door middel van een website! We mochten zelf een manier bedenken om deze opdracht te maken. Je kon een verslag typen, een film maken, een poster maken enz. enz. Maar ik heb ervoor gekozen om het door middel van een website te doen. In deze opdracht moet ik:
- 5 kwaliteiten of sociale competenties van mezelf in beeld brengen.
- 5 kwaliteiten of competenties waarover ik in mijn toekomstige beroep moet beschikken.
en tot slot:
-5 competenties of kwaliteiten aangeven waar je aan zou willen werken en wat je dan precies zou willen leren.
06-05-2009
1. Kwalieiten die je al hebt of competenties waarover je kunt beschikken.
Beschrijf 5 kwaliteiten/competenties van jezelf.
Ik heb overlegd met mijn ouders en samen kwamen we met deze 5 kwaliteiten: - Sociaal - Creatief - Houd van afwerking - Toont initiatief - Positieve instelling
Op internet (www.123test.nl) heb ik ook een site bezocht en daar een competentietest gedaan. Hieronder is het resultaat:
De uitslag van de test.
Je grootste competentie is: Motiveren
De toplijst van je competenties is: 1. Motiveren 2. Flexibel reageren 3. Klantgerichtheid 4. Samenwerken
Ik hou er wel van om mensen om me heen te hebben die ook met enthousiasme meedoen, maar dit heb ik eerder als ik een gymles geef aan kleinere kinderen in plaats van met mijn klasgenoten van Saw1c.
Sociaal ben ik volgens mij wel. Ik weet wat ik wel en niet tegen bepaalde mensen kan zeggen (niet dat ik dit áltijd doe). Als er twee koekjes zijn voor drie personen dan ben ik ook wel één van de eersten die dan zegt: nemen jullie maar!
Als je het hebt over schilderen of tekenen valt het enorm mee hoe creatief ik ben. Maar bijvoorbeeld met werkstukken of opdrachten waarbij je geen teken/schilder talent bij nodig hebt dan red ik me goed met het versieren en de manier waarop je iets maakt.
Dingen afwerken vind ik heel belangrijk. Daarmee bedoel ik dan vooral: dingen goed voor elkaar willen hebben en zeker zijn van je zaak. Ik haat het gevoel om ergens onzeker heen te gaan omdat je nog een paar dingen niet goed hebt afgesproken. Meestal regel ik dan nog alles zelf op het eind zodat ik weet dat het goed zal komen. Initiatief tonen is ook wel iets waar ik van houd en mee ben opgevoed. Wel moet ik er op letten dat ik het niet té vaak doe want dan kom je alweer gauw bij het begrip: leiderschap. Een positieve instelling is ook iets wat ik heb meegekregen vanuit huis uit. Ik denk dat het gewoon heel erg veel scheelt als je positief door het leven gaat. Het is ook weer niet zo dat ik alles en iedereen leuk en lief vind maar het is wel belangrijk dat je de goede kanten van dingen bekijkt in plaats van de negatieve kanten.
2. Kwaliteiten of competenties waarover je in je toekomstige beroep moet beschikken.
Kwaliteiten waarover ik later in mijn toekomstige beroep over moet beschikken.
De eerste kwaliteiten die in me opkwamen waren:
-Samenwerking
-Collegiaal
-Initiatief tonen
-Dominantie
-Omgaan met details.
Samenwerking in dit beroep is heel belangrijk. Je moet op elkaar kunnen vertrouwen. Als je iemand een taak geeft die best belangrijk kan zijn moet je er vanuit kunnen gaan dat die persoon die taak ook doet.
Je moet ook collegiaal zijn. Er zullen best mensen zijn die je iets minder mag dan je had gehoopt. Met die mensen moet je dan ook professioneel de hand kunnen schudden. De mensen mogen er niet onder lijden dat 2 werknemers mot met elkaar hebben.
Initiatief tonen is bij heel veel beroepen belangrijk en ook weer bij dit beroep. Jij bent de opvoeder van een groep mensen en daarbij moet je veel keuzes maken maar dan moet je die wel kunnen maken.
Dominantie in de zin van natuurlijk leidinggeven. Je moet uitstralen dat het gewoon is dat je boven de cliënten staat. Net als een vader/moeder - zoon/dochter relatie. Je kijkt ernaar op want het is toch de persoon die je begeleid en verder opvoed.
