm hen dooreen schudt, hen doet
lijden, hunangst aanjaagt en hen doet weeklagen.
Het beeld van de kommervolle wereld verschijnt opnieuw. De situatie die de
stervende niet meer in de hand heeft. Het hart ziet terug de familie en de
aardse zaken. En samen met de doodsangst brengen ze de verschrikkingen mee van
de laatste stap. De vraag : Wat volgt er dan ? De duisternis omhult de
stervende, boezemt de stervende angst in en verstikt het licht. De stervende
vraagt zich af waar de Hemel is en waarom hij moet sterven. In de keel naar lucht
happend : Ik wil niet sterven !
Lieve mensen, sterven is rechtvaardig ! Sterven is
heilig en door God gewild. Schreeuw toch niet zo ! Die kreet komt niet van
jullie ziel. Die kreet is jullie zwakheid, jullie Duivel. Jullie verstand dat het
niet wil begrijpen. Verander die laffe kreet in een kreet van liefde en
vertrouwen : Vader, laat zo mogelijk deze kelk aan mij voorbijgaan ! Zoals de
regenboog na de storm, brengt dit vertrouwen licht en rust terug. Richt je blik
terug op de Hemel, op de heilige reden van het sterven, op de beloning van het
sterven en vooral de terugkeer naar de Vader. Dan zullen jullie begrijpen dat
de geest voorrang heeft op het lichaam, omdat de geest eeuwig en bovennatuurlijk
is. Spreek dan het woord dat al jullie zonden van opstandigheid vergeeft :
Nochtans niet mijn, maar Uw wil geschiede !
Dit is de vrede en overwinning. Gods engel drukt zich
dicht tegen jullie aan en troost jullie, omdat jullie de strijd wonnen. Maak
van de dood een triomf door deze voorbereiding te treffen.
2. Vader,
vergeef het hun.
Dit is het ogenblik waar alle nutteloos gewicht wordt
achtergelaten om met meer zekerheid naar God te kunnen vliegen. Enkel genegenheid
en goede, geestelijke rijkdom kunnen meegedragen worden. Bovendien sterft geen enkele
mens zonder iemand of velen vergiffenis te moeten schenken voor veel daden of
intenties om die daden te stellen. Iedere mens moet, als hij sterft, lijden voor
een daad van liefdeloosheid, leugen of enig ander nadeel door hemzelf begaan of
begaan door familieleden, echtgenoot, echtgenote of vrienden (de levende en de
gestorvenen). Dit is het uur van vergeven om zelf vergiffenis te krijgen.
Voluit vergeven, niet alleen wrok laten varen, niet alleen de herinnering eraan
laten varen. Zelfs de overtuiging dat onze verontwaardiging in een of ander
geval juist was, laten varen. Het is het uur van de dood. Tijd, wereld, zaken,
genegenheid eindigen, en worden niets meer waard. Eén echte waarde bestaat
voortaan : God. En God is Liefde. Het komt er op aan te vergeven. Wie komt tot
volmaakte liefde en vergiffenis zal niet meer zeggen : En toch had ik gelijk. Dit
loslaten is moeilijk voor een mens. Draag jouw opdracht om vergiffenis te
schenken over aan de Vader. Geef jouw vergiffenis in Zijn handen. Aan Hem die
volmaakt is en goed. Hij zuivert ze in Zijn liefdesvuur, maakt het tot
volmaakte vergiffenis en schenkt ze aan wie ze verdient. Vergiffenis schenken
aan levenden en doden. Zelfs aan doden die het lijden veroorzaakten. Hun dood
heeft de woede over hun beledigingen veel of zelfs helemaal uitgewist. Maar de
herinnering blijft. Zij veroorzaakten lijden en er bleef de herinnering aan dat
lijden. Die herinnering stelt altijd een grens aan onze vergiffenis. Maar op
het tijdstip van de dood niet meer. Nu staat de dood op het punt alle grenzen
voor de geest op te heffen. Stap de eeuwigheid binnen. Wis dus ook deze
herinnering uit, die een grens stelt aan vergiffenis. Vergiffenis schenken,
zodat de ziel het gewicht en de foltering van de herinnering niet zou moeten
dragen. Voordat je de Vredelievende ontmoet, moet je met alle levende, dode en
lijdende broeders in vrede kunnen zijn. Vader, vergeef het hun. Degene die
vergiffenis vraagt voor zijn broeders, bezit heilige nederigheid en de zoete
liefde van gegeven vergiffenis. Ook de vergiffenis die we vragen voor onze
eigen schuld tegenover God en de evenmens is er in begrepen. Dit is een daad
van liefde. In die liefdesdaad sterven is bereid zijn tot liefde. Zalig degenen
die, in de boetedoening voor de hardheid van hun hart en de zonden van toorn en
haat, kunnen vergeven.
3. Ziehier
Uw Zoon.
Ziehier Uw zoon ! Afstand doen van alles wat je
dierbaar is. Zichzelf zonder weerstand overgeven aan God. Niet jaloers zijn op
degenen die in de wereld blijven. Jullie kunnen alles wat jullie dierbaar is op
aarde, toevertrouwen aan God. Alles wat je achterlaat, ook je angsten, ook
jullie geest zelf.
De Vader is dè Vader. Hij heeft de Vaderrol. Leg
jullie geest, die terugkeert naar de bron, in Zijn handen. Zeggen : Zie, hier
ben ik. Neem me met Je mee, want ik geef me aan Jou. Het is niet onder dwang,
maar onder liefde dat ik met Jou meega. Ik geef mij aan Jou. Ik hou als een
zoon of dochter van Jou die terugkeert naar zijn of haar vader. Zeggen : Zie,
dat zijn mijn dierbaren daar op aarde. Ik geef ze aan Jou. Dat zijn mijn zaken,
waar ik op aarde aan gehecht was. Dit zijn de daden die ik gesteld heb. Nu zie
ik dat ik slechts een oneindig kleine schakel in het volmaakte organisme van
Jouw Voorzienigheid was. Ik presteerde het vaak om als onvolmaakte schakel Uw
Volmaakte Organisme te verstoren. Nu de wereld in mijn gezichtsveld aan het
verdwijnen is, voel ik hoe onvoldoende en onafgewerkt mijn daden en werken
waren ! Hoe schril stak het af tegenover het Goede ! Ik dacht iemand te zijn. Maar
het was Jij, de Vooruitziende en Heilige. Jij verbeterde mijn werken en maakte
ze nog nuttig. Ik zei wel eens, dat Je mij niet beminde, omdat ik niet slaagde
zoals de anderen of alles kreeg zoals de anderen. Degenen die ik benijdde over
wat ze waren of wat ze hadden. Nu zie ik de reden in waarom alles gebeurde
zoals het gebeurde. Heb medelijden met mij ! Ik geef me nederig over aan Uw
Voorzienigheid. Herstel mij van mijn verwaandheid, begeerte en afgunst. Herstel
mijn menselijke daden, die Jou vervingen door menselijke zaken en begeerte naar
verschillende rijkdommen. Kortom : Neem al het kwade van mij weg !
