Maandag 10 augustus, om twee uur in de morgen komt er
eindelijk een eind aan de vreselijke leegte die al heerst sinds 1 februari, de
dag waarop de Pittsburgh Steelers te Tampa de Arizona Cardinals versloegen in Superbowl 43. Uiteraard was ik blij dat
de Men Of Steel met de Lombardi Trophy
in hun handen naar huis mochten gaan, maar terwijl Ben Roethlisberger en co hun
beker aan het kussen waren wisten de fans van het eerste uur hoe laat het was.
5 maanden geen NFL meer. Natuurlijk kon de pijn wat worden verzacht met de Pro Bowl, de NFL Draft en National Signing
Day in College, maar dat komt nog niet dicht bij het echte werk op het
veld.
Maandag wordt er dus terug gespeeld. Te Canton, Ohio, de
geboorteplaats van American Football, spelen de Tennessee Titans tegen de
Buffalo Bills de Pro Football Hall Of
Fame Game, een wedstrijd die wordt gespeeld op het einde van de ceremonies
ter ere van de ex-spelers of coaches die worden opgenomen in die Hall. Dit jaar
wordt er speciaal gekozen voor de Titans tegen de Bills, daar dit twee teams
zijn die bij de originele 8 ploegen behoorden die de AFL, American Football League, uitmaakten. Die liga werd in 1969, na
een tienjarig apart bestaan , opgenomen in de NFL. Volgens kenners maakt die merger ofte fusie de NFL tot wat het nu
is. De Tennessee Titans heetten in die tijd trouwens de Houston Oilers.
Wat er me mateloos interesseert is wat de rookies allemaal presteren bij hun
nieuwe teams. Deze eerstejaarsspelers werden in april laatstleden gekozen door
een team in de NFL Draft. Dit zijn
dus spelers die minstens drie jaar afgestudeerd zijn uit het middelbaar en een
collegecarrière achter de rug hebben van 3,4 of soms 5 jaar. Hoe hoger je
gekozen wordt, hoe meer uw team verwacht van u. Maar de geschiedenis toont aan
dat niet alle spelers die vroeg worden gekozen het goed doen in de NFL. Namen
als Ryan Leaf, Tony Mandarich en Akili Smith zorgen er nog steeds voor dat
scouts en nfl-reporters koude rillingen krijgen. Wat ik dit jaar wil
onderzoeken is het volgende: Spelers die in de eerste of de tweede ronde van de
Draft werden gekozen, doen die het beter dan alle andere?
Daarom zal ik vanaf volgende week telkens een Rookie Report posten, een lijst van de
eerstejaars die in actie kwamen, doorspekt met statistieken en weetjes. Deze week begin ik, gebaseerd op de volgorde
van de draft, met het Preseason
All-rookie team. Aan de helft van het seizoen maak ik dan mijn Midseason All-Rookie team en op het
einde van het seizoen het allesovertreffende All-Rookie team. Maar daar er 256 spelers werden gedraft, zal ik me
beperken tot de spelers gekozen in de eerste ronde, spelers die echt opvallen
binnen hun team en uiteraard alle spelers die school liepen in de University of
Southern California.
Wide Receiver Michael Crabtree San
Francisco 49ers
Tight End Brandon Pettigrew
Detroit Lions
Offensive Tackle Jason Smith St-Louis
Rams
Offensive Tackle Andre Smith
Cincinnati Bengals
Offensive Guard Antoine Caldwell Houston
Texans
Offensive Guard Louis Vasquez San Diego
Chargers
Center Alex
Mack Cleveland Browns
Defense
Defensive End Tyson Jackson Kansas
City Chiefs
Defensive End Aaron Maybin Buffalo
Bills
Defensive Tackle B.J. Raji Green Bay
Packers
Defensive Tackle Peria Jerry
Atlanta Falcons
Linebacker Aaron Curry Seattle
Seahawks
Linebacker Brian Cushing Houston Texans
Linebacker Robert Ayers Denver Broncos
(DE/LB)
Cornerback Malcom Jenkins New Orleans
Saints
Cornerback Vontae Davis Miami Dolphins
Safety Louis Delmas Detroits Lions
Safety
Patrick Chung New England Patriots
Special
Teams
Kicker David Buehler Dallas Cowboys
Punter
Kevin Huber Cincinnati Bengals
Maandag 17 augustus eindigt de eerste week van het Preseason. Dinsdag 18 augustus zal ik
dus voor de eerste keer een postje plaatsen. Als er mensen nu al opmerkingen of
klachten hebben, reageer maar!
