Karel en Jonatan zijn broers. Karel is erg ziek en kan niet uit z’n bed. Jonatan vertelt hem altijd over het land: Nangijala. Daar zou je terecht komen als je sterft. Als er brand uitbreekt in hun huis, red Jonatan z’n broer, maar sterft zelf. Karel doodziek en steft ook. Hij komt in het Kersendal in Nangijala terecht en Jonatan is er ook. Het lijkt heel vredig in het Kersendal, maar in het Bramendal heerst Tengil. De mensen zijn bang en hebben hongersnood. Jonatan vertrekt naar Bramendal omdat hij erg dapper is. In het Bramendal komt hij bij een oude man genaamd Matthias terecht waar hij kan schuilen, want hij wordt gezocht. Karel houdt het niet meer zonder Jonatan en gaat ook op weg naar het Bramendal. Omdat hij een van de duiven uit het kersendal bij Matthias ziet komt hij ook bij hem terecht. Jonatan bereid een ontsnapping voor, maar Karel wil liever opnieuw sterven dan Jonatan alleen te laten, dus gaat hij ook mee. Ze gaan eerst Orvar, een belangrijke man voor in het gevecht bevrijden. Daarna vechten ze tegen Tengil en z’n soldaten beginnen. Ze winnen, maar Matthias overlijdt en een paar andere mensen ook.Jonatan is verlamd en gaat sterven maar Karel wil niet opnieuw alleen achterblijven dus springen ze samen in een ravijn. Dan plots zijn ze in Nangilima.