Voor de liefhebbers: Baroque
around the clock (speelt in RealPlayer). 't Hoeft niet altijd Q te zijn, dacht ik zo.
My five cents
Unbelievable makes the world go 'round
26-06-2012
Onderwijsvervorming
In
zijn column over de onderwijshervormingen in DS van 25 juni (Mattheus
leeft) associeert Mark Reynebeau het huidige systeem met het
Mattheüseffect. Kinderen uit de middenklasse stomen door in het ASO,
kinderen van minderbegoeden lopen hun ongeluk tegemoet in TSO en BSO,
want het vaak vervloekte watervalsysteem ontzegt hen gelijke
onderwijskansen.
Er is behoorlijk wat mis met die redenering.
Allereerst is ze uitermate grof ten overstaan van de duizenden
leerkrachten die de voorbije dagen in eer en geweten beslissingen hebben
genomen waarvan ze hopen dat ze de kinderen ten goede komen. En ja,
daar horen ook B-attesten bij: een kind zijn hopeloze droom laten
najagen (of die van de ouders ) is even wreed als hem op de realiteit
van het onhaalbare wijzen. In vele jaren onderwijs heb ik het
gelukkig nooit meegemaakt dat slaagcijfers en attesten afhingen van
het inkomen of de sociale positie van de ouders.
Ten tweede
citeert Reynebeau nogal selectief. De beroemde perikoop uit het
Mattheusevangelie bevat nog een tweede zinnetje, haast belangrijker dan
het eerste: Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed,
maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen.
En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis,
waar men jammert en knarsetandt.
Gooi die nutteloze eruit. Laat
dat nu nét zijn wat in het GO-onderwijs volstrekt ondenkbaar is. Aan de
basis van ons net liggen de gelijke onderwijskansen, lang vóór men er
op het ministerie een term voor bedacht. Iederéén mag, moet en kan
kansen krijgen om zich te ontplooien, ontwikkelen en te vormen. Tot 7
maal 70 maal, om in evangelische termen te blijven. Een tekort kan
nooit een reden zijn om een leerling af te schrijven, hoogstens om je af
te vragen waar en hoe het beter zou kunnen.
Want is dát niet
de kern van het debat: hoe haal je het beste uit de mens? Is iemand een
lezer, een denker, een doener? Voorwaar geen simpele vraag, wat
wellicht verklaart waarom de minister ze zo graag wil uitstellen. Het
zal echter niet baten: een maatschappij en haar onderwijs hebben de
verantwoordelijkheid om deze vraag te beantwoorden, en er vervolgens
gepaste vorming rond te organiseren. Hoe later je daarmee begint, hoe
minder je kinderen kan meegeven.
Dat brengt ons bij het tweede
zinnetje uit Mattheüs: eruit gooien. Een leerling met een droom, een
plan, een droomberoep? Eruit seminarie tot je veertiende, dan zullen
we zien. Een leerling met talenknobbel, geschiedenis als hobby? Eruit
zelfstandig werk tot je veertiende, dan zullen we zien. Een leerling
met leerachterstand na het basisonderwijs? Eruit mee met de rest, dan
zullen we zien. Nooit eerder in de geschiedenis van het
Belgisch-Vlaamse onderwijs bleven zoveel individuele talenten en
interesses onder de radar, nooit eerder bleven zoveel individuele
kenmerken onopgemerkt.
Bizar overigens, hoe de meest overtuigde
critici van het watervalsysteem zich weren als een duivel in een
wijwatervat tegen de heroriëntering naar TSO of BSO. Wie die
heroriëntering wil afschaffen, suggereert eigenlijk dat je kinderen
zoiets niet mag aandoen. Stel je voor: electromechanica!
Sociaal-technische wetenschappen! De horror. Qua watervaldenken kan dat
tellen.
