25 juli In het hotel in Lourdes is het vroeg dag. Immers, ondanks het feit dat de doelstelling werd bereikt, en ondanks het vieren van de aankomst en later het bijwonen van een beperkte cantus met Engelse katholieken (hoewel het toch protestanten moeten geweest zijn als we naar de bierpotten zagen), had de (ondertussen gesplitste) groep zich voorgenomen om de kroon op het werk te zetten, de kers op de taart te proeven en het dak van de Pyreneeën te verkennen.
De dag begon alvast met een mirakel. Het kon niet anders, we waren niet voor niets in Lourdes. Geert had, na eerder wat last te hebben gehad aan scheenbeen en darmen, een bijzonder goed gevoel bij het ontbijt. De last was zowaar verdwenen. Het bezoek aan de grot gisterenavond was dan toch niet voor niets geweest.
Voor Paul was dit jammer genoeg niet het geval. Zijn pijnlijke rug bezorgde hem nog steeds last en hij moest verzaken aan een fietsklim naar de top. Gelukkig had Paul de Tourmalet reeds vroeger beklommen.
Na een (te) licht ontbijt, vertrokken we met zijn allen vanuit het hotel richting Luz-Saint-Sauveur, waar we met de drie mannen die langer in de Pyreneeën verblijven, zouden fuseren om samen de beklimming aan te vatten.
De afspraak ten spijt kostte het toch enige moeite om iedereen min of meer bij elkaar te krijgen. Rudy reed alvast rustig door om de weg voor iedereen vrij te maken. Het geweld kwam immers van achteruit en de KWB-ers gingen er, op deze laatste rit, nog eens stevig tegenaan.
De natuur was prachtig, zeker eenmaal voorbij het dorpje Barèges. Werkelijk adembenemend mooi. Iedereen rijdt al dan niet rustig genietend maar vol overgave naar de top van de Tourmalet. Uiteindelijk haalt iedereen het zonder al te veel moeite. Boven op de top splitsen de wegen zich enigszins.
Johan, Ludo en Gert gaan terug langs dezelfde weg om eindelijk met vrouw en kinderen verlof te nemen.Ludo J., Rudy en Wim vinden dat ze voldoende zweet hebben gelaten en dalen af richting hotel in Lourdes. Ludo VDS, Stef en Geertkrijgen er niet genoeg van en beslissen nog de (weliswaar vrij korte) klim naar de Aspin toe te voegen aan hun palmares.
Iedereen komt uiteindelijk terecht. Er wordt nog een douche genomen, enige over-commerciële souvenirs worden aangeschaft, er wordt een stevige pint gedronken en lekker gegeten. Tot slot trekken we met 7 de trein op richting huis. De 2 chauffeurs zullen op maandagmorgen vertrekken met de camionette, de 3 overige musketiers brengen later vrouw en kinderen veilig terug naar de heimat.
Hoe, waar en wanneer we ook thuis gekomen zijn, van allen zijn de koffers gevuld met mooie herinneringen en met prachtige ervaringen. Een reis om nooit te vergeten en om te mijmeren de gedachte aan een fantastische avontuur en mooie reis en hopend dat er op een dag, nog zo een reis komen mag
24 juli De laatste dag van onze kruistocht in wielerbroek. Iedereen goed geluimd, mooi weer en vertrekken op tijd. Voor sommigen is dit immers het weerzien met vrouw en kinderen die ons, wegens verdere verlofplannen, zullen staan opwachten in de aankomstplaats.
We rijden een laatste keer langs kerken met al dan niet getorste torens, langs velden vol zonnebloemen en graan en koren dat ondertussen is afgemaaid. We rijden verder helling op en af alsof het ons niet deert. We genieten van elke laatste trap en de laatste zweetdruppels vallen over Franse wegen.
De laatste wegen liepen nog behoorlijk hoog op, maar uiteindelijk waren we dit ritme wel wat gewoon. Op en af, stoempend, soms zwetend en hijgend, soms uitwaaiend in de afdaling.
Uiteindelijk werden we aan de papieren eindmeet verwelkomd en we vierden onze overwinning, enigszins geëmotioneerd, met wat parelend vocht dat de zweetdruppels wegspuitte.
We genoten tot slot ook van de Belgische rit door het centrum van Lourdes. Vive le Vélo
Wat hebben wij geluk dit te hebben mogen doen. Mooi, rustig en zeker niet al te warm weer maakten dat de inspanningen niet te zwaar doorwegen. Iedereen is het er over eens dat deze 9 dagen de weergoden ons al bij al gunstig gezind waren. We hebben het niet voor niets gekregen, maar het had veel erger gekund.
