KWB-Overdag op bezoek op de Alpacaboerderij in Kaulille
16 november
2021: met 32 Overdaggers verplaatsten wij ons naar Kaulille, een bezoek wat
korter bij deze keer.
Dat wij welkom waren toonde ons het infobord aan de ingang van het bedrijf.
In de ontmoetingsruimte werd ons eerst koffie of thee aangeboden. Ontstaan van het bedrijf: De eigenaar vertelde ons in het kort hoe hij er toekwam om alpacas te
houden. Bij hem thuis hadden ze allerlei dieren: schapen, geiten maar ook twee
alpacas. Op het laatste jaar op de landbouwschool was een verplichte stage een
deel van de leerinhoud. Hij wilde toch wel iets speciaals. En omdat ze thuis
twee alpacas hadden wilde hij meer over deze dieren te weten komen.
Na heel wat zoekwerk op internet vertrok hij naar Australië waar heel wat
alpacabedrijven gevestigd waren.
In dit land waren er een 10-tal zeer grote en een 100-tal kleinere bedrijven.
Hij bezocht er menig bedrijf.
Daar zag hij onmiddellijk wat een schitterende dieren die alpacas wel waren.
Meteen was hij er vol van en dacht meteen: Die dieren wil ik later ook
houden.
Zijn stage kon niet stuk. Het scheren van de dieren kreeg hij rap onder de
knie.
In 1999 werd het bedrijfje opgestart met het geld dat hij verdiende met het
scheren van alpacas in Australië. De boerderij werd gekocht met enkele
hectaren grond bij, gerenoveerd en er werden een 30-tal dieren aangekocht.
In 2002 kwam dan de huidige stal waar de dieren een onderkomen hebben.
Wat voor een dier is de alpaca? De alpaca is een eenhoevig en kameelachtig dier dat heel sterk verwant
is met de lama. Daarom wordt hij wel eens de berglama genoemd. Hij komt uit het
Andes gebergte in Zuid-Amerika. We vinden ze in Ecuador, Bolivia, Chili,
Uruguay en vooral Peru. Ze gedijen zeer goed op een hoogte tussen 4400 m-5300 m
hoogte. Daar kan het overdag 30° worden en s nachts afkoelen tot -30°.
Het verschil tussen de twee dieren zit in het gewicht en de schofthoogte. Een lama is tussen de 1,20 m-1,50 m
groot met een gewicht rond de 150 kg terwijl de alpaca tussen de 0,80 m- 0,90 m
meet en met een gewicht rond de 60 kg.
De lama is veel struiser gebouwd. De alpaca heeft een brede snuit met spitse
oren. We kennen deze dieren als de spuwers vooral wanneer ze gestresseerd zijn.
De
verzorging van de dieren: Het voedsel van
de alpaca bestaat voornamelijk uit gras en/of hooi aangevuld met twee keer per
dag tussen de 150 g-250 g krachtvoer. Het hooi moet van zeer goede kwaliteit
zijn voornamelijk van de tweede snede gras. Er is altijd zuiver water ter beschikking.
De meeste dieren staan jaar in jaar uit op stal.
Vier keer per jaar worden de dieren ontwormd en tweemaal ingeënt vooral tegen
coccidiose. Er is ook een veterinaire ruimte aanwezig waar de
bedrijfsdierenarts een ziek dier kan onderzoeken.
De
voortplanting: De draagtijd
bedraagt 11,5 maand. De kleine alpacas worden nooit s nachts of s morgens
heel vroeggeboren maar meestal in het midden van de voormiddag. Dit heeft nog
te maken met hun afkomst waar het klimaat erg koud kon zijn.
Het geboortegewicht bedraagt ongeveer 6 à 8 kg. Ze blijven ongeveer 6 maanden
bij de moeder en worden dan gespeend.
De prijs van een hengst van zeer goede kwaliteit kan meerdere duizenden euros
bedragen.
De
wol: Alpacas worden
niet gehouden voor het vlees maar uitsluitend voor de wol.
De wol kan tot 22 erkende kleuren hebben.