Zou het kunnen dat de waarheid ondraaglijk wordt in
deze pandemie van politieke correctheid? Dat men aan leerlingen en
ouders/kiezers niet durft te vertellen dat niet iedereen neurochirurg of
straaljagerpiloot hoeft te worden? Kán worden? Dat men van brede
graad spreekt omdat men niet durft te zeggen dat niet iedereen in
smal past? Dat de heroriëntering verdwijnt omdat men niet durft te
zeggen dat de keuze verkeerd was? Is het zover gekomen dat we iedereen
hetzelfde moeten vinden omdat er anders iemand beter kan zijn? Dat is
inderdaad geen waterval meer, dat is gewoon de dam die breekt.
Ik gun iedereen wat ik mezelf ook gun. In dit geval: een pracht van een adoptiekind. Geen kwaad woord, dus, over uw moederinstinct, of over de gelukkige en hopelijk gezonde toekomst die Emile te wachten staat.
Wat me wel tegen de borst stuit, is de manier waarop u één en ander aanpakte, en zo mogelijk nog méér dat u kritiek hierop gelijk stelt met afgunst of verzuring. Laat me u vertellen dat beide nu net eigenschappen zijn die u binnen de groep (kandidaat-)adoptie-ouders niet snel zal ontdekken. We weten immers allemaal hoe zwaar de procedure is, hoe ontmoedigend het lange wachten, hoe teleurstellend het zoveelste mailtje of telefoontje met het eeuwige mantra: 'Geduld hebben.' De onvrede met uw aanpak gaat over het feit dat u het zichzelf vrij makkelijk hebt gemaakt, terwijl de Belgische en Vlaamse wetgevers, waar u lid van bent, het ons, adoptie-ouders, de voorbije jaren alleen maar moeilijker hebben gemaakt. Dat net iemand die het probleem zou kunnen verhelpen, het liever omzeilt, is wraakroepend voor iemand die zijn tweede of derde jaar wachttijd ingaat.
U nam bijvoorbeeld een militaire vlucht naar Congo. Niet ongewoon voor een politica, zegt u. Ongetwijfeld is het dat inderdaad niet. Mag ik toch even informeren: hoeveel Congolese staatslieden ontmoette u? Hoeveel Belgische ngo's bezocht u? Hoelang duurde de diplomatieke briefing op de ambassade? Hebt u nog interviews gegeven ter plaatse? U kon uiteraard niet zomaar even, als een dief in de nacht, tussen de vergaderingen door, op en neer naar het weeshuis. Wat u wél had kunnen doen, is wat alle adoptie-ouders doen: verlof nemen, vlucht en verblijf zelf betalen (nog steeds niet fiscaal aftrekbaar, overigens) de tergend langzame en corrupte procedure ter plaatse uitzitten en u de benen onder het lijf lopen om de papieren voor de jonge spruit in orde te brengen. Om dan, schietgebedjes prevelend, de douane en immigratiediensten te trotseren.
Emile trof u door de lichtjes in zijn ogen, laat u weten. Dat geloof ik zelfs. Jammer, natuurlijk, dat zijn buurmeisjes en -jongens dat niet hadden. Zij gaan onverkort hun aardse tranendal tegemoet, al beseffen ze dat gelukkig nog niet. U kon ze uiteraard niet allemaal meebrengen. Wat u wél had kunnen doen, is wat alle adoptie-ouders doen: aanvaarden dat het bij adoptie om het kind gaat, en niet om wat we zelf willen. En dus ook aanvaarden dat een toewijzing door het lot gebeurt, en niet op basis van persoonlijke voorkeuren. Eén van de weinige goede ideeën uit de adoptiewetgeving, overigens. En toch één waar u het blijkbaar niet mee eens was.
Dat u overigens aan zo goed als geen enkele vereiste van die wetgeving voldeed of -doet, is iets waar weinig commentaar bijhoeft: u heeft uw eigen traject met verscheidene jaren kunnen inkorten door cursus, evaluatie, jeugdrechtbank en wachtlijst onder tafel te vegen. Uw moederinstinct vindt dit wellicht allemaal verschoonbaar, uw rechtvaardigheidsgevoel hopelijk niet.