We zijn elkaar dankbaar. Ludo, de Bedevaarder, voor het idee en de vele hulp onderweg; Johan om ons de juiste weg te wijzen; Ludo T, voor het installeren van de camionette en voor de hulp tout cours; Gert voor de rustige babbel en de nodige droge komische noot en het goeie fietsen; Rudy voor de grapjes en voor de inspanningen die hij leverde; Ludo J. voor de emotionaliteit; het optimisme maar vooral voor de dankbaarheid die hij steeds tentoonspreidt; Geert voor de correctheid en de rechtlijnigheid; Stef om de babbels over het fietsen en om de technische assistentie en Paul voor zijn rust ondanks zijn pijnlijke rug, nooit een woord teveel nooit één te weinig.
Dank ook aan onze 2 routiers Jan en Louis die ons steeds begeleid hebben en steeds een erg gepaste locatie wisten te vinden en ons de nodige bevoorrading bezorgden.
Dank ook aan de dames en kinderen (vooral de Ward !) die ons zowel uitwuifden als welkom heetten in Lourdes, dank aan de dames die alleen thuis zijn gebleven en ons gemist hebben. Zij en de kinderen (en dan vooral Ward), hadden het niet gemakkelijk dat is zeker maar hebben het ons wel gegund deze uitdaging te mogen aangaan.
Tot slot ook dank aan alle blog-lezers, van dichtbij of van ver betrokken. Het was savonds ook voor ons aangenaam te zien dat er steeds weer een pak mensen de blog hadden gelezen en bekeken. Reuzefijn gevoel.
Alleen wie is nu Miep en Mops Daar zijn we nog steeds niet uit.
In elk geval Onze dankbaarheid is enorm en we zijn gelukkig dat we het allemaal tot een goed einde hebben kunnen brengen.
Dankbaar aan allen en voor alles.
En tot slot nog dit Morgen sluiten we dan ook definitief dit avontuur af.. Dankbaar ervaringen meenemend en verder uitdelend en tot slot hopen dat het in de toekomst steeds en voor iedereen zo een mooie dagen worden mogen.
23 juli De dag kondigt zich wat later aan dan gewoonlijk. Iedereen is wat vermoeid, en het stadje Bouziès leent zich ertoe om rustig wakker te worden. Bovendien vragen de fietsen wat onderhoud na het slechte weer van de voorbije dagen.
Ondanks de iets langere afstand vertrekken we uiteindelijk toch pas om iets na 9. Geen probleem, het weer is goed, en voor deze voorlaatste rit ziet iedereen het wel zitten. Het wordt immers niet zo erg klimmen.
Na 5 kilometer weggeklommen te zijn uit Bouziès, kunnen we niet anders dan terug halt te houden aan het prachtige dorpje Saint Cirque de La Popie. De naam alleen al is prachtig, het dorpje, hoog boven de Lot is zowaar nog mooier. We bezoeken het dorpje op Koreaanse wijze. Kort stoppen, kiekjes nemen, en terug verder fietsen. Geen tijd om op souvenirjacht te gaan.
Het gaat vlot verder. We lijken zelfs euforisch te worden en voelen even nog de kwispel van een priester die ons zegent. Zo lijkt het althans, het zijn de laatste druppels. We verlaten al vrij snel de streek van de Lot om in het dal van de Tarn en Garonne door te sjeezen. Op dit vlakke stuk gaat het echt wel vlot, en we kunnen zelfs onze afspraak om om de tien minuten even te wisselen vooraan, terug in voege laten treden. Het moet van de eerste rit geleden zijn Wat een afspraken
Rudy W., pechvogel eerste klas vandaag, rijdt een eerste keer lek net voor de eerste stop, na 70 kilometer. Afspraak aan de oevers van de Tarn. Het lijkt romatischer dan het is. Een mooie brug, dat wel, maar verder een hoop fietsers die aan de rand van een maïsveld uit een camionet de koeken en drank respectievelijk verorberen en slurpen. Even op krachten komen dus, want nog 90 kilometer te gaan.
Iets later, komen we aan de oversteek van de Garonne, en het begint alvast iets meer op en af te gaan. Maar nog steeds gaat het vlot vooruit, en we bereiken uiteindelijk alsnog omstreeks 2u smiddags de stopplaats. Onderweg mooie vergezichten, enige wijnvelden en nog steeds prachtig weer, maar heel veel wind die enigszins tegen ons in waait.
De stopplaats is eens te meer prachtig uitgekozen. Hoog uitziend over de regio, in een mooi stuk groen. Enigszins in de wind, maar dat kon vandaag niet anders. We genieten er van een mooi uitgestalde tafel met plaatselijke Pyreneeën-kaas, Jambon Cru de Pays (die ze misschien wel overal verkopen), en een mooi verdeelde amandine-koek die best wel smaakte.
Kortom, het was na de 2 voorbije dagen nog eens echt genieten van Moeder Natuur.
Omstreeks kwart over drie gaan we nog even snel werk maken van de laatste 45 kilometer van de dag, die ons tot op 150 kilometer van onze eindbestemming gaan brengen. Eindelijk laten de Midi-Pyrenées echter ook zien waarom ze ook het woord Pyrenées dragen in hun naam. Het gaat steeds meer op en af, en de laatste kilometers gaan een stuk minder vlot dan verhoopt. De wind speelt hierin ook wel een rol. Pal op het hoofd maar toch aan het genieten.