4. Denk aan
mij.
Jullie hebben de kelk van de dood aanvaard. Jullie
schonken vergiffenis en stonden af wat jullie toebehoorde tot zelfs jullie
eigen leven. Jullie zijn voor een groot deel afgestorven aan het menselijk ik
en jullie ziel is grotendeels bevrijd van hetgeen onaangenaam is aan God. Jullie stonden aan de Heer jullie arme leven
af, de poverste gerechtigheid en de povere menselijke bezittingen. Jullie zijn
als Job : wegkwijnend en naakt voor God. Dan pas kunnen jullie zeggen : Denk
aan mij.
Jullie zijn niets meer. Jullie bezitten zelfs jullie
zelf niet meer. Jullie zijn als een larve die tot vlinder kan overgaan, of wegteren
in de kerker van het lichaam. Jullie zijn slijk dat tot slijk terugkeert of
slijk dat zich in een ster verandert. Jullie kiezen of jullie afdalen in de
riool van de Duivel, of opstijgen in de liefdesstroom van God. Het laatste uur
beslist over het eeuwige leven. Denk daaraan en roep : Denk aan mij !
God wacht op die kreet van de arme Job, om hem in Zijn
Rijk met alle goeds te overstelpen. Voor een Vader is het zoet te vergeven, in
te grijpen en te troosten. Hij wacht slechts op die kreet om te zeggen : Zoon,
Ik ben bij je. Wees niet bang. Spreek dat woord uit als herstel voor die vele
malen dat jullie de Vader hebben vergeten, of hoogmoedig zijn geweest.
5. Mijn God,
waarom hebt Gij Mij verlaten ?
Soms lijkt het alsof de Vader ons in de steek laat. Maar
Hij verbergt Zich alleen maar om de boetedoening te vergroten en om zo een
grotere vergiffenis te kunnen schenken. De mens is niet in de positie om zich
daarover te beklagen, want hoeveel keer heeft hij God alleen gelaten ? Als God
hem eventjes op de proef stelt, moet hij dan wanhopen ?
Hoeveel dingen hebben jullie gekoesterd, die niet met
God te maken hadden. Hoe dikwijls waren jullie niet werkloos voor Hem ? Met
hoeveel zaken hebben jullie Hem niet afgestoten en verjaagd ? Met alles hebben
jullie je hart gevuld en gesloten, bang dat Hij met Zijn komst je luiheid en
rust zou verstoren. Bang dat Hij jullie hart zou zuiveren en de dooddoeners zou
verdrijven. Zolang jullie gelukkig waren, hadden jullie God niet nodig.
Ik heb alles al, zeiden jullie, en ik heb het
verdiend. En wanneer jullie in het ongeluk vielen, zijn jullie dan voor God
gevlucht ? Hebben jullie Hem soms niet de schuld gegeven van jullie ongeluk ?
Onrechtvaardige kinderen ! Jullie nemen zelf gif in, lopen
een doolhof in, dansen op de rand van een afgrond en dan zeggen jullie : God is
de schuldige. Gelukkig dat God een heilige Vader is ! Jullie klagen in droevige
uren en vergeten Hem in gelukkige uren. Onrechtvaardige kinderen, vol met zonden
! Jullie willen aanspraak maken op een voorkeursbehandeling waarmee zelfs Ik,
als Zoon van God, niet werd behandeld in het uur van het Offer. Zeg eens, wie
was het meest verlaten ? Het was Ik, Christus, de Onschuldige, die om jullie te
redden de totale verlatenheid van God heb aanvaard, na Hem altijd zielsveel te
hebben bemind. Jullie, die de naam Christenen dragen, hebben de plicht
jullie zelf te redden. Voor degenen, die in luie zelfgenoegzaamheid vrezen
door Mijn komst gestoord te worden, is geen redding meer mogelijk !
Volg Christus na, terwijl jullie de kreet Waarom heb
Jij mij verlaten, Jij Die weet dat ik zonder Jou niets vermag?' slaken. Het
moet op een toon van zachtmoedigheid en nederigheid gevraagd worden en niet van
vloek en berisping. Kom goede en liefdevolle Vader, kom mij redden, kom en
geef mij de kracht mijzelf te redden want, de dood is vreselijk en de Duivel
drijft hem vol list hoger op. Hij fluistert mij toe dat Je niet meer van mij
houdt. Vader laat Je voelen, niet om mijn verdiensten, maar juist omdat ik
niets ben en geen verdiensten heb. Ik kan niet overwinnen in mijn verlatenheid.
Nu besef ik, dat het leven werken voor de Hemel was.
Er is gezegd : Ongelukkig de verlatenen. Verscheurd en eeuwig ongelukkig zijn
zij, die alleen zijn in het uur van de dood, alleen met zichzelf, alleen
tegenover Satan en het vlees ! Maar wees niet bang. Indien jullie de Vader
roepen, dan zal Hij komen. Roep Hem in alle nederigheid aan en dan zullen
jullie je schuldige gevoelloosheid, valse vroomheid en de verlammende
ongeregelde liefdes van het eigen ik, uitboeten.
6. Ik heb
dorst.
De diepe dorst naar hemels water en hemelse dingen
komt, wanneer men de ware betekenis van het eeuwig leven begrijpt. Men begrijpt
het volledig als het eeuwig leven zich aftekent tegenover het aardse leven. Het
verlangen naar welke menselijke dorst ook, is overwonnen, wanneer de zuivering
van lijden en dood in heilige gehoorzaamheid is aanvaard. De bovennatuurlijke
dorst komt naar boven, wanneer de geest in enkele uren of minuten naar God is
toegegroeid. Dorst naar God en dorst naar liefde. Het eindresultaat is op dat
moment groter dan in een heel leven bereikt wordt. De dorstige ziel snakt naar
liefde. Zoals water dat op de grond viel en terug wolk wil worden in plaats van
slijk. De ziel zoekt naar de plaats van haar ontstaan. Nu de vleselijke verpakking
bijna is afgelegd, voelt de opgesloten ziel haar oorspronkelijk verblijf en
verlangt ernaar met heel haar zijn. Het is als thuis komen. Het is als een
uitgeputte pelgrim, die na jaren afwezigheid, zijn geboorteplaats nadert. Hij verzamelt
al zijn krachten om vlugger en met volharding die geboorteplaats te bereiken.
Hij maakt zich geen zorgen over al wat er sinds de dag van zijn heengaan
allemaal is gebeurd of om het bezit dat hij achterliet. Hij is ervan overtuigd
het geluk terug te vinden en er nog meer dan vroeger van te genieten. Hij heeft
ervaren, dat het povere dat hij in ballingschap vond, niet gelukkig maakt.
Ik heb dorst. Dorst naar Jou, mijn God. Om bij Jou te zijn.
