Leeslint
Inhoud blog
  • Louise O. Fresco in DS Weekblad
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Schrijvers over schrijven en ...
    22-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Louise O. Fresco in DS Weekblad
    Twee valkuilen dus: 'De gedachte dat je almachtig bent en dat je de wereld wel in je eentje kunt verbeteren.
    En de gedachte dat je machteloos ent, dus niets van wat je doet voor een ander zin heeft.
    Daartussen de middenweg vinden, dat is de kunst. Engagement kent grenzen en ja, idealisme kan gevaarlijk zijn.

    22-04-2019, 20:25 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    14-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Marijke Arijs in gesprek met Gaël Faye

    Ik vertel de dingen niet zoals ik ze heb beleefd, maar zoals ik ze heb gevoeld.  Ik denk dat kunstenaar zijn in de eerste plaats betekent dat je je kinderziel weet te bewaren.  Eigenlijk ben ik altijd kind gebleven in een grotemensenwereld.  Op het podium kan ik bijvoorbeeld helemaal mezelf zijn, zoals kinderen opgaan in hun spel.  Die totale oprechtheid, daar is het me om te doen.

     

    Salman Rushdie in DS WEEKBLAD

    Verenig rede met verbeelding en je krijgt wonderen, schoonheid, kunst.  Scheid ze en je creëert monsters.

     

     

    Arundhati Roy in gesprek met Kathy Mathys

    Het meest ben ik geïnteresseerd in personages die grenzen door hun lichaaam hebbben lopen. (….) Iedereen heeft meer dan één gezicht, alleen erkent niet iedereen dat of durft niet iedereen dat gegeven onder ogen te zien.

     

    Ian Mc Ewan in gesprek met Toef Jaeger

    Een schrijver moet ik zich van zijn lezers niet aantrekken.

    (…)

    Ik heb geen onderzoek gedaan, het was alsof ik vakantie nam.

    (…)

    Mensen vragen me nu voortdurend of ik afstand neem van mijn realistische romans, maar ik zie elke roman die ik schrijf, als mijn eerste.

     

    Eric De Kuyper in gesprek met Jelle Vanriet

    Af en toe liep het wat minder, bijvoorbeeld toen ik plots via mijn vriend met twee kinderen werd geconfronteerd terwijl ik er geen wilde. Maar dan riep ik mezelf tot de orde en dwong ik mezelf om weer het wonder te ervaren in het dagelijkse. En zie, een heel nieuw gamma aan verwondering ontstond, dankzij die kinderen! Ik bewonder Engelse schrijfsters zoals Virginia Woolf, Margaret Drabble, Elisabeth Taylor, Anita Brookner, Rumer Godden en Barbara Pym omdat hun naïviteit en kinderlijke opmerkzaamheid intact gebleven zijn. Hierdoor zijn zij geweldig humoristisch, want als je de wereld met kinderlijke precisie observeert, krijg je automatisch komische boeken. Het leven is nu eenmaal bizar en vol humor.’

    (…)

    Als kind had ik grote moeite met de dingen die voorbijgaan. Vanaf half augustus panikeerde ik al, te weten dat dra de zoete vakantie weer zou overgaan in de ellende van de school. Ik kon ook moeilijk verkroppen dat bloemen verwelken, dat de schoonheid en de geur van de roos vergaan. Gelukkig heb ik vrij snel geleerd dat de vergankelijkheid ook iets waardevols is. Dat de onverbiddelijkheid van het leven tegelijkertijd ook de schoonheid van het leven is. Mijn moeder zei altijd: wat we hebben gehad, hebben we gehad. En zo is het. Het doet pijn, maar hé, het was toch mooi?’

     

    Juli Zeh in gesprek met Peter Jacobs

    Ik zat zo diep in het verhaal dat ik bleef schrijven nadat de roman klaar was.  Ik kon de personages met wie ik zolang bezig was geweest, niet zomaar abrupt laten vallen.   De lezers doen mee.  Uit puur spelplezier. Alle personages hebben e-mailadressen en krijgen post. De mails worden geforward naar mijn adres en ik beantwoord ze in naam van de personages. 

    (…)

    Ik voel me, eerlijk gezegd, als schrijver ook veiliger wanneer ik een plot heb, een einde waarnaartoe ik kan werken’. Ik hou van escalatie. Ik vertrek graag van een min of meer harmonische situatie en laat het dan ontploffen. 

     

    Tommy Wieringa in gesprek met Veerle Vanden Bosch

    Wat ik wil doen als ik zo’n verhaal schrijf, is de drijfveer van mensen laten zien.

     

    Hillary Mantel in gesprek met Kathy Mathys

    Fictieschrijvers kruipen in de huid en de geest van hun personages. Ik ben bijvoorbeeld erg geïnteresseerd in het lichaam van mijn personages, niet enkel in hun gedachten.

    Nog een verschil: een historicus doet zijn best om neutraal te blijven, terwijl fictieschrijvers partij kiezen. 

    Ik hoop dat lezers van mijn boeken inzien dat het leven verandert, dat niet alles in steen gegraveerd is.  Natuurlijk zijn er onweerlegbare feiten, dat spreekt.



    Jean-Luc Outers in Standaard der Letteren van 20 maart 2015

    Schrijver zijn, daarentegen, is proberen het onzichtbare te tonen, is de opklaring in de duisternis te zoeken, is zich verwijderen, afstand nemen, ver weg van jezelf stranden.  Schrijver zijn is woorden opwerpen, tegen het onnoembare, is dingen die je vergeten waande weer de kop laten opsteken in het geheugen, is de oorsprong laten horen, is door de taal de realiteit in verbeelding transformeren.  Schrijver zijn is de doden, de dieren en de stenen laten spreken.

     

     

    Sandro Veronesi in gesprek met Jelle Van Riet

    Architectuur en literatuur komen immers in wezen op hetzelfde neer: zij verhalen de relatie tussen mens en ruimte.

    (…)

    Mijn schrijven situeert zich dus altijd in het spanningsveld tussen de aardverschuiving die een roman op zich teweegbrengt en de stormen die op mijn leven inbeuken.  De enige manier om orde te scheppen in de chaos om kalm te blijven.

     

     

    Javier Marias in gesprek met Marijke Arijs

     

    Het lijkt wel of je tegenwoordig verplicht bent om korte eenvoudige zinnetjes te gebruiken.  Om iets complex uit te leggen heb je vaak een complexe zin nodig. (…)

    Het verhaal, de bespiegelingen, de uitweidingen, het is allemaal even belangrijk.

    (…)

    Mij gaat het meer om het ritme, om het golvende, de muzikaliteit van het proza.

    (…)

    Eigenlijk is iedereen die romans leest of naar films kijkt een spion, een gluurder of een voyeur, omdat je ongestraft kunt binnenkijken in andermans privéleven.

     

     

    Sanu Valiulina in gesprek met Maria Vlaar

    Literatuur, goede boeken lezen, is leren nadenken.  Alle goede boeken zijn een vorm van maatschappijkritiek.  Mensen die in de Sovjettijd goede boeken lazen, waren de mensen die wisten wat er speelde, die zich niet lieten manipuleren.

    (…)

    Ik heb wel een structuur in mijn hoofd anders verzuip je in de oceaan van de materie.  Maar ik creëer personages met wie ik me erg verbonden voel en dan gaat het vanzelf, natuurlijk.  Een boek groeit net als een levend wezen.

    14-04-2019, 19:24 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Edouard Louis in Ds weekblad

    Literatuur heeft een rol en een opdracht.  Schrijvers en uitgevers hebben vaak de indruk dat ze aan de kant van de weerstand staan, omdat ze aan de kant van de kunst staan.  Literatuur gaat nochtans niet vrijuit in de opgang van extreemrechts.  Ze heeft mee bijgedragen tot de uitsluiting.  Voor een kind als ik was er weinig meer vernederend dan een boek.  Het zei: je maakt geen deel uit van de groep mensen die mij kunnen lezen.  Jij hoort er niet bij.  We wisten thuis dat boeken niet voor ons waren.’

     

    Arnon Grunberg in gesprek met Marc Cloostermans

    Cultuur is een rem op barbarisme.  Hitler hield van muziek, van schilderijen.  Hij was niet onbelezen, kon huilen bij Wagner, kon zich enorm opwinden over kunst.

    (…)Mensen komen pas echt tot leven als ze pijn voelen.  Mijn personages worden niet getroffen door natuurrampen.  Dat zou ik oninteressant vinden.  Ze roepen de pijn en de pech over zichzelf af en dat maakt hen juist innemend. Ik denk dat pijn het enige is wat de mens echt kan voelen.

    (…)

    Pijn is niet iets wat je voor je houdt.  Pijn moet gedeeld worden met anderen.  Het idee lijkt te leven dat een sentiment veel dieper en authentieker is dan een gedachte.  Dat is een misverstand.  Je kunt ook liegen met emoties.

    David Grossman in een lezing over Vrede en Vrijheid

    Blijkbaar is er zelfs in de meest extreme situaties nog altijd één kleine vrijheid voorbehouden aan de mens: de vrijheid om zijn tragedie te beschrijven in zijn eigen woorden.

    Schrijvers kennen die aandrang: de dingen je eigen persoonlijke namen te geven en niet de namen die je ‘van buiten’ worden opgelegd.  Het is een sterke aandrang, als een instinct.  Als een natuurdrift.  Ik denk wel eens dat een schrijver iemand is die claustrofobie krijgt binnen de woorden van anderen.  En daarom is literatuur, die meer goede eigenschappen heeft, ook een manier om bij de lezer een instinctieve afkeer aan te scherpen van clichés en generalisaties, van al wat de mens, met al zijn rijkdom en tegenstellingen probeert vast in te zetten in het voetblok van stereotiepe, starre, beperkende definities.

     

    Ransom Riggs in gesprek met Katrien Steyaert

    Als schrijver moet je er gewoon op vertrouwen dat er zich onder je schedeldak genoeg afspeelt dat de moeite waard is.

    (…)

    Mensen onderschatten de waarde van happy endings. Ik geloof dat onze wereld er wat meer kan gebruiken.

     

    Jenny Offill in gesprek met Kathy Mathys

    Nadat ik mijn agent vertelde dat hij het manuscript niet meer mocht opsturen naar uitgeverijen, ging ik een paar jaar lang poëzie schrijven. Alweer dacht iedereen dat ik gek was, maar ik had het gevoel dat ik door poëzie te schrijven de juiste stem zou vinden.  Dat is ook gebeurd.  Die poëzie zal nooit het daglicht zien maar hij was wel belangrijk voor het proces.  In gedichten nemen schrijvers vaak grote sprongen, in fictie is dat ongebruikelijk.  Romanschrijvers bouwen een brug tussen de ene gebeurtenis en de andere.  Ik wilde die bruggen opblazen.