Het heeft niets met verzuring of jaloezie te maken als ik vind dat u uw rol als lid van de wetgevende macht misbruikt hebt, mevrouw Schelfhout, en nog veel minder met het prachtige leven dat ik Emile van harte gun. Wel met het feit dat u als politica, vertrouwd met de problematiek van adoptie, vele honderden Belgische adoptie-ouders schaamteloos een kras op hun ziel hebt gezet. U had de hefbomen in handen om voor een grote groep mensen een gigantische lijdensweg in te korten, en dus indirect veel méér kinderen een mooie toekomst te bezorgen dan alleen maar Emile. U hebt die hefbomen echter ingesteld op eigen koers, om daarna boudweg het schip te verlaten. Bestemming bereikt, en après moi le déluge. Daar hadden we, dacht ik, al een andere politieke partij voor. Van de uwe kregen we goed bestuur beloofd, al maakt die belofte in dezen dus blijkbaar even weinig schuld als op alle andere vlakken.
Hopelijk kan Emile opgroeien tot een gezonde en gelukkige jongeman - ik wens het hem van harte. En hopelijk krijgt adoptieminnend België ooit nog eens de politici die het verdient. U staat alvast niet op het verlanglijstje.
Even wat anders: een gedicht van Oscar Wilde (1854 - 1900). Ian Lawson
heeft het op muziek gezet voor koor - je hoeft de plug-in niet te downloaden, onderaan de pagina staat een mp3-bestandje - prachtige muziek. Foto is 'Mlle Irene Cahen
d'Anvers' van Renoir uit 1880.
Het gedicht verscheen in Poems
in 1881, het jaar van Wildes triomftocht door de Verenigde Staten. Het
meisje is (vermoedelijk) Isola Wilde, het dochtertje van het gezin
Wilde-Elgee dat op 8-jarige leeftijd was gestorven. Wilde, die op dat
ogenblik 12 was, werd erg getroffen door deze gebeurtenis.
't Is
één van mijn favoriete gedichten uit de Engelse literatuur. Voor
Wildes doen opvallend sober, zelfs simpel - effectiever taalgebruik dan
de hyperbolen van een Keats, bijvoorbeeld. Voor wie Wilde 'n beetje
kent (The Picture of Dorian Gray, The Importance of Being Earnest)
is het meteen duidelijk: de dandy is van z'n stuk gebracht. Een mooi
snapshot van kwetsbaarheid doorheen het pantser van de dandy.
Over coaches, operante conditionering en peer evaluation.
Apologie van de oude tijden (en van het
Nederlands).
De nieuwe lente die
sedert een poosje door onderwijsland waait, brengt geen gefluit, zoals Gorter
het hoorde, maar gezoem.Gezoem van
modems, pc-ventilatoren, printers, scanners en meer van dat, waarmee het
onderwijsproces een nieuwe weg inslaat: die van het bzl, olc en andere
acroniemen en afkortingen die het Nederlands sinds kort bevolken en bevuilen zoals
vlooien een hond: betreurenswaardig maar onuitroeibaar.
De informatisering
beoogt klaarblijkelijk 2 dingen: niet achterblijven op wat er buiten de
schoolmuren aan technologische vernieuwing opduikt, en het leerproces
stroomlijnen zodat het (binnenkort grotendeels, ongetwijfeld) via deze nieuwe
media kan verlopen.
De eerste
doelstelling is nobel de uitdagingen die een jongere te wachten staan op zijn
18e verjaardag zijn inderdaad zo al groot genoeg om hem niet met een bijkomende
handicap op te zadelen door de humanioraopleiding hopeloos te laten
verouderen.Toch kan de vraag gesteld
worden, of achterop hinken niet de eeuwige vloek van onze scholen zal zijn, en
of het individuele gezin of de individuele leerling niet sneller en efficiënter
kennismaken met nieuwigheden dan het logge en ondergefinancierde
overheidsapparaat, dat vernieuwingen slechts kan introduceren nadat er
leerplannen, doelstellingen, eindtermen, handboeken, bijscholingen en
implementatiestrategieën voor bedacht werden.