Gisteren viel de maandelijkse stadsperiodiek in de brievenbus.
Izegem, grenzeloos inspirerend kopt
het blaadje dit keer. Blijkbaar is het deze maand de economische special, met
op bladzijde vier een overzicht van het stadsbudget 2009. Het ziet er weer weinig
belovend uit, maar iets anders had ik dan ook niet verwacht. Financiële cijfers
en tabellen hebben me nooit geïnteresseerd, dus blader ik maar wat verder. Ik
moet steeds opletten dat ik niet te ver blader, het ding is nauwelijks 8
bladzijden dik, reclame incluis. Op pagina 7 stoot ik op een klein artikel waar
ik me toch al de hele dag aan stoor. Omgaan
met racisme een actieve cursus bloklettert het kopje. Ik citeer even de
kern van het stukje:
In dagelijkse contacten met familie
vrienden, buren en collegas wordt iedereen wel eens geconfronteerd met
racistische uitspraken of racistisch gedrag. In deze cursus gaan we op zoek
naar een manier om effectief persoonlijk het gesprek aan te gaan met mensen die
zich racistisch uiten.
(Maandelijkse stadsperiodiek Izegem, februari 2009, nummer
151, pagina 7)
Dit is een
realisatie van de Noord-Zuidraad, de Raad voor Integratie en Diversiteit,
Kerkwerk Multicultureel Samenleven en Laat Onze Vrienden Blijven, de LOVB dat
ze wel eens zeggen. Eerlijk gezegd ben ik wel te vinden voor een multiculturele
samenleving. Ik heb veel vrienden van vreemde origine (ik zeg bewust geen allochtone vrienden, daar dit niet meer
mag) en daar heb ik evenveel problemen mee als met mijn, vergeef me het woord, autochtone kameraden. Verdraagzaamheid
op zich is goed, maar de kerk wordt vermeld bij de organisatoren, dus moet er
toch een addertje onder het gras zitten? Dat bracht me aan het denken, en mijn
zoektocht op de elektronische snelweg bracht me wel wat onverdraagzaamheid bij.
Als het mogelijk is om met de, ja, hoe moet ik
hen nu noemen, etnische minderheden
overeen te komen, waarom dan niet met homos? Moet er dan ook geen cursus hoe geraak ik van mijn homofobie af komen?
Of een cursus voor het niet-rehabiliteren
van negationisten? Inderdaad, Paus Benedictus XVI, zelf nog padvinder bij
de Hitlerjugend geweest, heeft een
bisschop gerehabiliteert die beweert dat er in de Tweede Wereldoorlog geen
joden zijn vergast in de concentratiekampen. Ik ben geen jurist, maar ik denk
dat zoiets zeggen in België een gevangenisstraf kan opleveren.
Dit hele
project rond racisme is een utopie, daar men hier nog niet gewoon met elkaar
kan overeen komen, onafhankelijk welk van ras of afkomst. Eigen volk eerst is hier nu wel eens de correcte term. Als je niet
kan stappen, probeer je toch ook niet te lopen? Een cursus logica en realiteitsbesef
zou hier denk ik beter passen.
Ik ben deze
blog nu toch al een tijdje aan het verwaarlozen. Niet dat ik hier blij om ben
hoor, allerminst. Een goede reden hiervoor schiet me niet te binnen. Misschien komt dit doordat er examens zijn,
misschien ook niet. Ik heb alleszins onderwerpen genoeg om over te praten, maar
met 1 detail zit ik wat verveeld. Mijn grote drie in het leven zijn sport, film
en de Tweede Wereldoorlog. Praten over een film, of erger nog, een film
bekritiseren lijkt me redelijk zinloos, daar Ace Ventura: Pet Detective in mijn
top tien van favoriete films staat. Op een haar na de top vijf gemist. Een
echte kenner ben ik dus niet, een liefhebber des te meer. Toon me een foto van
een acteur of een actrice, en ik vertel je wie het is. Vraag me in welke films
hij/zij nog heeft meegespeeld en ik val in het duister, behalve als dit om
Scarlett Johansson gaat, mijn all-time favorite Hollywood bombshell.
Alleen
spijtig dat ze ook aan een muziekcarrière begon, want het lijkt eerlijk gezegd
op niet veel. Als ze er ooit aan denkt
om Bob Dylan te coveren, dan zal ik toch mijn plannen om haar af te snoepen van
Ryan Van Wilder Reynolds even in de kast stoppen. Adriana Lima, here i come!