De witte wol is de meest aantrekkelijke in de handel.
De zachtheid van de wol wordt gemeten met de computer.
Vroeger werd door de scheerder de wol ingedeeld in minstens vijf categorieën.
De glans en de krulling waren hier cruciaal. Ook de lengte, de dichtheid en de
verdeling over het lichaam waren een must voor goede wol.
De allerbeste wol wordt momenteel aan 80 per kg verkocht.
Wol van alpacas is vijfmaal warmer dan wol van schapen.
Het scheren van de dieren gebeurt machinaal door de eigenaar tijdens het
voorjaar.
Toerisme: Momenteel kan je
voor allerlei activiteiten op deze alpacaboerderij geworden: rondleidingen,
wandelen met alpacas, spelletje boerengolf tussen de alpacas,
een hindernissenparcours, een cursus alpacaboer, enz. De website geeft nog tal
van andere mogelijkheden.
Bezoek aan de alpacashop: In het winkeltje kon men zien wat er allemaal van alpacawol kan gemaakt
worden. Natuurlijk konden die dingen ook aangekocht worden.
Rond de klok
van vier zakten wij af naar Den Tichel om nog wat na te praten over het
geslaagde bezoek. Weerom een ervaring rijker.
Dinsdag 2
november 2021: KWB-Overdag trekt er op uit. Deze keer bezoeken wij een museum
in Asten, iets verder dan Weert en Nederweert.
Ook weer een druilerige namiddag. De weergoden zitten ons precies niet mee.
Maar niet getreurd, het was een binnen bezoek.
Wat was er dan te zien. Het museum is tweeledig: enerzijds het klokkenmuseum en
anderzijds een natuurmuseum.
De groep van 23 Overdaggers werd opgedeeld in twee. De ene groep begon met het klokkenmuseum
en de andere met het natuurmuseum. Het klokkenmuseum In 1975 opende prins Bernhard het museum dat voordien was ondergebracht
in het gemeentehuis. Maar hier werd het veel te klein. Er moest dus een
oplossing gezocht worden. Na een grondige renovatie werd het museum heropend in
2012.
De eerste
belletjes dateren van 700 voor Chr. Dierenbellen hebben doorheen de eeuwen
steeds bestaan. Zo kon de eigenaar zijn dieren gemakkelijk herkennen en het was
tevens een bescherming tegen het kwaad.
Zelfs de Romeinen kenden reeds al dan niet kleine en grotere bellen of klokjes.
Klokken werden ook als muziekinstrument gebruikt. De klank van een klok hangt
af van de grootte van de klok, de dikte en de samenstelling al dan niet uit een
legering van koper, tin of zuiver brons. De smelttemperatuur bedraagt 1100°
Celsius. Het stemmen van een klok gebeurde door aan de binnenzijde dunne of
dikkere groeven te trekken.
In Zuid-Europa werd tijdens de erediensten een bellenrad gebruikt.
Al in de 12e eeuw werden in de grote kathedralen ook bijna
mastodonten van klokken geïnstalleerd. De grote klokken gaven een zware toon.
Deze droeg ook veel verder dan de toon van de kleinere klokken.
Af en toe vond je op de klok de naam van de maker. Het was een eerste vorm van
reclame.
Doorheen de jaren bracht men allerlei versieringen aan.
De oudste
vorm van het aangeven van de tijd was de zonnewijzer. We herinneren ons nog
allen de zonnewijzer voor de vroegere apotheek van Wijchmaal.
Een monnik
bedacht het mechanisch uurwerk. Hij had er de tijd voor en waarschijnlijk de
middelen.
Doorheen de eeuwen werd dit steeds gesofisticeerder.
Een hele tijd werd er stilgestaan bij de werking van de klokkengieterij. De
gids legde haarfijn de vijf stappen uit om een volwaardige klok te gieten. Het
was toch wel een beetje titanenwerk.
Vanaf 1740 doet de beiaard zijn intrede. We kunnen regelmatig de deuntjes van
de beiaard van Peer beluisteren als wij ter plekke zijn.
Als laatste konden wij de reizende beiaard van André Rieu bewonderen.