Om Jou alles te geven. Op de drempel tussen hemel en aarde begrijpt men heel
goed wat naastenliefde betekent en hoe ze moet worden beleefd. Er komt een
verlangen om God te geven aan hen die op aarde achterblijven. Je wilt die boodschap
aan de achterblijvers meedelen. Hen doen inzien wat werkelijk telt. Al de heiligen
storten zich in liefde over hen, die nog strijden op aarde om God liefde te
geven en Hem te doen beminnen. Zij zijn als zaadjes die dood zijn gegaan om
daaruit boom of gewas te kunnen worden.
Ik heb dorst. Wanneer de ziel de drempel van het Leven
bereikt, is er maar één water die de dorst lest namelijk het Levend Water of
beter God zelf. Hij is de ware Liefde. De Liefde die de tegenpool is van
egoïsme. Egoïsme is bij de rechtvaardigen reeds voor het lichaam gestorven en
er heerst alleen nog liefde. Het is die liefde die roept : Ik heb dorst naar
Jou en de zielen. Redden, beminnen, sterven om bevrijd, vrij te kunnen
beminnen en te redden. Sterven om te worden geboren. Alles verlaten om te
bezitten. Alle zoetheid en alle troost weigeren, omdat alles schijn is op aarde.
De ziel wil alleen maar zich onderdompelen in de oceaan van de Godheid. Drinken
van het water en er zonder dorst te blijven, want de Fontein van het levende
Water zal haar hebben ontvangen. Deze dorst ondergaan, dient tot herstel van
liefdeloosheid en begeerte.
7. Alles is
volbracht Vader, in Uw handen beveel ik mijn geest.
Elke verzaking, alle lijden en beproevingen, strijd,
overwinningen en offers : alles. Nu is de tijd gekomen om zich voor te stellen
aan God. De tijd die aan de mens is toegestaan om een god te worden en aan
Satan om de mens te bekoren is volbracht. Het lijden, de beproeving en de
strijd eindigen. Enkel het eindrapport blijft : de liefdevolle zuivering van
het vagevuur of het onmiddellijke verblijf in de Hemel. Maar alles wat aards is,
samen met de menselijke wil, neemt een einde. Alles is volbracht ! Dat is het
woord van de totale berusting of de diepe dankbaarheid om het einde van de
beproeving en het brengen van het offer. Degenen die sterven in staat van
doodzonde en waarbij duivels uitroepen dat alles is volbracht is, horen
natuurlijk niet bij deze groep. Ik spreek hier van berouwvolle zondaars, goede
christenen of helden van de deugd. Deze laatsten roepen : Alles is volbracht, het
offer is ten einde. Neem mijn sterven aan als mijn uitboeting ! Ontvang het als
mijn liefdesoffer !
Eens gekomen tot de bevrijding van de materie, leggen de
stervenden hun geest op Gods boezem neer en zeggen : Vader, in Jouw handen
beveel ik mijn geest.
Zeg na elke zin een Onze Vader en een Wees Gegroet en je hebt een krachtig gebed. zie gebed : www.bloggen.be/willibrord/
zie ook : http://85.119.217.66/livingvalues.be/Pages/index.php
Living Values Education (LVE)
LVE is een internationaal educatief project rond 12 universele waarden. Op 13 december 2006 gaf Bond zonder Naam het startsein voor LVE in Vlaanderen. Tijdens het startcongres 'Onderwijzers zijn Wonderwijzers' in het Antwerpse provinciehuis, liet een bomvolle raadzaal zich alvast inspireren door binnenlandse en buitenlandse deskundigen op het gebied van waarde-educatie. Naast de redacties van tijdschriften Klasse, BASIS en Caleidoscoop waren ook een 140-tal leerkrachten, directieleden en andere sleutelfiguren uit het Vlaamse en Nederlandse onderwijs van de partij. Kinderen hebben levende voorbeelden nodig. Living Values. Op 13 december was de raadzaal ermee gevuld. Eensgezind over de ware opdracht van het onderwijs. Er van uitgaande dat 'leren' zoveel betekent als het ontdekken en ontwikkelen van een filosofie voor het eigen leven, dat 'kinderen inspireren om het beste van zichzelf te geven' dus niet alleen een weerslag hoort te hebben op de puntenkaart... en dat kinderen hierbij positieve begeleiding, vertrouwen en aanmoediging nodig hebben.
Over welke sleutelwaarden het gaat : 1 Liefde 2 Respect 3 Eerlijkheid 4 Verantwoordelijkheid 5 Eenvoud 6 Vrijheid 7 Verbondenheid 8 Bescheidenheid 9 Geluk 10 Vrede 11 Samenwerking 12 Verdraagzaamheid
Maar : Dat deze waarden van levensbelang zijn voor een goede samenleving dat staat als een paal boven water. Maar deze waarden mogen niet dienen tot een vervanging voor godsdienst. Het moet één geheel vormen. Zonder God zijn deze waarden niet gefundeerd. Hij is de Liefde zelf en alle waarden die daaruit voortvloeien zijn ook van Hem. Natuurlijk is het begrip en toepassen van deze levenswaarden al een eerste stap.
Laat ons de
gelijkenis van de barmhartige Samaritaan toepassen op de handelswijze van
Jezus Hart tegenover de zielen. Langs de weg ligt daar iemand, als een
verfrommeld papiertje : gewond. Velen gaan voorbij en denken : Zijn wij dan
verantwoordelijk voor de miserie die deze mens getroffen heeft? Ieder gaat zijn
weg. Zo spreekt de wreedheid van de wereld recht...
Eindelijk, daar
nadert een lichtende gestalte. Hij staat stil bij de gewonde. Zachtheid en
innemendheid omhullen Hem. Er ligt medelijden in Zijn ogen en ongemeten
goedheid in Zijn trekken. Zou het alleen een mens zijn, die zijn tranen niet
meer meester is... of tegelijk een God vol eindeloze tederheid ?
O ja, het
is Jezus zelf ! De Godmens van alle smart en barmhartigheid. God van majesteit onder
Zijn Engelen, God van medelijden op de wegen van de mensen, Zijn broers. Hij
gaat naar de gewonde, knielt bij hem neer en zie : Hij geeft hem te drinken met
Zijn tranen en omhult hem in Zijn eigen opperkleed. Hij is onuitsprekelijk goed.
Voorzichtig en liefdevol tilt Hij de gewonde in Zijn armen, en nu draagt Hij weg
als een schat. Hij drukt hem tegen Zijn Hart, als moest de gloed van Zijn Hart
nieuw leven storten in deze stervende. Hij brengt hem in Zijn huis binnen. Zelfs
daar vertrouwt Hij hem niet toe aan de zorgzame handen van dienstbaren of Zijn
Engelen. Hij legt hem in de armen van Zijn Moeder Maria, en vraagt Haar voor die
gewonde te doen wat ze vroeger deed voor Jezus bij Zijn kribbe en Zijn Kruis.