Over de
Tweede Wereldoorlog kan ik heel kort zijn. Enorm belangrijke periode in de
geschiedenis, met bestialiteiten in de hoofdrol (waarschijnlijk in de meerdere
betekenissen van het woord). Als je iets wil weten over die oorlog moet je er
maar een boek over lezen, of kijk de maandag naar Canvas, want maandag is Nazi-dag
op het meerwaardekanaal. Intrigerende
tijd, bijna 64 jaar na het vredesakkoord nog steeds één van de meest besproken
themas op televisie.
Sport is een
andere zaak, er even kort iets van zeggen ligt namelijk niet in mijn aard. In
mijn stuk over Barcelona 1992 heb ik dat duidelijk gemaakt. Als toekomstig
journalist, laten we hopen dat ik de eindmeet haal, is het me wel nog niet
duidelijk op welk gebied ik later mijn salaris wil verdienen. Wil is hier
natuurlijk een groot woord, want in het begin is er van kiezen waarschijnlijk
weinig sprake. Als je als sportjournalist een keuze mag maken, kan je er maar
beter voor zorgen dat je nooit met je mond vol tanden staat als het over uw
onderwerp gaat. Je moet als voetbaljournalist de strijd durven aangaan met Frank
Raes, als wielerjournalist met Michel Wuyts. Nu ja, dat laatste zal wellicht
een serieuze deuk in uw ego geven. Moest ik een keuze maken, dan kies ik voor
eender welke Amerikaanse sport. Maar of er daar geld mee te verdienen valt, dat
valt nog af te wachten. Een studiegenoot was er, na het lezen van mijn vorig
stuk, zelfs minachtend over aan het praten. Onbekend is onbemind, denk ik dan.
Terwijl ook voor hem ooit de dag zal komen waar hij een keuze zal moeten maken,
en ik de laatste zal zijn om geringschattend op zijn keuze te reageren.
Het leven is
blijkbaar een cyclus van keuzes maken. Of het nu voor een blog is, of voor je
opleiding, ze blijven maar komen. Nu maar hopen dat iedereen niet alleen de
goeie keuzes maakt, maar ook op tijd de keuze maakt om een andere weg op te
gaan, voor het te laat is.
Als je hoort praten over Barcelona 1992, waar denk je dan
aan? Hristo Stoichkov en Gheorghe Hagi? Nu nog maar 100 jaar meer voordat de Sagrada Família eindelijk klaar is?
Neen.Al die antwoorden zijn natuurlijk
mogelijk, maar meestal is het iets anders dat je te horen krijgt. Tussen 25
juli en 9 augustus 1992 vonden in Barcelona de 23e moderne
Olympische Spelen plaats. Normaal zou het nummer 26 moeten geweest zijn, maar
in 1916, 1940 en 1944 kwam er telkens iets tussen, waardoor ze niet konden
doorgaan. Er gebeurden enkele opmerkelijke dingen tijdens dit sportspektakel. De
oude Sovjetstaten werden terug herenigd in the unified team, ofte het
gezamenlijk team. Een dertienjarige Chinees, Fu Mingxia, won het
schoonspringen. Maar, voor mij is het verhaal dat zich afspeelde in het Pavelló
Olímpic de Badalona, de
basketbaltempel te Badalona, het voornaamste aan de 1992 Olympics.
Voor de eerste maal
mochten er Amerikaanse profspelers deelnemen aan een internationaal
basketbaltornooi. En dat terwijl er al jaren Europese- en Zuid-Amerikaanse
professionals mochten deelnemen. In 1989 hakte de FIBA (de internationale
basketbalfederatie) de knoop door, het NBA-gevaar werd toegelaten op het internationaal
toneel. En dat zullen de tegenstanders geweten hebben. Michael Jordan, Larry
Bird, Karl Malone en collegespeler Christian Laettner, om er maar een paar te noemen,
hebben het Dream Team aan het gouden rondje geholpen. Het was echt magisch
wat ze allemaal vertoond hebben. Mensen, waarschijnlijk stond het beste team
aller tijden daar op het parket. Mocht je het gemist hebben, Youtube het
alstublieft. Het effect dat die spelers, dat team en de publiciteit er rond
hebben gehad op het basketbal in Europa is niet te overzien. Doordat het nu ook
vol belangstelling werd gevolgd in de States, zagen de Amerikanen ook wat er
allemaal van talent speelde in Europa. Spelers als Draen Petrović, Toni kukoč
en Vlade Divac werden al vlug opgemerkt en openden zo de poort voor vele
Europeanen. Arvydas Sabonis, die in 1985 al werd gekozen door de Atlanta Hawks,
besliste in 1995 om toch in de NBA te spelen, bij de Portland Trail Blazers. In
de jaren na Barcelona 92 werd basketbal enorm populair in België en in de rest
van Europa, en dat hebben we voor grote reden te danken aan het Dream Team I.