We komen uiteindelijk aan met een tweede platte band van Rudy net voor de aankomst in het hotel in Auch. Het is opnieuw een mooie dag geweest. Prachtige vergezichten, mooi golvend landschap Stilaan wordt er gepraat over het einde, worden er afspraken gemaakt voor zondag en voor de terugkeer. En het mijmeren, dat is stilaan voorbij. Morgen wacht ons een laatste rit, en ongetwijfeld een enigszins emotioneel moment in Lourdes, want de Bedevaart werd voor een aantal mensen toch zeker, niet zomaar uitgevoerd.
In elk geval, we sluiten de dag af met een mooie gedachte De gedachte aan morgen, de aankomst in Lourdes, en de gedachte dat het morgen weer zo een mooie dag worden mag.
22 juli Het zou een rustige dag worden vandaag. We hebben immers de zwaarste rit gehad en bovendien waren we van tegenslagen gespaard gebleven. Maar blijkbaar kan je de hemel pas verdienen als je door de hel bent gegaan
De hele nacht door had het geregend. Geen erg, want wat er vannacht is uitgevallen kan er overdag niet meer uitvallen. En effectief, het was betrekkelijk droog toen we vertrokken omstreeks kwart voor 9. De mist omsingelde ons weliswaar, maar dit kon zeker geen kwaad. Natte wegen ook natuurlijk, maar tegen het opspattend vocht zijn we echt wel bestand, als je nagaat wat we gisteren te verwerken kregen.
En dus zouden we eerst nog snel door de Cantal heen fietsen om dan, vrij snel hopelijk, door te breken naar de streek van dé Lot. Hèt lot maakte echter dat de term vrij snel eerder betrekkelijk bleek te zijn.
De eerste kilometers was iedereen nog in optimistische stemming; blij dat het gisteren zo goed verlopen was. Door bossen, steeds op en af klimmend reden we dan ook in precies steeds kleiner wordende wegen. Smalle paadjes door donkere bossen met nat wegdek en opstijgende mist. Het leek op fragmenten uit Gorillas in the mist. Doordat we zelf ondertussen terug goed nat zijn geworden lijken wij de hoofdrol te spelen.
Een groepje vissers is blijkbaar wel méér gewoon en stoort er zich niet aan. Ze vangen rustig een paar meervallen en kleiner grut, terwijl Ludo J voor een eerste lekke band van de dag zorgt.
Het blijft maar op en af gaan, het blijft maar nat en regenen. Dit is de hel niet, want die is ongetwijfeld een pak warmer. We passeren aan een Mariabeeld in Laroquebrou en roepen Maria even aan om wat beter weer te mogen krijgen. Blijkbaar heeft ze ons verkeerd begrepen (of was onze boetedoening toch nog niet voldoende geweest), want de hemelsluizen gingen dan pas echt open.
We moeten er door. Een volgende bandenwissel dringt zich ondertussen op wanneer alweer Ludo J. plat rijdt Is het toeval dat net daar een dode das langs de weg ligt ? Iemand meent zelfs een bovengrondse wijnbezatte mol te hebben gezien Was hij zo vermoeid dat hij waanbeelden begon te zien, of was het gewoon een grapje ? Stilaan lijken het allemaal Hitchcock-fragmenten te zijn.
Als echte bosmannetjes moeten we er ondertussen uitzien, alsof we 2 weken in het bos hebben verbleven. Is het daarom dat in elk weiland dat we voorbijrijden de typisch Auvergnese runderen hun koppen soms stoer omhoog steken en nog wat extra stoom uit hun neusgaten snuiven ? Is het daarom dat enkele honden zelfs geen aanval op Geert meer wagen terwijl ze weliswaar met grote bek hun grondgebied blijven verdedigen.
Stilaan wordt de combinatie van nat en kou, én de plotse keuze voor de Route des Monts de Cantal terwijl we al een halve dag aan het klimmen waren, een beetje veel. We beslissen dan ook om korte haltes te houden aan onze bevoorradingswagen en daar gewoon wat koeken te eten. Iedereen ziet er immers naar uit om snel te kunnen douchen. Uiteindelijk wordt er nog een derde sponsormoment voor Michelin bezorgd. Het is gelukkig de laatste pech van de dag, en stilaan worden onze gebeden dan toch aangehoord.
In de verte begint het op te klaren en de weg gaat (gelukkig) enkel nog letterlijk bergaf. Wanneer we achterom kijken naar de laatste dorpjes van de Cantal, zien we de mist optrekken als ware het rookpluimen van een aantal platgebrande dorpen die net overvallen zijn door een bende barbaren. Dorpjes uit Astérix en Obélix verhalen lijken het.
