Mijn jongste zoon, die samen met zijn vriendin de avond hier komen doorbrengen, is altijd scherp in opmerkingen en reacties. Hij is iemand die vol overtuiging in het leven staat, het met volle teugen tot zich neemt en daarbij een flinke dosis zelfzekerheid en een tikkeltje arrogantie uitstraalt. Op zijn jonge leeftijd heeft hij al een knappe carriere gemaakt, iets waar ik natuurlijk erg trots op ben.
Vol trots vertel ik hem over mijn nieuwste project. Hey zoontje, je pa is aan het bloggen. De link staat op facebook. Je zal da toch wel eens lezen he? Zijn vriendin kijkt een beetje verbaasd naar hem en vraagt wat bloggen eigenlijk is. Scherp in opmerkingen zei ik dus...... Wel schat, iemand die blogt is iemand die graag onozele verhaaltjes op het internet zet en denkt of hoopt dat hij er ooit eens mee in de gazet komt, of ooit ergens een collum kan neerpennen. Toch iets verontwaardigd en een beetje van slag door zijn gevatte opmerking antwoord ik dat ik op zijn minst toch een moderne ouder ben.
Ze gaan naar de cinema en ik blijf met een nauwelijks merkbare pruillip achter. Verdorie he. Wij komen uit het stenen tijdperk. We hebben alles zien ontstaan op een tempo dat een normaal mens eigenlijk niet kan bijhouden. Toch blijven we ons inzetten om niet out of date te raken in deze wereld en dan geeft die me gelijk mijn bakske vol op zijn steeds grappige iewat afbrekende wijze. Wacht maar kerel denk ik dan. Ik zal het niet meemaken, maar jij zeker en vast. Ik zou het willen zien, jij op mijn leeftijd nog een blogje schrijven op een modern mulimedia ding.
Ik weet nog niet of hij het gelezen heeft. Misschien helemaal geen interesse. Dat kan natuurlijk ook. Maar ik was zo fier he.
Vandaag hoorde ik op de radio dat kinderen meer moeten buitenspelen Je zal maar kinderen hebben tussen de 7 jaar en de pubertijd, want voor een correcte opvoeding bestaat geen handleiding die je erop wijst dat het tijd is om buiten te spelen. Ouderschap is gebaseerd op gevoel en eigen ervaringen. Het is als een trage ketting die steeds naar de volgende schakel gaat.
Twee kinderen moesten spelletjes bedenken, leeftijd 10 jaar en ze bakten er niets van. Logisch, want tegenwoordig bestaat hun leefwereld uit TFT schermen en al wat de fantasie van volwassenen erop kan projecteren. De eerste vraag die in me opkwam toen ik het verhaal hoorde was " Waar??? " Hoeveel gezinnen kunnen hun kinderen nog op straat laten spelen, in het bos, op een speelplein? Laat de verstedelijking nog toe om onze kinderen de vrijheid van buitenspelen nog mee te geven? Of moeten we toegeven aan fabrikanten van allerhande pc of gamebox spelletjes om de kinderen binnen een veilige omgeving hun vrije tijd nuttig te laten consumeren?
Er bestaan uiteenlopende meningen over jeugdbewegingen zoals scouts of chiro. Kleine groepen binnen de gemeente die er alles aan doen om de ouders hun welverdiende rust te gunnen op zondagnamiddag en ondertussen de kinderen afschermen van internetinvloeden. Is dat nu beter dan de tijdbesteding thuis of juist niet?
Vroeger speelden we cowboy en indiaan, al wisten we niet zo goed wat een koeboy was. Het was zeker een held met een pistool, daar waren we heel zeker van. Ik was het liefst " Winnitoew " want dat was een imponerende indiaan die we tijdens het televisie uurtje voor het slapengaan op ons zwartwit toestel hadden gezien. Ik was getooid met een potsierlijke band vol met kippenpluimen, afkomstig uit de kippenren van mijn vader en zorgvuldig gespaard. Al huppelend, want Winnetoew zat altijd op zijn paard, liepen we rond en ondertussen riepen we luidkeels " pangpangpang " om duidelijk te maken dat we geschoten hadden. De sukkelaar waarop we geschoten hadden greep met zijn hand en een van pijn vertrokken gezicht naar zijn borst en viel dood neer. Zeker wel tien keer tijdens één spel. Dus eigenlijk niet zo erg verschillend van een pc game, want daarin ga je ook nooit echt dood.