Toch wijkt Hij niet van de zijde van de Koningin van Liefde. Dag noch nacht
gunt Hij Zich rust in Zijn zending van Verlosser ! Hij helpt Maria mee de
wonden te verbinden. Hij giet er olie en wijn in van Zijn Bloed. Hij wast hem
en reinigt hem in de fontein van Zijn Hart. Als hij genezen is, dan tooit Hij
hem met een vorstelijk gewaad. En dan stelt Hij hem aan tot erfgenaam. Hij maakt
hem tot trouwe vriend, tot troetelkind.
Er is maar
één Jezus, één enkele, maar Hij is ons voldoende, Hij alleen !
Laat onze
dankbare liefde dan een loflied zingen voor die eindeloze barmhartigheid en dat grenzeloze medelijden van Jezus Heilig
Hart.
De Zielen O Jezus, onze Koning, onze Verlosser en
Vriend ! Je bent tot ons gekomen, opdat wij het leven zouden bezitten. Je kwam,
o Jezus, tot de grote zieken, die zwaar gekwetst en uitgeschud wegkwijnden
langs de weg van de zonde, om ze in gezondheid en vreugde terug te leiden tot
Hem, die ze U toevertrouwde, Uw Vader.
O
aanbiddelijke Meester, ook wij zijn dikwijls :
het afgedwaalde schaap
de verloren zoon
het gebroken riet
de smeulende wiek
de onvermogende schuldenaar
de dienstknecht, die de Zoon van de
Koning doodde
de rots, die dor bleef voor het door
Uw Bloed besproeide zaad
Vergiffenis,
o God van Redding !
Vergiffenis,
o God van Liefde !
Vergiffenis,
o Vader van eindeloze barmhartigheid, voor de zonden in ons leven. Zo dikwijls
maken we misbruik van de onuitputtelijke schatten van Uw blijvende goedheid.
Vergiffenis Heer !
Om enige
vergelding te geven, o Jezus, voor Uw medelijden tegenover ons, willen wij U om
hetzelfde mededogen vragen voor zovele anderen. Het zijn onze broers en zussen,
Jezus. Het zijn Uw kinderen, die liggen te worstelen tussen de distels en
doornen van de wereld en de zonde !
Verhoor
ons, o Verlosser.
Heb
medelijden met de kinderen, wiens onschuld en geloof verloren gingen in een
gezin van misdaad. Omwille van de Koningin van Liefde, o Hart van onze
Goddelijke Koning : wees voor hen in waarheid, Jezus.
Wees voor
hen in waarheid, Jezus !
Heb
medelijden met de jeugd, die zich al te vroeg heeft afgekeerd van Uw Hart en verzwelgt
in de stroom van genot en verderf, zonder een enkele blik tot de hemel te
richten.
Omwille van
de Koningin van Liefde, o Hart van Jezus : wees voor hen in waarheid, Jezus.
Wees voor
hen in waarheid, Jezus !
Heb
medelijden met zovele ongelukkige huisgezinnen, die kwijnen en strijden, zonder
het licht van het geloof of de steun van Uw Liefde.
Omwille van
de Koningin van de Liefde, o Hart van Jezus : wees voor hen in waarheid, Jezus.
Wees voor
hen in waarheid, Jezus !
Heb
medelijden met de vele blinden, die noch thuis, noch op school, de genade
hebben genoten, U, o Jezus, te aanhoren, U te leren kennen. Medelijden vooral
voor zovelen die zichzelf geblinddoekt hebben, die U van verre slechts hebben
gezien en nooit ondervonden hoe goed U zijt.
Omwille van
de Koningin van de Liefde, o Hart van Jezus : wees voor hen in waarheid, Jezus.
Wees voor
hen in waarheid, Jezus !
Heb
medelijden met de zondaars, die op dit uur liggen te zieltogen, vooral met hen wiens
val voortkwam uit zwakheid, broosheid of verleiding. Medelijden met hen, die
vrijgevig waren voor armen en misdeelden.
Omwille van
de Koningin van de Liefde, o Hart van Jezus : wees voor hen in waarheid, Jezus.
Wees voor
hen in waarheid, Jezus !
3 Gave
van zijn Hart
Als de
gaven van licht en barmhartigheid van Jezus vrijgevigheid nog niet zouden volstaan,
zo vat Hij ze nu allemaal samen in de gave van Zijn Hart. Laat ons het
Evangelie openslaan. Het stelt ons voor : Johannes bij het Laatste Avondmaal.
Zojuist
heeft Jezus de H. Eucharistie ingesteld. Een waas van bezorgdheid, van
doodstrijd bijna, glijdt over Zijn trekken : Judas zit daar met de hand op de
borst, waar hij de zilverlingen vastknelt, de prijs voor zijn Goddelijke
Meester.
Men zou
zeggen dat Johannes alles in de blik van zijn Vriend heeft geraden, en om Hem de
pijn wat te verzachten, schuift hij dichter tegen Hem aan : met eenvoud en
vertrouwen, laat de apostel zijn hoofd op Jezus boezem rusten. En op dat uur
laat ook Jezus Zijn Hart rusten bij dat van Johannes, de beminde leerling : Hij
schenkt hem Zijn Hart en door die wederkerige wegschenking van zichzelf verbinden
beiden zich met een keten, sterker dan de dood. Johannes was rein en nauw
begonnen Jezus lief te hebben. Noch tijd, noch gelegenheid had zich voorgedaan
om Zijn Meester te beminnen tot het storten van zijn bloed ! Men moet Jezus
zelf zijn om op die wijze te beminnen en zon gave weg te schenken uit pure
edelmoedigheid.
Maar, wie
is als Johannes altijd rein gebleven, edelmoedig en volgzaam ? Zijn dat niet
enkelen ? Ja, slechts enkelen ! en toch, de bladzijden van het Evangelie
bevatten nog een ander tafereel, waardoor het vorige wordt aangevuld.
Op de top
van Calvarië, terzijde, maar heel dicht bij Johannes en dichter nog bij de
Onbevlekte Koningin, knielt Maria-Magdalena.
Johannes,
de ongerepte onschuld, en Magdalena, de herstelde onschuld, ontvangen beiden in
het bijzijn van de Onbevlekte Maagd, de volle gave van Jezus Hart !
Deze beide groepen
onschuldigen, die het grote leger van zielen omvatten, gaan langs het bloedig
pad van Golgotha naar de Tabor van een eeuwig geluk.
Laat dan
volgens Jezus wens, onze vreugde en dankbaarheid zich uiten in een gebed voor Zijn
minnend Hart : O Jezus, U hebt ons gezegend, zoals U zelfs de bloemen van de
velden niet zegende op Uw doortocht, en wij zijn de distels en doornen geworden
van Uw kroon.
Word ons
niet moe, Jezus !
Verleen ons
altijd barmhartigheid !