De namen van de dorpjes veranderen ook. Waar ze in Cantal nog eindigen op -ac zien we steeds meer wegwijzers die op -es wijzen. Naarmate het weer verbetert, verbetert ook bij iedereen terug het gemoed, zeker wanneer blijkt dat we nog slechts 35 kilometer van de finish in Bouziès verwijderd zijn.
En dan plots klaart het helemaal open. We komen aan boven het dorpje Saint Sulpice en de openbaring is compleet. Een prachtig vergezicht ontplooit zich en iedereen voelt zich in de zevende hemel. Wat een pracht van Gods Hand. De natuur in al haar schoonheid. We dalen af tot in het dal van de Célé, die hier prachtig de rotswanden heeft uitgeschuurd. Een beeldhouwer kon het niet beter, hoewel in de rotswanden ook duidelijk menselijke handen zijn bezig geweest met het uitkerven van enige bouwwerken. Prachtige taferelen, mooie natuur en vlakke wegen en net op tijd goed weer. Het is reuze om zo hemels te kunnen fietsen.
Om 4uur komen we dan ook aan in Bouziès, ruim op tijd om ook nog de echte coureurs aan het werk te zien. Zij ontbinden hun duivels op de flanken van de Tourmalet, daar waar wij hemels dankbaar, overmorgen zullen aankomen.
Ondertussen genieten wij alvast van een lekker avondmaal. Kip met een weliswaar duivels getint sausje en speciaal voor de gelegenheid pommes dAnvers Om weg te mijmeren Het werd dan ook een mooie afsluiter van een uiteindelijk prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
21 juli Nationale feestdag. En we zorgen er voor dat alles in het teken van die nationale feestdag staat. Of toch bijna alles.
Om te beginnen staat alvast de koninginnenrit van onze verplaatsing naar Lourdes op het programma. Dwars door het Centraal Massief en 2200 hoogtemeters.
Bovendien voorspellen ze vandaag echt belgisch weer. 24 tot maximum 27 graden en kans op onweer of buien De drasj national dus.
Ondanks de afgesproken vlaggegroet met bijhorende Brabançonne, wordt het een vroeg ontbijt in het hotel in Châtel-Guyon. Gelet op het aantal kilometers en het voorspelde weer lijkt het ons best om iets vroeger dan de andere dagen door te rijden. Half negen, of iets erna, zitten wij op onze aluminiun en carbonnen rossen en al direct gaat het redelijk steil omhoog.
Geen probleem vormen de eerste hellingen, ook omdat het wat frisser weer is en we met elkaar rekening houden om de snelheid niet al te zeer op te drijven. Enkel een overijverige plaatselijke policier vindt het nodig om ons erop te wijzen dat we ons in fietsloos gebied bevinden en we worden even gedegradeerd tot infanteristen.
Enige tijd later staan we zo goed als aan de voet van de Puy-de-Dôme. Verder dan een foto van de groep en de Puy de Dôme op afstand komen we niet. De etterpuist van de aardbol is immers militair domein en in die zin dan ook niet toegankelijk voor onbevoegden. We houden onze munitie dan ook voor iets later.
We rijden verder. Het lijkt niet goed op te schieten want om 11u hebben we nog steeds maar 55 kilometer gefietst. Weliswaar hebben we dan al meer dan de helft van de voorziene hoogtemeters achter de rug en dus hoeven we ons eigenlijk geen zorgen te maken. Na verschillende prachtige uitzichten aan ondermeer Lac DAydat, stoppen we stoppen een eerste keer met prachtig uitzicht op de verschillende Puys in het land van Vulcania.
Na de verpozing dalen we af en komen we in duidelijk vlakker gebied. Dat maakt dat het nu goed vooruit gaat, en we komen langs verschillende meren, die na de hitte van de voorbije dagen blijkbaar dorst hadden. De regen bedient hen op hun wenken. Dat wij daar slachtoffer van zijn kan men zich hierboven niet aantrekken. De dreigende slechte weerwolken lieten dan ook hun duivels los, en een lava aan regen viel over ons heen. De stoom kwam ons letterlijk om de oren bij het passeren van wegwerkzaamheden, en nog waren we niet klein te krijgen.
Als dappere soldaten die ongeacht het weer ook het militair défilé doorstaan, gaan ook wij door. En zowaar wordt ons geduld beloond. Het klaart op en het middageten, met omkleedpartij, kunnen we rustig aan de rand van een meer houden. Onze majoor van dienst waagt zich zelfs in het meer. Ondanks het slechte weer, blijft de natuur ons prachtige beelden op ons netvlies projecteren.
Het wordt 3u en we hebben nog 45 kilometer te rijden. We komen in de regio Cantal, en een aantal hellingen vallen ons nog te beurt. We wanen ons even in de Efteling wanneer we een steile helling naar beneden komen en een aantal peperkoeken huisjes zien. Een verlaten gebied maar onbekend is bij deze zeker onbemind. Prachtig mooi, zelfs ondanks het ondertussen weer neervallend nat. We houden het nat tot aan de meet en komen in Mauriac aan uiteindelijk omstreeks 18u.