    (…)

    Ik heb geprobeerd om de manier waarop we herinneren te imiteren door een versnipperde structuur te gebruiken. Mensen herinneren niet in mooie lange lappen tekst.

     

    Valeria Luiselli in gesprek met Marijke Arijs

    Vergelijk het met een schilder die een bepaalde penseelvoering en een bepaald kleurenpalet heeft.  Een roman is mij te lang. Daarom vertrek ik van kleine, behapbare dingen, van concrete ideeën, beelden en scènes.  Die kneed en herwerk ik tot ik de juiste vorm vind, bijna alsof het beeldhouwwerkjes zijn.  Pas wanneer zo’n fragment helemaal af is, begin ik aan het volgende.

    (…)

    Ik zie de literatuur als een spel.  Schrijven heeft te maken met experimenteren, met vrijheid.  In die speelruimte kunnen een heleboel ideeën, spanningen en conflicten aan bod komen, maar het is geen bloedserieuze affaire.  Je hoeft er geen smoking voor aan te trekken.

    (…)

    Ik experimenteer overigens niet om het experimenteren zelf, maar om mijn eigen grenzen te verleggen.  Ik vind het niet interessant om een bepaalde succesformule te hanteren en mezelf voortdurend te herhalen.  Ik wil mezelf vernieuwen, romans schrijven die van mijn eigen en andermans verwachtingen bevrijden, de vrijheid behouden om nieuwe horizonten te verkennen.

    (…)

    De roman werkt als een breng tussen verschillende werelden.

     

    Michel Faber in gesprek met Veerle Vanden Bosch

    (…) een kunstenaar die alles volledig in de hand heeft, is als een poppenspeler die wel het publiek manipuleert, maar zichzelf niet meer verrast. 

    Antjie Krog in gesprek met Catherine Vuylsteke

    Meestal weet ik niet waarom ik ben zoals ik ben, overgevoelig voor sommige dingen en onverschillig voor andere.  Mijn brein, of liever mijn creatieve  IQ, zoals ik het noem, verzamelt dingen.  Ik onthoud de zinnen die er voor mij toe doen, zelfs al weet ik vaak niet meer van wie ze zijn.  Die woorden zoeken zich later een weg naar een gedicht.

    (…)

    Ik ben geobsedeerd door de ruimte op een blad, door het wit tussen de woorden.  Daarom kan ik niet schrijven met een computer, die geeft je te veel leegte.

    (…)

    In een volgend stadium probeer ik verschillende versies van schikkingen uit op de computer.  Dat is het interessante aan dat ding.  Je kan heel snel de ruimte verkennen en bijstellen.  Daarna komt het moment waarop ik hoor.  De kleur van de klank. Mijn voor weet dat het juist is. 

     

    Tahar Ben Jelloun in gesprek met Marijke Arijs

    Ik was ervan overtuigd dat de literatuur diende om getuigenis af te leggen en dat geloof ik nog steeds. Zelfs als je thrillers of sciencefiction schrijft, kan dat een weerslag hebben op het dagelijks leven.

     

    Ann-Marie MacDonald in gesprek met Kathy Mathys

    Ik zie mezelf als een vakvrouw die goed weet waarmee ze bezig is.  Ik ben geen romanticus.  Toch moet ik erkennen dat dit boek lagen bevat die ik zelf niet had voorzien.

     

    David Grossman in gesprek met Maria Vlaar

    Ik weiger om alleen door de catastrofe in mijn leven gedefinieerd te worden.  Het verlies kleurt mijn leven. Maar ik sta erop de vrijheid te hebben om mijzelf te definiëren.  Het schrijven van het boek was een manier om te zeggen: ik word niet gedefinieerd door jou; ik definieer jou.

     

    Bernhard Schlink in gesprek met Gaea Schoeters

    Maar misschien is het simpele antwoord: is dat niet de reden dat we lezen? En schrijven?  Omdat we meer dan één leven willen? Liefst een dat niet te ver van ons eigen leven afstaat, zodat we onszelf er nog in kunnen voorstellen, maar tegelijk ook anders en uitdagend?

     

    Ted Van Lieshout

    Schrijvers kunnen van seks iets persoonlijks maken want lezers vereenzelvigen zich met de personages, dus als die seks beleven, komt het opeens dichtbij.  Je kunt helemaal meegaan met een personage, en nagaan hoe dat bij jezelf zit.

     

    Aidan Chambers

    In dat boek (Verleden week) masturbeert het hoofdpersonage, maar ik beschrijf zijn gedachten en gevoelens, niet wat hij doet.

    (…)

    Mijn vuistregel is dat ik kan schrijven wat de personages kunnen weten. Sommige personages weten maar heel weinig over seks, anderen meer.

     

    Javier Cercas in gesprek met Marijke Arijs

    Voor mij is een roman een banket met talloze gerechten.

    (…)

    Eigenlijk combineer ik de twee concepten: mijn boeken zijn zo overvloedig, substantieel en gevarieerd als een banket met vele gangen en tegelijk zo efficiënt, precies en snel als een autorace.

    (…)

    Fictie is juist interessant omdat ze gevoed wordt door de werkelijkheid.  In wezen gaan al mijn boeken over mythen.

    (…)

    Mijn romans hebben trouwens een epische component, ze gaan allemaal over helden.

    (…)

    Alle romans zijn autobiografisch.  Als schrijver vertrek je altijd van je eigen ervaring.  Van de dingen die je hebt beleefd, maar ook van dingen die je niet hebt beleefd.  Je dromen, frustraties, verlangens maken evengoed deel uit van de biografie.  Eigenlijk gaan alle romans uit van de vraag: ‘wat als?’.

    (…)

    In al mijn romans zit ergens een blinde vlek.  En toch is het precies door die blinde vlek dat je kunt zien, door dat onuitgesprokene dat de roman spreekt, door dat duister dat er klaarheid komt. Er wordt een vraag gesteld en de hele roman is een poging om die vraag te beantwoorden, maar er komt geen duidelijk, eenduidig, concreet antwoord.

    (…)

    Zonder die ambiguïteit, zonder ironie is er geen literatuur. (…) Ironie toont dat iets twee dingen tegelijk kan zijn, dat de waarheid vele gezichten heeft.  Ironie is hét tegengif tegen fanatisme.  Een fanaticus denkt dat er maar één waarheid is. Er is niet een waarheid in het boek, er zijn er vele.

     

    Gaea Schoeters

    Net zoals in ninjutsu probeer ik in de literatuur hiernaar te streven: eerst de vorm leren, dan breken met die vorm om ten slotte vrij te zijn van die vorm.  Ik zit nog lang niet in dat laatste stadium, maar ik tracht er wel naar.  Trainen moet je zelf doen, schrijven ook.  Niemand kan je erbij helpen, ook niet op momenten van twijfel.

    Eva Menasse in gesprek met Filip Huysegems

    … ik ben wel dol op verkleedpartijtjes als het om schrijven gaat. Ik beleef onnoemelijk veel pret om te fantaseren hoe het is om iemand anders zijn.

    (…)

    Literatuur kan een thema omsingelend benaderen, en het dubbelzinnige het dubbelzinnige laten zijn.

     

    Richard Russo in gesprek met Kathy Mathys

    Mijn romans ontstaan als ik mij op een emotioneel kruispunt in het leven  bevind. (…)

    Ik heb gemerkt dat mensen voor wie het einde nadert er behoefte aan hebben om een narratieve lijn in hun leven aan te brengen.  Ze willen losse herinneringen herschikken, ze zijn op zoek naar samenhang.

    (…)

    Ik doe meestal vijf tot zes jaar over een roman en ja, ik hoop dat de personages met wie ik zoveel tijd doorbreng mijn vrienden worden.  Ik ben tegen sentiment en nostalgie.

    (…)

    Lezers mogen gerust op een heel emotionele manier reageren op wat ik schrijf.  De personages zijn mijn vrienden en als ze ook de vrienden worden van de lezers, dan maakt mij dat heel gelukkig.

     

    Christos Tsiolkas in gesprek met Kathy Mathys

    Na die eerste mislukte versie was spelen met structuur een manier om het niet op te geven.  Ik wilde geen strikte chronologie en zag het gepuzzel als een uitdaging. De structuur gaf me de mogelijkheid om te werken met wat ze in de cinematografie ‘jump cuts’ noemen, je neemt sprongen in de tijd, hoeft niet alles te vertellen.

    Ferdinand von Schirach in gesprek met Filip Huysegems

    … ik geloof dat alle kunst zich bezighoudt met het zoeken naar waarheid. Als dat niet zo is, is het geen kunst, maar decoratie.

    Jim Crace in  gesprek met Kathy Mathys

    … daarin schuilt voor mij het bijzondere van schrijven.  Onderweg gebeurt er veel dat je niet ziet aankomen.

    (…)

    Door de verhalen in het verleden of in de toekomst te plaatsen, of door een landschap te verzinnen dat niet echt bestaat, creëer ik wat afstand.  Romans mogen wat mij betreft enkel vragen stellen, ze mogen geen antwoord geven.

    (…)

    Fictie heeft een hoger doel, het laat ons kennismaken met de liefde nog voor we van de liefde hebben geproefd, met de dood nog voor we zelf onze laatste adem hebben uitgeblazen.

     

     

    P.F. Thomése in ‘Beroepsgeheim’ (Rubriek in Standaard der Letteren)

    Als ik schrijf moet ik dat soort naïviteit terugvinden, ook om niet in de val te trappen van denken dat je het allemaal al kunt.  Schrijven is steeds opnieuw het schrijven uitvinden.  Ik kan dat alleen als ik teruggevoerd word naar de geestesgesteldheid die ik als jongen had: dat verwachtingsvolle, maar tegelijk meedogenloze, de intensiteit en het overgevoelige.  Steeds een ander worden om dezelfde te kunnen blijven.  Muziek is de wonderbaarlijke sleutel op de deur naar die verloren tijd.

     

    Zeruya Shalev in gesprek met Marijke Arijs

    Als ik schrijf over dingen die ik niet zelf heb meegemaakt, worden die vanzelf ook autobiografisch, omdat ik me altijd zo intens inleef in mijn personages.  Eigenlijk is er dus niet veel verschil.  Uiteindelijk is alles autobiografisch en tegelijk ook weer niet, hoe paradoxaal dit ook klinkt.