Het tweede oogmerk
van de onderwijsautomatisering is daarentegen behoorlijk discutabel.Zelf is beter kan dan wel aardig klinken,
het gaat gemakshalve ook voorbij aan wat de essentie van het onderwijsproces is:
het contact tussen leergierigheid enerzijds en ervaring of kennis anderzijds.We leren, alle dvds ten spijt, nog steeds
zoals de aap leert klimmen: imiteren, vaak tot vervelens toe.
Dat proces verloopt
in een mensenleven eigenlijk maar één keer echt succesvol: bij het verwerven
van onze moedertaal.Zelfs wie tijdelijk
of definitief zijn geestelijke vermogens kwijt is, blijft zijn moedertaal juist
hanteren al is het dan om onzin uit te kramen.Alle andere vaardigheden die het leven van
ons eist, kunnen we wel in min of meerdere mate onder de knie krijgen, maar
zelden of nooit met dezelfde mate van perfectie.Of kent u de wetten van Newton nog uit het
hoofd?Of de 5e verbuiging? Of de Slag
bij Woeringen?
Buiten die
moedertaal, hangt het succes van een leerproces dus in grote mate af van de
herhaling en de noodzaak ervan: we moeten iets regelmatig voorgeschoteld
krijgen, en ook de indruk hebben dat het aangeboden verhaal belangrijk genoeg
is om te onthouden of te bestuderen.Hier komt de leraar ten tonele.Hij presenteert de leerstof, zelfs op een leuke manier als het goed is,
maar onderhoudt tegelijkertijd een band met de leerling die tot aandacht,
inzet en misschien zelfs interesse leidt de sluitstenen van alles wat we na
ons 3e levensjaar nog onder de knie moeten krijgen.
Dat zulks niet
altijd goedschiks gaat, kan niemand ontkennen.En dat is de tweede fout van het Bijzonder Zinloos Leerproces: niet
alleen wordt de leerkracht gedegradeerd tot souffleur, men denkt ook dat
leerlingen dit leuker vinden.We zeiden het eerder al: leerlingen kennen
nieuwe technologieën en snufjes vaak lichtjaren eerder dan een
onderwijsinstelling ze ontdekken in de nieuwe leermiddelen dus hoogstens
verouderde versies van hun eigen materiaal, met dat verschil dat ze op de
aftandse schoolcomputer niet hun favoriete games mogen spelen.
Het enige wat de school
voorheeft op elektronische middens, is dat ze leraars kan aanbieden: ietwat
vreemde figuren, vaak met een aparte zin voor humor en ethiek, waar velen van
ons met weemoed, respect, slappe lach of verwondering aan terugdenken.Perfect?Wellicht niet, maar we vóelen tenminste wat.Mist u uw vorige pc al?Uw laatste inktpatroon?En net dát schaffen we af.
Of toch niet?De leraar wordt immers een coach.Gedaan met een tik van de regel, knielen op het treetje, of kom eens op
mijn kamer.We worden cool, streetwise
we gaan coachen.
Nu is het al een
blamage op zich dat een overheidsdienst die taalvaardigheid zo hoog in het
vaandel draagt, er niet in slaagt hier een behoorlijk Nederlands alternatief
voor te bedenken.Bovendien is de
vergelijking ook inhoudelijk verkeerd.Niemand is verplicht, zich bij
een sportclub aan te sluiten.Je kiest
ervoor na kennismaking en overweging.Je
gaat dus eigenlijk uit vrije wil trainen, werkt de oefeningen af die de coach je
oplegt, en moet dat binnen de vooropgestelde tijd en op de voorgeschreven
manier doen.Wie de instructies van de
coach niet kan bolwerken, zit volgende week geheid op de bank of degradeert.
