Michael is thuis, in zijn slaapkamer. Hij kijkt onder het bed alsof hij zoekt naar iets. Hij mompelt onverstaanbaar tegen zichzelf. Hij doorzoekt de hele kamer maar vindt niets.
Ook in de badkamer begint hij te zoeken, zo onhandig dat hij is snijdt hij zichzelf en probeert het bloed op te zuigen. Na een lange zoektocht vindt hij wat hij zocht, een pasje waarmee hij het genetisch labo van zijn vriendin kon betreden.
Aangekomen bij het labo is hij helemaal zwart gekleed en verstopt hij zich in de bosjes. Hij sprint naar de ingang en haalt de kaart door het beveiligingsslot, hij is binnen. Hij zoekt zijn weg naar Jane's lab maar ook daar zit een beveiligingsslot op. Hij houwt het pasje ervoor en gaat naar binnen.
Hij gaat naar haar werktafel en stapt dan plots een paar stappen terug alsof hij bang is. Ook hier trekt hij alle kasten open zoekend naar iets. Bij de laatste kast ziet hij oranje pillen staan. Hij vult zijn zakken en rent naar beneden. Michael fietst zo hard als hij kan weg van het gebouw.
Hij had gestolen waarvoor hij naar het labo ging.
|