O Jezus, U
hebt ons gezegend, zoals U zelfs de korenvelden en de tuinen van Galilea niet zegende
en zij zijn al te dikwijls het schuldig onkruid in Uw kerk geworden.
Word ons
niet moe, Jezus !
Verleen ons
altijd barmhartigheid !
O Jezus, U
hebt ons gezegend, zoals U zelfs de vogels, de kudden van Bethlehem en Nazareth
niet zegende en wij hebben U gewond door ons wantrouwen in Uw mateloze
goedheid.
Word ons
niet moe, Jezus !
Verleen ons
altijd barmhartigheid !
Daarom willen
wij als eerherstel van liefde in dit Heilig Uur sluiten met de Profeet :
Engelen daarboven, hemels Hof van de Heer, zegen Zijn barmhartigheid tegenover
ons. Hosanna de Schepper, schepsel en Hostie geworden uit liefde.
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
Sterren,
zon en maan spreidt uw lichtmantel uit over Zijn tabernakel, heiliger dan dat
van Jeruzalem. Tabernakel vol van majesteit van het Woord, dat vlees werd en
spijs van onze zielen. Zegen Zijn barmhartigheid tegenover ons.
Hosanna de
Schepper, schepsel en Hostie geworden uit liefde.
Hosanna de
gevangene van Liefde !
Licht van
de dageraad, dauw van de morgen, wolken vol vruchtbaarheid, loof de
vruchtbaarheid van de genade van de Heer. Zegen Zijn barmhartigheid tegenover
ons.
Hosanna de
Schepper, schepsel en Hostie geworden uit liefde.
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
Oceaan in
uw kalme rust, oceaan in uw storm, zing de grootste luister van de Heer. Zegen
Zijn barmhartigheid tegenover ons. Hosanna de Schepper, schepsel en Hostie geworden
uit liefde.
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
Vredige
kudden, ontketend noodweer, bloemen en bergstroom, zing de glorie van de Heer.
Zegen Zijn barmhartigheid tegenover ons.
Hosanna de
Schepper, schepsel en Hostie geworden uit liefde.
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
Sneeuw en
oogst, bossen en vuurbergen, heuvelen, valleiën zing de macht van de Heer.
Zegen Zijn barmhartigheid tegenover ons.
Hosanna de
Schepper, schepsel en Hostie geworden uit liefde.
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
O Schepping,
snel ons ter hulp, vul onze onmacht aan in t prijzen en zegenen. Kom overstem
met uw zangen van de natuur de beledigingen van de mensen; geef eerherstel voor
het onverschillig en koele zwijgen van de ondankbaren en schuldige mensen.
Zegen, o zegen de barmhartigheid van de Heer tegenover ons.
Hosanna de
Schepper, Kind, Offer en Hostie geworden uit liefde !
Hosanna de
Gevangene van Liefde !
1 x Onze
Vader en 1 x Wees gegroet voor de stervenden en zondaren
1 x Onze
Vader en 1 x Wees gegroet voor de triomf van het Heilig Hart, door de
veelvuldige en dagelijkse H. Communie, het Heilig Uur en de intrede van het H.
Hart in de huisgezinnen
1 x Onze
Vader en 1 x Wees gegroet voor de vermeerdering van de aanbidding van allen,
die tegenwoordig zijn.
Zeg niet Vader als jij je niet als zoon gedraagt. Zeg niet Onze als je opgesloten zit in je egoïsme. Zeg niet die in de hemelen zijt als je alleen maar aan aardse dingen denkt. Zeg niet Uw naam worde geheiligd als je alleen maar aan je eigen eer denkt. Zeg niet Uw koninkrijk kome als je het verwart met materieel succes. Zeg niet Uw wil geschiede als je het niet accepteert wanneer die je niet bevalt. Zeg niet Geef ons heden ons dagelijks brood als je je niet bekommert om wie armoede lijdt. Zeg niet Vergeef ons onze schulden als je wrok blijft koesteren jegens je naaste. Zeg niet Leid ons niet in verzoeking als jij jezelf eraan blootstelt. Zeg niet Verlos ons van de boze als jij jezelf niet met hart en ziel inzet voor het goede. Zeg niet Amen als je de woorden van het Onze Vader niet serieus neemt.
Gebedsgenezing
/ Een geest zo sterk als tien mannen samen
26
Oktober 2005 | 17:04:30
Volgens haar ouders is
Nadia bezeten door een geest. Gebedsgenezer Ahmed Aissaoui moet uitkomst
bieden: ,,Als ze niet snel bevrijd wordt, zijn we haar kwijt."
Niet bang zijn
vanavond, die geest komt niet meer terug." Gebedsgenezer Ahmed
Aissaoui neemt in de gang afscheid van een patiënt.
Een kwartier geleden
lag ze, bezeten door de geest van een oude man, huilend en schreeuwend in
zijn behandelkamer. Nu stapt ze bevrijd de straat weer op. Aissaoui kijkt
haar na. Deze genezing heeft hem weinig moeite gekost. Het was een zwakke
geest."
Ik laat koranteksten
horen, om de geest in haar te verbranden
Via de behandelkamer
een ziekenhuisbed, twee vergeelde anatomieposters en een kast vol potjes
met kruiden loopt hij naar de kleine keuken van zijn praktijk in
Rotterdam en zet thee voor zijn volgende patiënt: een hopeloos geval uit
Den Bosch.
Haar ouders hebben
alles geprobeerd. Huisarts, riagg, psychiater, politie, niets hielp. Zij
denken dat ze bezeten is", zegt Aissaoui. Ik ben hun laatste
hoop."
De bel gaat. Op de
stoep staat een kleine man met zijn gesluierde vrouw en dochter. Een paar
meter achter hem hangt een meisje tegen een prullenbak. Anders dan haar zus
en moeder is Nadia, een jaar of zestien, uitdagend gekleed: strakke
spijkerbroek, veel make-up en hoge laarzen. Haar vader kijkt haar smekend
aan, maar ze komt geen stap dichterbij. We moeten haar halen",
besluit Aissaoui.
Bij elke stap die hij
in haar richting zet, zet Nadia er één terug. Ze kijkt strak naar de grond.
Zie je", zegt Aissaoui. Hij wijst naar haar gebogen hoofd. Die geest
in haar durft mij niet aan te kijken, hij voelt dat ik hem ga
aanpakken."
Als ze op de rand van
de stoep staat, lijkt het of het meisje de weg zal oprennen, haar vader
grijpt haar vast en stuurt moeder en zus het huis in. In de worsteling die
volgt, schiet Aissaoui hem te hulp. Hij pakt Nadias benen en samen slepen
de mannen het meisje naar binnen. Ze verzet zich hevig, haar T-shirt
scheurt, haar laarzen vliegen uit. Uiteindelijk ligt ze, met ontbloot
bovenlijf en verwilderde haren, in de gang. Aissaoui glimlacht
verontschuldigend. Even thee drinken, rustig worden."