Hoe anders vergaat
het de gemiddelde schoolplichtige.Twaalf lange jaren moet hij zich vele weken na elkaar bij het
ochtendgloren naar school slepen, om daar gemiddeld 6 uur per dag een aantal
individuen te aanhoren die hem dingen vertellen waarin je op je 16 per
definitie niet geïnteresseerd kán zijn.Hij maakt node huiswerk, probeert onder iedere toets uit te komen,
krijgt faalangst van examens, maar hoeft steeds minder vaak over te zitten of
herexamens af te leggen.En die
degradatie (lees: heroriëntering naar een meer praktisch gerichte studie)
sneuvelt eerstdaags ook nog wel.Waar
zit dan die analogie met de vitale jonge god op het voetbalveld van zonet?Coach, ammehoela.
Voorwaar geen leuk
beeld: van individuele, licht-excentrieke inhoudsverkoper naar digitale butler:
klikt u hier, of surft u liever daar?De
pc vertelt u zodadelijk of u het hebt begrepen.Veel plezier.
Want daar gaat het
natuurlijk om: leert een leerling bij?Begrijpt of kent hij dingen waarvan hij bij het opstaan die dag het
bestaan nog niet vermoedde? En vooral, is dat leerproces een beetje beklijvend
verlopen, of moeten we morgen herbeginnen?En daar stormen de olcers vooruit: je leert meer van zien dan van
luisteren!Een exposé van 3 kwartier
over vulkanen smelt weg als sneeuw voor de zon beelden van een dampende
krater hou je langer bij.
Dat klopt,
uiteraard. Zeker in onze beeldcultuur
hebben bewegende poppetjes meer kans op aandacht dan een foto of, godbetert,
een tekst.Dat is niet de schuld van de
olcers of bzlers, al kan je je afvragen of het een trend is die het onderwijs
zo nodig moet bevestigen.Het betekent
inderdaad ook dat je er tegenwoordig als leraar niet meer mee weg komt dat je
een onderwerp enkel in definities laat bestaan leerlingen moeten op meerdere
zintuigen worden aangesproken, wil het moderne leren vruchten afwerpen.
En toch mist er wat
aan deze redenering.Een beeld vult aan,
verduidelijkt, verrijkt, illustreert de kennis, maar vervangt ze niet.Zoals
Wittgenstein het al zei: De grenzen van mijn taal zijn de grenzen van mijn
wereld.En hij bedoelde niet de
beeldtaal: wat niet onder woorden te brengen valt, bestáát mentaal ook
niet.Wie geen heldere omschrijving van
het begrip vulkaan kan geven, wordt veroordeeld om dit ten eeuwigen dage te
tekenen of uit te beelden, teneinde zich verstaanbaar te maken.De visuele prikkel is een stimulus, desnoods
een beloning, maar nooit een doel op zich.Het vermogen om abstract te omschrijven, te definiëren, te discussiëren,
te luisteren en te parafraseren, is wat ons onderscheidt van een aantal verwante
doch vaak onsmakelijke diersoorten. Moeten we dat dan te grabbel gooien op het
altaar van het bewegende plaatje?
Bovendien is de
redenering ook omkeerbaar: waar het gesproken of geschreven woord zn voordeel
kan doen met een visuele aanvulling, heeft ook het beeld vaak duiding nodig om
juist te worden geïnterpreteerd.En dat
doe je niet (uitsluitend) met een legende bij het kaartje of met een
Java-zinnetje dat dartel over het scherm huppelt, de cursor achterna.Zoiets doe je met menselijk inzicht, direct
contact, een vertrouwensrelatie en, vooral, véél ervaring.Met leraars, dus, die eigenhandig de leerstof
brengen, interpreteren, verklaren, duiden én illustreren.Niet met 0en en 1en die de wereld proberen
te bevatten.Het idee alleen al.
Naast deze
inhoudelijke pijnpunten, gelden voor het systeem uiteraard ook een aantal
praktische bezwaren die de droom in de weg staan: het vereist eersteklas
apparatuur, breedbandverbindingen, permanente technische ondersteuning en
kwalitatief (beeld)materiaal.Maar ook
op andere vlakken zijn er vraagtekens te plaatsen: moet iemand die het
cursusmateriaal thuis downloadt en afprint, nog boekengeld betalen?Kan je leerlingen en personeelsleden
verplichten, zich ook in hun vrije tijd op de informatiesnelweg te begeven?
