Zorginhoudelijke thema's in de gehandicapten- en ouderenzorg
15-03-2011
Tachtig procent van de cliënten beweegt te weinig en het overgewicht groeit. Triade begon daarom met het project Zó actief dat als insteek heeft: 'Bewegen met plezier'. Dit is uitgevoerd in 2010 en krijgt een vervolg in 2011 wegens groot succes. Adriëtte Hoppenbrouwers, senior beleidsadviseur bij Triade, beschrijft de opzet en succesfactoren van dit project. Resultaat is dat nu wekelijks honderd cliënten meedoen aan een bewegingsprogramma. Het plezier in bewegen staat voorop en niet 'bewegen is gezond'.
Het hele artikel over dit project kun je downloaden!
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:lichaamsbeweging, mensen met een verstandelijke beperking, zo actief, triade, Adriëtte Hoppenbrouwers, bewegingsprogramma
09-03-2011
Complexe zorg aan cliënten met probleemgedrag: plan van aanpak
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) informeert de Tweede Kamer over het plan van aanpak voor de complexe zorg aan cliënten met een probleemgedrag. De staatssecretaris geeft hiermee gevolg aan haar toezegging in het spoeddebat van 19 januari 2011 na publiciteit rond Brandon, de cliënt die een groot deel van de dag vastgeketend zit.
Niet vastbinden is de norm, schrijft Van Zanten in het plan van aanpak. "Als er geen betere oplossing voorhanden lijkt dan vastbinden, is er sprake van handelingsverlegenheid."
Op verzoek van de staatssecretaris is rond Brandon een nieuw team gevormd met zes deskundigen die met een frisse blik naar de situatie kunnen kijken.
CCE gaat een quick scan maken van het aantal cliënten dat in een soortgelijke situatie zit als Brandon. Daarbij gaat het op mensen bij wie de afzondering een dominante invloed op hun leven heeft en bij wie perspectief op een beter leven ontbreekt.
De sector heeft in deze problematiek een inhoudelijke impuls nodig en versterking van de implementatiekracht. Om dit te bereiken komt er een denktank bestaande uit zorgprofessionals, onderzoekers, vertegenwoordigers van cliëntenorganisaties en personen van buiten de zorgsector. Opdracht van de denktank is hoe perspectiefloze situaties kunnen worden aangepakt, maar ook vroegdiagnostiek en preventie. Aan de brancheorganisatie VGN en de inspectie vraagt de staatssecretaris kritisch naar hun rol te kijken en die zonodig anders in te vullen.
De staatssecretaris wil zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande initiatieven die ontstonden na de publiciteit rond Brandon, zoals een programma van het CCE en een virtuele gemeenschap over dit onderwerp van Vilans en Skipr.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:brandon, vrijheidsbeperking, vrijheidsbeperkende maatregelen, plan van aanpak, ministerie van vws, CCE, staatssecretaris
05-03-2011
Folder Triple C: 'Doe mij maar een gewoon leven'
Het Relationeel Competentiemodel Triple C is binnen ASVZ niet meer weg te denken in de omgang met cliënten die intensieve begeleiding vragen. Daarnaast wordt het model steeds vaker door andere zorgorganisaties in Nederland gebruikt. Daarom schreven Lucy Simons, Hans van Wouwe en Dick van de Weerd een folder over dit behandelmodel. Deze folder kun je downloaden!
Het relationeel competentiemodel Triple C is een orthopedagogisch behandelmodel bestaande uit visie en methodiek voor de begeleiding van mensen met een verstandelijke beperking en gedrags- of psychische problemen. De drie Cs van Triple C staan voor Cliënt, Coach en Competentie. Uitgangspunt van het model is dat ons gedrag, dus ook dat van onze cliënten, sterk bepaald wordt door de omstandigheden waarin wij leven.
De folder gaat in op:
-inhoud van het model; -Een andere invalshoek bij stress en probleemgedrag; -Succeservaringen; -Begeleiders: onmisbare schakels in de uitvoering; -Ineffectieve actie- en reactiepatronen doorbreken.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Tags:Triple c, gedragsproblematiek, probleemgedrag, orthopedagogisch behandelmodel, relationeel competentiemodel, ASVZ, Hans van Wouwe, Dick van de Weerd, Lucy Simons
07-02-2011
Resultaten enquête KennisNet 2011
De bekendheid van KennisNet is iets afgenomen, maar het gebruik ervan nam juist toe in de afgelopen drie jaar. Bij de vorige enquête (begin 2008) kende 80% KennisNet, dat ligt nu op 76% van de respondenten. Van degenen die het kennen, maakt 66% er ook gebruik van. Dit was 63 procent in 2008. De meeste mensen waarderen KennisNet met een 7 (55,3%) of een 8 (28,4%). Dit blijkt uit een eerste analyse van de resultaten van de online enquête.
Maar liefst 642 mensen namen de moeite de enquête in te vullen, waarvan 479 respondenten binnen de doelgroep van KennisNet vallen: het primaire zorgproces en aanverwante gebieden. De respons is hiermee een stuk hoger dan de 250 mensen in 2008.