Later dan de voorbije dagen, maar daar zijn de weersomstandigheden niet vreemd aan. De avond wordt een mooie afsluiter van de nationale feestdag. Een Koninklijke maaltijd valt ons te beurt, en het vuurwerk (lees bliksem) kregen we er gratis bij.
Het werd alweer een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
20 juli Iets voor 6 staat een ijverig chauffeur reeds vroeg klaar om de camionette voor te bereiden. Over onze soigneurs dan ook niets dan lof Ze verrichten werkelijk wonderen. 4 kratten water worden dan ook zo omgevormd tot limonade met citroen extract Onze ongelovige Louis-Thomas proeft er zelfs van om dit wonderbaarlijke (weliswaar zelf gekochte) gebeuren te kunnen geloven Geen erg, die limonade zal ons nog erg goed van pas komen.
Vandaag de kortste etappe, met in het begin heel weinig hellingen, en nog minder te beleven.
Ideaal om de spieren los te maken, want op deze vijfde dag was aan de ontbijttafel toch hier en daar een stramme spier, een pijnlijke achter-kaak en een vermoeide blik waar te nemen.
Een kerk, een kar met paard net als op een ansichtkaart, een slagerij en af en toe een ven. Een kroeg, de KWB op de fiets, het zegt jullie misschien niets, maar je moet erdoor als je naar Lourdes bent . Jawel, van zoveel simpele rust zou je lyrisch Mijn dorp van Wim Sonneveld beginnen te vervormen
En Sonne-veld was er in overvloed vandaag. Het werd onze warmste rit met gemiddeld om en bij de 34 graden, met smeltende pek die aan onze banden bleef plakken.
De Loire streek zou zo aan ons voorbij zijn gegaan, ware het niet dat een boekhouder die alles nauwgezet bijhoudt, er ons opmerkzaam maakte dat we de helft van onze trip achter de rug hadden, en terugkeren dan ook geen zin had. Hij telde af, en een eerder ontgoochelend gejuich werd hem toegeworpen. Zelfs geen gauwe stop werd hem gegund.
We bleven dapper doorduwen en na ruim 55 kilometer (ondertussen in de Auvergne) was het tijd om heel even aan de enig beschikbare cultuur van de dag te doen. Een middeleeuwse ruïne in het dorpje Bourbon-Archambault kon ons wel bekoren, maar verder dan de toegangspoort kwamen we toch niet. Even verder wachtte immers de camionette gevuld met de mirakuleuze limonade-drank.
Even vlot reden we verder door in de hoop vandaag ruim op tijd nog de aankomst van die echte Tour de France te kunnen zien. Stilaan echter begonnen de hellingen weer de kop op te steken en werd het iets lastiger. De Col de Matras, was stille getuige hiervan. Sommigen waren er misschien al liever op gaan liggen.
Iets verder was het middagmaal weer super opgesteld onder linde en plataan, en het aangereikte vlees, enigszins pikant geïnspireerd (we naderen immers meer en meer het zuiden van het land), werd vlot gesmaakt.
Om iets voor 3, net voor de echte waterwinkel zijn deuren opendeed, vertrokken we verder en vatten we de laatste 45 kilometer aan. De eerste Puys waren duidelijk zichtbaar, en zelfs deborden maakten het duidelijk U bevindt zich in het rijk van de Puy De Dôme, Lucifer van het Vulkaangebied. Het was er inderdaad warm als de hel, en gelukkig moeten (mogen) we deze helling niet aandoen.
Vandaag ging het ook niet verder dan een eerste zicht op de van oorsprong vulkanische hellingen. Misschien een geluk, met deze temperaturen en de wind die ons weer wat meer tegemoetkwam vanuit het zuiden. Morgen hebben we echter geen keuze en moeten we er dwars doorheen. Wat er ons te wachten staat weten we niet, maar de groep is er in elk geval enigszins beducht voor.
We kwamen aan in Châtel-Guyon, een kuuroord waar de tijd enigszins is blijven stilstaan. Zo ook het hotel. Vergane glorie, maar met een onweerstaanbare charme. Lekker eten, en tot slot nog aangenaam in het toch al zuiderse stadje, nagenietend. Het werd alweer een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
19 juli Vandaag opnieuw een rustige rit, zo was alvast het idee van ons allen Evenveel kilometer, bovendien reden we na de Champagne richting Bourgogne, en het weer zou goed worden. Kortom, iedereen zag het zeker zitten hoewel, Ludo J. leek niet overtuigd, en hij had blijkbaar al van bij het ontbijt in de gaten dat we op deze rit wel eens onze tanden stuk zouden kunnen bijten. Een ogenblik later zat hij enkel nog yoghurt en croissants te eten
Na het ontbijt vertrok iedereen dan ook met de nodig aangesmeerde uiercrème richting Nevers Niet zomaar nivers, want in Nevers bevindt zich het graf van Bernadette Soubirous, die hier in het klooster stierf in 1879.
