Ik ben bang.
Je bleef weg voor zo lang.
Ik durf mijn hart niet te geven.
Misschien blijf je weer maar even.
Laat je me weer achter zonder meer.
Nee, dat wil ik niet nog een keer.
Maar je ogen lijken het mij te beloven.
dat je mijn hart weer niet zal weg roven.
Dat je het er nu zorg zal voor dragen.
Tot het einde van je dagen.
Maar een stuk hart bleef daar.
Toen je terug kwam, bracht je ze bij elkaar.
Ik ben zo bang, dat je het weer meeneemt.
Dan wordt alles weer zo leeg en vreemd.
Zwarte en witte toetsen en 3 pedalen beneden.
Een piano, maar voor haar een verleden.
Ze bracht er uren op door,
Ja, muziek daar leeft z voor.
Noten, ritmes, alles wat er ook mag bij horen.
Voor muziek is ze geboren.
En als ze dan een liedje zingt
en een klein dansje swingt,
wordt haar dag iets rijker.
En muziek des te belangrijker.
En als ze samen met mijn vrienden zingt,
Of op een festival uit de menigte springt,
Een echt losbol is,
en als ik met niet vergis,
Maakt ze dan vaak veel nieuwe vrienden.
Mensen, waarmee ze het goed kan vinden.
Soms spreekt ze er wel eens eentje aan,
En dat is niet altijd even goed gegaan.
Soms botste ze al eens op een hartendief.
En was ze weer veel te naief.
Geloofde ze al zijn mooie woorden,
En de gedachte dat ze bij elkaar hoorden.
Dan valt ze soms hard terug in de realiteit.
Maar ben ik er voor haar zoals altijd.
Gelukkig verlaat haar zetel haar niet.
Want daar is waar je haar vaak ziet.
Niet teveel sporten en lopen,
Geef haar maar rust met hopen.
Dat is wat ik in je zie,
Ja, dat is mijn allerliefste Stephanie.
Een madeliefje zonder blaadjes.
Jongens met hun mooie praatjes.
Maar ik ben er nog niet uit.
Van wie word ik de bruid?
De man van mijn dromen?
en die mijn tranen liet stromen.
Of hij die ze liet drogen,
maar af en toe wel heeft gelogen.
Het gespierde lichaam of de caféhanger.
Beide wel ne goeie feestganger.
Ene met een toekomst visie,
Of ene met altijd vakantie.
Hij met zijn lieve woorden elke dag,
of de andere die mij al zo lang graag zag,
maar minder aandacht geeft,
hoewel elk van hen voor me leeft.
Dagen en nachten denk ik eraan.
Welke kant mijn hart op wilt gaan.
Maar elk van hen weet me altijd voor zich te winnen.
En dan kan ik opnieuw beginnen.
En toch moet ik kiezen.
Één van hen verliezen.
Hopelijk kan ik mijn hart op tijd verstaan.
zodat ik de verkeerde niet laat gaan.
Ze lacht naar hem, hij naar haar.
Hun blikken kruisen elkaar.
Haar hand in zijn zij,
Maar hij knipoogt naar mij.
Hij bewijst dat ik hem kan vertrouwen.
Dat ik toch wel een beetje op hem kan bouwen.
Maar toch hou ik hem in de gaten,
Als hij met haar staat te praten.
Nee, het is geen jaloezie.
Want er is niets verkeerd met wat ik zie.
Het is die barst in mijn vertrouwendoor
die ene gast.
Wat nog steeds elke relatie aantast.
Maar als ik dan ergens anders ben gaan staan,
kijkt hij me ook wel aan.
Met een blik vol vertrouwen en liefde voor mij,
En dan komt er steeds wat vertrouwen bij.
Ik ben een meisje dat soms met jongens wilt dansen. Ik geef mijn lief teveel kansen. Ik ben niet bang te kussen tijdens een wilde nacht. Ik ben een meisje dat ook wel eens verleidelijk lacht.
Ik kan wel een flirten als een beest. En ben niet altijd even braaf geweest. Het zal lang duren voor ik mijn liefde zal bekennen. Of de jouwe zal herkennen.
Sommige vinden mij een hoer of een slet. Maar toch duik ik niet met zoveel mannen in bed. Ze zien mij als een concurrent, Die teveel jongens kent. Die te snel verliefd wordt en een relatie begint, Eigenlijk vrij wil zijn en zich toch bindt.
