Om voor de zoveelste keer te weten te komen dat iedereen roddelt over je, blijft kwetsen. Het gevoel dat niemand om je geeft. Het is confronterend en de waarheid. De harde waarheid die zo hard kwetst. De stilte die ik uitstraal is alleen vanbuiten. Maar mijn hoofd spookt rond met verschillende gedachten. Veel te veel gedachten. Waarom, vraag je je dan af. De tranen rollen van mijn wangen. Maar ik blijf doodkalm. Ben ik dan zo erg? De kilte van niemand om je te hebben. Het gebrek aan vrienden, het vreet gewoon aan je en het blijven heel je leven littekens. Je jeugd, de beste tijd van je leven zeggen ze dan. Heb ik nog niet veel van gemerkt.
Ik, ik ben ik. Lien, mijn naam. Een doodgewone Vlaamse naam
die mijn ouders me hebben gegeven zon veertien jaar geleden. Ouders, zo
speciaal dat we het amper beseffen. Ze stralen een soort liefde uit, een liefde
die ik maar zal begrijpen als ik zelf kinderen heb. Ik, een meisje. Niet
bepaald het populairste typetje. Wil ik dat wel? Populair, maar een woord. Maar
wat heb je eraan? Sommige mensen kicken op populair zijn. Onbewust komen mensen
voor me staan, ze willen in het middelpunt van belangstelling staan, waarom?
Ja, dat vraag ik me ook soms af. Ze zeggen: Je bent toch altijd zo stil. Waarom
ben ik stil? Is het te weinig zelfvertrouwen, verlegen of bang om iets verkeerd
te zeggen. Misschien heeft het allemaal met elkaar te maken. Elke dag heb ik
het voornemen om mensen te helpen. Helpen, iets wat iedereen zou moeten doen.
Mensen kijken alleen nog naar hun eigen problemen, logisch natuurlijk. Helpen
is ook een aspect van liefde. Alles zou misschien wat optimistischer zijn. Ja,
veel optimisten bestaan er niet meer. Laat me eerlijk zijn, zelf heb ik ook
meer pessimistische gedachten.
Een inleiding noem ik dit, waarover mijn blog zal gaan. Het
streven naar liefde? Misschien. Een beter manier om mijn gedachten te uiten, door ze op te schrijven?
Ja.