Foto
Inhoud blog
  • Historiek van het Vlaams kampioenschap dames
  • Historiek van het Vlaams kampioenschap heren
  • Historiek van het tandemtornooi Jos Croes - reeks dames
  • Hoogste jaarpunten van het lokaal Kegelhuis te Mortsel
  • Historiek van het Vlaams tandemkampioenschap - mixte
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Kegelarchief-VKF
    Archief van vroeger en nu.
    15-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.historiek van de kegelsport in Vlaanderen na W.O. II, tot de vijftiger jaren

    Tijdens de oorlogsjaren kreeg de kegelsport (niet alleen in Antwerpen)  het zeer moeilijk.  Verschillende clubs hielden op te bestaan, voornamelijk wegens gebrek aan speelmogelijkheden.  Immers het lokaal Scale (met 4 banen) werd ondanks alle mogelijke inspanningen omgetoverd tot een danszaal ; gedaan met kegelen.  Ook diverse andere lokalen dienden noodgedwongen de deuren te sluiten, en er werd nog slechts gekegeld in de Kluis, de Heide en in La Chapelle : nog drie lokalen waar competitie gekegeld werd, zijnde in totaal 8 banen ! Daar waar Antwerpen praktisch volledig ontheemd werd qua kegellokalen, opende in Gent een nieuw lokaal met twee banen in 1942 (spijtig genoeg werd er nooit een effektieve competitiewedstrijd gehouden).

    Toch een lichtpuntje : zelfs tijdens de woelige oorlogsjaren zagen enkele nieuwe clubs het levenslicht : Morgen Beter (heeft bestaan tot 1989) in 1941, De Lustige Boer (met o.a. Jan Smeets) in 1940 en de Witte Duivels uit Mariaburg. Andere clubs verging het minder goed : Bol Maar Over hield op te bestaan, Wer en Bos en Bol en Riem vormden samen Bol en Bos.

    De kegelkoerier, die in 1938 ophield met bestaan, werd in oktober 1948, na 10 jaar, opnieuw uitgegeven door de ondervoorzitter Luc Deleu. Ditmaal zou het tijdschrift het meer dan 21 jaar volhouden.

    In datzelfde jaar 1948 kwam blijkbaar het alledaagse leven stilaan terug op gang, want ook in de kegelsport werden nieuwe initiatieven genomen.  AKB ging van start met een jaarlijkse handicap/openingsprijs, waarvan de eerste editie werd gewonnen door De Boeck van Holderdebolder. Ook in datzelfde jaar werd voor de eerste maal in Antwerpen een triplettetornooi georganiseerd (tornooi dat in latere jaren werd overgenomen door de mannen van Holderdebolder) en werd met Kegelmaaien een eerste na-oorlogse club opgericht (Marcel Knaeps, één der oprichters bleef nog lid van AKB tot in 1993). De jaarlijkse wedstrijden tegen Duitse steden (elek jar o.a; tegen Düsseldorf) bleven doorgang vinden.

    Aan de jaarlijkse wedstrijd van Antwerpen tegen een Duitse tegenstrever kleeft nog een wrang verhaaltje : een wisseltrofee werd speciaal voor de gelegenheid ontworpen (Tijl Uilenspiegel in brons). De laatste wedstrijd voor WO II werd deze gewonnen door de ploeg van Saarbrücken (06/1939), waarna het beeldje in de oorlogsjaren spoorloos verdween. Eerst in 1951 werd bij toeval deze trofee teruggevonden (ergens in Duitsland tussen de oorlogstrofeën) en kon hij terug als symbool voor de wedstrijden Antwerpen-Duitse steden gehanteerd worden, niet zonder de nodige discussies daaromtrent.

    De rondgang werd nog steeds betwist (na één jaar onderbreking in 1945), nog 17 ploegen, verdeeld over drie afdelingen,  deden actief mee.

    Met kerstmis 1949 heropende dan het lokaal Gogo en konden enkele clubs terug naar hun oorspronkelijk lokaal terugkeren, wat een beetje een ontlasting voor de overbevolkte kegelkluis betekende.

    Op Belgisch gebied was het Antwerpen boven met de tot hiertoe meest gelauwerde Belgische kampioen van AKB, nl. Raymond Ceurvorst (Eén voor Eén), die van 1939 tot 1951 slechts tweemaal zijn meerdere moest erkennen in datzelfde kampioenschap. Eén van de mannen die dit konden waarmaken was nog een Antwerpenaar, nl. Charles Gelens van de concurrerende club der beenhouwers, Alles Er Neven, in 1947. Een luxe die de Vlaamse kegelsport nooit meer gekend heeft !

