Bij wedstrijden is het toegelaten om onderkleding (vb. thermisch trui en broek) te dragen, maar de kleur van deze onderkleding moet van alle spelers dezelfde zijn.
Wij kiezen voor een zwarte kleur van onderkleding.
Indien dit niet het geval is, kan een scheidsrechter eisen om de onderkleding te verwijderen. De betrokken speler dient het speelveld te verlaten en kan pas terug deelnemen nadat de kledij in orde gebracht werd. Het spel wordt niet onderbroken.
Artikel 1227: Uitrusting van de spelers
De kledij van de speler is o.a. niet reglementair indien:
wat betreft de eerste ploeg, de beloften en de reserven, de kleur van de zichtbare onderkleding verschilt van de hoofdkleur van de trui en/of van de broek, al naargelang;
wat betreft de jeugdploegen, de kleur van de zichtbare onderkleding verschilt van deze van de andere spelers van de ploeg;
Spelregel 4: Uitrusting van de speler
Bij een overtreding van deze regel moet het spel niet onderbroken worden en de speler wordt door de scheidsrechter verzocht het speelveld te verlaten om zijn uitrusting in orde te brengen. Een speler aan wie is opgedragen om het speelveld te verlaten om zijn uitrusting in orde te brengen of te veranderen moet door een scheidsrechter of assistent-scheidsrechter de uitrusting laten nakijken vooraleer hij wordt toegelaten het speelveld opnieuw te betreden. Hij mag het speelveld weer betreden, met toestemming van de scheidsrechter, die kan gegeven worden tijdens het spel.