In deze tijden (Zon! Citytrips bij de vleet! Spontane uitstapjes naar de kust! Geen verplichtingen!) krijg ik nogal snel genoeg van mezelf.
Nu ben ik doorgaans hoegenaamd geen fan van uitroeptekens de arrogante sons of bitches, met hun in-your-face-attitude , maar in de zomervakantie besluipt me toch altijd die akelige zin wat zeg ik? IMPULS om deze pedante lamstralen van leestekens aan te wenden (herleest u mijn erbarmelijke openingszin maar een keer). Is het een ziekte? Is het een tic? Wie zal het zeggen? Ik vind het in ieder geval knap ergerlijk aan mezelf.
Nog zoiets dat me de muren doet oplopen: in de heuglijke zomertijd gaat er geen halve dag voorbij zonder dat ik een rnb-schijf door de boxen van de plaatselijke stereoketen laat knallen. Daarmee gepaard gaat het gebruik van woorden zoals knallen en schijf, of wat dacht u dan? Jezus, in barre wintertijden kan ik die rnb-snollen wel mollen, maar eens het kwik de 25 graden Celcius bereikt, zijn we beste maatjes.
Een derde en laatste voorbeeld - opdat ik mezelf niet voor een vierde reden, namelijk zelfmedelijden, voor de kont hoef te schoppen luistert naar de naam vrolijkheid. U kent ze ongetwijfeld: de creaturen die u op zaterdagnamiddag vrolijk inkopen ziet doen voor de komende week die vast weer dolletjes belooft te worden. Nou, van oktober tot mei heb ik zin om ze op het eerstvolgende vliegtuig naar de verste uithoek van de derde wereld te sodemieteren, maar nu kan ik ze wel zoenen. Kijk, die moeder gebruikt de winkelkar als kinderwagen en verspert de hele gang! Wat schattig!. Bah, ik word misselijk van mezelf.
Toen ik weer eens met mn achterste in de zon lag, overpeinsde ik deze dingen en ik kon mezelf niet tegenhouden om weer eens verder te denken dan nodig was. Als die dingen me opbeuren, zijn er dan ook dingen die me neerbeuren? En bestààt dat woord überhaupt wel? De spellingscheck in mijn tekstverwerker drukte me keihard met mijn neus op de feiten en zette een dikke vette rode streep onder wat twee minuten ervoor nog een briljante vondst leek. Wat een zonde nou; dan blijf ik maar heerlijk goedgemutst.