Tja, wat is goed en wat is fout? Vroeger of nu? Zoveel vragen en zo weinig antwoorden die een pasklare oplossing geven. Enkel een volgende generatie zal hierop een antwoord kunnen geven of het helemaal goed gekomen is met onze kinderen denk ik. Onze generatie kan enkel toekijken met een licht gefronst voorhoofd en hopen dat het niet allemaal zo erg is als het lijkt en of onze kinderen niet teveel prikkels tegelijk hebben gekregen.
Na mijn solo van gisteren moest ik nog een checvlucht doen met de hoofdinstructeur. De vliegomstandigheden zijn geen twee dagen hetzelfde dus ik vind het niet erg om weer even gecheckt te worden. We doen even een op en neer zegt hij me voor we instappen. Het is heel thermisch en iedereen blijft goed boven, het is zelfs moeilijk om naar beneden te komen. Even starten en snel terug landen is dan altijd spijtig, maar de beloning is groot nadien.
We vertrekken en de start is al goed. Na het ontkoppelen kom ik vrijwel direct in een "pomp" van 2 meter en het voelt al vreemd aan om hierin niet te draaien. Voorbij de "pomp" heb je altijd zakken, dus zoek ik dat zo snel mogelijk op. Ondertussen probeer ik zoveel mogelijk uit te leggen wat ik precies ga doen, zodat mijn instructeur me kan beoordelen op mijn planning. Ik vind zakken van 4 meter per seconde en besluit daarin te draaien, zoadat ik mijn hoogte snel kan wegwerken naar circuithoogte. Al snel kom ik op 250 meter uit netjes op mijn aanknopingspunt om de landing te beginnen. Nu komt het er zeker op aan om alles heel correct uit te voeren. Snelheid, hoogte, rondkijken. Alles moet perfect zijn en dat lukt me heel goed. Dwarscheckpunt, baan vrij. Hoogte, correct. Snelheid, nog steeds goed. Indraaien naar base en de kleppen half open. Indraaien final en bepalen waar je de grond zal raken. Alles lukt nauwkeurig en al snel kan ik het toestel netjes afvangen en zacht jes op de grond laten neerkomen. Ok, kill me...Wat heb ik niet goed gedaan? Ja, het is goed, ga straks maar alleen.
Nu gaat het seizoen pas echt beginnen. Ik sta al te trappelen vol ongeduld om mijn thermiekbelletje te kunnen vangen en het is een hoogtijdag wat thermiek betreft. Tijdens mijn cockpitcheck komt Ines even bij me zitten om me wat gerust te stellen. Ze merkt wat nervositeit op bij me, maar het is omdat ik bijna niet kan wachten om te vertrekken. De kabel spant aan en de lier gaat op toeren. Een goede start, wat altijd een goed uitgangspunt is om een goede vlucht te hebben. Ontkoppelen en onmiddelijk rondkijken. Twee toestellen zijn iets verderop hun rondjes aan het draaien, dus vlieg ik er direct naartoe. Op 300 meter kom ik in de bel en ik kan met mooeie bochtjes een meter per seconde klimmen. Steeds verleg ik het toestel een klein beetje om het sterkste stijgen te vinden en al snel ga ik met 3 meter per seconde verder de hoogte in. Dit gaat lekker en ik voel me helemaal ontspannen, herboren zelfs. Hier heb ik lang op gewacht.
Ik mag doorklimmen tot 750 meter wat ik vol overgave ook doe. Dan de neus naar het oosten en wat verderop opnieuw een belletje zoeken. Helaas is het enkel negatief waardoor ik gedwongen ben om richting aanknopingspunt te vliegen. Een half uurtje moet ik toch boven kunnen blijven. Net lang genoeg voor mij en beneden kunnen ze het toestel best gebruiken voor de volgende vluchten. Als teamplayer tracht je de kerk steeds in de midden te houden en blijf je niet te lang weg, zoadat andere ook nog kunnen genieten van hun vluchtje. 300 meter net voor het aanknopingspunt. Perfecte hoogte voor mijn positie.Nog een bocht draaien naar het veld toe, dan kom ik netjes uit op 250 meter. Dat is gewoon prachtig om zo exact te kunnen vliegen denk ik bij mezelf. En dan besluit het heersende weer om me even op de proef te stellen. Als het erg thermisch is, dan is er ook veel en stevig "zakken" in de lucht. Laat ik daar nu even geen rekening mee gehouden hebben.