     

    James Wood in gesprek met Arjen Fortuin

    Schrijvers die hun lezers tevreden willen stellen, wekken mijn wantrouwen. Dat is hoe televisiemakers denken.

     

    Irvine Welsh in gesprek met Eldrid Deleu

    Je moet eerst bij jezelf denken of je een schrijver wil zijn, of een bestseller wil schrijven.  We  leven zo erg in die individualistische celebritycultuur, dat iedereen denkt dat hij auteur wil zijn.  Het is verbazingwekkend hoeveel mensen willen schrijven, maar niet lezen. Dus eerst en vooral, lees boeken, geniet ervan, bekijk ze.  En dan bedoel ik alle soorten boeken, niet alleen fictie.

     

    Atticus Lish

    Ik ben een beginnende romanschrijver, geen geleerde. Waarom geef ik daar dan om?   Omdat ik denk dat ik tot het inzicht kom dat een romanschrijver een soort geleerde van zijn eigen verbeelding moet zijn. Ik heb honderden en honderden op zich waardeloze bladzijden gespuid, en moet die telkens herbekijken om de luttele, minuscule ideeën die wel de moeite zijn te vinden.  Ze zitten verstopt als zaadjes in emmers vol slijk.  Ik moet ze er uitfilteren en opnieuw planten in mijn hoofd.

    Paul Auster in gesprek met Sean O’Hagan

    Verhaal ontstaan binnen in me en worden merkwaardige dwanggedachten.  En ook al kan het verhaal van dag tot dag veranderen, ik ken de personages door en door, want ze leven al jaren in mijn hoofd.

    (…)

    Ik schrijf heel vaak vanuit mijn onderbewustzijn.  Ik weet niet waar die ideeën vandaan komen. Ik heb geen idee waarom ik doe wat ik doe.  Ik ben net zo onwetend als de anderen.

    14-04-2019, 19:24 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    Clive Barker in gesprek met John Vervoort

    Misschien lezen recensenten te selectief en moeten ze de literatuurgeschiedenis eens anders bekijken.  Shakespeare schreef A Midsummer Night’s Dream  en  The Tempest , twee toneelstukken met sterke fantastische elementen.  In elk van zijn stukken vind je bovennatuurlijke elementen, denk maar aan de verschijning van de geest in Hamlet  of de openingsscène van MacBeth met de drie heksen, (…).  En hebben literatuurkenners nooit Boccaccio’s Decamerone  gelezen? Of de gedichten van William Blake? Of de bijbel? De lijst met belangrijke literaire werken waarin het bovennatuurlijke een belangrijke rol speelt, is eindeloos.

    (…)

    Horrorverhalen hebben de kracht om ons te confronteren met wat ons bang maakt.  Tegelijk lost die confrontatie de angst op.  Het is een heel complex proces dat ik zelf nog niet helemaal doorgrond – dat is de zoektocht van elke kunstenaar – maar ik denk dat alle kunst tegelijk confronteert en geruststelt.  Kunst houdt ons een spiegel voor waarin wij onze angsten, dromen en fantasieën herkennen en kunnen beleven zonder dat we onszelf en onze naaste in gevaar brengen.  Die beleving is tegelijk rationeel en emotioneel.

     

    Raoul Schrott in gesprek met Herman Jacobs

    Er is ook het plezier om in de huid van personages te kruipen, hoewel ze dus zeer ver van mij af staan.

    (…)

    In fictie schrijf je van jezelf weg, je wordt een ander.  Bij poëzie schrijf je juist de wereld naar jezelf toe.  Het is een vaststaand feit dat dichters over het algemeen veel ouder worden dan schrijvers.

    (…)

    Honger, liefde, seksualiteit, het wezen van al die dingen is dat we de hand naar iets uitstrekken dat zich toch nooit helemaal laat aanraken.  Wat mij interesseerde, was dat mechanisme, dat mij als heel archaïsch, heel instinctief, heel essentieel voorkomt en dat de mens voor een groot stuk bepaalt.

     

    Azar Nafisi

    Verbeelding is de belangrijkste kracht om verzet te organiseren tegen een dictatoriaal regime, omdat verbeelding altijd oneerbiedig is.  Voor de verbeelding is niets of niemand heilig.

    Andrej Koerkov in openingslezing Passa Porta Seminar Brussel 2016

    Als je op papier ‘denkt’, wordt het beeld van wat er gebeurt en je relatie tot dat beeld veel duidelijker.  Mijn probleem bleek de omvang van dit ‘beeld’ te zijn.  Maar langzamerhand bleek ik in staat te zijn twee rollen tegelijkertijd te spelen: die van analytische toeschouwer en die van commentator, die zowel de gebeurtenissen op  hun waarde probeert te schatten als oorzaken en mogelijke gevolgen daarvan probeert toe te lichten.

    (…)

    Literatuur leert mensen niet spreken en leert ook niet veel mensen nadenken.  Lezers vinden het makkelijker om met de helden mee te leven of voor hen te denken of hun gedachten te analyseren of te proberen te begrijpen wat er van hen zal worden als gevolg van hun gedrag of levensvisie.

     

     

     

    Yann Martel in gesprek met Jelle Van Riet

    Hoe kan je literatuur lezen en je niet bewust zijn van de dood? Kunst gaat over onze condition humaine en die wordt door eindigheid gedefinieerd.  Alle kunst begint bij de dood en bij het lijden.  Wie volmaakt gelukkig is, schrijft geen roman.  Waarom zou je?  Het is hard labeur en de kans op succes te miniem.  Je doet dat enkel omdat je niet helemaal lekker in het leven staat en ook niet zo goed weet wat je anders moet.

    (…)

    Ook literatuur poneert onbewijsbare dingen, maar het is niet omdat deze niet echt zijn dat ze niet waar zijn.  Een verzonnen verhaal is nog steeds een waar verhaal.

     

     

    Nell Zink in gesprek met Kathy Mathys

    Mijn roman is een poging tot wat ze in Duitsland Realsatire noemen: je laat dingen zien die echt gebeurd zijn maar waarvan de lezers denken dat ze verzonnen zijn.

     

    Lauren Groff in gesprek met Kathy Mathys

     

    Ik schrijf verschillende versies met de hand vooraleer er een computer aan te pas komt.  Ik hou van zinnen, hoe ze lopen, hoe ze klinken, daar ben ik heel intens mee bezig.  Daardoor verlies ik het overzicht, zie ik niet wat het geraamte is van het verhaal.

    (…)

    Ik hing bruin slagerspapier aan de muren van mijn studio.  Aan de ene kant schreef ik alles wat ik kon bedenken over haar, aan de andere kant alles over hem. Aanvankelijk dacht ik dat het twee boeken zouden worden.

     

     

    Jean-Philippe Toussaint in gesprek met Marijke Arijs

     

    Naderhand heb ik beseft waar het aan ligt: het is de combinatie van het alledaagse en het metafysische, die in al mijn boeken zit.  Ik hecht veel belang aan het esthetische aspect, maar ook aan de filosofische dimensie.

    (…)

    De beste invallen krijg je namelijk niet voor de computer, maar in het zwembad of tijdens een wandeling.  Ik wilde net een voettocht gaan maken en op dat moment had ik plots het juiste ritme te pakken.

    (…)

    Literatuur is kunst. Het is dus evenzeer een zaak van vorm, techniek, ritme en klank als van betekenis.  Negentig procent van de mensen die boeken schrijven heeft daar geen benul van. Ze willen een verhaal brengen en dat gooien ze dan zomaar op papier.  Voor mij is de manier waarop je dat doet juist heel belangrijk. Het is natuurlijk beter als je ook iets te vertellen hebt, anders blijf je in formele literaire spelletjes steken.

     

     

    Stefan Hertmans in gesprek met Jelle Van Riet

     

    Ik denk dat dichten mijn manier is om te herinneren wat gebeurd is.  Het is langzaamaan een soort innerlijke muziek geworden, die structuur geeft aan mijn leven.

     

     

    Marilynne Robinson in gesprek met Kathy Mathys

     

    De menselijke geest, daar draait het om in fictie. Sommige auteurs vergeten dat weleens en daar lijdt het resultaat dan onder.

     

     

    Jonathan Franzen in gesprek met Saskia De Coster

     

    Voor mij is journalistiek een vreemde combinatie van abstracte intellectuele procesvoering en echte woede.  Daarnaast ben ik ook een schrijver, en mijn schrijverskant laat veel minder woede toe.  Als romanschrijver kan je maar beter om mensen geven, tenzij je zoals wijlen deOostenrijkse schrijver Thomas Bernhard graag uitpakt met je mensenhaat.

    (….)

    Het probleem met anekdotes, ontdekte ik, is dat ze niets betekenen terwijl een roman één grote overkoepelende betekenis heeft.

    (…)

    Alles begint bij het grote verhaal dat ik in mijn hoofd vorm, en daaruit leid ik de personages af. Ik wist erg weinig over Denise uit DE CORRECTIES toen ik haar verhaal begon neer te schrijven, hooguit dat zij het enige meisje was in een familie vol jongensen met possessieve ouders, en dat ze seksueel getormenteerd was.

    (…)

    Sympathie voor mijn personages ontwikkelen is een voorwaarde om over hen te kunnen schrijven.

    (…)

    Ik blijf in mijn hoofd de personages als pionnen verschuiven tot ze een plaats in het geheel hebben die mij interesseert en waarmee ik aan de slag kan gaan.

    (…)

    Mijn grote beperking is dat ik enkel kan schrijven over wie of wat me na aan het hart ligt.

    (…)

    Voor de psychologische kant van de zaak doe ik gewoon een beroep op mijn intuïtie. Eens dat oppunt staat en geloofwaardig overkomt, check ik de feitelijke context van mijn verhaal zorgvuldig.

    (…)

    De rest vul je dan in met feiten. Inzicht is alles, feiten zijn banaal.

    (…)

    Ik wil mijn eigenheid als schrijver niet opgeven, maar ik doe wel enorm graag ontdekkingen. Het gaat meer om me iets toe te eigenen of het beschaafd stelen, wat ik zeker deed toen ik jong was.Naarmate je ouder wordt, begin je meer van je eigen werk te stelen.

     

     Nooteboom in De Standaard van 14 maart 2008

    … Over de vaststelling dat schrijvers tenminste één vorm van macht hebben, de macht om met hun verbeelding een wereld te maken die niet bestaat en toch geldig is, een wereld die is opgebouwd uit hun herinnering en hun verbeelding, die lijkt op de echte wereld, maar waarin zij de gebeurtenissen naar hun hand zetten en de mensen een naam geven.