    Over het Belgisch kampioenschap werd er indertijd ook reeds geredetwist : er dienden vier ronden te worden gespeeld, en wel in volgende steden : Antwerpen (steeds Kegelkluis), Brussel, Eupen en Welkenraed. Tweemaal naar de Oostkantons (en steeds per trein blijkbaar) was voor vele Antwerpenaren en Brusselnaren van het goede teveel. Vanaf de jaren '50 werd er dan ook beslist om slechts drie wedstrijden te laten spelen.

    Het bestuur van AKB kende weinig wijzigingen, Miel Ruelens bleef voorzitter, Luc Deleu ondervoorzitter, Gus Van Aelst secretaris en Henri Hermans penningmeester.  Enkel de overleden Jos Croes werd als sportleider vervangen door Ward de Vries.

    Om te sluiten nog een record dat in april 1949 door Frits Maldoy werd geworpen in de Kluis : 604 punten bij de 100 ballen combiné.




    15-11-2008 om 20:29 geschreven door bob knors  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-11-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.historiek van de kegelport in Vlaanderen van het 25- jarig bestaan tot W.O. II

    Na de inspanningen die geleverd werden ter gelegenheid van het 25- jarig bestaan van de AKB, werd het op een uitschieter na, iets stiller in de kegelbeweging.

    Enkele clubs kwamen de kegelbond nog vervoegen, nl.
    - 1936 : Altijd Raak, Wer en Bos, Negen is Veel (bleef bestaan tot in 1993), Vliegende Bol (uit Hoboken)
    - 1937 : Raakt ze Goed (ploeg van Ahlers), Heide Kegelclub (uit Waasmunster)
    - tot 1940 : Internos, Zet Recht

    In verschillende lokalen in Antwerpen stad gine er geen competitie meer door en werd er enkel nog gespeeld in de Kegelkluis, Gogo en Scala. Buiten de stadskern waren er wel nieuwe lokalen waar er gekegeld werd :
    - het lokaal Kruger in Lier heropende in 1935
    - lokaal de Kegel in Mechelen opende eveneens in 1935
    - in mei 1936 openende het lokaal 'de Oude Spiegel' in Hoboken zijn deuren
    - lokaal De Molen in Mariaburg werd terug geactiveerd
    - een gloednieuw lokaal in het Heidepark te Waasmunster ging van start in 1937

    Vanaf 1933-1935 werd er ook een aanvang genomen met interland- en interstedenontmoetingen, en startte ook de eerste individuele kampioenschappen. Zo werden interlands georganiseerd tegen Duitsland in Anderlecht, Mechelen en Brussel. In Duitsland werd er gespeeld in Barmen, Dortmund en Bielefeld. AKB en individuele clubs speelden inmiddels wedstrijden tegen resp. stedenselecties en clubs uit Mechelen, Brussel, Eindhoven, Maastricht, Den Bosch, Vaals, Venlo, Eupen, Rareen en Reydt.
    Gezien er op individueel en clubvlak geen effectieve competities werden gehouden, werd er van start gegaan met de inrichting van verschillende tornooien :
    - een jaarlijkse hespenwedstrijd, de eerste prijs was........inderdaad een hesp
    - een wedstrijd 'snijden', ingericht door de Zwitserse club Rüttli
    - tornooi 'Houdt de Plank', ter gelegenheid van het 10-jarig bestaan
    - tornooi 'Vinicius' in Brussel
    - openingstornooien in Waasmunster en Hoboken

    In 1934 werd een aanvang genomen met het tornooi "Delta Citron", voorbehouden voor clubs uit tweede en derde afdeling : de overwinningen gingen resp. naar Kegelklub Kannibalen, Houdt de Plank, Zet Recht en Zeus.

    Een eerste hoogtepunt voor de uitbreiding van de kegelsport was de oprichting van een eerste vrouwenclub "Mannen Thuis".  Deze club was echter geen lang leven beschoren, want na WO II duurde het nog tot 1960 vooraleer met "De Rebellen" een eerste echte vrouwenclub in competitie trad.

    Op Belgisch gebied werd in 1936 een eerste 'echt' kampioenschap georganiseerd (met Antwerpen, Brussel en Eupen).  De eerste kampioenen werden Leo Kalff (Eupen) en Bruggeman (Brussel).

    Internationaal was er wel wat beweging op kegelgebied met in 1937 het tornooi van New York (maar liefst 20.000 deelnemers), in datzelfde jaar een eerste officiële kegelbaan in het GH Luxemburg en een georganiseerde federatie in Frankrijk (Elzas, met het Duits als voertaal).