Het
natuurmuseum De peel was een
zeer uitgestrekt moerassig gebied in de omgeving van Asten en hogerop. Het
woord peel zou afkomstig zijn van het Latijnse woord palus.
Het gebied moet ontstaan zijn ongeveer 10 miljoen jaren geleden tijdens het
mioceen. Alles was hier toen zee met de baardwalvis als grootste walvis. De
periode nadien het plioceen was gekenmerkt door de grote beesten die er woonden.
Ook toen waren er klimaatveranderingen. Tijdens het pleistoceen leefden er
edelherten en mammoeten.
Zo zagen wij dat de wereld steeds in ontwikkeling was en nog is. Denk maar aan
de klimaatopwarming.
Op de kaart van 1853 zagen wij duidelijk aan de hand van kleuren waar de
ondiepe en de diepe peel zich bevonden. De ondiepe peel was begroeid met riet
en biezen. De diepe peel was ontoegankelijk.
Vroeger bedroeg de grootte van de peel 148000 ha en nu nog 3000 ha.
Doorheen de eeuwen zochten de mensen voedsel, veiligheid en een stek om er te
kunnen wonen.
Het veenmos overwoekerde alles en lagen stapelden zich op elkaar. Zo ontstond
turf. Deze begon men te ontginnen. Dit zware werk werd gedaan door de
turfstekers. Ze werkten tot 14 u. per dag met zelf zware, gesmede werktuigen.
Zwartveen, een eerste vorm van turf, werd gebruikt als brandstof. Het kon ook
gebruikt worden als strooisel in de stallen.
Heel de peel
is nu een beschermd natuurgebied.
Doorheen de rondleiding maakten wij kennis met een hele rits aan opgezette
dieren en vogels die vroeger en/of nu nog hun gastverblijf hebben in de peel.
En tot slot.. De beide rondleidingen waren zo interessant dat
het al gauw vijf uur werd en het museum sloot. En toen moesten we nog een klein
uurtje rijden om terug in onze heimat te zijn. Weerom een geslaagde activiteit.
Leo Vandervelden
38 KWBOers tekenden present aan het toerismebureau Peer voor deze
historische stadswandeling. Netjes verdeeld in twee groepen van 19 vertrokken
we met onze gidsen Marie-Josée en Lena. We stonden aan het stadhuis, het
bekendste stadsgezicht van Peer, dus waarom daar niet beginnen.
Het gaat hier om één van de oudst bewaarde stadhuizen in
een bepaalde bouwstijl, en dat is de Maaslandse Renaissancestijl Het stadhuis
is gebouwd in 1637 als lakenhal/schepenbank, voordien stond er een vleeshal. Kenmerken
van deze Maaslandse Renaissancestijl zijn o.a. de specifieke kroonlijst en de
ramen met een kruis in mergelsteen. Oorspronkelijk waren de bogen, waar nu de
ramen zitten, open en waren er verschillende markten onder, op de eerste
verdieping zetelden de drossaard en zijn schepenbank en daar gebeurde ook de
rechtspraak. Peer is ook kantonhoofdplaats geweest en hier zetelde eveneens het
Vredegerecht. Het heeft ook gediend als gemeentehuis, bibliotheek,
toerismebureau, muziekinstrumentenmuseum
en nu tenslotte als restaurant. De kleuren rood en geel hebben hun
oorsprong in het feit dat Peer afhankelijk was van het graafschap Loon: rood
(oorspronkelijk baksteen), geel (mergellagen). In 1993 werd het stadhuis
ingepakt (niet door Christo) om het te schilderen. In het begin waren de
inwoners niet tevreden met de kleuren, maar later gingen ze toch akkoord. De
wapenschilden dan: helemaal bovenaan in rood en geel dit van de schepenbank van
Peer, daaronder drie wapenschilden, links die van het Graafschap Loon, in het
midden dat van de provincie Luik (perron) en rechts van de provincie Limburg (Peer
was één van de goede steden van het graafschap Loon, later overgegaan naar het
Prinsbisdom Luik). Daaronder links de datum van de bouw van het stadhuis,
rechts de datum van herstel (1902, 1993). Ook in 2005 werd het stadhuis
hersteld, maar dat is hier niet vermeld. Er is thans ook een ondergrondse
tunnel van het hotel naar het stadhuis. Voor het stadhuis is een replica van de
oorspronkelijke schandpaal geplaatst.