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

     

    Doeschka Meijsing in gesprek met Elsbeth Etty

    Een van de kunsten van het schrijverschap is dat je uit een berg verwarrende gegevens precies datgene haalt wat de essentie van het leven of de liefde raakt. Mij ging het erom dat ik langs mijn eigen leven scheerde, een leven dat tot mijn verdriet voor een groot deel openbaar was.  Voor mij is komen vast te staan dat dat het deel is dat er het minste toe doet. Wat er toe doet, is wat het betekent als je in de steek

    wordt gelaten, wat dat voor verdriet is.

     

     

     

     

     

    L.S. Christenen in gesprek met Herman Jacobs

    Een roman moet een geheim hebben. Ik probeer altijd het zeer delicate evenwicht te vinden tussen te veel vertellen en te weinig vertellen. (…)

    Ik denk dat je universeel kunt zijn door zo lokaal mogelijk te blijven.  Ik draag mijn Noorse ervaring met me mee, en mijn persoonlijke geschiedenis.  Dat is nu eenmaal mijn materiaal.  Maar ik geloof niet dat mensen zo heel erg verschillen van land tot land.

    Herbjorg Wassmo in gesprek met Herman Jacobs

    (…) in mijn boeken wil ik graag de mens laten zien zoals hij is. Wat we ons hele leven met ons meenemen, is dat kind dat in ons zit, het gekwetste, verlaten kind. Natuurlijk wordt niet ieder kind gekwetst en verlaten, dat verschilt heel erg van mens tot mens, maar dat kind dragen we ons hele leven met ons mee en dat bepaalt wie we zijn.  Alle andere dingen die je bent, dat zijn rollen. Wat je relatie met de anderen bepaalt, is niet hoe je eruitziet in de spiegel, maar dat kind dat in je zit.

     

    Joost de Vries in gesprek met Guinevere Claeys

    De kunst van literatuur is: je uitdrukken, op een zo eigen, nieuwe, vernieuwende, clichévrije manier mogelijk.  Je hebt iets in je hoofd en je moet dat in taal uitgedrukt krijgen. Dat is het probleem, en dat is het mooiste en fijnste probleem om op te lossen. (…) Schrijven is spelen.

    (…) Maar waarom zou ik willen schrijven als het maar is om een wereld te verzinnen die al bestaat?

    (…) Schrijven helpt mij te interpreteren wat er is, en ook : om daar nog iets aan toe te voegen.  Ik wil boeken schrijven die nog niet bestaan.

     

    Lily King in gesprek met Kathy Mathys

    Schrijven is voor mij een anti-intellectueel proces.  Al mijn zintuigen staan op scherp wanneer ik schrijf: ik luister, voel, laat de dingen tot mij komen. Dat klinkt wazig, maar zo is het. (…)

    Ik was bang, had voortdurend het gevoel dat ik faalde. In mijn hoofd klopte het, maar de woorden landden dood op papier.

     

    Jeroen Brouwers in gesprek met Gretel Van Den Broek

    Ik schrijf uit behoefte.  Ik wil kunst maken.  Meer is het niet.  Ik voel me een kunstenaar als ik kan opgaan in mijn stijl, als ik een goede metafoor vind, als ik voel dat het ritme iets hypnotiserends heeft.

    Erwin Mortier in Naar nergens smaken

    Ik zie niet in waarom ‘ik’ zo nodig in mijn verhalen moet aanwezig zijn of welke ervaringen, traumatische en andere, ik in of door mijn schriftuur zou moeten ‘verwerken’.  Verwerken, dat doe je met dode bladeren, aardappelschillen, botten.  Mensen dienen om verteld te worden.  Het verhaal maakt de mens, niet andersom.

     

     

     

    Elena Ferrante in gesprek met Ruth Joos

    Ik heb over het algemeen een begin nodig dat me de indruk geeft dat ik op de goede weg ben.  Zelden komt dat meteen, maar het gebeurt.  Meestal schrijf en herschrijf ik langdurig.  Het doorslaggevende argument is de energie waarmee het verhaal van start gaat.

    (…) Een verhaal moet zich verder wagen dan je eigen vermogen om het te schrijven, je moet bij elke regel bang zijn dat je het niet zult halen.

    (…) De taak van wie schrijft is zonder zelfcensuur vorm te geven aan realiteiten die hij goed kent, alsof hij daarvan de enig mogelijke getuige is.

    (…) Ongemakkelijke waarheden zijn het zout van de literatuur. Ze garanderen het welslagen ervan niet, maar het is van daaruit dat de woorden kracht en smaak krijgen.  Een boek moet de lezer ertoe aanzetten af te rekenen met zichzelf en met de wereld.

    14-04-2019, 19:23 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    Bart Van Loo in gesprek met Gaea Schoeters

    Tijdens het schrijven ijsbeer ik veel, terwijl ik intussen hardop  praat.  Voor een boek zoals dit lees ik enorm veel vooraf, en dan probeer ik aan mezelf uit te leggen wat ik daarover verteld wil krijgen, alsof ik voor een publiek sta. Zo ontstaat er een discours in mijn hoofd, een manier van denken.  Dat gaat blijkbaar niet zonder wandelen.

     

    Nina Weijers in gesprek met Ann-Sofie Dekeyser

     

    Ik heb heel lang gedacht dat ik een oplichter was. Ik zat aan mijn bureau en zag de tijd passeren.  Er waren dagen dat er niet meer dan één alinea op papier verscheen, die ik de volgende dag weer kon weggooien.  Of zelfs weken dat er nauwelijks iets uit mijn vingers kwam.  En dat terwijl ik vrolijk aan de buitenwereld vertelde dat ik een boek aan het schrijven was.  Mensen stelden me heel logische vragen: waarover gaat het, wat voor soort roman is het… Ik had geen antwoord. 

    (…)

    Ik haal veel voeling uit de wereld, maar het echte werk, het schrijven zelf vereist een terugtrekking uit de wereld.  Als ik schrijf, leef ik eigenlijk niet. Ik zit dan alleen in mijn eigen hoofd.  Het tegenstrijdige is dat ik, net doordat ik me terugtrek, mezelf juist heel zichtbaar maak.

    (…)

    Ik had geen bouwplan, het boek is organisch gegroeid. Als een plant die ineens die kant opging of daar een tak kreeg. Schrijven is een inefficiënt vak. Toch zeker in de omslachtige manier waarop ik dat doe.

    (…)

    In de eindsprint voor het boek heb ik tegen al mijn vrienden gezegd dat ze me twee weken niet zouden horen of zien.  Dat ik niets anders kon doen dan schrijven.  Dat werd een roes.  Ik ging op in een vreemd ritme, leefde op Red Bull, waardoor ik de hele tijd vreselijk rilde – ik drink die dingen nooit meer.  Ik merkte dat het prettig voelde om mezelf  fysiek uit te putten.

    Karl Ove Knausg°ard  in gesprek met Maria Vlaar

    Schrijven is afstand nemen en ironiseren.  Het is niet “ik” die schrijft, maar “ik” die kijkt naar iemand die schrijft.  Ik weet veel dat mijn hoofdpersonage, ikzelf dus, niet weet.

    (…)

    Schrijven is maken, vormgeven, tot de essentie komen.  Het reële leven daarentegen is complex, vormloos..  Dichotomie is een simpele en krachtige vorm.  Mijn persoonlijkheid zit ook vol tegenstrijdigheden: ik ben verlegen, vol schaamte en tegelijk extravert, “kijk mij eens”.  Ik heb ook aanleg voor manische depressiviteit. Dat onevenwicht dat maakt dat ik schrijf.

    (…)

    Ik kan niet aan de lezer denken als ik schrijf. Als ik probeer aan verwachtingen te voldoen, dan ben ik dood.

    Herta Müller in gesprek met Guus Bauer

    Ik knipte woorden uit mijn nieuwe kleurrijke aanwinsten en legde ze op de tafel in mijn appartement.  Maar daar verstoften ze langzaam.  Daarom kocht ik een archiefkast met heel veel laatjes en bracht ze daarin onder.  Ik maak er met lijm en schaar collages van op briefkaartformaat, gedichten zeg maar.

    (…)

    Dat is een essentie van mijn schrijven.  Rangschikken is het belangrijkste dat we met taal doen.  Mocht ik ophouden met het schrijven van boeken, dan zal ik altijd blijven plakken en knippen.  De woorden zijn te mooi om te negeren.

     

    Stephen King in gesprek met Elvin Post

    Mijn verhalen zijn altijd koud wanneer ik begin.  Hoe goed het idee ook is, in eerste instantie heb ik altijd het gevoel: deze keer gaat het me niet lukken.  Maar zodra ik de personages beter leer kennen, wordt de wereld waarin het verhaal zich afspeelt, levensecht voor me.

     

    Lydia Davis in gesprek met Gaea Schoeters

    Op mijn desktop staan altijd een heleboel onafgewerkte verhalen, die ik van tijd tot tijd weer opneem.  Ik begin nooit te schrijven op een blanco pagina, met het gevoel dat ik iets “moet” schrijven.  In plaats daarvan schrijf ik de dingen gewoon op als ze bij me opkomen, wat die gedachten ook zijn: een zin, een idee, een stukje dialoog dat ik ergens gehoord heb of iets dat ik ergens gelezen heb.  Ik ben fanatieke notitienemer, en ik heb allerlei notitieboekjes. Als iets wat ik heb opgeschreven het begin van een verhaal zou kunnen zijn, werk ik er meteen aan door, zo gauw ik kan.  Ik blijf schrijven tot er niets meer komt. Dan hou ik ook meteen op.’ (…) Door deze techniek, waarbij ik altijd aan veel verhalen tegelijk werk, heb ik nooit het gevoel dat er niets te schrijven valt, of dat ik geen inspiratie heb.’(…)

    Ik geloof in de waarde van geduld: je kunt verhalen niet overhaasten, je moet ze laten rijpen tot je het gevoel hebt dat ze volledig af zijn, zelfs als dat een jaar, of zelfs een paar jaar duurt, iets wat me soms overkomt’. (…)

    Het helpt als je schrijft met een gevoel van plezier, een gevoel dat alles kan.  En natuurlijk moet je altijd blijven schrijven, al zijn het notities in een notitieboekje. (…)

    Ik geloof dat het werkelijk van het allerhoogste belang is de beste voorbeelden nauwgezet te bestuderen. Dat heb ik altijd gedaan, en dat zou ik nog steeds doen telkens als ik iets nieuws probeer.