Met woedende blik zit
Nadia tussen haar ouders in op de roze bank in de wachtkamer. Ze wil geen
thee, geen koekje en al helemaal niet praten met de gebedsgenezer.
Als Aissaoui de kamer
binnenkomt, kijkt ze weg. Wat wil die enge man van mij?"
Aissaoui: Ik wil
alleen maar met je praten."
Weer de bel. Er staan
zeven agenten voor de deur, ze hebben melding gekregen van een ontvoering. De
genezer kan erom lachen. Wat een misverstand."
Nadia wordt meegenomen
naar de politiebus om haar verhaal te doen. Drie agenten ondervragen in de
wachtkamer de geschrokken ouders. Moeder huilt.
Wat moeten we met
haar? Ze loopt weg, slaapt buiten, gaat met vreemde mannen mee."
De hoofdagent richt
zich tot de vader. Nadia ziet er een stuk westerser uit dan uw vrouw en uw
andere dochter. Is het probleem niet gewoon dat zij als Nederlandse wil
leven en dat u dat niet accepteert?"
Nee", zegt de
vader. Ze is bezeten."
Een agent die Nadia
heeft ondervraagd, komt de gang in. U mag uw dochter uit de bus
halen." Aissaoui lacht. Dat lukt nooit, wij hebben het net
geprobeerd. Door die geest is ze zo sterk als tien mannen."
De hoofdagent belooft
te helpen, maar eerst wil hij weten wat Aissaoui met Nadia gaat doen. Ik
laat koranteksten horen, om de geest in haar te verbranden. Blijf er maar
bij, dan ziet u het zelf."
Met veel moeite wordt
Nadia het huis ingeloodst. Geflankeerd door twee agenten zit ze vloekend op
de roze bank. De hoofdagent, op een stoel tegenover haar, probeert haar te
kalmeren. Luister nou even naar die Koran, dan mag je lekker naar
huis."
De genezer houdt een
klein radiotje bij haar hoofd, een zware mannenstem reciteert. Nadia haalt
uit naar het apparaat. Haal dat ding uit mijn haar!" Aissaoui kijkt
de kamer rond. Dit is de geest die spreekt."
Hij pakt de hand van de
hoofdagent en instrueert hem om Nadias hand te pakken. Ze laat het toe.
Ik maak nu via u contact", fluistert Aissaoui. De man kijkt vragend
naar zijn collegas, die halen hun schouders op. Een paar minuten staan de
gebedsgenezer en de hoofdagent hand in hand. Aissaoui prevelt soeras en
Nadia schreeuwt dat ze weg wil. Dan stapt een blonde agente naar voren.
Stop maar, dit heeft geen zin."
De genezer schudt zijn
hoofd en loopt naar zijn bureau. Hij schrijft een Arabische tekst op een
blad. Vandaag gaat het niet lukken", zegt hij tegen de ouders. Doe
deze tekst in een glas water en zorg dat zij het drinkt."
Nadia heeft zich
vastgeklampt aan een van de agenten, ze wil niet met haar ouders mee terug
naar Den Bosch. De hoofdagent stelt voor de hele familie mee te nemen naar
het bureau. Dan komen we er daar wel uit." In een politiebus rijden
ze de straat uit. Aissaoui kijkt hen vermoeid na, hij zucht. Ik kom niet
meer aan mezelf toe, elke dag staan er mensen op de stoep met een
spoedgeval en ik kan geen nee zeggen." Zon politie-inval is hem nog
nooit overkomen. Maar het was goed, zo zien ze eens wat hier
gebeurt."
Nadia vertoonde volgens
hem tekenen van bezetenheid. Ze was ongelooflijk sterk, durfde me niet
aan te kijken en haar gezicht was bleek. Maar het kunnen ook psychiatrische
klachten zijn en dan stuur ik haar terug naar de huisarts."
Dat zou jammer zijn,
vindt hij, want de huisarts heeft haar juist naar hem verwezen omdat hij
zich geen raad wist. Dat gebeurt volgens Aissaoui vaker. Iemand als Nadia
is overal ondervraagd en getest en wordt van het kastje naar de muur
gestuurd."
Hij moet nu even rustig
bedenken hoe hij het verder gaat aanpakken.
Nadia is na een lang
gesprek op het politiebureau toch mee naar huis gegaan. Ze heeft de
korantekst gedronken, maar beter gaat het niet volgens haar zus.
Een week later heeft
Aissaoui een oplossing bedacht: hij gaat Nadias zus, Maryam, laten slapen,
zoals hij dat noemt, om er via haar achter te komen of het meisje bezeten
is of niet. In die slaaptoestand kan ze contact leggen met de andere
wereld en ook met de geest die van Nadia bezit heeft genomen."
Zus Maryam ligt op het
bed in de behandelkamer, Aissaoui reciteert met luide stem uit de Koran. Haar
vader neuriet mee met de genezer.
Plotseling knipt
Aissaoui met zijn vingers. Ik vraag je contact te maken met de geest van
Nadia." Het is even stil, Maryam snakt naar adem. Hij is
binnen."
De genezer draait zich
naar de vader. Er is een geest!" Vraag hem wie hij is", zegt
hij tegen Maryam.
Het is een man."
Hoe oud is hij?", vraagt Aissaoui,
Maryam: Vijfentwintig,
en vijfenzestig." Aissaoui pakt opgetogen haar voeten vast en schudt
haar heen en weer. Zijn het er meer?"
Maryam zwaait haar
armen door de lucht en ademt zwaar. Drie, maar twee zijn al weg." Er
zit alleen nog een man van vijfenzestig in het lichaam van haar zusje, zegt
ze. Hij zegt dat ons huis vervloekt is."
Als de geest begint op
te noemen welke kamers vervloekt zijn, gaat de bel. Er staan twee
spoedgevallen op de stoep. Aissaoui draagt de vader op zich verder met de
geest te onderhouden terwijl hij de klachten van de nieuwe patiënten
aanhoort.
Na vijf minuten zijn de
geest en de vader uitgepraat. Ik weet niet meer wat ik die geest moet
zeggen." Op de vraag waarom de dode zijn dochter lastigvalt heeft hij
geen antwoord gekregen. Als Maryam wakker wordt, zegt ze zich niets te
kunnen herinneren.
Aissaoui belooft de
vader dat hij snel langs zal komen om Nadia van de geest te bevrijden. We
weten nu dat ze bezeten is en dat het huis gereinigd moet."
Hoe hij het meisje
zover zal krijgen dat ze instemt met zon sessie weet hij nog niet. Eerst
ga ik rustig thee met haar drinken, haar vertrouwen winnen."
De vader kijkt bezorgd.
Nadia staat op de lijst voor een opvanghuis. Als ze niet snel bevrijd
wordt, zijn we haar kwijt."
Bij de politie wil
niemand iets over het voorval kwijt. De huisarts die Nadia heeft
doorverwezen wil niet reageren.