De meeste mensen gebruiken KennisNet voor het opzoeken van informatie. Van de interactieve mogelijkheden, zoals het stellen van vragen en voeren van discussies, wordt weinig gebruik gemaakt. Meestal omdat mensen niet weten dat dit kan, maar ook door te weinig gebruiksgemak. Veel respondenten willen een betere informatievoorziening over de mogelijkheden en werking van KennisNet. Dit is één van de actiepunten waaraan we de komen de tijd gaan werken.
Niet-gebruiken van KennisNet komt meestal doordat mensen niet genoeg weten over de inhoud en mogelijkheden van KennisNet (74%). Slechts 6 procent zegt het nut er niet van in te zien.
Een uitgebreidere analyse van de resultaten volgt!
Deze casestudy beschrijft de verschillende stappen om te komen tot een afbouw van fixatiemateriaal bij Dirk, een ernstig verstandelijk beperkte man. Het fixatiemateriaal betreft armkokers die met uitzondering van de nacht gedragen worden. Dit traject is samen met mensen van het Centrum voor Consultatie en Expertise gelopen. De kern ervan was het zelfverwondend gedrag niet meer te belonen met veiligheid (armkokers), zodat dit gedrag zijn functie verliest. Deze vorm van behandelen heet extinctie', uitdoving.
Het artikel is geschreven door Cathelijn Oudshoorn, orthopedagoog bij ASVZ en kun je downloaden.
Spugen, slaan, knijpen en met borden gooien. Voor Diederik waren dit vaste elementen in zijn gedragsrepertoire. Vijf jaar geleden leidde dit nog tot bijna voortdurende fixatie en afzondering. Nu is Diederik aan het werk, heeft hij sociale contacten en is zijn agressie sterk verminderd. Dankzij het werken met de methode Triple C. Een andere bewoner zit niet meer 7,5 uur per dag vast met zijn handen in een buikzakje, maar nog maar twee uur. In plaats van 21 uur per dag gefixeerd, nu nog maar nul uur.
Onder de maat
Het gaat hier om bewoners van een woongroep waarvan de kwaliteit van de zorg onder de maat was. Daarom werd het CCE ingeschakeld. Zij stelden anderhalf jaar geleden voor om met Triple C te gaan werken. En met succes. In plaats van het probleemgedrag, kwamen mogelijkheden van ieder individu centraal te staan. In termen van Triple C: de bewoner wordt ingeschakeld en niet uitgeschakeld.
Mini-symposium
Tijdens een symposium Bijzondere zorg volwassenen op 15 november 2005, werden de resultaten van de nieuwe manier van werken besproken. Een verslag hiervan kun je downloaden.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:gedragsproblematiek, triple c, uitwijk, de plaatse, vrijheidsbeperkende maatregelen, mensen met een verstandelijke beperking, verstandelijk gehandicapten
21-01-2011
Uitval van Turkse cliënten voorkomen
Turkse gezinnen haken vaker vroegtijdig af dan andere allochtone en autochtone cliëntengroepen bij de opvoedingsondersteuning door ASVZ in Rotterdam. Medewerkers ervaren een probleem in de communicatie en cliënten vinden dat de zorgvraag niet goed ingevuld wordt. Voor de organisatie betekent dit een gemiste kans in klantenbinding met de Turkse doelgroep.
Hoe kun je dit voorkomen? Will Sarioglu van ASVZ schreef hierover een scriptie in het kader van haar opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de Hogeschool INHolland, Rotterdam.
De grotere voortijdige uitval van Turkse cliënten lijkt onder meer te verklaren uit de andere verwachtingen van de Pedagogische Gezinsbehandeling. Ouders hebben het idee dat de gezinsbegeleider het probleem komt oplossen en verwachten niet zelf ook aan de slag te moeten. Daarnaast hebben Turkse ouders een ander beeld van opvoeden en van het verstandelijk beperkt zijn.
In deze scriptie doet Will Sarioglu enkele aanbevelingen om uitval te voorkomen, zoals: -De Pedagogische Gezinsbegeleider kan met behulp van interculturele competenties aansluiten bij de allochtone cliënten.
-Intercultureel personeelsbeleid zodat de organisatie een afspiegeling wordt van de maatschappij.
-Bij de intake is iemand aanwezig die de mensen in de eigen taal te woord kan staan. Wanneer dit iemand uit de eigen organisatie is, geeft het meer vertrouwen dan wanneer er een tolk wordt ingeschakeld.
-Het maken en bespreken van een genogram komt standaard in de informatiefase. Hierin komt ook de migratiegeschiedenis aan de orde.
-De behaalde doelen borgen met het inzetten van het netwerk of familiebijeenkomst. Hierdoor heeft het gezin een beschermjas. Dit kan in de vorm van Eigen Kracht Conferentieof Familie Netwerk Beraad.
Vastbinden van cliënten komt nog steeds voor, ondanks allerlei wetenschappelijke inzichten en de beschikbaarheid van methodieken. Uit het oogpunt van veiligheid en daarop volgende strategische keuzes, worden die methodieken na een tijd weer overboord gezet. Eén van die methodieken is het Relationeel Competentie model Triple C, voor de behandeling van mensen met een verstandelijke beperking en ernstig probleemgedrag. Hoe kun je deze methodiek blijvend en succesvol implementeren?