Ik zie er al veel
denken: Wat staat die Canton 2009 daar nu in hemelsnaam te doen? Wel, hopelijk
hebben jullie ooit al gehoord van American football. Nog zon sport die over de
grote plas werd uitgevonden. Door velen rugby genoemd, terwijl het totaal
anders in elkaar zit. Welnu, in Canton zal er in 2009 het eerste Junior
World Championship doorgaan, en dat is voor de eerste keer in de
geschiedenis. Hier zullen de acht beste football-landen ter wereld, zijnde
Duitsland, Frankrijk, Zweden, Japan, Canada, VSA en waarschijnlijk Mexico en
Australië, hun Juniors, 19 jaar en jonger, voor de wereldtitel laten spelen.
Wat dit nu te maken heeft met de Spelen van 1992, zal ik even uitleggen. Er
zijn al enkele wereldkampioenschappen American football geweest, en de
Amerikanen moesten zich terug aan bepaalde regels houden. Vorig jaar was het de
eerste keer dat ze mochten meedoen, zonder professionals en zonder
collegespelers. Ze moesten dus met een amateurploeg spelen. Wat verstaanbaar
is, want de National Football League, de Amerikaanse profliga, is met
voorsprong de sterkste competitie ter wereld, en tegen de College All-Stars
is er waarschijnlijk ook geen winst mogelijk. Maar nu gaat het dus om jongeren
die noch professioneel, noch in college spelen. De ploeg kan dus bestaan uit de
beste spelers die verkrijgbaar zijn, en dat wil zeggen dat er een zeer sterke
ploeg op het veld kan staan. Hopelijk krijgt dit kampioenschap de nodige
persaandacht, want het kan een begin zijn van iets moois. Als de rest van de
wereld ziet wat voor een sport het echt is, zal er misschien wat meer interesse
zijn.
American Football is
een schoolvoorbeeld van teamwork, doorzettingsvermogen en discipline, maar
krijgt weinig tot geen persaandacht. Het is trouwens The number one sport in
de VSA. Weinigen weten dat het hier wordt gespeeld. Hopelijk komt er daar
verandering in na Canton 09. Hoop doet leven, zegt men dan.
Bij dezen wil ik
ook Hans Vandeweghe, Jürgen Nijs en , toen hij nog bij De Morgen
schreef, Sven Spoormakers bedanken, dit zijn journalisten die tenminste inzien
dat er niet enkel voetbal, tennis en wielrennen bestaat in de sportwereld. Zij
zijn het die niet enkel maar over de sport schrijven als het over Nippelgate,
O.J. Simpson of The Lingerie Bowl gaat. Vergeleken met een
journalist van Het Laatste Nieuws geven ze toch om de juistheid van het
verhaal, en plaatsen ze de juiste fotos bij de juiste personen. Bedankt, en bij
dezen wil ik ook de liefhebbers van minder bekende sporten een hart onder de
riem steken, en laten we samen hopen op een frisse wind op de Vlaamse
sportredacties.
Sinds 3 november 2008 leef ik een totaal ander leven. Door de afschaffing van het analoog televisiekijken kwam er een einde aan het beeldschermstaren met een antenne. Terecht, we leven in de 21ste eeuw, volgens een tweedejaarsstudent le vingt-deuxième siècle, maar het kabelloos kijken had toch wel zijn charmes. Uren heb ik gespendeerd aan het bekijken van Canvas. Dinsdagavond was het aanschuiven voor geschiedenis. Meestal zag je hier en daar een nazi over het scherm huppelen, maar als oorlogsliefhebber, geen sympathisant, kan ik me best wel amuseren met een scheutje Tweede Wereldoorlog. Woensdag meestal een leuke film, soms wat vreemd, maar meestal wel te pruimen. Maar wat me het meest plezierde was het overaanbod Britse humor. Little Britain, Black Books, Black Adder (the most gripping sitcom since 1380) en The office, om er maar een paar te noemen. Tijdens de uitzending van deze series zijn er, volgens officiële statistieken, 78 procent meer mensen met een kaakontwrichting dan tijdens Martha, en daar lachen ze blijkbaar met alles.
Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik zon digitale antenne ging kopen, of een gaatje in mijn muur zou boren en dus via kabel zou kijken, maar in de plaats begon ik te lezen. Mensenlief, ik begon me zelfs af te vragen waarom ik vroeger niet veel las. Ik voelde nooit die leegte, die nood, die drang om te lezen. Ik zeg niet dat ik voorheen nooit las, vele sportboeken heb ik verslonden. Maar romans, nooit aan gedacht. Informatieve boeken die niet over sport gingen? Neen. Daar is er blijkbaar verandering in gekomen. De omgeving kan toch een vreemd effect hebben op mensen. Ook de mens heeft een effect op de mens, uiteraard. Dries Dehaudt, hier beter bekend als de Kachtemsche boekenwurm, kan ook een mogelijke reden zijn van mijn totaal onverwachte overstap van notoir televisiekijker naar boekenlezer. Ook heb ik de laatste weken meer Dvds gekeken dan dat ik er het jaar ervoor zag, en dat zijn er nog maar steeds zeven. Lezen is inderdaad een leuk vervangmiddel. Ik heb nu zelfs een elektronische bibliotheekpas, terwijl ik nog een papieren exemplaar had dat al jaren niet meer werd geaccepteerd.
Vanmiddag ben ik langs geweest in onze puike bibliotheek. In een rek met boeken betreffende Izegem vond ik een exemplaar van 125 jaar Sint-Jozefscollege, een boek van Jean-Marie Lermyte, een oud leraar geschiedenis van Dries. In dat (foto)boek vond ik een klasfoto met mijn oom op, genomen in 1954, toen hij in het tweede leerjaar zat. Heerlijk toch. Mijn oom, die overleed in 2002, en mijn vader waren goede vrienden. Ik zag dadelijk een lach verschijnen op mijn pas gezichttoen ik hem die foto toonde. Terwijl hij wat in het boek bladerde kwamen er weer wat herinneringen boven. Hij begon namen op te noemen, die ik dan moet kennen van hier en daar, bijnamen werden verklapt en quoten aangehaald. Eventjes vergat hij de werkelijkheid en waande zich terug in zijn oude, onverantwoordelijke wereldje van toen. Wat hem pleziert, pleziert mij ook. Ik geniet van de tijd die ik doorbreng met mijn ouwe.
Ondertussen is het tijd dat ik wat tijd doorbreng met hem. Dat is ook beter dan televisiekijken, of het nu analoog of digitaal is.
Inspiratieloos. Allerminst een sterk begin. Terwijl ik hier mijn uiterste best doe om werk te maken van mijn beloftes om een blog te beginnen, kan ik zelfs nog op geen passende titel komen. Daarom plaats ik maar de titel van een leuk youtube filmpje boven dit stukje tekst . Zoek dit eens op. Liefhebbers van platvloerse, zwarte humor zullen schuddebuiken. Fans van Sketch up,2 Straten verder en andere hoogwaardige komische series zullen wellicht anti-clubjes oprichten en comments plaatsen, doorspekt met onorthodox taalgebruik. Of zelfs dreigbrieven schrijven, persoonlijk aan mijn adres, en dan nog het liefst van een vrouw. Met een hartje op de i, waar normaal een puntje hoort, een vleugje parfum en misschien zelfs een xje op het eind. Even genoeg gedroomd nu.
In de negen jaar dat ik al toegang heb tot het internet, heb ik weinig tot geen blogs gelezen. Veel over gehoord en gezien, maar weinig interesse getoond. Tot ik onlangs inzag dat je dit medium goed kan gebruiken, bijvoorbeeld om wat frustratie van je af te schrijven. Of om eens te lezen hoe het gaat met de klasmakkers of collegas. België Blogt! Het is eens iets anders. Toen ik een klasgenoot informeerde over mijn wens om zelf te bloggen, bepaalde hij meteen al de deadline. De assertieveling. Maandagavond moest en zal de blog online staan. Oeps. Later kan zon voorval me mijn nek kosten. Gelukkig zit er wat minder haast achter een blogje.
Hier kan ik dus mijn bedenkingen neerpennen. Elke dag, om de week of, wie weet, elke maand zal ik mijn ergernissen uitspuien, hilarische taferelen schetsen of gewoon mijn zegje doen. Hopelijk meer hilariteit dan ergernis, me dunkt. Sport, politiek, media, enzovoort. Maar wie me een beetje kent weet dat sport mijn paradepaardje is. Mijn reden tot ontwaken zou ik het niet noemen, maar een passie is het ten zeerste. We zien wel hoe het evolueert.
Vandaag zal ik het kort houden. Of lang voor de mensen die niet tot hier hebben gelezen. Bedankt om even langs te komen.