We wandelen naar het marktplein, een Frankisch marktplein
(driehoekig). Er loopt een monorail over de ganse lengte van het marktplein als
herinnering aan de tram die er vroeger reed. Vooraan in de punt staat een
monument van Els Plessers waaruit water stroomt (drinkbaar).
Op dit monument is een drinkuit gegraveerd. De
drinkuit was een beker zonder voet waarbij het de bedoeling was om de gevulde
beker leeg te drinken en daarna om te keren.
Verderop staat een tafereel van de Boerenbruiloft van Pieter Bruegel de Oude,
het is de vertrekplaats van de fietsroute waarop 8 werken van Bruegel in de
natuur rond Peer staan en hij zou die geschilderd hebben op die plaatsen. Zo komen
we aan de stadspomp, die dateert van het jaar 1863. Hier was vroeger een
drinkplaats voor dieren. De dieren stonden overdag buiten de stadswallen en
werden s avonds binnengehaald, eerst dronken ze aan de plassen op het
marktplein en werden dan naar de stallen gebracht. Het water van die
drinkpoelen werd ook gebruikt om de vele branden te blussen. Bovenop de
stadspomp staat een peer. Waarvan komt de naam Peer? Niet van perre of park,
maar volgens een bepaalde onderzoeker van PIRGUS, wat betekent omheind gebied
langs een verharde weg. De peer is regelmatig van de stadspomp afgehaald en ook
al eens vervangen door een appel, dit om allerlei zaken gedaan te krijgen van
het stadsbestuur. Dan komen we aan de kiosk, vroeger met een rieten dak, een
stenen onderstructuur en een houten structuur. Tijdens WO II werd deze kiosk in
brand gestoken naar aanleiding van een ruzie tussen de witten en de zwarten.
Dit bleef 5 jaar zo liggen tot de burgemeester een
heropbouw wilde door een kunstenaar van Peer, het werd postmeester Frederix,
wonende in huis De Zwaan, dat ook fungeerde als postgebouw. Hij maakte het
ontwerp en deed ook de uitvoering, dat gebeurde in 1948. Hij was een moeilijk
man die ruzie had met de rijkswachtkommandant. Bij de onthulling was de
rijkswachtkommandant ondanks alles toch blij met de verwezenlijking, maar de
heer Frederix zei hem dat hij toch maar moest opletten want hij had boven aan
de pilaar tegenover het rijkswachtgebouw (waar nu De Bak is) een duivel
geplaatst met geheven wijsvinger en die zou de kommandant altijd in het oog
houden. Bovenaan de zuilen van de kiosk hangen mythologische figuren die
verweven zijn met muziek en in het midden van elke zuil zijn de namen van
componisten vermeld, niet die van Preudhomme omwille van zijn eventueel
collaboratisme in de oorlog.
Aan het eind van het marktplein staat de borrelsteen, de
derde waterpartij, tegenover Huis in den Engel, wat ook het Drossaardhuis was
waar o.a. drossaard Van de Cruys woonde. Hij hielp mee bij het uitroeien van de
Bokkenrijders.
Verder gaat de wandeling naar de vroegere Agnetendalsite
met het klooster. Tot 1962 heette de Kloosterstraat de Achterstraat, waar
minder gegoede mensen in hutjes woonden. In de 14de eeuw kwam er een
aanvraag van vrouwen om te zorgen voor de gemeenschap naar de regels van Sint
Antonius. In 1432 werd dan het klooster gebouwd: de nonnen leerden de mensen
allerlei dingen aan, zorgden voor eten en brachten vee mee. In de 16-17de
eeuw werd het klooster almaar rijker en rijker en ze kochten gronden op, tot er
een verbod kwam van het stadsbestuur om het klooster gronden te laten kopen
binnen de stadsmuren. Tijdens de Franse revolutie werden de nonnen verjaagd en
het domein werd volledig geplunderd. In 1863 kocht de stad dit terug voor
18.000 francs een het werd later voor 1 symbolische frank teruggegeven aan de
nonnen. Dezen zorgden dan dat er het scholencomplex Agnetendal kwam. De in 1698
heropgebouwde gevel van het klooster staat er nu nog en zou na restauratie
opgenomen worden in het nieuwe project.