(Huistaak tegen dinsdag: 5 keer inloggen.)
En tot slot: wie
wordt er beter van?De leraar, die zijn
rol ziet ingekrompen tot die van helpdesk?De leerling, die een unieke kans tot menselijke interactie wordt
ontnomen, en nóg meer uren per dag achter het scherm doorbrengt?De maatschappij, die jongeren afgeleverd
krijgt die Wikipedia wel weten te vinden, maar twijfelen aan de schrijfwijze
ervan?De arbeidsmarkt, die nieuwe
krachten over de vloer krijgt die parate kennis verwarren met een permanente
internetverbinding?Het onderwijsproces,
dat langzaam maar zeker geautomatiseerd en dus geüniformiseerd wordt,
totdat het ooit te omschrijven zal vallen in hoeveelheden bits en bytes?Het milieu, dat de zoveelste nieuwe
papierberg te verwerken krijgt (verbazend toch, hoezeer computergebruikers
gehecht zijn aan printen men zou haast denken dat de nieuwe media geen
vertrouwen inboezemen )?
Neen, dus.Onderwijzen en leren zijn twee kanten van een
proces dat zich tussen mensen afspeelt en de wereld beschrijft in al zn
facetten.Als er onkundig wordt geprutst
aan één van beide zijden, gaat de andere kant op zijn gezicht.Wie denkt of verdedigt dat leren op eigen
kracht en met elektronische snufjes leuker, sneller, beter, beklijvender of
efficiënter is, heeft het niet begrepen.Slechte leraar gehad, wellicht?
De tweede handelsmissie naar China in goed 2 jaar is officieel van start gegaan met het bezoek van Filip en Mathilde aan de Magritte-tentoonstelling in Peking. In hun kielzog hopen zo'n 140 bedrijven en instellingen wat uit de brand te slepen en een graantje mee te pikken van de boom die het land op dit ogenblik doormaakt.
Het is al vaker gebleken dat economisch succes een efficiënt alibi vormt voor een aantal wantoestanden. Haast niemand durfde de Chinese eis tot boycot van de Dalai Lama te negeren (ook de ethisch bevlogen De Gucht niet). De Nieuw-Zeelandse premier moest de man nota bene 'toevallig tegen het lijf lopen' op een Australische luchthaven. De slavernij, het constante doodsgevaar voor de mijnwerkers, de complete desinteresse voor het milieu, Taiwan, Tibet,... you name it, het maakt allemaal niet uit.
Nu moet een bedrijfsleider wellicht inderdaad de kerk in 't midden houden: arbeiders ontslaan en gezinnen zonder inkomen zetten omdat je een belangrijke economische boot gemist hebt, daar wordt niemand beter van. Hoogstens kan je hopen dat je één of andere vorm van druk zal kunnen uitoefenen of je handelspartners om wat bedachtzamer om te gaan met hun menselijk kapitaal.
Maar dat de politieke en pseudo-politieke middens zich hier zonder verpinken overgeven aan die beschamende vorm van prostitutie, dat is me een brug te ver. Toegegeven, het bordkartonnen prinsenpaar op reis sturen is niet meteen een geopolitiek maneuver van formaat. Het lijkt me eerder lastig dan flatterend, die twee Lego-figuren moeten entertainen. En Verwilghen, och ja, het laatste gratis reisje voor hij in de vergetelheid der politieke annalen verzuipt, tot daar aan toe.
Toch blijft het een feit dat - buiten Bert Ol' Crying Eyes Anciaux, dan - niemand in politieke middens de reis naar China in vraag stelde. Net zomin als het IOC er moeite mee had, de Olympische Spelen toe te wijzen aan de neo-koloniale dictatuur die China eigenlijk is. Het verschil met Rusland is opvallend: beide zijn potentieel interessante handelspartners, Rusland is bovendien een grote energie-leverancier, maar toch voelt iedereen zich blijkbaar sneller geroepen, Rusland op de vingers te tikken dan China. Toch hoeft Tibet in niks onder te doen voor Tsjetsjenië, en is de kwestie Taiwan perfect vergelijkbaar met de Russische aanspraken op de Koerillen of Kaliningrad.