Het eerste stuk van mijn downwindbeen heb ik 4 meter per seconde zakken. Shit, klote, ik ga gewoon veel te laag uitkomen zo. Je denkt dan in fracties van seconden, want je moet die situatie snel rechtzetten. Ok, dichter bij het veld vliegen. Snelheid goed in het oog houden en excact vliegen. Mijn base zal ik kort moeten indraaien, dan komt alles goed. Dwarswindcheck! Er staat een zwever aan de rechterkant, net geland. Die zal niet op tijd weg zijn, dus ik ga links. Nog 100 meter over, nu indraaien naar base. Ik ontlock de kleppen, maar trek ze nog niet open. Laatste bocht naar final, kleppen half open. Shit, ik kom te ver naar rechts uit. Gewoon iets te laat ingedraaid en dat kost me meters en hoogte. No problem denk ik en ik corrigeer de kist naar links en center de neus naar mijn raakpunt op de grond. Nice. Perfecte lijn terug. Kleppen half open tot ik bij de bomen ben. Ok, nu vol open en de laatste meters hoogte wegwerken. Netjes afronden. Die landing MOET perfect zijn. Heel zachtjes zet ik het toestel aan de grond en blijf sturen om het toestel recht te houden tot aan de stilstand. Een gevoel van zalig gelukkig zijn overspoelt me onmiddelijk, naast de intense warmte die door de kap dringt. Goede vlucht, veilige landing. De hoofdinstructeur komt me voorbij gewandeld en merkt even op: Zat je ni wa laag vriend? Jaaaaaa, ik weet het, maar ik had mijn hele downwindbeen stevig zakken en heb mijn circuit er op moeten aanpassen. Was het fout misschien? Nee hoor, je hebt dat goed opgevangen. Geluk, dat is zowat alles wat ik voel. Intens geluk dat ik ook deze solo goed heb gevlogen. Goede beoordelingen heb gemaakt. Veilig geland. Zweefvliegen is zo heerlijk en kan enkel nog beter worden. Ik kan bijna niet meer wachten tot mijn volgende thermiekbelletje.
De naam deed me nadenken. Musa stond op elk karton bananen die vertrokken naar Griekenland. Musa.....Star Wars dacht ik eerst. Nee, is dat geen vervangende naam voor mama uit een of ander tropisch land? Ik vraag het even aan een werknemer of die misschien weet wat het betekend en ik geef hem meteen mijn vermoeden mee. Ja, wat betekend die naam nu eigenlijk. Een simpele banaan, die er voor elke soort hetzelfde uitziet en vermoedelijk niet van smaak te onderscheiden is. Wel staat de lengte van de bananen steeds op het karton en de meeste mannen krijgen de onrijpe kleur van een banaan als ze het lezen. Er worden de meest bizarre namen aan gegeven, zoals dat voor bijna alles geld, of het nu autos zijn of de nieuwste elektronische snufjes. Allen dragen ze bijna exotische namen waar ze ongetwijfeld erg lang hebben over nagedacht, want zo'n namen schieten je niet zomaar te binnen. Musa....Is dat geen latijnse naam voor banaan? zegt mijn collega. Dat zou wel eens best kunnen, het klinkt zelfs logisch. Met Star Wars heeft het zeker niets te maken, al zat ik er toch dicht bij. Me Misa, me in trouble, roept zeker herinneringen op bij mijn generatie. Maar die is het dus niet. Enkel mijn trouwe vriend Google kan hier soelaas brengen vrees ik. Dus het eerste dat ik doe, nadat mijn pceetje is opgestart is even snel googlen op het woord Musa en zowaar rollen de resultaten binnen en moet ik mijn collega volmondig gelijk geven morgen. Musa is inderdaad een banaenplant en ik leer meteen wat bij over de miljoenen paletten bananen die bij ons binnenkomen en naar uiteenlopende landen in Europa vertrekken. Even voor alle duidelijkheid: Musa acuminata is de juiste benaming en eigenlijk de stamvader van alle eetbare soorten die verspreid zijn over alle tropische landen, maar oorspronkelijk uit Zuid-Oost Azië komt. Er zijn al zoveel kruisingen geweest dat het bijna onmogelijk is om de originele soort te achterhalen en de variaties zijn zowel voor de consumptie markt als de sierteelt. Ik weet één ding heel zeker. Als er zo gigantisch veel bananen Antwerpen binnen komen MOET het wel onkruid zijn. Ofwel heeft de plaatselijke bevolking helemaal geen ruimte meer om te wonen en het regenwoud geen economische waarde om te bestaan. Maar wie eet dat eigenlijk allemaal op?