     

    Sandro Veronesi in gesprek met Michaël Bellon

    Een verhaal vertellen is energie aanwenden om de lezer te dwingen zijn tijd voor jou te nemen.  Aan het begin van een roman moet je heel veel energie ontwikkelen omdat je ook erg ver moet raken.  En dan nog zal je onderweg moeten bijtanken.  (…)

    Maar ik vertrouw erop dat dat bijtanken lukt.  Een crescendo naar het einde is dan niet meer nodig. Te veel plot is een teken van de onzekerheid van de auteur.

     

    Howard Jacobson in gesprek met Kathy Mathys

    Als je je persoanges vrij spel geeft – en dat moet je doen – dan doen ze uitspraken waarvoor de schrijver geen verantwoordelijkheid draagt. Natuurlijk heb je auteurs die van hun romans pamfletten maken.  In dat geval vind ik dat de schrijver wel verantwoordelijk is voor wat zijn personages beweren.

     

    Rachel Kushner in gesprek met Kathy Mathys

    De klassieke verteller in de derde persoon, interesseert me momenteel niet zo. Ik hou me er liever van omdat ik vrees dat de typische valkuilen die hij met zich meebrengt moeilijk te omzeilen zijn.   In het geval van een klassieke verteller kijkt de lezer naar het personage niet door de ogen van het personage.  Ik vind dat de roman het medium is dat de lezer in staat moet stellen om in iemands hoofd rond te dwalen.  Hoe bereik je dat?  Niet door een personage te beschrijven aan de hand van enkele karaktertrekken (“lief, enthousiast, inventief”) en enkele uiterlijke eigenschappen (“bruin haar, blauwe ogen”).  Een naam komt van buitenaf, eht komt niet vanuit het personage.  Daarom gebruik ik er geen ook al wordt mijn verteller in alle kritieken Reno genoemd, naar de plek waar ze vandaan komt.  Het is een bijnaam die ze krijgt van een and e personages maar die bijnaam vermeld ik slechts twee keer.  Er is nog een tweede reden waarom ik haar een naam onthield.  Ik wilde haar stem laten klinken als een gedachtestroom.  Ze komt uit een provinciale plek en landt in een grootstad die ze niet vat, een plek waar kunstzinnigheid, op de meest donkere momenten, uit mondt in wreedheid.  Enkel  wanneer je zo diep in het hoofd zit van iemand kun je als lezer voelen hoe het was voor haar om daar te arriveren.

    (…)

    De personages vormen een synthese van mijn gedachten over de kunstscène in die tijd, ze zijn representatief voor wie er toen werkzaam was.  Sommige van de cameo’s zijn wel gebaseerd op echte kunstenaars.

     

    Ilja Leonard Pfeijffer in gesprek met Veerle Vanden Bosch

    Een roman schrijven is evengoed te vergelijken met emigreren.  Het is een soort reis.  Dat heeft erg veel te maken met de manier waarop ik schrijf.  Ik vertrek niet vanuit een uitgewerkt schema dat ik daarna ga invullen.  Het groeit op een organische manier vanuit een idee dat in eerste instantie redelijk vaag kan zijn.  Daardoor is het voor mij ook een avontuur, en ben ik op een gegeven moment heel benieuwd hoe het gaat aflopen.  Een heel erg spannende, maar ook tijdrovende en inefficiënte manier om een boek te lezen, is het zelf te schrijven.  En als de laatste punt gezet is en alles klopt, dan heb ik het uit.

    Etgar Keret in gesprek met Michaël  Bellon

    Schrijven heeft veel functies. Een ervan is bijvoorbeeld datje vreemde gebeurtenissen die geen zin lijken te hebben, toch van betekenis kan voorzien.  Met ‘toeval’ als uitleg kan ik namelijk moeilijk leven.  Als iemand mij op straat plots in het gezicht mept, dan wil ik daar meteen een verhaal over schrijven dat de reden en het belang van dat vooral duidt.  Verder is het zo dat wij in ons leven heel eel van de dingen die we graag zouden doen, toch maar laten.

    (…)

    Maar verhalen zijn emotionele laboratoria waarin je wel kan doen wat je wil zonder mensen te kwetsen.  Door te schrijven kom je meer over jezelf te weten. Dat is angstaanjagend maar ook heel uitnodigend, en ik wil er niet aan weerstaan.

    (…)

     

    Ik schrijf ook veel verhalen over zelfmoord terwijl ik zelf nooit zelfmoord zou plegen.  Telkens gaat het om existentiële momenten waarop mensen zich afvragen :’wil ik dit leven wel?’

     

    Als ik moet kiezen tussen een goede roman van vijfhonderd bladzijden of een nog iets beter verhaal van twee bladzijden, dan kies ik voor de twee bladzijden. Vertel gewon wat je wil vertellen en stop dan. Als ik les geef, overkomt het me dat ik een onderwerp al na twintig minuten helemaal heb behandeld. 

    Edward St Aubyn in gesprek met Kathy Mathys

    … ik kan me vooral vinden in de woorden van de dichter Shelley. To imagine what we know, verbeelden wat we weten: dat is de essentie van literatuur, vond hij.  Ik wil vooral graven in mijn eigen leven.  I want to inscape, not escape. Totaal nieuwe werelden scheppen, interesseert me niet.  (…)

    Je zou denken dat het me opluchtte om die boeken over mijn leven te schrijven, maar in eerste instantie voelde ik me veel slechter dan voordien.

    (…)

    Ik heb meteen gekozen voor de derde persoon omdat het inderdaad wat afstand schept. (…)

    Dat is de grote kracht van de roman: je kunt dingen laten zien die je niet in een autobiografie kan tonen.  Ik denk niet dat de lezer geïnteresseerd is in een hysterisch is-verhaal vol zelfmedelijden.  Ik ben me altijd heel sterk bewust geweest van mijn verantwoordelijkheid tegenover de lezer.

    (…)

    Maniakaal observeren, me andere stemmen aanmeten bij gebrek aan een  stevige identiteit: het zijn dingen die van pas komen als schrijver.  Dat ik nu zo goed stemmingswisselingen bij personages kan evoceren, stamt ook uit mijn kindertijd.

     

    Tomi Ungerer in gesprek met Hans Cottyn

     

    Voortdurend je stijl veranderen helpt niet om je naam te vestigen.  Gelukkig ben ik gedisciplineerd geweest.  Je kunt het lezen voorstellen als een driehoek.  Eén hoek is enthousiasme, één discipline, en één pragmatiek. Iedereen kreeg één talent, minstens één.  Ik heb er misschien te veel, en alleszins te veel ideeën.  Dat is mijn probleem.  Maar hard werk is veel belangrijker dan talent.

     

     

    Jon Kalman Stefànsson in gesprek met Maria Vlaar

     

    Ik ben bijna alles vergeten wat ik geschreven heb. Ik schrijf in een droomtoestand en ben me nauwelijks bewust van wat ik doe.  Zodra ik begin te schrijven gooi ik alle plannen die ik van tevoren maakte en alle personages die ik heb bedacht overboord.  Ik ga naar binnen, binnenin mij ontstaat de taal. Het is een poëtische, intuïtieve manier van schrijven. Onvoorspelbaar en onlogisch.

    (…)

     

    Schrijvers hebben de taak om de mensen te laten voelen dat er maar één ‘tijd’ is, waar wij middenin zitten.  De mens is vol herinneringen en gedachten aan de toekomst en nooit alleen maar in het heden.  Ik wil het verleden herinneren en naar het heden brengen.

     

    Michael Cunningham in gesprek met Peter Jacobs

    Ik geef les in creatief schrijven. Wanneer ik mijn studenten uileg hoe ze een personage moeten ontwikkelen, hamer ik erop dat ze moeten weten wat het wil.  Zelfs al lijkt het personage het zelf niet te weten, toch moet de schrijver het weten.  Zonder verlangen is er geen verhaal.  Met mensen die niets willen bouw je geen verhaal. Het hoeft geen groot verlangen te zijn.  Madame Bovary wilde gewoon naar feestjes gaan en toch werd ze een reus van een personage in de wereldliteratuur.  Ons verlangen naar meer meer is wat ons interessant maakt.

    (…), om over een personage te kunnen schrijven, moet ik het zo goed kennen dat het autobiografisch aanvoelt.  (…) Je hoeft dus niet in een houthakkerskamp gewerkt te hebben om erover te schrijven.  Maar je kunt niet overtuigend schrijven over een emotie die je niet zelf gevoeld hebt.  Als je nooit  verliefd bent geweest, schrijf dan niet over liefde.

    (…)

    Het is goed voor een romancier om met een zekere dosis twijfel te leven, met het gevoel dat het beter kan. Zelfs een grote roman van Tolstoj kan beter.

    14-04-2019, 19:23 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Claire Castillon in gesprek met Katrien Steyaert

    Toen ik Ecrire van Marguerite Duras uit had, voelde ik een enorme honger, iets diep in mij dat zei: Schrijf!  Maar ook de kans om het niet goed te doen stak de kop op.  Want hoe kun je nog iets betekenen na wat zij heeft gedaan?  Het is een gevoel dat me nog heel vaak overvalt, als ik Ecrire herlees, of een ander boek dat ik heel sterk of geslaagd vind.

    (…)

    Aan de basis van het schrijverschap ligt de zin om het uit te schreeuwen.  Of zoals Duras het zei: “écrire, c’est hurler dedans!”

     

     

    Herman Koch in gesprek met Katrien Steyaert

    Om goed te schrijven moet ik me prettig voelen en dus probeer ik gezond te leven en fit wakker te worden.  Bijna elke dag sta ik vroeg op, ik neem een licht ontbijt, drink een kopje koffie, doorblader even de krant en wijd me dan aan het schrijven. (…) ik vind het ook wel goed als ik ’s middags een afspraak heb, want dat stimuleert me om de uren ervoor toch anderhalve pagina op papier te krijgen.

    (…)

    Ik kan me natuurlijk voorstellen dat je een soort sfeer wil creëren, maar die sfeer vind ik puur door te herlezen wat ik de vorige dag heb geschreven en daarop verder te gaan. (…)

    Als er een pagina niet goed voelt, dwing ik mezelf om nog minstens een uur verder te werken. Die strengheid is noodzakelijk, want de neiging om niet te schrijven is altijd sterker dan de neiging om wel te schrijven.