Bron: www.trouw.nl
Straf
verhaal : wie is nu eigenlijk het meest bezeten ? De vader of de gebedsgenezer
?
Ik heb
niets tegen gebedsgenezers die in de eigenlijke zin van het woord zich gedragen
: GEBEDs GENEZER. Geen wood-be exorsist, waar je eigenlijk bezeten geraakt.
Trouwens de
islam is niet de geschikte religie om van je bezetenschap af te geraken.
De zielen Het Heilig Uur is het uur van de
vertrouwelijke samenspraak. Laat ons dan, Jezus, Jou alles zeggen, Jij die al
onze gedachten blootlegt; want wij voelen een innige behoefte om onze ziel uit
te storten voor Jouw heilig tabernakel, Heer ! zoals de slaven van roem en zinnelijk
genot, de schimmen van hun dromen najagen langs de puinen van hun dwaasheid.
Wij, door Jouw onmetelijke Barmhartigheid boven zovele anderen begenadigd en
uitverkoren zijn. Wij belijden hier dat Jij alleen voor ons genoeg bent !
Steunend op
Jouw aanbiddelijk Hart, willen wij de komende tijden afkerig zijn voor de
wereld, haar goederen en bedrieglijk genot.
Vanaf nu nemen
wij een nieuwe stap naar de eeuwigheid toe, die ons voorgoed in Jouw armen zal
werpen. Wij beloven Jou, Heer, dat wij alleen Jou zullen nastreven, Jezus !
Jou alleen
zullen wij nastreven, Jezus !
Vanaf heden
vragen wij Jou : kom ons bezoeken, o Heer : Wij beloven Jou in armoede of in
rijkdom alleen Jou te zullen zegenen, Jezus !
Jou alleen
zullen wij zegenen, Jezus !
Vanaf
heden, kom ons bezoeken, o Heer : Wij beloven Jou in droefheid en in vreugde alleen
Jou te zullen zoeken, Jezus !
Jou alleen
zullen wij zoeken, Jezus !
Vanaf heden,
kom ons bezoeken, o Heer : Wij beloven Jou in voorspoed en in kruisen alleen
Jou te zullen aanbidden, Jezus !
Jou alleen
zullen wij aanbidden, Jezus !
Vanaf
heden, kom ons bezoeken, o Heer : Wij beloven Jou in leven en dood alleen Jou
te zullen liefhebben, Jezus !
Jou alleen
zullen wij liefhebben, Jezus !
Jou alleen
zullen wij liefhebben, Jezus !
Jou alleen
zullen wij liefhebben, Jezus !
(pauze)
De goede
Meester laat niet vergeefs op zich wachten. Hij is hier vlak bij ons. Het
borrelend leven van Zijn Hart wil Hij overgieten in het onze. Laat ons naar Zijn
levend woord luisteren :
Jezus Dank, duizendmaal dank, Mijn vrienden, Mijn
getrouwen, voor de balsem, welke jullie brandende liefde op Mijn wonden liet
druppelen. Ik, jullie God en Koning, jullie Vader en Vriend, Ik, de Zoon van de
Onbevlekte Maagd, Ik spreek tot jullie, Ik buig Mij tot jullie. Zie Mijn Hart
in dit tabernakel : als een zon van liefde rijst het in vuur en vlam. Ik kom
tot jullie, beladen met de overvloed van Mijn gaven om jullie te verrijken,
Mijzelf te verarmen, als het mogelijk was, door jullie al Mijn schatten weg te
schenken. Ik kom tot jullie als een wolk, die vol is van genaden, waarvan Ik de
vloed zou willen uitstorten over jullie, je gezinnen, en zo, de komende tijden
te maken tot barmhartigheid voor allen. Maar het bevel daartoe verwacht Ik uit jullie
mond. Open zelf de schatkamer van Mijn Harten; spreek vrij en zonder vrees !
Welke gave uit al Mijn schatten verlang je dan van Mijn Barmhartigheid ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Dat zeg je
nu, hier aan de voet van Mijn altaar, maar binnenkort zit je ver in t gewoel
van de strijd. Wat zul je dan vragen als zegel van jouw kracht en overwinning ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
En als de
wereld jullie vervolgen en jullie aan bespotting prijs geeft om Mijnentwil. Als
ze jullie voor de keuze stellen tussen Mij en de wereld, hoe zal die keuze
luiden ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Maar als de
strijd niet wil luwen en pijn en kruis jullie dreigen te verpletteren, hoe zal
de kreet van jullie ziel weerklinken ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Wel
heerlijk zijn de wensen van jullie harten. Maar spreek je alleen voor jezelf of
ook voor je gezin en je dierbaren ? Wat vraag je aan Mij in hun naam ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Misschien
is er iemand bij jullie thuis, die Mij niet liefheeft. Arme verdwaalden !
Spreek je voor hen ten beste. Wat vraag je Mij in hun plaats ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Zejer : je
zult ze redden door jullie vertrouwend geloof, door dit groote smeekgebed van
het Heilig Uur. Maar jij, wat vraag jij aan Mij als gloriekroon, als het uur
zal slaan van de eeuwige vergelding ?
Voor ons,
Uw Hart !
Voor U, Uw
Glorie !
Terwijl de
prinsen van het hemelse hof zonder ophouden hun Koning Jezus hemelse hulde
aanbieden, heeft Hij slechts oog voor onze arme wereld. Hij denkt aan ons, Hij
buigt Zich naar ons, Hij komt ons tegemoet met de gaven van Zijn Paradijs :
drie kostbare, onmetelijke schatten, die Zijn Liefde Hem deed opdiepen uit de
rijkdom van Zijn Hart.
1 Gave
van Verlichting
De blinde
roept : Heer maak dat ik kan zien! Maar een andere blinde zwijgt, degene die
tienmaal erger blind is : Nicodemus ! Wat een hartverwarmende blik van Jezus
bij hun eerste ontmoeting ! Stel u voor de verwarring in deze blinde gewekt
door het woord en het bijzijn van Jezus. Hoe schittert in ieder van Jezus
woorden de onweerstaanbare aantrekkelijkheid van Zijn ogen en Zijn Hart. Als
een zon nadert Jezus tot de duisternis in de zielen. Want ondanks haar goede
wil heeft een geweldige schok, een geheime strijd die ziel geroerd. Vooral het
menselijk opzicht moest veranderen. Er wordt een ontmoeting geregeld s nachts.
Beiden alleen : Jezus en Nicodemus. Bij Zijn heengaan heeft de Jezus beloofd :
Ik kom bij u aan huis. Ik heb u lief ! Een tweede onderhoud stelt duisternis
en licht terug tegenover elkaar, licht als een stralende zon terwijl de woorden
uit Jezus mond vloeien. Het licht begint door de wolken te schijnen. Het ijs
van de Joodse ziel ontdooit. De zon zegeviert, Nicodemus is overwonnen.