Alsof het een vast ritueel moet zijn om nu al dagelijks een blog neer te schrijven, zet het me voor een voldongen feit. Ik heb absoluut geen idee waar het dit keer over zou moeten gaan. Terwijl mijn kinderen naar een film zitten te kijken die me eigenlijk helemaal niet kan boeien, zit ik te mijmeren of er vandaag iets is voorgevallen waar deze blog over zou kunnen gaan. Of ik iets heb gehoord dat de uiteinden van mijn zenuwen activeerde zodat ik weer scherp was en erop kon ingaan met mijn dagelijkse verhaaltjes. Geen gesprekken gehad, geen tijd. Geen radio op de werkvloer om nieuws op te vangen. Ja, natuurlijk in mijn auto, tijdens de rit naar huis, staat de radio altijd op. Deze keer heb ik er blijkbaar niet naar geluisterd. Zelf daar heb ik helemaal geen idee van waarom ik niet geluisterd heb. Er blijft dus maar weinig over om deze dag zomaar eventjes samen te vatten, als ik dat al als onderwerp zou gebruiken. Eigenlijk moet je er ni aan beginnen als je kop er niet naar staat en dat was vandaag zeer zeker het geval. Een dag misschien waarin je teveel info tegelijk moet verwerken. Het ram geheugen helemaal vol. De C drive die moet gedefragmenteerd worden. Windows gaat sneller protesteren, iets wat we allemaal al hebben mogen ondervinden. Op mijn kop komt natuurlijk geen "window" met een error in en ik word ook niet helemaal blauw met witte letters op. Nee, vandaag is het via start naar afsluiten gaan. Morgen doen we die defragmentatie wel....
Vroeger, maar nog niet zo heel lang geleden. Toen de bedrijven nog groeide en draaide op de overtuiging en inzet van de werknemers, kon je fier zijn op je werk. Helaas denken de meeste bedrijven er tegenwoordig heel anders over. Nu ben je niet langer een wernemer, maar eerder een taakvervuller. Er zijn bepaalde taken te vervullen en het maakt niet zoveel meer uit wie die functie invult. De fierheid lijkt naar een ondergeschikte rol te zijn verschoven. Toch is het één van de meest belangrijke dingen in je werkleven. Het is ongetwijfeld gekoppeld aan de motivatie en de ambitie die groeit in een werknemer zijn leven. Economisch belang is de absolute prioriteit geworden. Concurentiele opstelling de slogan van ieder bedrijf. Meer en meer zie ik ontevreden mensen op de werkvloer, die met veel onzekerheid hun toekomst tegemoet zien. zelfs hun welverdiende pensioen is onzeker geworden. Vanmiddag hoorde ik nog op de radio dat er 16 miljard euro gefraudeerd wordt in ons land. 10 miljard euro aan RSZ bijdrage niet betaald wordt. Als ze dat zouden kunnen uitschakelen, dan kunnen de pensioenen met een kwart opgetrokken worden en kunnen ze die nog betalen aan de vele ouderen die hun verdiende rusttijd tegemoet gaan. Hoe lang kan dit blijven duren? Het bedrijf waar ik werk streeft naar een ver doorgedreven automatisering, die naar hun eigen zeggen geen ontslagen voortbrengt, geen inkrimping van personeel veroorzaakt. Maar de realiteit is helaas minder rooskleurig. Vakmensen die vele jaren het beste van zichzelf hebben gegeven zijn plots niet langer nodig. Ze zijn ook te duur. Alles staat blijkbaar op de helling in ons land. Jobs, pensioen, zorgverzekering, regering, kmo's en ga zo maar door.... Arme kinderen van me, wat staat jullie nog te wachten? Wat staat mij eigenlijk nog te wachten? Onzekerheid geeft geen gemoedrust en vergt stevige schoenen om de lange tocht dapper door te gaan.
En langs het tuinpad van mijn vader, zag ik de hoge bomen staan. Ik was een kind en wist niet beter, dan het nooit voorbij zou gaan. Maar blijkbaar leefden ze verkeerd, het dorp is gemoderniseerd. Ik weet wel het is hun goeie recht, de nieuwe tijd, net wat u zegt, maar het maakt me wat melancholiek.