    (…)

    Ik heb liever dat ik eerst mijn blik kan scherpzetten.  Dat kan door een geconcentreerd gesprek met iemand te voeren of een heel goede film te bekijken, maar de beste methode vind ik nog altijd iets schrijven.

    Eleanor Catton in gesprek met Kathy Mathys

    Voor mij is lezen een manier om andere werelden te verkennen.  Ik houd ervan om me te verwonderen over het onbekende.

    (…)

    Ik ben erg geïnteresseerd in de manier waarop mensen zich uitdrukken.  Een personage als Lydia Wells ontleent haar autoriteit in de mannenwereld waarin ze opereert aan de manier waarop ze spreekt. Ze is niet op haar mond gevallen, zit altijd wel klaar met een oneliner. Ik vond het heerlijk om haar te schrijven, ze is zoveel sneller dan ik. Ik kom pas na twee dagen met een geschikte repliek.

    (…)

    Je krijgt als lezer geen panoramisch overzicht. Net als negentiende-eeuwse personages wanneer ik ze voor het eerst opvoer.  Ik vertel iets over hun psychologie en hun uiterlijk. Dat moet bevreemdend zijn voor moderne lezers.  We zijn het niet gewend om door anderen beschreven te worden, we schrijven vooral ons eigen verhaal.

    (…)

    Peter Terrin in gesprek met Toon Horsten

    In het boek (Monte Carlo, nvdr) zit, zonder dat het opvalt, een alwetende verteller die van het ene personage naar het andere springt, en ook sprongen in tijd en ruimte maakt.  Ik vond het heerlijk om te doen, ik moest me niet beperken tot de gedachtewereld van één personage.

    (…)

    Als schrijver droom je ervan dat er naar je boeken wordt uitgekeken.

    James Meek in gesprek met Marc Reynebeau

    Ik vind de waarheid belangrijk, maar dat is niet noodzakelijk hetzelfde.  Het moet waarachtig zijn tegenover wat je zelf denkt over menselijk gedrag en de mensen die je bent tegengekomen.  Dat is de moeilijkste vorm van research en geen enkele bibliotheek kan je daarbij helpen.  Wat ik me afvraag, is: geloof ik het?  Dat is het niet hetzelfde als: kan ik geloven dat zoiets kan gebeuren?

    (…)

    Ik rekende op nieuwsgierigheid van de lezer.  Die is erg moeilijk in te schatten, want je moet de lezer intrigeren, niet afschrikken.  Mijn ervaring als lezer is dat de nieuwsgierigheid het altijd haalt op de verwarring, zolang je maar niet de indruk krijgt dat je met opzet voor aap wordt gezet.  Je moet het vertrouwen van de lezer winnen.

    Paul Mennes in gesprek met Jelle Van Riet

    Het komt eropaan een boek te construeren waarin je de motieven niet te zwaar aanzet, zodat het ook bij een tweede lezing waardevol blijft. Maar je mag dat ook niet zo onderkoeld doen dat het hermetisch wordt. Juist doseren is een moeilijke oefening.

     

     

    Jess Walter in gesprek met Kathy Mathys

    Kundera verwoordde wat ik wilde vertellen. Als romanschrijver kun je fragmenten uit levens vangen, flitsen, meer niet. Aan de ene kant kun je als schrijver heel diep graven in een mensenleven, aan de andere kant ontglippen die levens je.

    (…)

    Ik plan mijn verhaal niet op voorhand, weet niet waar ik zal uitkomen.  Dus in mijn leven gingen er, tijdens het schrijven, vijftien jaar voorbij maar ook in de levens van mijn personages.  Daardoor is dit (Schitterende ruïnes, nvdr) een boek geworden over de tijd, over hoe die zich manifesteert in onze levens en over de ongrijpbaarheid van het nu.

     

    Ali Smith in gesprek met Kathy Mathys

    Mijn boeken gaan niet over mij, maar over de wereld van nu. Wat is er gaande?  Hoe kan ik als schrijver een structuur geven aan de chaos die ons omringt?  Het is tegenwoordig voor iedereen erg moeilijk om een onderscheid te maken tussen wat belangrijk is en wat belangrijk lijkt.  Ik geloof dat schrijvers een morele verantwoordelijkheid hebben.

     

    Herman Koch in gesprek met Jan Desloover

    Het hoeft geen vooropgezet iets te zijn maar een roman, zoals een film of een toneelstuk, zoals een film of een toneelstuk, is wel een ideaal podium om verschillende opvattingen te presenteren zonder er een oordeel aan te verbinden.  En ik houd er wel van om ook die meningen waar ik het niet mee eens ben een goeie kans te geven, anders maak je een karikatuur.

    (…)

    Ik merk wel dat het vaker lukt als ik snel doorwerk, een beetje als een schilder die enkele streken zet.  Schrijf ik vier lelijke zinnen, maar dan komt er eentje die wel goed zit.  En dan is het vaak kwestie van die vier voorgaande gewoon weg te halen.

    Michel Houellebecq in gesprek met Marijke Arijs

    Een schrijver hoeft niet te streven naar vormvernieuwing maar moet de vorm gebruiken als een evolutief element, dat je nooit helemaal in de hand hebt.  Het ontstaan van nieuwe vormen is een natuurlijk proces.

     

    Michael Cunningham in gesprek met Kathy Mathys

    In een roman houdt de schrijver zich bezig met personages, zo dacht ik.  Hij zet die zo genuanceerd mogelijk neer en probeert de lezer voeling te laten krijgen met hen.   Vroeger zou ik dus iemand als George Bush geportretteerd hebben zonder een oordeel over hem te vellen. 

    (…)

    Het probleem van mijn personages, en eigenlijk van heel wat Amerikanen, is dat ze geloven dat ze kunnen verwezenlijken wat ze maar willen.  Ze groeien op met zoveel dromen en wanneer die niet uitkomen, proberen ze het ergens anders opnieuw.  Veel Amerikanen blijven in hart en nieren pioniers, ook al is de grote Amerikaanse droom allang failliet.

     

     

    Bret Easton Ellis in gesprek met Bas Heijne

    Een roman gaat over wat zich in ons onderbewustzijn afspeelt.  Schrijven is voor mij niets anders dan je onderbewustzijn verkennen.  Je wordt gegrepen door een onderwerp, iets dat je niet meer loslaat.  Daarom kan ik nooit zo eerlijk zijn in een autobiografie als in een roman.

     

    Jonathan Franzen in gesprek met Michael Bellon

    Als het boek genegeerd was geweest, zou ik de kracht hebben gevonden om opnieuw te beginnen. Maar succes is problematisch. Ik had plots alles wat ik wilde en meer, terwijl fictie bestaat bij gratie van armoede – materiële armoede, geestelijke, of esthetische.  In dat opzicht is het gevaarlijk om ineens alles in de schoot geworpen te krijgen.

     

    Herman Koch in gesprek met Gerlinde De Bruycker

    Ik schrijf zo’n twee uur per dag, in de ochtend.  En dat is dan ook genoeg.  Schrijven vergt bij mij een bepaald soort concentratie die ik maar kort kan vasthouden.  Ik werk wel heel efficiënt, gemiddeld twee pagina’s per ochtend. Voor mij werkt schrijven het best als ik er niet te veel over moet nadenken.

    (…)

    Als ik ’s morgens aan een hoofdstuk begin, heb ik nog geen idee hoe dat zal eindigen.  Niet alleen om het voor mezelf spannend te houden, maar ook om de lezer te verrassen.  Als de schrijver zelf niet precies weet waar het heengaat, dan zal zijn lezer het ook niet weten.

    (…)

     

     

    Erwin Mortier in gesprek met Filip Rogiers

    Voor mij is poëzie levengevend.  Het is het  bad waarin de taal zichzelf altijd maar weer vernieuwt, oude betekenissen afstoot en nieuwe aantrekt. Proza is gestolde taal, poëzie is wat er vulkanisch kolkt onder die laag.  Het doorbreekt de verstarring die soms dreigt vanuit het proza, het viert het vitalisme.  Het is voor mij dan ook bij uitstek iets feminiens.

     

    Ilja Trojanow in gesprek met Maria Vlaar

    Ik zie literatuur als een heel goed instrument om iets aan de kaak te stellen.  Literatuur betrekt de lezer, ook al is die vooraf niet in het onderwerp geïnteresseerd.

    (…)

    Literatuur als puur esthetische ervaring, daar heb ik niets mee.  Dat is als het luisteren naar een dichter in het Chinees: je kunt ervan genieten, het klinkt prachtig, maar het beklijft niet.  Het is geen diepgaande ervaring, maar een vorm van entertainment.  Esthetiek zou niet meer dan een instrument moeten zijn voor een beter begrip van de wereld.

     

    Stefan Brijs in gesprek met Jelle Van Riet

    De geschiedenis is mijn schaakbord, mijn personages de pionnen waarmee ik schuif en daarbinnen tast ik alle mogelijke zetten af tot er maar één meer overblijft; de juiste!

    (…)

    Ik heb mijn personages, laat scenario’s op hen los (…)

    14-04-2019, 19:22 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    David Mitchell in een essay: ‘Waarom houden we van literatuur’ (De Standaard van 2 juni 2006)

    Er zijn vijf clusters om te lezen (…):

    Vervoering, Politiek, Bevrijding, Metafoor en Schoonheid.

    Elif Shafak in gesprek met Michaël Bellon

    Ik moet zeggen dat het einde van mijn boeken ook voor mij een verrassing is.  Eenzaamheid speelt een belangrijke rol in fictie.

    (…)

    Ik ben dat soort opschriften over het storten van vuil beginnen te noteren, waardoor ik me een afvalverzamelaar begon te voelen.  Ik verzamelde iets waar niemand naar omkeek. Op dezelfde manier verzamel ik verhalen en stukjes van verhalen die verborgen liggen tussen het puin van de stad.

    (…)

    Daarom ga ik op zoek naar woorden om ze in mijn boeken te gebruiken.  Veel Turkse lezers zijn verbaasd dat ik die ‘oude’ woorden nog gebruik, maar hoe kan een woord nu oud zijn? Turkije is een interessante en dynamische samenleving, maar ze is erg op de toekomst gericht en daardoor heeft ze weleens last van geheugenverlies.

