Je bent vijf jaar jong. Je gaat met je papa naar de speelgoedwinkel maar je krijgt niet het speelgoed dat je zo graag wil. Je beste vriendinnetje heeft het wel gekregen van haar mama en jij bent jaloers. Je bent twaalf jaar oud en het nieuwe schooljaar begint. Ook jij wil net als iedereen een nieuwe boekentas, maar die krijg je niet. Op school kijk je teleurgesteld naar andere leerlingen die met hun nieuwste coole rugzak pronken. Zij zijn immers wel gelukkig, maar dat geluk gun je hen eigenlijk niet. Je bent achttien jaar oud en je wil meer zakgeld. Je bent van plan om dan maar zelf voor je auto te sparen, want van je ouders krijg je die toch niet. En op kot mag je ook al niet gaan, want je hebt jezelf nog niet bewezen. Je zegt thuis klaar en duidelijk dat je een rotleven hebt, dat je ouders denken dat ze nog steeds in de jaren '70 leven en dat iedereen van je klas het veel beter heeft.
Iedereen heeft het wel al eens meegemaakt: je wil je leven ruilen met dat van iemand anders. Je droomt ervan de bankkaart van Paris Hilton te hebben en ermee te gaan shoppen, je wil de jongere versie van Johnny Depp als vriendje - want jij zou er toch veel beter bij passen dan Vanessa Paradis - of je zou graag in Brangelina's stekje in Zuid-Frankrijk gaan wonen en de Lamborghini van P Diddy neem je er ook graag eens voor een dagje bij.
Soms denk ik ook op die manier, maar ik probeer dat zoveel mogelijk tegen te gaan, omdat ik weet dat ik ook zo'n rijk leven heb, maar dan in de andere betekenis van het woord. Ik doe wat ik wil wanneer ik wil en ik draag ook gewoon wat ik wil. Dat kan van beroemdheden die een luxeleventje leiden niet altijd gezegd worden, om nog maar te zwijgen van hun privacy die ze daarvoor volledig moeten opgeven. En als ik dát bedenk, weet ik heel zeker dat ik zoiets niet zou willen. Ik ben een ongelooflijk gelukkige Damocles. Met Dionysius zou ik lang niet willen ruilen.