Vreemd toch, en teleurstellend, die willekeur, die selectieve verontwaardiging als er ergens een paar dollars te rapen vallen. En onze vriend De Gucht, die met zoveel gestrengheid de zwartjes op het juiste pad houdt, de Veiligheidsraad gaat leiden, de Grote Meren in z'n achterzak heeft, Rusland maar niks vindt, die Kanselier van Berlare? Die zwijgt als vermoord, weigert de Dalai Lama een visum en stuurt schoothond Verwilghen om de Chinezen te paaien en vette contracten binnen te rijven. Liberalen veranderen nooit.
"Klein, haastig neergekrabbeld, niet vormelijk briefje.' Afgezien van het feit dat er volgens mij een liggend streepje tussen 'niet' en 'vormelijk' moet, lijkt Van Dale het weer eens geweldig geformuleerd te hebben.
Tot Freya ook een schrijfsel pleegde. Sindsdien plakt er in Van Dale een post-itje bij: 'ongelukkig getimed politiek testament'.
Want, o ramp, de cenakels van de macht bij de SP.A moesten hertekend worden, en ons Freya moest dus ook verkassen: de veelgehypete rodekleedjesdraagster zou het vaandel torsen in de Kamer. Onlogisch leek dat niet: politieke ervaring te over na enkele jaren op het delicate departement Begroting, zou je denken. Bovendien hebben in het verleden wel meer partijen 'verjonging' als antwoord op een verkiezingsnederlaag gegeven.
Alleen Freya zélf was duidelijk minder enthousiast. Niet alleen twijfelde ze aan haar eigen kunnen, bovendien zou ook haar gezinsleven lijden onder de verpletterende verantwoordelijkheid van oppositie-pin-up. Waar die kinderen dan waren toen ze enkele jaren lang échte toppolitiek bedreef, joost mag het weten.
Er zijn twee verklaringen voor Freya's onzekerheid, de ene nog angstwekkender dan de andere.
Ofwel heeft Freya last van een flinke knauw in het zelfbeeld. Niks waar wat degelijke therapie of een goed gesprek niets aan kunnen verhelpen, al zou het wel te denken geven als onze toppolitici pruilend in een hoekje zouden kruipen na iedere verkiezing.
Ofwel heeft ze gewoon gelijk, en is dat fractievoorzitterschap helemaal niks voor haar. In dat geval siert het haar dat ze dat durft opbiechten (zij het wellicht iets publiekelijker dan ze van plan was), maar tegelijkertijd is het hek dan pas goed van de dam: WAT DEED ZE DAN OP EEN MINISTERSPOST? Is het niet om koude rillingen van te krijgen dat (in dat geval) een timide, onvervaren, onzeker poppemieke met moederinstincten jarenlang de Staatskas in handen heeft gehad? En daar dan wellicht evenveel geweifeld, getwijfeld en geschipperd heeft? En zich dan ongetwijfeld af en toe ook wel eens liet 'ompraten'?
Nee, dat klopt, ik ben geen fan van de socialistische visie op onze maatschappij - aan geen enkele zijde van de taalgrens, overigens. Desondanks kon ik de nuchterheid van een Vande Lannotte wel smaken, en is het rechttoe-rechtaan discours van Louis Tobback altijd wel ergens goed voor. Maar ik word in mijn eigen land (en met mijn eigen belastinggeld) niet graag voor dom versleten: alsof iemand ooit één seconde heeft geloofd dat de schepen van onderwijs van Gent (oooooh! aaaaaaaaaah!) feilloos, rimpelloos en doortastend 's lands financiën zou kunnen beheren. Quod non. Freya was een gehypet product van de spin doctors. Fraai, niet onaantrekkelijk en wellicht niet eens zo dom. Maar geen politica van nationaal formaat. Goed dat ze dat zelf ook snapte.