Maar ik ben op zoek naar de prins op het witte paard. Die mij behandelt als een prinses en beschermt met zijn zwaard. Die voor mij zou vechten zoals ik voor hem zou doen. Die achter mij zou lopen met mijn verloren schoen. Die mij niet zal opgeven. Gewoon omdat hij droomde voor altijd met mij te leven.
En elke keer denk ik dat mijn prins is gekomen. Dat hij me zal wakker kussen zoals in mijn dromen. Dat wij de hindernissen zullen verslaan En niets uit de weg zullen gaan. Mijn sprookje in realiteit. Maar ik wacht nog altijd.
Bruine ogen en bruin haar. Dat is
het meisje daar. Maar toch moet ik je naar haar ogen
kijken Om te weten dat ze helemaal niet zo vrolijk lijken. Maar toch lacht ze elke dag. Omdat
ze weet dat ze niet wenen mag. Ze is een sterke meid, die
alleen haar leven leidt. En als ze dan toch uitbarst in tranen, dan huilt ze oceanen Maar enkel bij hen die haar pijn zagen, en hoe ze hem probeerde te verdragen. Zij kunnen haar toekomst terug zin
geven, of haar nog niet laten opgeven.
Bruin haar en bruine ogen, die iedereen belogen. Dat is het
meisje dat je ziet, maar toch ken je ze niet. Je moet weten hoe
ze haar weg wilt gaan, en wat ze heeft doorstaan. Hoe hard ze heeft geleden, En elke detail uit haar verleden. Elke
detail groot of klein, Elk litteken en elke pijn. Elke
angst en elke barst, en elke naam in haar hart gekrast.
Bruine ogen en een leren jas, dacht je echt dat ze dat was? Als je kan moet je haar fouten
vergeven. Dan kan ze weer verder met haar leven. Anders blijft ze stilstaan. Omdat ze
niet zonder jou wil verder gaan. Dus steun haar als ze moet kiezen; Wie weet, wat heeft ze te verliezen. Ze probeert haar best te doen voor
iedereen. En als je dan commentaar geeft, trap je
op haar teen.
Bruine ogen en haren niet te kort of te
lang, een meisje voor niets bang. Maar je zou eens moeten weten Dat ze haar problemen niet kan
vergeten, dat ze haar angsten zal ontkennen, tot je ze zelf zal herkennen, dat ze altijd zal vechten voor haar
dromen, tot die op ene dag uitkomen.
Bruine ogen en veel vrienden om haar
heen, en toch voelt ze zich soms alleen. Dan antwoordt ze alles gaat goed. Ook
al weet ze dat binnenin alles pijn doet. Dan kropt ze alles op, Want enkel zo merkt niemand haar
zwakheid op.
Bruine ogen met een glinstering, dit meisje heeft het naar haar zin. Ze lacht en danst in het zonlicht Omdat er even niets in de weg ligt.
Bruine ogen, niet te groot en niet te
dik, Dat meisje dat ben ik.
Ik weet niet meer hoe je me kuste. wat je wel of niet luste. Ik weet
niet meer hoe je smaakte. Of wat het met me deed als je me
aanraakte.
Ik weet niet meer waarover we
praatte. Wat je leuk aan me vond, en wat je haatte. Ik ken je
geur niet meer. Of over wat de ruzie ging keer op keer.
Maar ik weet nog hoe je naar me
lachte. Hoe je zo vaak mijn pijn wat kon verzachtte. Ik weet
nog wat lieve dingen die je zei. Soms denk ik er aan en dan maakt
het me blij.
Ik weet nog perfect hoe alles begon. Het gevoel dat niets beter kon. En
ik zie ook nog je blik bij het afscheid. Vol tranen en spijt.
Jij in een ander land, Zo'n grote afstand. Toch maar enkele centimeters op de kaart, maar in het echt zoveel meer waard.
Op feestjes ben ik je aan het zoeken, ik mis je onverwachtse bezoeken. Ik proef je nog een beetje in mijn mond en voel nog hoe je me ophief van de grond.
Ik kijk nog steeds in je ogen, als ik lig te dromen. Hopend dat zo'n moment snel zal komen, tel ik de dagen die voorbij gaan en hoeveel me er nog te wachten staan.
Ondertussen probeer ik niet van je te houden, zo goed als ik kan. Maar ik ben helemaal van je in de ban. Ik hou van je knuffels en je verliefde blik. Ik hou van het beeld van jij en ik.