Verderop vinden we Huize Preudhomme waar Armand geboren
werd in 1904. Vader was schoolhoofd benoemd in Peer en mocht deze woning
betrekken met zijn gezin. In 1928 vertrok het gezin uit Peer. Hierin was een
tijdje het muziekinstrumentenmuseum gevestigd en ook het Museum Dulle Griet.
Tot op heden heeft het geen nieuwe bestemming gekregen.
We wandelen naar het gemeentehuis waar een zuil geplaatst
is. Deze zuil herinnert aan de stadsrechten verworven in 1367 toen Peer naar
het Prinsbisdom Luik werd overgeheveld, dat had wel als gevolg dat het zichzelf
moest beschermen, er werd een wal rond Peer gegraven (eerder een heuveltje),
later werd een houten muur en nog later een stenen muur gebouwd. De toren van
de kerk diende als uitkijktoren en de poorten beschermden de stad. In 1985 is
Peer terug stad geworden en in 1987 werd deze zuil opgericht: de granaatappel
verwijst naar macht en het kruis is het symbool van verwevenheid van kerk en
staat.
Vlakbij staat (alweer) een oud stadhuis, voormalige dekenij, in neoclassicistische
stijl, ook gebruikt als OCMW-gebouw, dekenij, bibliotheek, politiekantoor en
vergaderlokalen. Bovenaan is bij de renovatie een venster geplaatst in de vorm
van een oog (om over de stad uit te kijken ).
Als we ons omdraaien kijken we naar de Reus der Kempen, ook
wel woltoren genoemd omdat hij gebouwd zou zijn met de opbrengst van de wol. In
1392 werd begonnen met de bouw die een 50 à 60 jaren duurde. Uit kleilagen uit
Bomen (gehucht Peer) werden de stenen gemaakt.De toren telt 4 verdiepingen, is
64 meter hoog en er zijn 221 trappen tot boven. (Weetje: Jaak L. heeft de haan
op de toren geplaatst). De torenspits was ooit 75 meter hoog, maar is er
afgewaaid en is naderhand opgebouwd tot de huidige hoogte (een 10tal meter
lager omwille van geldgebrek). De grootste beiaard van Vlaanderen is in deze
toren gevestigd met 64 klokken, er worden computergestuurde deuntjes gestuurd
op het uur en halfuur en de beiaardier speelt er ook regelmatig op. Er zijn plannen
om op de 4 verdiepingen een soort tentoonstelling te maken. De muren van de
toren zijn onderaan 2,2 meter dik. Als je Peer binnenrijdt zie je in een nis
aan de kerk het beeld van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten (Weeën). In 1865
werd Peer getroffen door de zwarte pokken (pest). De bevolking smeekte om
genezing van deze ziekte en in 1867 werd het beeld daar geplaatst. In de kerk
zelf is er een beeld van Onze Lieve Vrouw van Zeven Smarten (Weeën) van 1641.
Langs de toren staat ook 2 houten piramides die daar geplaatst zijn in 2000.
Het is een werk van Mark De Rooever en heet Tijdsbeeld, het is in de vorm van
een klavertje 4, dat ook terug te vinden is in de stenen van de toren en zo een
verbinding vormen van verleden en heden. Aan de zijingang van de kerk staat een
steen met de vermelding van de jaartallen 1483-1983 en een tekst, dit ter
herinnering aan de doden die op 13 mei 1483 (Sint Servaas) gevallen zijn nadat
ze door een list uit de toren gelokt werden. Deze steen staat ook als symbool
van de torenfeesten.