Basis hiervoor is het inrichten van de organisatie rondom de kernwaarden van het model: herstel van het gewone leven, een menswaardige omgeving, een onvoorwaardelijke relationele verbinding tussen cliënt en begeleider en zinvolle/betekenisvolle activiteiten. Daar omheen zijn zes ontwerpvariabelen gegroepeerd: strategie, systemen, managementstijl, medewerkers, cultuur en structuur.
Vergaande verandering Triple C verlegt de focus van probleemgedrag naar 'herstel van het gewone leven' en het creëren van betekenis voor zowel cliënten als medewerkers. Dit betekent een vergaande verandering. Om deze te laten slagen moet een coproductie ontstaan tussen manager, behandelaar en de overige betrokkenen. Hiervoor zijn 'betekenisgevende interventies nodig'. Gedragingen kunnen pas veranderen als de onderliggende betekenissen veranderen. Voorbeelden van dit soort interventies zijn verbinden van denken en doen en collectieve actie. Dit vraagt om een kanteling van het mentale model om kennis, ervaringen, inzichten en vaardigheden opnieuw te kunnen integreren, bijvoorbeeld bij begeleiders. Het blijkt dat het effectief ontwikkelen van competenties en cognities het best verloopt wanneer begeleiders actief informatie verwerken. Intelligent leren (niet het aanleren van trucjes) en reflectie op het eigen handelen vergoten het leervermogen. Geef begeleiders daarom ruimte en vertrouwen om actief leren mogelijk te maken. Waak daarbij voor ontmoedigende interventies, zoals uitputtende schriftelijke verantwoording van het handelen. Een echte vakman heeft de drive van zichzelf het beste te willen en daarvoor is geen externe prikkel nodig.
Reflex Coaching op competenties is nodig om actie-reactiepatronen te doorbreken. Probleemgedrag vraagt om een sensitieve opstelling en daarvoor heb je veelzijdige competenties nodig. De praktijk leert dat het niet moeilijk is om aan te leren dat intensief samenwerken met cliënten lonender is. Moeilijker is om de reflex van controleren en beheersen af te leren bij problematisch gedrag. Dit vraagt om bijzondere kwaliteiten bij het hanteren van gevoelens, gedachten en gedrag (gedragsrepertoire). Bij de coaching van begeleiders is de volgende formule uitgangspunt: expertise x gedragsrepertoire = competentie. Competenties vormen een persoonlijke mix. Door te doen wat het best bij iemand past, kan een begeleider vanuit gedeelde waarden een relatie op te bouwen met cliënten en blijft hij in stressvolle situaties langer betrouwbaar omdat hij kan terugvallen op eigen kwaliteiten en niet op aangeleerde trucjes en kunstjes.
Meer lezen? De tekst Kies voor een andere bril: ondersteuning bij strategische keuzes t.b.v. betekeniscreatie, door Dick van de Weerd, kun je downloaden! Deze is geschreven in het kader van de masteropleiding Management and Innovation bij Pro-education Masteropleidingen in Amsterdam, 2010.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen) Tags:triple c, probleemgedrag, gedragsproblematiek, ASVZ, Dick van de Weerd, vrijheidsbeperking, probleemgedrag, Brandon, vrijheidsbeperkende maatregelen, gehandicaptenzorg, KennisNet Carante Groep
20-01-2011
Dean verwondt zichzelf niet meer
Sinds zijn jonge kinderjaren vertoont Dean (11) ernstig probleemgedrag, zoals woede-aanvallen, fysieke agressie, automutilatie, destructief gedrag en hyperactiviteit. Hij verhuist in 2008 naar een woning van een kinderlocatie bij ASVZ. Daar start de begeleiding vanuit het relationeel competentie model Triple C.
Yvonne Scholten, Silvia Kloppers en Dick van de Weerd van ASVZ beschrijven wat voor effect dit op Dean had. In deze casusbeschrijving komen aan de orde: kennismaking en beeldvorming van Dean, de theoretische onderbouwing van Triple C en de procesbeschrijving van de casus Dean.
Door meer houvast in zijn leven verandert Dean en ervaart hij minder stress. Hij staat open voor nieuwe ervaringen en ontwikkelt nieuwe initiatieven. Ook kan hij nu zonder psychofarmaca door het leven.
Gillen, bonken en zelfverwonding kenmerkten lange tijd het gedrag van Nathalie Vervaart. Ze raakte in een isolement en haar begeleiders waren bang voor haar. Door beheersmatige maatregelen overboord te gooien en Nathalie een gevoel van veiligheid te geven, verdween haar probleemgedrag. Gespecialiseerd persoonlijk ondersteuner (GPO) Mavis van der Wijne, manager Petra Hartog en gedragsdeskundige Johan Timmer van Triade vertellen over hun aanpak waarin gezond verstand de rode draad is. Als je haar gedrag eenmaal kunt ontcijferen, heb je een prachtige baan.
Download het hele artikel over de verandering van begeleidingsstijl waardoor het probleemgedrag uitdoofde!