Op de slaapkamer, ergens in een hoekje, staat nog een klein modelzwevertje. Ooit eens gekocht om "bezig te blijven" in een periode die enkel gedicteerd werd door mijn werk. Uiteindelijk is het toestel in een hoekje beland om daar de nodige lading stof te verzamelen. Af en toe dwalen mijn gedachten wel eens af naar de kleine vogel, die eigenlijk hoort te flirten met de wind op één of andere helling in het land. Er zijn niet zoveel hellingen meer in ons land waar je in alle vrijheid en rust kan genieten van een modelzwevertje dat statig en vredevol zijn thermiekbelletje opeist en af en toe eens langs de hellingrand komt langsgevlogen om dan weer de hoogte te kiezen. Nee, nu moet je lid zijn van een club, lid van de liga en door een instructeur zijn goedgekeurd. Pas dan krijg je een modelvliegvergunning en mag je het toestel laten evolueren op een daarvoor goedgekeurd modelvliegveld, dat er enkel en alleen mag zijn als de club met alle vergunningen, zoals oa milieu vergunning in orde is. Arm België denk ik dan. Land van wetgevingen en regeltjes. De tijd dat je er even tussenuit kon om samen te zijn met jezelf en dat wat je graag doet en ontspanning geeft is hier definitief voorbij. Je hebt daar nu vergunningen voor nodig. Je moet daarvoor gekeurd worden. Samen in hokjes of afgebakende plekken mag je nog genieten van je alleen zijn. Anders ben je een gevaar voor de omgeving en het milieu en laat ons eerlijk zijn, dat kan niet. Tegenwoordig doe je alles in clubverband, want dat komt het verenigingsleven ten goede. Alleen zijn met jezelf hoeft in deze tijd niet meer, daar heb je tijd genoeg voor als je oud bent. Op die momenten komt de rebel in me naar boven, iets dat ik altijd ben geweest, maar heb leren te onderdrukken. Die rebel wil dan tegen de regeltjes ingaan en laten zien dat het ook anders kan. Maar zoals het hoort in deze wereld, neemt het verstand het al vlug over van het hart en bedaar ik weer voor ik mijn auto instap en de daad bij het woord voeg. Misschien dat ik toch eens een zendertje ga kopen dat bij het zwevertje past, zodat ik alle instellingen en roeruitslagen kan definiëren. Het zal me weer een paar uutjes bezig houden en me weer een stapje dichter brengen bij die helling waar ik helemaal in mijn eentje opsta en uren geniet van de vrijheid waar mijn zwevertje zich van het vergaarde stof ontdoet. Als ik 80 ben tolereren ze die rebel in me misschien.
Een goed uurtje voor ik me klaarmaak om het luchtruim te gaan verkennen slaat de hoofdpijn toe. Het is me wat. Nu het eindelijk redelijk weer is om mijn lesvluchten te nemen zal dat weer niet lukken. Het enige dat helpt in zo'n situatie is rustig in een verduisterde ruimte enkele uurtjes slapen, dat leer je snel genoeg als je hiermee moet omgaan. Gedwongen rust dus. De trigger ken ik na al die jaren nog niet. Eten? Drinken? Roken? Stress? Geen van allen zijn goed, maar het zijn de drugs van het leven, dus zondigt elkeen van ons wel aan één van deze ingrediënten. Na de rust was het zonnetje, al was het eerder een geforceerd zonnetje, toch uitnodigend om eens wat buitenlucht op te snuiven. De tuin in, want ik ben één van de gelukkige mensen die dat nog heeft. Er staat nog heel wat werk te wachten dat door de vele regen een beetje achterop is geraakt. Maar ik begin rustig. De kruiwagen heeft eigenlijk een nieuw wiel nodig, maar voor ik tot een aankoop van een nieuw wiel overga wil ik toch eens kijken of dat niet simpel op te lossen is. Na demontage en schoonmaken en smeren is dat wiel in staat om de volgende honderdduizend km in mijn tuin af te leggen. Het lukt me niet echt om de rest van de tuinwerkjes aan te pakken maar de tijd dat ik daarover inzat is al lang voorbij. Een beetje mentaliteit meditérrané helpt hier uitstekend. Morgen staat dat er immers nog. In elk geval zal de kruiwagen klaarstaan en niet langer een excuus zijn om er niet aan te beginnen. Mijn Chileense buurvrouw, die nooit een buurgesprekje laat liggen, weet me vol trots te vertellen dat ze in Chillie een huisje op het oog hebben met wel tig vierkante meter grond aan. Ze moeten opnieuw beginnen met grote verbouwingswerken en ik denk bij mezelf: Verdomd moedige mensen om op hun leeftijd nog aan dergelijk project te beginnen. Een klein beetje schuldgevoel steekt de kop op. Die nemen nog zo'n project aan en ik heb zelfs geen zin om die kleine karwijtjes in de tuin te starten. Maar ze heeft pijn. Pijn in het hart om de mensen achter te laten die ze graag heeft. Het was alweer 21 jaar dat ze hier heeft gewoont, gewerkt, geleefd. Maar we moeten enkel maar een vliegticket kopen en het verblijf zal je niets kosten en we hebben internet zodat we met elkaar kunnen blijven praten. Misschien dat ik ooit nog eens in Chillie kom, wie weet.
Een feestdag of een dag om even stil te staan bij een gebeurtenis uit een ver verleden. Staat er nog wel iemand stil bij dit soort dagen? De moderne mens kan tegenwoordig alles verklaren en-of weerleggen en aantonen wat legendes zijn of uit de hand gelopen verhalen. We hebben dus een feestdag waar de jonge generatie niet eens meer de betekenis van kent vrees ik. Ik ben in elk geval blij met de onderbreking van de wekelijkse werksleur en werkdruk. De meimaand is er één van overvloedige weelde als je het vanuit de natuur bekijkt. Alles krijgt een nieuwe start en de mogelijkheid om zijn kansen in het vaak korte leven ten volle te benutten. Geld trouwens ook voor ons. Wie kent de lentekriebels niet? Dat rare gevoel dat je verteld om eens flink aan de slag te gaan en die winterslaap van je af te schudden. Vroeger was dit steevast het startschot om aan de "grote schoonmaak" te beginnen, maar dat zit nu wel ongeveer in hetzelfde hoekje als de feestdag van hierboven. Tijd om creatief aan de slag te gaan kan het ook zijn. Het weer begint zich van zijn beter kant te tonen en de temperatuur is aangenaam genoeg om de dagen buiten door te brengen. Tijd om alle plantenbakjes te vullen die ons de komende zomer hopelijk rijkelijk van bloemen zullen voorzien. Dat de dieren ook creatief zijn blijkt uit die enkele mier die rondrkruipt in de hal. Steeds zijn die op zoek naar spannende lokaties denk ik. Nooit last gehad van mieren, maar deze voorbode doet me denken aan de wijze van bestrijding, want het is zeer zeker een scout die de hele kolonie voorafgaat. Hoe gaan we die diertjes te lijf? Enkele kilo's vergif de grond in duwen, die een kettingreactie veroorzaken in de bodem en de rest van het dierenrijk? Of een koperen halve frank zoeken die de magische kracht bezit om deze opmars om te buigen naar andere gezellige oorden. De poes heeft er in elk geval iets aan. Ze kan zo heerlijk rustig zitten kijken naar de grote verkenningstocht van deze scout.
Woensdag alweer. Morgen een welgekome feestdag. Als de weercomputers gelijk hebben is ook deze vrije dag gevuld met duisternis, gure kou en druilerige regen. Als het zo doorgaat is straks de mei-maand één van de koudste en natste sinds lang. Het betekend ook weer dat er niet kan gevlogen worden op mijn thuisbasis EBBT. De zoveelste vrije dag dat ik weer niet in mijn element lucht kan zijn. Zij die het element water gekozen hebben ondervinden er vermoedelijk geen hinder van. Het spreekwoordelijke "Weer om achter de kachel te zitten" is hier van toepassing. Stel je voor, de ijsheiligen komen dit weekend voorbij en kondigen lenteweer aan. Zelfs die zijn blijkbaar niet meer te vertrouwen. Misschien hebben die er wel een economisch belang in gezien om wat langer te blijven rondhangen, nu de energieprijzen de pan uit swingen. Maar hier brand de kachel gezellig met een houtvuurtje, dus het is hier al snel ver boven de normale kamertemperatuur en heel uitnodigend om in slaap te vallen bij de TV. De film Avatar staat op en dat is nu niet bepaald een slaapfilm. Het deed me denken aan een moderne, eigentijdse versie van Dancing with wolves. Een beetje indiaans volk dat om belachelijke westerse waardes uitgemoord wordt. Niet echt mijn ding. Hoe technologisch de film ook mag zijn, het verhaal doet het niet voor me. Teveel onrecht, teveel pijnlijke momenten die ik liever uit de weg ga op een televisieavond. Het echte leven heeft er al genoeg. Nee, geef mij maar een film, al dan niet hoog technologisch die je een beetje happy maakt na een werkdag. Het einde van de film zal ik weer missen, zoals het steeds gaat met dit soort verhalen. Beter zo, want ik moet nog eten en ik zou willen dat het me smaakt.