Een beetje verder zien we het vroegere notarishuis liggen.
Het is een Teutenhuis. Teuten waren rondreizende handelaars die ook veel in
Noord-Nederland kwamen en van daar deze stijl van huizen bouwen meebrachten.
Net voor het Kattestraatje staat een wit huis, dat was vroeger huis De Rode
Leeuw, waar indertijd de bevelhebber van de Fransen verbleef en Napoleon zou er
ook ooit verbleven hebben.
Zo kwamen we aan het einde van een boeiende historische
wandeling door Peer en mochten onze leden vele onbekende weetjes en leuke
anekdotes over Peer, zijn gebouwen, zijn bestuurders en zijn bevolking te weten
komen uit de mond van twee vlotte, onderlegde en vriendelijke gidsen
Marie-Josée en Lena . Bedankt.
Op een
druiligere namiddag waren 36 Overdaggers op 5 oktober present om een bezoek te
brengen aan Labiomista van Koen Vanmechelen in Genk.
Wij herinneren ons nog allemaal de vroegere mijn van Zwartberg waar menig
Wijchmalenaar werk vond. De mijn werd gesloten in 1966. Naderhand zag door
toedoen van Marc Wauters een dierentuin het levenslicht. Heel wat KWBers zijn
nog met hun kinderen toen ze nog klein waren hier op bezoek geweest.
De dierentuin werd gesloten in 1997.
Tot 2015 geraakte heel de site in verval. Op die plaats is Labiomista
gevestigd.
We werden
door twee kruisbestuivers zo worden de gidsen daar genoemd welkom geheten
aan het onthaalgebouw The Ark.
Labiomista betekent de mix van het leven.
Wie is Koen
Vanmechelen Hij is geboren in
Sint-Truiden in 1966. Hij groeide op in een artistiek milieu. Volgde
oorspronkelijk hotelschool. Daarin vond hij zijn gading niet.
Hij is een echte autodidact. Van individueel kunstenaar in zijn eigen huis en
tuin transformeerde hij naar een actueel kunstenaar in zijn atelier aan de
kanaalkom in Hasselt om ten slotte te landen op een universele site LABIOMISTA.
Dit was een
echte mijlpaal voor hem en dit op een gewonde plaats door de mijnsluiting en
sluiting van de dierentuin maar ook door het opentrekken van de aarde om de
energie naar onze huiskamers te brengen.
Labiomista - geopend in 2019 - is een huwelijk tussen natuur en cultuur, stad
en kunstenaar, heden en verleden, maar vooral een visie over een mogelijk nieuwe
samenleving.
De site drukt verlangen uit, ze staat voor een zwangerschap met voortdurend
weeën. Pijn en vreugde.
Ook de omgeving wordt daardoor getekend. Het is een plaats van wedergeboorte,
van ontdekking van het heelal met sterke verbindingsfactoren tussen zichtbaar
en onzichtbaar, magische processen die op een natuurlijke wijze tot stand
komen, een evoluerend kunstwerk.
Labiomista wil zuurstof zijn voor onszelf, de omgeving, de stad, de wereld. Een
schijnbaar ambitieus plan voor hem maar zeer nederig als wij allen bereid zijn
te delen in zijn visie.
Het is een lokaal project met internationale uitstraling.
Een blik
op en in het park
Labiomista
is een permanent en evoluerend kunstwerk dat je uitnodigt, uitdaagt en
inspireert. Het is een broedplek voor tal van nieuwe ideeën, creaties,
projecten en samenwerkingen.
Het vormt een ontmoetingsplek voor alle soorten op deze wereld. Het inspireert
en bevrucht meteen ook de omgeving met energie en initiatief op tal van
culturele, sociale en economische domeinen. De unieke samenwerking tussen Koen
Vanmechelen en Stad Genk krijgt een gedeelde visie over het potentieel van
identiteit en diversiteit op verschillende manieren vorm.
In het park
wandelden wij langs kunstwerken, installaties en dieren die een essentiële rol
spelen in het werk van de kunstenaar.
