Maandag heeft de begrafenis plaatsgevonden van Mon Phlips, voorzitter van onze club. Ruim 800 mensen waren op de plechtigheid aanwezig.
Bijgevoegd nog een afscheidstekst geschreven door Kvasnak en ook voorgelezen in de kerk:
De nachtelijke voorjaarswind baant zijn weg door het Vankesbeeckstadion. Het is allesbehalve helder weer, de hemel is nog te jong om zijn sterren nu al prijs te geven. Tussen natte wolken, als een lappendeken aan elkaar genaaid, gluurt een zielig hoopje maneschijn. Het is nauwelijks voldoende om de doorleefde zittribune met het logo even te doen verbleken. De groenwitte vlag hangt halfstok, maar ze klettert nijdig genoeg om half Mechelen-Noord uit zijn slaap te halen. Mijn gedachten dwalen af naar de minuscule raampjes van de bestuurszaal, waarachter statige borstbeelden van vroegere voorzitters de wacht optrekken. Aan de kop van de zware eiken tafel staat de lege zetel van de voorzitter. De lederen bekleding heeft zijn beste tijd gehad, maar het bekende logo is nog goed te onderscheiden. In al die jaren heb ik het nooit gewaagd zelfs niet voor de grap in deze zetel plaats te nemen. Dat doe je niet, uit respect voor Oscar Vankesbeeck, Jan Dogaer en de anderen. Dat is een heilige plek placht Julien Put te zeggen en daarbij, ik wil niet in de ban geslagen worden van het Racingpostuur. Hier zat tot voor kort Edmond Phlips, ónze Mon. Achter hem de glazen kast, daar bovenop een enorme beker, fanions, een televisietoestel van de jaren negentig. Links vóór hem de ingelijste shirt van Slagske, onze derbyheld. Mon was daar heel fier op. Deze zaal is een schatkamer. Binnenkort wordt wellicht ook zijn beroemde Vikinghoed opgeborgen en zijn sombrero. Niet in de vergetelheid, want de man die deze trend lanceerde is zelf al jaren onvergetelijk; hoe zou je hem ooit kunnen vergeten. In zijn gezelschap werd voetbal herleid tot de essentie : samenhorigheid, clubliefde, emotie. Ik vergeet nooit zijn trots en blijdschap toen hij bij de viering van ons honderdjarig bestaan verkondigde dat na enkele slinkse manoeuvres van de Jean - de groenwitte vlag op de Sint-Romboutstoren was gehesen. En die vlag, die wapperde ! De heropleving van onze club, de aanwerving van Regi Van Acker, de bekersuccessen, de deal met de Mexicaanse voetbalschool, de hoop op een mooie toekomst, zullen voor altijd verbonden zijn met de figuur van Mon Phlips. De figuur, de mens, de supporter en voorzitter, onze vriend en ons boegbeeld, die in de TV-reeks De Mechelaars de sympathie won van heel Vlaanderen. Niet omdat hij zijn rolletje zo goed speelde, maar omdat hij zichzelf was, een eenvoudige, lieve man die naast zijn familie en zijn bedrijf één grote passie had : Racing. Als ik een glas Champagne vastneem zal ik nog meer dan vroeger aan die goedmoedige, opgewekte man moeten denken. Als ik nog eens in de bestuurszaal kom dan zal Mon daar zeker wel aanwezig zijn; alleen niet in de voorzitterszetel. En daar heb ik het even heel moeilijk mee.
Vaarwel Mon.
26-05-2009 om 15:24
geschreven door Blogmaster 
|