    Jonathan Safran Foer in gesprek met Kathy Mathys

    Ik ben geen sociaal-realistische schrijver.  Waar het mij vooral om gaat, is het effect van mijn romans. Mijn boeken zijn heel evocatief en de respons van de lezer is belangrijker dan de inhoud van de verhalen.  Ik heb er dan ook niets op tegen om bepaalde realistische elementen op te offeren om een bepaalde reactie uit te lokken.  Voor mij zijn verhalen die geen emotionele respons teweegbrengen inferieur.  Boeken die over raciale, culturele en nationale grenzen heen mensen raken, zijn de enige die echt van belang zijn.

    (…)

    Fictieschrijvers moeten net gebruik maken van de ongelooflijke vrijheid om in de huid van een ander te kruipen.  Ik vind dat die vrijheid net zo goed geldt voor het schrijven over gruwelijkheden, of het nu gaat om de Holocaust of om een terroristische aanslag.  Schrijvers mogen die heikele onderwerpen nooit uit de weg gaan.

     

    Philippe Claudel in gesprek met Marijke Arijs

     

    Als schrijver ben ik in de eerste plaats geïnteresseerd in de anderen.  Mijn belangstelling gaat spontaan uit naar de lijdende mensheid, want de gelukkige mensheid heeft mij niet nodig.  Het is iets vanzelfsprekends voor mij om personages op te voeren die getekend zijn door het leven, die getroffen zijn door een sterfgeval, ballingschap, oorlog enzovoort.  Misschien probeer ik op die manier ook mijn eigen angsten te bezweren: ik ben doodsbang om weduwnaar te worden.

    (…)

    Ik weet van tevoren niet waar ik naartoe wil.  Meestal vertrek ik van een beeld, een gevoel of een enkel woord.  Deze keer had ik het beeld van een oude man voor ogen, die heel alleen op een stoel zat te wachten met een kind in zijn armen.  Meer niet.

    (…)

    Ik wil romans schrijven vanuit een gedrevenheid, een noodzaak. Schrijven is voor mij van levensbelang. Ik denk dat je die oprechtheid in mijn boeken proeft.  Als het maakwerk is, dan voelt de lezer dat.

    Annelies Verbeke in gesprek met Tine Hens

    Schrijven staat me toe op een geconcentreerde, gebalde manier bezig te zijn met de brij in mijn hoofd.  Als ik niet schrijf, blijft het gewoon brij.  Maar schrijven is ook communicatie.  Uiteindelijk wil je iets meedelen, iets wat jij op dat moment belangrijk vindt.

    (…)

    Het is niet altijd eenvoudig om het evenwicht te vinden tussen schrijven en leven.

    (…)

    Voor de literatuur gaan, is niets anders dan een bedrijfsleider die leeft voor zijn zaak of iemand die zich opoffert voor zijn gezin.  Uiteindelijk verkopen we allemaal onze ziel aan iets.  Ik vind het alleen griezelig om alles op één paard in te zetten.  Als het wegvalt, ben je ineens alles kwijt.

     

     

    Saskia De Coster in gesprek met Tine Hens

    Schrijven is voor een groot stuk spelen. Dictatortje spelen.  Je perst verschillende identiteiten bij elkaar en jij houdt de touwtjes in handen. Jij bent de baas.  Je moet dat ook zijn.  Anders wordt het een versplinterd geheel.  Het gevolg is dat je tijdens het schrijfproces voortdurend zwalpt tussen de complete euforie en de al even complete wanhoop. (…)

    Voorlezen is soms een goede graadmeter. Terwijl ik achter een microfoon sta, wil ik met mijn potlood aan de slag om zinnen te doorstrepen en te veranderen.  Ik lees in dit stadium ook hardop achter mijn computer.  Het geeft een andere kijk.  Je wordt voor een stuk de lezer, de derde persoon.

    (…)

    De werkelijkheid is een grote bouwdoos voor mij.  Ik pik eruit wat ik kan gebruiken.  Dus naast parasiet ben ik ook nog vampier. 

    Mario Vargas Llosa in gesprek met Ine Roox

     

    De werkelijkheid is een vertrekpunt voor mijn romans, er moet mij iets overkomen voor ik mijn pen ter hand neem en begin te schrijven.  Daarna voeg ik er mijn verbeelding aan toe.  Mijn politieke mening verwoord ik in essays, artikels en vrije tribunes.

     

    Michaïl Sjisjkin in gesprek met Maria Vlaar

    Eigenlijk verzin ik niets maar haal alles uit de familieverhalen van mijn ouders, mijn vrouwen, mijn kinderen. (…)

    Een boek is een eigen universum. Een schrijver tilt de belangrijke dingen uit de tijd en brengt ze over naar een andere waarachtige tijd.  Waar de dood niet bestaat.  Dat kan alleen de kunst.  De lezer of de luisteraar, als het om muziek gaat, wordt zelf ook een beetje onsterfelijk.

    (…)

    Ik probeer een nieuwe taal te scheppen, die ingaat tegen de kamptaal, de gevangenistaal die vandaag de dag normaal is in Rusland.  Als een ark van Noach vaart de taal van de literatuur daartegenin.

     

    Joke Van Leeuwen in gesprek met Katrien Steyaert

    Concentratie is voor mij een vorm van geluk.  Soms voelt het als schrijver ook letterlijk alsof je cadeautjes krijgt in je hoofd.  Dan staat er plots iets op papier en denk je: kijk nou eens!

    Philip Claudel heeft een zwak voor parfums (De Standaard)

     

    Ieder werkwoord heeft een parfum. Ieder woord roept in het geheugen een plek op met de bijbehorende geuren.  En uit het verhaal dat langzaam maar zeker wordt geweven, dat lukraak wordt gevlochten uit het alfabet en je herinneringen ontstaat een rivier met vele zijarmen, van het leven dat we geleefd hebben, het leven dat we gedroomd hebben en het leven dat nog komt. De taal mag af en toe tekorschieten.  In het leven wordt eigenlijk nooit gesproken als in boeken of films.  We zullen altijd verhalen nodig hebben. Kennelijk zoeken we een rechtvaardiging van ons bestaan en de weerspiegelingen ervan.  Een kwestie van houden van het leven, maar er niet genoeg aan hebben.     Het feitelijke proces van het schrijven en filmen is voor mij het belangrijkste. Het brengt diepte aan. 

     

    Ranson Riggs verzamelt snapshots (De Standaard)

    Vandaag heb ik dozen en dozen vol van zulke snapshots.   Ik verzamel ze. Vooral de eindeloze variatie aan menselijke gezichten vind ik interessant.  En de onbewaakte momenten, wanneer mensen nietsvermoedend worden gefotografeerd.  Dat voelt soms een beetje oncomfortabel, maar het is wel het eerlijkst.

    (…)

    Snapshots vertellen een tweede verhaal.  Van een historische gebeurtenis krijgen we vaak telkens dezelfde iconische beelden te zien.  Als je daar dan eens een andere foto van ziet, schudt dat alle clichés door elkaar. Daarom houd ik er zo van.  Ik speel de rol va curator: in iets wat anderen hebben genegeerd of zelfs weggegooid, vind ik nog iets moois.

     

    Maarten Inghels luistert graag naar muziek als hij schrijft (De Standaard)

    Dat zweept mij op.  Zeker tijdens het schrijven van gedichten.  Zonder nog echt naar de tekst te luisteren, ga ik op in de flow van de woorden, in het ritme. Bij elk boek zoek ik een beetje naar de juiste toon of  het gepaste nummer

     

     

     

    Koen Peeters in gesprek met Marc Reynebeau

    Ja, is er wel één waarheid?  En hoe geconstrueerd is de waarheid niet?  Ik begin steeds meer te zien dat de waarheid ontstaat in het gesprek.  Misschien vinden mensen elkaar halfweg, dat zou al fantastisch zijn.

     

    Paul Auster in gesprek met Kathy Mathys

     

    Wanneer ik schrijf, gebruik ik niet enkel mijn mentale vermogens, ik doe dat met inzet van mijn hele lichaam. 

    (…)

    Ik zie het boek als een mogelijk antwoord op de vraag hoe het voelt om te leven in mijn lichaam.  Dat was een bevrijdend uitgangspunt.

    14-04-2019, 19:22 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Joost Vandecasteele in gesprek met Joost Vandecasteele

    We zijn al lang voorbij het debat of schrijvers moeten bloggen of tweeten; de vraag is wat we te zeggen hebben in dit landschap van informatie, entertainment en inhoud.  Nu is het moment gekomen om het internet in te palmen en nooit meer los te laten.

     

    Bart Moeyaert in een lezing

    Het potlood schrijft grijs, muisgrijs, waardoor de indruk wordt gewekt dat zijn gebruiker dat ook is, terwijl wij met potlood schrijft juist goed beseft dat hij al veel weet, maar ook veel nog niet.  Hij durft zichzelf te herformuleren, niet één keer, maar voortdurend.  Hij houdt van het zoeken naar de juiste lijn, en ervaart het potlood als een verlengstuk van zijn hand. (…)

    De Oostenrijkse schrijver Peter Stamm geeft in ZEHN GEBOTE DES SCHREIBENS, een klein vademecum van schrijvers voor schrijvers, opmerkelijke raad: het is niet je stijl die je moet ontwikkelen, maar wel je persoonlijkheid.  Wat er precies opmerkelijk aan die raad is, wordt u meteen duidelijk als u Peter Stamm zou kennen. Hij is een erg fijn mens. Er zouden wat meer mensen op hem mogen lijken.

     

     

    Tim Krabbé in gesprek met Maria Vlaar

    Ik ben een schrijver. Ik wil gewoon een verhaal vertellen. (…)

    Alles kan in een roman, maar niets is op dezelfde manier interessant als in de werkelijkheid.

    Geoff Dyer in gesprek met Johan Faes

     

    Veel boeken zijn versies van vroegere boeken.

     

    Haruki Murakami in gesprek met Auke Hulst

    Het vraagstuk van namen heeft me lang beziggehouden.  In mijn eerste boeken heben de personages geen namen in de traditionele zin.  De verteller is atlijd een naamloze ik, anderen heten J. of de Rat. Ik voelde me opgelaten bij het idee iemand een naam te moeten geven.  Alsof ik me de rol van God wil aanmeten.  Dat zegt, denk ik, vooral iets over mijn verhouding tot mijn schrijverschap.  Ik was schrijver, maar ik voelde me ongemakkelijk bij dat idee.  Niet dat ik twijfelde over mijn vaardigheid, zeker niet.  Ik twijfelde of ik mezelf wel schrijver kan noemen.