De tocht leidde ons ook naar de prachtig gerenoveerde directeurswoning , de
open galerij onder de studio van Koen Vanmechelen en de dierenweides.
Het park is tegelijk beeldentuin, dierentuin en landschapskunst.
Projecten worden gebundeld onder de noemer vanOpen University of Diversity
Open: het moet voor iedereen toegankelijk zijn.
University: het is gericht op wereldwijde uitwisseling van ideeën, verandering
en groei.
Diversity: is het fundamentele principe van het leven en de basis van alle
evolutie.
Besluit
Koen is een
man, die belang hecht aan gemeenschap vormen, contact leggen met de voorouders,
die kennis en emotie weet te verbinden, die dieren ziet als symbool voor de
mens, die ons wijst op de reis die wij moeten maken als wij willen veranderen,
die mensen ook met beperking weet te betrekken bij al zijn projecten.
Hij is de man die ons hoopvol doet kijken naar de toekomst.
Zo mochten al de Overdaggers hem op deze namiddag ervaren. Leo Vandervelden
21 september 2021: omwille van Covid 19 mochten wij gedurende anderhalf jaar
niet samenkomen. De volledige lockdown viel iedereen zwaar.
Heel het sociale leven viel plots stil.
Beetje bij beetje na een tweede en een derde golf
zagen wij toch stilaan het einde van de tunnel.
Een twintigtal fietsers verzamelden rond 13.15 uur
aan Den Tichel om van daar uit naar de hondenschool in Meeuwen te fietsen. De
weergoden waren ons goed gezind. Het is ooit anders geweest.
Anderen verplaatsten zich per auto. Rond de klok
van half drie was iedereen -
68 personen present. De trekkers hadden nooit
gedacht zoveel vrienden te kunnen verwelkomen.
Je voelde het: al de Overdaggers hadden terug nood
aan sociaal contact.
De deelnemers werden onthaald op de rode loper door
mensen in witte pakken. Ze gaven hen een derde vaccin: een energievaccin. Er
weer samen , die een bovenste beste van maken.
Staaf mocht iedereen van harte welkom heten. In het
vorig werkjaar was er immers geen startdag gehouden omwille van Covid 19.
Bij een stiltemoment stonden wij even stil bij vier
overlijdens van Overdaggers:
pastoor Kris, Swa Luys, André Hoeben en Mia Linsen.
Een woordje en een kaarsje hoorden hier bij.
En dan het jaarthema. Hoe kon het toch anders dat
dit in de lijn lag van Covid 19: Veilig, virus, vrij. Drie V-woorden.
Leo lichtte aan de hand van 10 V-woorden het
jaarthema nog even toe. Deze woorden waren: vertwijfeling, verontwaardiging,
verdriet, vereenzaming, vertraging, verlichting, volhouden, varianten,
verlangen en vrijheid.
En dan de activiteiten. Een aantal geplande -
weggevallen in het werkjaar 2019-2020 werden terug opgenomen. Nieuwe werden er
aan toegevoegd.
De power-pointpresentatie van Guido maakte alles
veel duidelijker.
Maria gaf hierbij meer uitleg.
Iedereen keek hier naar uit. En het mag gezegd
worden het was een puik resultaat.
Opfrissen van gangbare afspraken staat elk jaar op
het programma van de startdag. Ze werden ons in herinnering gebracht door
Jaklien.
Als het iemand nodig heeft ons brein te blijven
oefenen dan zijn wij het, de Overdaggers. Daarom dat Staaf ons weerom een
quizje voorschotelde.
We moesten allemaal diep nadenken. De laatste vraag
had niemand juist.
Het antwoord op die vraag was te vinden in Raak,
tijdschrift van KWB.
Wordt het zo nauwkeurig gelezen of waren we het
om ons te vergoeilijken vergeten?
Maar in drie van die cake-jes zat er een boon. Zij,
die een boon in hun cake-je troffen, moesten een lied maken en bij gelegenheid
ten gehore geven. En deze samenkomst was zo voor hen een uniek moment.
Neen in januari 2021 kreeg ieder gezin van
KWB-Overdag een cake-je.