Reeds van in het begin wordt het duidelijk dat de hellingen vandaag stilaan een stuk steiler worden. Geen erg, want zoveel zullen er dan wel niet zijn zeker .
Op een enkele, eenzame bedevaarder, die zich te voet, met schelp naar Compostella waagt, zien we enkel wijdse landschappen. We rijden dapper verder en komen in een ander, duidelijk bosrijker landschap terecht, wat ons toch wat schaduw bezorgt. De temperatuur is draaglijk, het weer schitterend en we rijden vrij vlot en zonder tegenslagen helling op, helling af, door dorpjes als Lucy le Bois en Girolles en bereiken vlot onze eerste halte. Vézelay, prachtig gelegen op een hoge puist en met duidelijk stip genoteerd in de Nederlandse reisgidsen. Daar storen we ons niet aan, en in plaats van het dagelijkse koekjesmoment, maakten we er omstreeks elf uur een iets langere durende cultuuruitstap van en bezoeken er de basiliek Sainte Madeleine en lopen er wat als een plaatselijk Charolais-groepje (één van de oudste vleesrassen) rond.
Na deze vrij lange verpozing rijden we terug verder door de regio van de Morvan (het groene hart van Bourgondië). De hellingen zijn misschien kort, maar blijven vrij steil, nijdig bij momenten. Dit maakt dat het zweet aardig naar beneden parelt. Twee uur na ons bezoek aan Vézelay wacht ons dan ook, niets te vroeg, een prachtig déjeuner sur lherbe. De Belgische vlag wijst ons op onze stopplaats, prachtig in een weiland, in de schaduw uitgekozen door onze begeleiders, Jan en Louis. Louis heeft extra zijn best gedaan. Hij is immers vandaag 30 jaar gehuwd en een prachtig, smaakvolle koude schotel werd ons deel. We bedankten Louis savonds er extra voor met een kleine verrassing. Louis (en Chris) nogmaals proficiat. En de kei-goede-foto is voor jullie allen, thuisblijvers
Na nog een foto van het peloton, op de speciaal voor de gelegenheid aangesleepte strobal(l)en, vertrokken we voor nog 45 kilometer naar Nevers. Geen probleem, zeker niet de laatste 20 kilometer die ons in dalende lijn tegen 17uur naar de stad aan de Loire brachten.
Uiteindelijk hadden we vandaag toch ruim 1850 hoogtemeters beklommen (onder een gemiddelde zon van 33 graden), tegenover slechts 1100 gisteren. De dag was dan misschien wel een stuk lastiger, maar de rit een stuk mooier, dan gisteren.
Het avondeten smaakte. en het napraten en voor een aantal het bezichtigen van het stadje Nevers waren dan ook een mooie afsluiter van een prachtige dag waarvan we alweer mijmeren dat het morgen weer zo een dag worden mag.
18 juli Ondanks de lange rit van gisteren, het late slaapuur (zonder ook maar enige zweem champagne te hebben gesnoven, gisteren waren de Ardennes-Champagnes eigenlijk vooral Ardennes sans Champagne), en ondanks de rit van vandaag die zich een stuk korter aandient, beslissen we om toch tijdig op te staan.
7 uur, appèl aan de wagen; kwart voor acht acte de présence bij het ontbijt; half negen vertrekken met proper gekuiste fiets en gesmeerde ketting. Vandaag moet immers alles gesmeerd verlopen, zodat we tijdig en in alle rust kunnen genieten van een mooie en vooral rustige avond.
Zogezegd, zo gedaan en iedereen verschijnt keurig en op tijd op het riant uitgestalde ontbijtbuffet. Na te hebben genoten van een lekker ontbijt, met croissants, tikkeneikes, verschillende soorten broodjes, vertrekken we met enigszins stramme benen, een enkele darm-geïnfecteerde en hier en daar al wat zadelpijnen, naar de volgende statie van onze kruisweg.
Het is mooi weer, geen vuiltje aan de lucht en gelet op het voorgaande ook geen vuiltje aan de fietsen, ja zelfs niet aan de zadels.
We rijden volop omgeven van de nodige cultuur. En vandaag kijken we vol bewondering rond naar zoveel cultuur, zomaar voor het grijpen Agri-cultuur alom. Graan, koren, gerst, uitgebloeid koolzaad en af en toe een gigantische silo zijn de beelden die op ons netvlies verschijnen.
Na ongeveer 50 kilometer, een plotse ommekeer, wanneer, in plaats van de weidse landschappen plots enige bomen voor ons verschijnen en we een prachtig meer ontdekken. Het meer, lac du temple, heeft zijn naam niet gestolen. Een tempel van schoonheid waar we dan ook beslissen om onze eerste halte te houden. Het is dan nog maar pas 11u, en we zijn zowaar eens ruim op tijd, want nog slechts een 100-tal kilometer te gaan.