Naarmate die leraar van Israël zichzelf vergeet, zich losrukt aan vooroordelen
en hartstochten, aan zichzelf, stroomt het grote licht over hem heen... Zo zal
het ons ook vergaan ! Ook wij zijn zonen en dochters van het licht volgens de
mate van slachtoffering : dat is : door Jezus kruis en ook ons eigen kruis !
De
geschiedenis van Saulus op de weg naar Damascus, waar de goedheid van de
Verlosser ons tegen de grond smakt en ons omlaag haalt van het voetstuk van
onze ijdelheid. Dan, in onze vernedering neergeworpen, horen wij in het diepste
van onze ziel een woord, dat een verblindend licht doet opgaan : Ik ben Jezus
van Nazareth ! Als er zielen zijn met angst en twijfel, ga dan dichterbij naar
Jezus. Geef gehoor aan Zijn liefdevolle uitnodiging. Als je voor de liefde
vlucht en je de Damascus-weg opgaat, zal de Liefde je neerwerpen, je treffen
opdat je mag zien. Gelukkig is het hart, dat Jezus laat bloeden, de ziel, die
Hij laat wenen om Zich aan Hem te openbaren in de volle luister van Zijn pure
Hart ! We dragen geen oogkleppen meer : wij staan voor Jezus, Zie, zegt Hij
Ik ben het Licht. Volg Mij en jullie zullen niet meer dolen in de duisternis
!
Jezus heeft die vergeven omdat Hij de ingesteldheid
van die man kon peilen. De moordenaar toonde berouw en hij vond zijn straf
normaal, omdat zijn daad straf verdient. Hij zag nog het verschil tussen
schuldig en onschuldig.
Hij vraagt Jezus als in de biecht om vergeving, om
hulp als hij dood gaat.
Daarom heeft Jezus de moordenaar vergeven.
In deze tijd zijn er veel moordenaars die geen beetje
spijt tonen, geen berouw en geen intentie hebben om hun leven te beteren. Als
ze konden zouden ze nog moorden. Met zon ingesteldheid moeten
ze nooit rekenen op vergeving. Ze zullen geen vergiffenis vragen. En in de
meeste gevallen zijn ze nog eens tegen 'geloof'.
Respecteren we met Jezus ?
Jezus verrijst altijd in de eucharistie en de biecht.
Eens we terug in het dagelijkse leventje staan, dan wordt Jezus terug op het
kruis genageld. Mensen die de door Jezus ingestelde eucharistie en biecht nooit
bijwonen hebben Jezus zelfs nog nooit van Zijn Kruis afgenomen. Ze kloppen maar
spijkers in Zijn Lichaam, en nog spijkers, en nog spijkers en maar kloppen.
Er zijn meer spijkers dan lichaam.
Het ontvangen doopsel zou een start moeten zijn, maar
het betekent niets, als je de andere ingestelde sacramenten van Jezus niet
navolgt.
Welke persoon zou je volgen ?
-een persoon die alle linkse, rechtse
en ronde punten opnoemt naar je bestemming, zodat je van verwarring de weg nog
niet kent of
-een persoon die je de weg wijst en
met je meegaat om zeker te zijn dat je niet verdwaalt en zorgt dat je op de
bestemming aankomt.
Me dunkt de tweede persoon. Wel, Jezus is die tweede
persoon. Hij heeft voorgeleefd hoe je bij God aankomt. Hij zorgt ervoor dat dit
korte en magere leven een eeuwig durend happy-end krijgt met veel geluk erin.
Eigenlijk merk je nu al een heel klein beetje van dat geluk als je jouw leven
in Gods handen legt. Het leven en zijn onlosmakelijk verbonden tegenslagen
worden draaglijker met Jezus in de buurt. Hij geeft ons hoop op beterschap.
Bovendien vertoeven mensen graag in je buurt als je
goed voor hen bent. Zo trek je mensen aan. Natuurlijk komen wereldse
goestingskes voor. Maar die zijn er om ons te testen of we vooruitgang maken op
ons levenspad. Bij een verkeerde aanpak kunnen wij bij Jezus terecht. Hij heeft
ook op aarde geleefd tussen allemaal mensen. Mensen met zwakheden. Er waren
toen ook zwakheden, net zoals nu. Hij kent ze als geen ander. Van onze fouten
moeten we leren al vallend en terug opstaand.
Dat wist de heilige apostel Paulus
toen al als hij een brief schreef aan de christenen van Korinte :
Beste
mensen,
Jullie
moeten naar de hoogste gaven streven, maar eerst zal ik jullie de weg om daar
te geraken uitleggen.
Zelfs
al pak ik mijn uitleg in, in de mooiste verpakking : als ik niet liefheb dan
heb ik de kern van de zaak gemist. Al kan ik goed van slecht onderscheiden,
geloof ik in God met al mijn krachten, als ik niet liefheb is alles voor niets.
Zelfs
al ben ik heel vrijgevig en wil ik zelfs mijn leven riskeren voor mijn geloof
dan
is het nog niets waard als ik niet liefheb.
De
liefde is geduldig en goed van inborst,
jaloersheid
en trots komen niet in liefde voor,
liefde
is een middel en geen doel,
liefde
is niet afhankelijk en aan voorwaarden gebonden,
liefde
verdraagt en schrikt boosheid af,
liefde
vergeeft,
liefde
verlangt rechtvaardigheid en waarheid,
liefde
gelooft en hoopt,
liefde
roest niet.
Ik
zie mijn beste mensen dat de toekomst op aarde of in de Hemel, maar altijd bij
God als de groei van kennis die ons overspoelt als we ineens bij God aankomen.
(uitleg
: Hij wist nog niet half hoe waar het is ! Als we naar het tijdperk van vrede
op aarde binnengaan zullen we ineens overspoeld worden door de perfecte kennis
van God. God kent ons, maar wij kennen God maar half.)
We
moeten ons stellen met de volgende gaven die God ons heeft gegeven om in de
tussentijd te kunnen leven met die halve kennis. Die halve kennis is aangevuld
met :
·geloof, symbool kruis, zoveel mogelijk geloven in God van
onze kant
·hoop, symbool anker, zoveel mogelijk onze hoop stellen in
beterschap
·liefde, symbool hart, zoveel mogelijk God en onze medemens
liefhebben
Allerbeste groetjes van
Paulus,
Veel geloof, veel hoop en
enorm veel liefde !
Opmerking
: in de kernreactor zit tussen de staven plutonium liefde, de kleinste kern van
water is liefde, tussen stof liefde, de astronauten zijn in de ruimte massaal
omringd door liefde, voordat er water op Mars was, was er al liefde. Neem een
baksteen vast en er zit liefde in. Schep suiker in je koffie, maar die zit al
vol liefde. In een spin zit liefde. In Hitler zat bij zijn geboorte liefde.
God heeft alles geschapen met liefde : voor Hem is dit de grootste
energiebron, hetgeen wij niet verder meer kunnen ontleden zit liefde in !