Maar in drie van die cake-jes zat er een boon. Zij,
die een boon in hun cake-je troffen, moesten een lied maken en bij gelegenheid
ten gehore geven. En deze samenkomst was zo voor hen een uniek moment.
Zeker mochten de winnaars van de quiz niet vergeten
worden.
De groep vanachter en de groep bus wonnen de
quiz. Ze werden beloond met een kleine attentie.
Onze kookmoeders of beter gezegd onze culinair
verantwoordelijken zorgden voor de inwendige mens. Wat was het plots stil.
Een teken dat het smaakte. Bedankt Alice, José en Alice. Van harte mochten ze
daarom een attentie van KWB-Overdag ontvangen.
Het werd ruim half zes eer de fietsers terug
huiswaarts keerden want ze hadden nog een klein uurtje fietsen voor de boeg.
De anderen waren op een kwartiertje thuis.
Tevreden mochten wij allen zijn. Het was een geslaagde
startdag.
Ook de verbondelijk vrijgestelde van KWB (Jo Vdw),
vond dat het goed was.
Tevreden waren wij omdat wij terug mochten
samenkomen.
En nu voldoende energie opbrengen om er weer een
gans werkjaar tegen aan te gaan.
Prijsuitreiking FFZT op 29 Augustus 2021 met BBQ in zaal "De Wuft"
Wijchmaal
kermis zit er op, de koers is gereden Tijd dus om zelf nog eens op de fiets te
springen en de fotos of de nog niet gevonden fotos te gaan zoeken!
Gust deelt mee dat er een foutje sloop in het laatst ontvangen maandblad van Kwb-Overdag:
Bij de foto's van de kwis staat bij vraag 7 wie is het, waar
dat eigenlijk "welke serie is dit" moest zijn. Beide antwoorden worden
goedgekeurd. In de woordzoeker is ook een foutje geslopen. Als je rechts
onderaan het woord "zwemmen" wil doorhalen .. voor de laatst e staat er
een r.
Coronamaatregelen of
niet, al fietsend fotos zoeken kan!
De enige activiteit
uit ons KWB-programma die kon doorgaan dit jaar, was de fietsfotozoektocht. Het
werd toch wel een speciale editie met al die coronaperikelen, maar alles
gebeurde in de buitenlucht, dus als alle deelnemers in de juiste bubbel
bleven, was er geen probleem.
Filip stippelde weer
een mooie, ontspannende zoektocht van een 28 km uit, wat zeker niet te lang
was. De meesten hebben het parcours verschillende keren afgelegd omdat de 28
fotos na één ritje niet allemaal afgevinkt waren. Hier en daar waren er
discussies over de wegbeschrijving maar dat was weer even vlug aangepast. Het
gebeurde ook dat er ergens een gefotografeerd voorwerp verdween, maar ook dat
maakte het alleen maar spannender.
Er kwamen 51
formulieren binnen. We vermoeden wel dat er een paar honderd mensen de tocht
gefietst hebben. De site van de FFZT 2020 werd enkele honderden keren bezocht.
Omdat er geen
prijsuitreiking mocht plaatsvinden in de Wuft wegens corona, bedachten we een
alternatief: in den Tichel werd een verzegelde bokaal geplaatst met daarin een
met draad gewikkelde musketon (zie foto). Hiervan hoorde men de lengte te
schatten. Els Jaeken was met 490 cm heel dicht bij de oplossing en
eindigde verdiend op de derde plaats. Patrick Winters was met 487 cm
zelfs nog dichter, maar Kris Schrooten had met 486 cm de lengte
nog iets scherper ingeschat en kaapte de hoofdprijs weg. De draad bleek immers
483,5 cm te zijn. De geldprijzen van respectievelijk 10, 20 en 30 werden aan
de winnaars bezorgd.
Met de kindertocht
hebben er 21 deelgenomen en brachten allen een correct ingevuld formulier
binnen. Zij krijgen ieder een set fietslampjes.
Proficiat aan de
winnaars!! Ookbedankt aan al de
deelnemers en tot volgend jaar hopelijk in normalere en gezondere tijden.