Na de overbodige vliegen weggeslagen te hebben rijden we over de dijk verder het rijke franse landschap in, en eindelijk krijgen we zelfs enkele champagnehuizen voor de wielen geschoven. Ook nu weer laten we ons niet verleiden. We rijden over de Seine (op zijn nederlands uit te spreken) Iedereen heeft het gezien, gelukkig maar, anders had ik ook nog de mijne moeten tonen
De rit verloopt werkelijk vlekkeloos. Een enkel wolkje waarin we een hondje ontwaren dat zich lijkt vast te bijten in de staart van een kangoeroe kan dit niet bederven. Wel integendeel. Met dezelfde ruime sprongen gaan we vooruit en bereiken we bij een afgebladderd Christusbeeld de middagtafel. Het lijkt een wel een familiepicknick op zondagmiddag. Prachtig op een eenvoudige locatie, maar zo zijn de mooiste dingen. Eenvoudig maar goed en degelijk.
De sfeer is dan ook super, en uiteindelijk bereiken we de Bourgognestreek en zonder tegenslag en na nogmaals 50 kilometer met wat klimmetjes, maar vooral glooiend dalende wegen komen we al om de klok van vier aan. Zondag rustdag, lijkt het wel, want ondanks de 150 afgewerkte kilometer heeft iedereen nog energie om na een verkwikkende douche nog het stadje te bezoeken. De bron Fosse Dionne ontplooit haar ronding voor ons en we genieten van een verfrissend drankje. Zo erg is die kruisweg toch ook weer niet maar wij krijgen dan ook geen zure wijn op een spons voorgeschoteld. Wel integendeel, het avondmaal is heerlijk. Bladerdeeghapje gevuld met paté, heerlijk warme hesp met chablis-saus en tagliatelli, en appelgebak met ijs vallen ons te beurt en omdat we in de Bourgogne zijn mag een glas wijn natuurlijk niet ontbreken.
Het hotel heeft dan ook ervaring met fietsers want het blijkt dat Euskatel, Rabobank, en Lampre hier reeds verbleven En nu ook de fietsgroep KWB Zoersel
We praten, kaarten en bloggen nog even door bij een late avondzon die stilaan achter de heuvels verdwijnt en ons doet mijmeren van een prachtige dag in de hoop dat er morgen nog zon dag komen mag.
17 juli Kwart na 4 Voor sommigen is het snurken uit kamer 11 in de jeugdherberg niet te harden, en ze beslissen dan ook respectievelijk met 2 de matras in de gang te slepen en daar verder te slapen, en één iemand raakt zelfs tot in de damestoiletten.
Uiteindelijk raakt iedereen tijdig en redelijk uitgeslapen tot aan het ontbijt.
Een typisch jeugdherberg-ontbijt wordt genuttigd en iedereen kan van harte de nodige caloriën tot zich nemen, want vandaag wordt alweer een zware, vooral door de lengte, rit aangevat De rit gaat over heuvel en dal naar Vitry Le Francois, dwars door de Franse Ardennen, om aan te komen aan de grens van de champagnestreek.
De wind is ons alvast gunstiger gezind, althans in het begin, maar al vrij snel begint de tegenslag. We rijden Frankrijk binnen, en de pechvogel van gisteren is ook vandaag de pechvogel. Geert rijdt alweer lek, maar na een kort oponthoud gaat het verder richting Sedan.
De gps laat ons daar even in de steek, maar door de niet noodzakelijke hulp van een plaatselijke cyclist, raken we vrij snel terug op het goede spoor. Het gaat niet echt vlot, want Ludo J. rijdt plat op een steentjesweg die ervoor gemaakt lijkt om fietsers te couilloneren met platte banden. Maar het kon nog erger want tijdens een afdaling raakt Stef (die zich zal ontpoppen tot pechvogel van de dag), zijn zadel kwijt. Vrij vervelend, zeker als man.
Na een 5-tal kilometer niet gewilde danceuse slagen we er in om een vervangzadel te installeren en kunnen we terug verder We willen stilaan wat opschieten want nog maar te goei 50 kilometer gereden en dus nog ruim 130 te gaan.
We besluiten dan ook om onze weg verder te zetten tot ruim over de 100 kilometer vooraleer te eten. Het begint nu goed op te schieten, mooie natuur door de Vallée de lAisne en na wat eten op een rustig plaatsje, in een onooglijk dorpje (zoals we er veel gezien hebben vandaag), vervolgen we onze weg tot de volgende pech weer de kop opduikt. Alweer een platte band. Niet getreurd want vlot ging er een nieuwe band op. En Gert kon zich ondertussen van de overbodige hoeveelheid verbrande stoffen ontlasten.
Iets verder echter alweer prijs En Stef was weer het slachtoffer. Een klapband, met als gevolg een nieuwe buiten-en binnenband. Zoveel pech kennen we zelfs op één dag rijden in Zoersel niet. Maar, het blijft allemaal materiaalpech, en das dan ook uiteindelijk niet zo erg.