    (…)

    Ik heb geen enkele bewegwijzering.  Het is reizen znder landkaart.  Het enige wat ik nodig heb, is zelfvertrouwen – het geloof dat ik ooit, op een dag, het verhaal waaraan ik begin ook daadwerkelijk zal kunnen beëindigen. Voordat ik die kracht in mezelf, begin ik niet eens.

    (…)

    Ik wil zelf veranderen tijdens het schrijven van een boek.  Als de reis niets met me gedaan heeft, dan is de reis zinloos geweest.  Mijn personages doorstaan de storm, maar ikzelf en de lezer ook.  Iedereen moet moet na het verhaal ten goede veranderd zijn,  hoe duister, zwaar en deprimerend het verhaal ook is.  In die zin ben ik een moralist.

    Delphine Lecompte in gesprek met Hester van Hasselt

    Een gedicht is heel vlug af. Soms schrijf ik echte misbaksels, die gooi ik weg.  Ik begin liever iedere dag opnieuw dan dat ik in een gedicht ga zitten prutsen. (…)

    Het is belangrijk om te blijven schrijven, te oefenen, met woorden bezig te zijn.  Ik voel nog altijd dat ik veel kan verbeteren.  Ik verafschuw alles wat lief en sentimenteel is.

    (…)

    Op grammaticaal vlak ben ik onzeker, ik zoek veel op. Ik ben bang om fouten te maken.  Ik vind het Nederlands een moeilijke taal.  Ik moet op de tippen van mijn tenen staan en als ik er bijna ben, heb ik toch nog het gevoel dat iets me ontsnapt, dat het niet vloeiend genoeg is. 

     

    Mohsin Hamid in gesprek met Kathy Mathys

    De vorm van de roman is de architectuur, de structuur die het verhaal het meest tot zijn recht laat komen. In Pakistan is het Soefi-gedicht het belangrijkste literaire genre. Vaak richt de verteller in het gedicht zich tot de geliefde in de tweede persoon.  Dat heeft me geïnspireerd. De jij-vorm past in een roman die vragen stelt over het belang dat we toekennen aan het ‘ik’, met name in de kapitalistische cultuur.

    (…)

    Op zoek naar een houvast lezen we romans om onszelf  te verbeteren. 

    (…)

    Een naamloze stad en een naamloos personage betrekt de lezer directer bij het verhaal.  Geef ik een personage een naam, dan blijft de lezer op afstand.  Schrijf ik ‘jouw moeder stierf’ dan ontstaat er een veel intensere relatie met de lezer. Namen zijn als merknamen, ze verhinderen ons om betekenis te leggen in het naamloze. Ik wil de lezer een actieve rol geven.

    (…)

    Als je een boek korter kunt maken, dan moet je dat doen. Al mijn romans kun je in één leessessie beëindigen.  Dat ze kort zijn, betekent niet dat ze slechts  heel even aanwezig zijn in het leven.

    14-04-2019, 19:21 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

     

    John Lanchester in gesprek met Kathy Mathys

    Ik ben altijd heel sceptisch wanneer mensen boeken als vitaminen beschouwen, want dat zijn ze niet. (…)

    Het gebruik van de alwetende verteller bevrijdde me, want zo kon ik ronddwalen in welk deel van Londen ik maar wilde.  Het is een techniek die ideaal is voor een uitgebreide cast. (…)

    Ik probeer me bij elk personage in te leven in hoe hij of zij zou denken, voelen.  Lukt die inlevingsoefening niet, dan schrap ik het personage.

     

    John Lanchester in gesprek met Kathy Mathys

    Ik ben altijd heel sceptisch wanneer mensen boeken als vitaminen beschouwen, want dat zijn ze niet. (…)

    Het gebruik van de alwetende verteller bevrijdde me, want zo kon ik ronddwalen in welk deel van Londen ik maar wilde.  Het is een techniek die ideaal is voor een uitgebreide cast. (…)

    Ik probeer me bij elk personage in te leven in hoe hij of zij zou denken, voelen.  Lukt die inlevingsoefening niet, dan schrap ik het personage.

     

    Amitav Ghosh in gesprek met Kathy Mathys

    Een verhaal is pas geslaagd als je kunt meekijken door de ogen van een personage.

     

    Joost Vandecasteele in gesprek met Joël De Ceulaer

    Ik zou het erg vinden als ik boeken zou schrijven die mensen lezen omdat ze zo herkenbaar zijn.

     

    Dan Brown in gesprek met John Vervoort

     

    Dat is wat schrijvers doen, de waarheid via fictie vertellen.

     

    Joost Zwagerman in de Standaard der Letteren (17 januari 2014)

     

    Stilte is zowat het enige dat ik als schrijver nodig heb .  In mijn hoofd is het vaak een kakafonie van belang omdat ik alle romanpersonages hoor praten en ik daaruit dialogen en zinnen probeer te distilleren.

     

     

    Pierre Michon in gesprek met Marijke Arijs

     

    Terwijl ik schrijf, ben ik een ander mens. Dan is het net of ik stemmen  hoor. (…)

    Ik schrijf korte teksten, die tot stand komen in twee à drie weken.  Onder het schrijven is er een grote accumulatie van energie die zich ontlaadt. Eerst wacht ik op dat elan dat me een paar weken aan het papier gekluisterd houdt.  Dat verklaart ook waarom ik zo weinig schrijf, hooguit één à twee maanden per jaar.

    (…)

    En de personages die echt bestaan, zijn eigenlijk evengoed verzonnen, want ik sjoemel met hun levensloop, voeg er dingen aan toe.

     

    Donna Tartt in gesprek met Kathy Mathys

    Ik heb een algemeen idee voor het verhaal, maar sta altijd open voor nieuwe pistes want anders wordt het saai. (…)

    Tien jaar lang heb ik naar het schilderij van Fabritius gekeken, niet eventjes maar dagenlang.  Ik dacht voortdurend aan dat doek. Voor mij maakt dit denkwerk uit van het schrijfproces.  Mijn boeken laten zich langzaam schrijven omdat ik heel nauwgezet componeer.  Ik schrijf ook altijd veel meer dan wat ik publiceer.

    (…)

    Wat me vooral interesseert als schrijver is het invullen van de details.  Plot interesseert me veel minder, ook vroeger was dat al zo. Je mag de plot niet totaal verwaarlozen, natuurlijk.

     

    Camilla Lackberg in gesprek met Peter Vantyghem

    Veel, véél lezen.  En het beste nemen uit de boeken die je bewondert. En doorwerken.  Ik schrijf tot tien pagina’s per dag. Bovendien ben ik ervan overtuigd dat je je boeken mag verkopen via goede marketing.  Maar je moet vanuit het hart schrijven. Ik had niet gepland om over mijn depressie te schrijven, het kwam er gewoon uit, en daarom was het echt.

    14-04-2019, 19:19 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Arnon Grunberg in gesprek met Inge Schelstraete

    (…) je moet geen gelaatsuitdrukkingen beschrijven in boeken:  hoe meer je schrijft, hoe meer je verliest.  En slechte dialogen kunnen in een film fantastisch werken, maar te mooie dialogen, die het goed doen in een roman, werken niet in een film.

    Margaret Atwood in gesprek met Kathy Mathys

    Ik heb altijd een heel brede leesinteresse gehad, van westerns tot Russische klassiekers.  De tweedeling in hoge en lage cultuur vind ik niet zinvol.  Volgens mij hongeren mensen naar verhalen en denken ze niet in termen van “hoog” en “laag”.

     

    Henning Mankell in gesprek met Peter Vantyghem

     

    Een slecht boek is een boek dat muziek mist: dan zit er geen goed ritme, geen tempo, geen goede melodie in.  In alle goede kunst zit er een muzikaliteit.

    (…)

    Ik werk hard.  Ik kies heel goed uit wat ik niet doe.  Ik kijk nauwelijks televisie.  En ik schrijf meestal twee dingen tegelijk.  Eén ervan is de hoofdbezigheid.  Tegelijk ben ik bezig met een tweede ding, in de marge.

     

    Jussi Adler-Olsen in gesprek met John Vervoort

    Als ik twee tips aan aspirant-schrijvers mag geven: lees, lees, lees.  En daarna: schrijf, schrijf, schrijf

    (…)

    Tegelijk ben ik ambitieus genoeg om steeds beter te doen.  Elke schrijver hinkelt tussen vertrouwen en twijfel.

    (…)

    Goede fictie begint altijd met geloofwaardige personages. Het zijn de personages die de lezer in een verhaal trekken.  Een non-fictieschrijver moet zich aan de feiten houden.  Ik heb de absolute vrijheid.

     

    Connie Palmen in gesprek met Danielle Pinedo

    Een goede roman is persoonlijk. Veel auteurs creëren een ik-persoon die nauw verwant is met henzelf; Philip Roth, Gerard Reve, Marguerite Duras. Door voor een autobiografische stijl te kiezen, kun je alles wat je hebt, in je werk leggen.  Dat betekent niet dat alles in een roman waar of beleefd is.  Schrijvers selecteren, ontrafelen en maken onverwachte, nieuwe verbintenissen.  Je mag er niet van uitgaan dat alles autobiografisch is aan een persoonlijke roman.  Maar lezers – ook recensenten – verwarren dat.  Ze ervaren een persoonlijke stijl als intiem.  En hoewel ik in mijn werk graag de suggestie van intimiteit wek, gaat het om het resultaat van een verkozen stijl.  Ik geef vorm als ik schrijf.  En dus schep ik afstand.  Je kunt niet intiem zijn en afstand scheppen tegelijk. 

    14-04-2019, 19:18 Geschreven door Yves  
    Reageren (0)


    Archief per week
  • 22/04-28/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 14/08-20/08 2017
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 13/10-19/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 18/08-24/08 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 21/07-27/07 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 07/07-13/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 12/05-18/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 28/04-04/05 2014
  • 31/03-06/04 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 30/12-05/01 2014
  • 02/12-08/12 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 01/07-07/07 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 06/05-12/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 22/04-28/04 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 25/03-31/03 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 11/03-17/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 11/02-17/02 2013
  • 04/02-10/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 21/01-27/01 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 31/12-06/01 2013
  • 10/09-16/09 2012
  • 16/07-22/07 2012
  • 25/06-01/07 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 07/05-13/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 02/01-08/01 2012
  • 31/10-06/11 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 12/09-18/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 15/08-21/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 06/06-12/06 2011
  • 16/05-22/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 18/04-24/04 2011
  • 07/03-13/03 2011
  • 07/02-13/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 27/12-02/01 2011
  • 15/11-21/11 2010
  • 08/11-14/11 2010
  • 01/11-07/11 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs