Op een vrijdag hadden we een toets. We moesten een dessert maken voor de eerste keer. Iedereen wist wat zij of hij ging maken. We moesten onze ingrediƫnten en materiaal zelf brengen. 'S morgens toen we aankwamen in de klas, vroeg iedereen zich af wanneer we de dessert gingen maken. Toen zei meester dat we de dessert nu moesten maken. Iedereen was geschrokken. We kregen 2 uur. Voor sommige was dit niet genoeg omdat sommige desserten in de koelkast moesten wachten. Maar we begonnen. We wasten onze handen en kuisten onze bank. We leenden soms materiaal van elkaar. Soms mochten we ook materiaal van de school gebruiken. Het was wel moeilijk omdat de kinderen die de microgolf nodig hadden soms moesten wachten. De tijd ging heel vlug door. Sommige kinderen waren te laat. De meester proefde alle desserten. De meeste waren heel lekker. De meeste hadden ook goede punten. Gewoon en paar hadden slechte punten en die punten waren ook niet zo slecht. En zo eindigde de dag goed.