Het slaat ondertussen 5u in de namiddag en het landschap heeft zich gewijzigd in glooiende heuvels tussen koren en uitgebloeid koolzaad (waarvan iedereen zich de ganse dag afvroeg, wat is da toch ?) door.
De laatste 50 kilometer werden op die manier afgewerkt en al stak de wind zijn kop wat meer op, en wou een kamikaze-hond, die zijn rustige leven beu was, nog zijn snuit tussen Geert zijn spaken (of wielerzaken) steken, we waren blij om omstreeks half 7 ons doel te bereiken.
190 kilometer hadden we alweer onder de kuiten geschoven gekregen en iedereen kon tevreden gaan douchen en vooral lekker gaan eten in het restaurant in het stadje. Zeer gesmaakt werd de visterrine en de rôti de boeuf om te eindigen met een île flottante en natuurlijk de barons.
Hopelijk is het morgen niet al te flottante op de fiets. De langste ritten zijn echter achter de rug en dus is de moed groot om morgen de graanschuur van Frankrijk te doorkruisen.
16 juli. Kwart voor 7 De eerste renners komen aan voor hun bedevaart naar Lourdes. 10 heilige boontjes uit Zoersel en omstreken, zullen het erop wagen geflankeerd door de logistieke steun van 2 misdienaars, Jan en Louis.
Vandaag een lange rit, en de plannen om om 7u te starten werden enigszins gedwarsboomd door 2 late kruisvaarders, Paul en Ludo (VDS). Het zou niet de laatste keer zijn dat we gedwarsboomd werden
Het weer is goed, de sfeer is goed, talrijke supporters kwamen ons uitwuiven, en wanneer de dames, net voor de start ook nog eens zorgden voor een vrolijke en ontroerende noot, kon het niet meer kapot. Nog een fotootje voor de krant en voor het nageslacht, het fluitsignaal van Ludo weerklonk en onze bedevaart kon starten.
We vertrokken, met Rudi op kop. Hij had blijkbaar nog niet goed gevoeld van waar de wind kwam, of was het, dat hij indruk wou maken op zijn fietsmakker Roland, die ons, samen met Ludo (VDS) zijn schoonbroer, begeleidde.
In elk geval, verliepen de eerste kilometers, ondanks de toen al duidelijk aanwezige tegenwind voortvarend. Er werd al eens een verkeersovertreding gemaakt, maar dat werd oogluikend toegelaten door de meerijdende politiebegeleiding. Hij heeft vanavond wel zijn boekske uitgehaald, maar het ontbreken van nummerplaten leverde hem de nodige kopzorgen
Na 60 kilometer, platte band. Geert was de pechvogel, maar het oponthoud was van korte duur, en moedig trokken we verder. Dra kwamen de eerste heuvels er aan, en het zweet begon hier en daar al wat uit te breken, op sommige kale en minder kale hoofden.
Een eerste rustpauze was dan ook welkom. In de buurt van Hoegaarden werd een eerste keer halt gehouden. Vermoedelijk bevestigt dit de clichés omtrent wielertoeristen, maar niet met ons. We lieten de brouwerij onaangeroerd, en behielpen ons met het gisteren aangesleurde water en frisdrank.
De wind waaide ondertussen verder, en na een passage door het deze week plaatselijk gecreëerde oerwoud, dat door de gemeentelijke diensten niet was vrij gemaakt (t was in Zoersel niet waar geweest hé Paul) ,en dus was het een beetje veldrijden; trokken we dapper verder over heuvels, die steeds langer en lastiger werden. Maar nog steeds, met de nodige aflossingen, bereikten we de middagpauze.
De catering was netjes opgesteld, was verzorgd en goed georganiseerd door Louis en Jan. We hadden maar aan te schuiven en het deed deugd om even te rusten.
De sfeer bleef echter goed, het weer was super, steeds warmer, maar de wind bleef ons parten spelen. En de Wim geraakte s middags eindelijk wat van zijn wind verlost door te zorgen dat het plaatselijke bos extra compost kreeg. Na een paar uur verder te hebben gestoempt kreeg Ludo (VDS) het wat op zijn heupen Hoewel op zijn heupen Het rammelde in zijn darmen. En serieus want Ludo was even Ludo niet. Aan de derde stop, en na een motiliummeke, een goeie slok water en wat rust, raakten de problemen opgelost. En steeds verder waaide de wind.
Nog 43 kilometer. Het werd zwaar en lastig, en de laatste kilometers waren er op het einde misschien net wat teveel aan, maar na nog een paar kleine, korte, noodzakelijke tussenstops, bereikte iedereen moe maar voldaan het einde, de jeugdherberg van Bouillon. De bedevaart had zijn eerste etappe afgerond, daar waar de kruisvaarders ooit vertrokken om het Christendom te redden.
Aan tafel, weinig woorden want teveel honger. En na een lekkere maaltijd werd vooral nagekaart, after sun ingesmeerd, gekeuveld, en rustig nog wat gedronken
De weg is immers nog lang en aangezien overdaad schaadt