Met het omgaan van details denk ik vooral aan medicatie. Het is belangrijk dat de juiste cliënt de juiste hoeveelheid medicijnen moet hebben. Als je hier niet mee kan omgaan kan het misschien best fout gaan.
3. Competenties of kwaliteiten waar je aan zou willen werken.
Competenties of kwaliteiten waar je aan zou willen werken.
Als je bekijkt welke ik heb:
-Sociaal
-Creatief
-Houd van afwerking
-Toont initiatief
-Positieve instelling
En als je bekijkt welke ik nodig ben:
-Samenwerking
-Collegiaal
-Initiatief tonen
-Dominantie
-Omgaan met details.
Vind ik dat een paar dingen wel met elkaar overeen komen. Als je goed wilt samenwerken en als je collegiaal wilt zijn moet je toch sociaal zijn en dat lukt mij dan weer wel. Dus met samenwerking en collegiaal zijn moet ik me zeker weten wel redden.
Initiatief tonen komt in beide voor. Ik weet dat ik het regelmatig doe en in het werk denk ik ook dat ik het regelmatig nodig zal zijn.
Dominantie heb ik nog wel moeite mee. Ik heb er vooral moeite mee om mij, als een puber van 16 jaar, boven iemand te stellen van 40 met een verstandelijke beperking. Die natuurlijke dominantie heb ik nog niet helemaal maar ik denk dat ook heel veel ervaring nodig is om die uit te stralen en dan praat ik alleen over het werkveld. Ik ben gewoon helemaal aangewend om iemand die ouder is dan jou, dat die iets meer te zeggen heeft. Nu moet ik dus als een jongere vertellen wat mensen moeten doen. Daar moet ik volgens mij nog wel even aan werken, om echt die natuurlijke dominantie te voelen en uit te stralen.
Omgaan met details moet goed komen, maar het is een hele grote verantwoordelijkheid om er goed voor te zorgen dat mensen medicatie goed krijgen. Bij het feit dat het een grote verantwoordelijkheid is maak ik me wel een beetje zorgen. Maar ik geloof echt dat ik dat serieus aanpak en dat de mensen ook de goede medicijnen krijgen.
Spreek met je docent af wanneer de opdracht af moet zijn.
We hebben afgesproken dat opdracht 1 op 7 mei ingeleverd moet worden in de les.
Kies een onderwerp waar je op dit moment aan werkt.
Thema 14 mensen met een verstandelijke beperking
Bepaal welke theorie je over dit onderwerp moet leren.
-Het begrip verstandelijke beperking.
-Niveau-aanduidingen.
-Ontwikkeling van mensen met een verstandelijke beperking.
-Het syndroom van Down.
-Participeren in de samenleving.
-Begeleiding mensen met een verstandelijke beperkingen.
Bepaal de leerdoelen van de theorie
-Meer informatie over de doelgroep.
-Meer over de verschillende niveaus te weten komen.
-Meer te weten komen over de lichamelijke, cognitieve en sociaalaffectieve ontwikkeling.
-Dat je meer te weten komt over de kenmerken van het syndroom van Down.
-Meer te weten komen over wanneer mensen met een verstandelijke beperking mee kunnen komen in de samenleving.
-Meer informatie hoe je mensen met een verstandelijke beperking kan begeleiden.
Ga na waar je die theorie voor nodig hebt
-Zo weet je meer over de achtergrond van mensen met een verstandelijke beperking.
-Zo weet je wat mensen op bepaalde niveaus wel en niet kunnen.
-Dan weetje op welk niveau de mensen met een beperking zitten.
-Zo weet je waarom sommige mensen met het syndroom van down in bepaalde situaties zo reageren. Je hebt dus meer achtergrondinformatie over de doelgroep.
-Als er iets van iemand word verwacht wat deze niet kan dan moet je hier ook rekening mee houden.
-Zo kun je de mensen zo goed mogelijk begeleiden in de praktijk.
Formuleer nu leerdoelen die boven de theorie uitstijgen.
Ik ben Chris Tieman
Ik ben een man en woon in Lemelerveld (Nederland) en mijn beroep is in aankomst.
Ik ben geboren op 01/09/1992 en ben nu dus 32 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Turnen.