    Ter gelegenheid van de Olympische Spelen in 1936 in Berlijn, werd de kegelsport opgenomen in de "wachtkamer" voor diezelfde spelen, en werd er vanuit de internationale federatie parallel een wereldtornooi in Berlijn georganiseerd voor alle vormen van de kegelsport (asfalt, bohle en schaarbaan).
    Voor het schaarbaankegelen schreven zich 16 landen in, waaronder de USA, Zuid Afrika, Zuid Amerika en diverse Europese landen (op uitzondering van Nederland, wegens tekort aan financiële middelen). In de andere disciplines zien wij namen van landen waar nog steeds het kegelen wordt beoefend (doch geen schaarbaankegelen) : Denenmarken, Tsjechië, Polen, Joegoslavië, Griekenland, Engeland, Zweden,...

    De Belgische ploeg keerde zegevierend terug thuiswaarts.  Eén Antwerpse vertegenwoordiger mocht zich gouden medaillist noemen, nl. Jos Croes (zie ook de andere artikels). Spijtig genoeg werd de aanloop naar een mogelijke Olympische opname van de kegelsport onderbroken door WO II. Slechts tijdens de laatste jaren werd doormiddel van de "World Games" het kegelen weer internationaal op de kaart gezet.










    11-11-2008 om 12:58 geschreven door bob knors  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Historiek van de kegelsport in het Vlaamse landsgedeelte (1909-1934) deel 2

    Er werd nog geen individueel kampioenschap betwist, doch de Belgische Kegelbond (Brussel en Mechelen), organiseerde reeds een Belgisch kampioenschap met de Mechelaar Karel Huysmans (Vinicius) als kampioen in 1930,1933 en 1934. Er werden 76 deelnemers genoteerd en er werd gespeeld in drie lokalen te Brussel en één te Mechelen. Dat laatste jaar werd er nog steeds gespeeld met ballen naar keuze van de speler, daar waar internationaal reeds de bal van 16 cm werd opgelegd. Vanaf 1935 traden Antwerpen en Eupen (vanaf 1934 een eigen individueel kampioenschap) op nationaal vlak toe en werd er volgens de internationale normen gespeeld.

    In Antwerpen diende de eerste afdeling verplicht met de 16 cm-bal te spelen, de overige afdelingen mochten nog spelen met ballen van 18 cm, dit enkel voor de 'aanvalskogel'. Vanaf 1934 waren de ballen van 20 tot en met 25 cm (en tot 8 kg) taboe en werden deze door verschillende lokaaluitbaters te koop aangeboden in de Kegelkoerier. De huidige foutlijn was toendertijd tweeledig : een eerste kegellijn (waarvoor de bal de baan moest raken) en een tweede voetlijn (waar de speler niet mocht overkomen). Dit zou misschien terug een oplossing zijn voor verschillende van de huidige kegelaars.

    AKB trad in dat jaar aan tegen diverse andere steden, w.o. Brussel, Mechelen, Maastricht, Breda, Keulen en Eupen (een overwinning in de Kegelkluis met meer dan 100 punten verschil, met de hoogste scores voor Hubert Boost en Alfons Cramers).  De ploegen bestonden steeds uit 10 man, en diverse malen werd aangetreden met een A- en B-ploeg. Het systeem dat gehanteerd werd was 30 vol, 30 ruimen.  Het jaar voordien speelde de AKB-ploeg zelfs een wedstrijd in Amsterdam.

    De officiële sportkledij van AKB was toendertijd : een witte trui van Lacoste (!) met het schild van AKB in rode letters en een witte of grijze lange broek. De trui en het embleem dienden door de spelers aangekocht te worden bij sporthandel P. Braine (zie Beerschot), en dit voor de prijs van 18 frank.

    Bij onze Noorderburen was trouwens in die periode de kegelsport fel in trek : Nederland telde op dat ogenblik zelfs 500 kegelclubs, met Amsterdam en Oost-Gelderland als koplopers (meer dan 50 aangesloten clubs). De oudste club op dat ogenblik was KC Groningen, gesticht in 1849. Ook in Nederlands Oost-Indië (Indonesië) en Zuid Afrika werd er competitie gespeeld. Onze zuiderburen telden op dat ogenblik 65 kegelbanen in de Elzas.

    Dat op internationaal vlak de kegelsport fel in trek was, wordt bewezen door het aantal deelnemers bij het jaarlijks open Amerikaans kampioenschap : 30.987 spelers in 1929 te Chicago. Onder voorzitterschap van de Amerikaan Joe Thum werd in 1934 het eerste wereldkampioenschap voor landenteams georganiseerd, met als overwinnaar Detroit (USA) en als eerste Europese ploeg Duitsland op plaats 4.

    Buiten de rondgang en de stedenwedstrijden werden er niet al te veel wedstrijden georganiseerd, enkel een tienballenwedstrijd (waar de deelnemer met het hoogste aantal deelnames aan 25 kwam). De wedstrijd werd gewonnen door Mon Peeters (EVE) met 79. Om een idee te geven van dit punt, dient rekening geouden te worden met het feit dat een krans voor 12 punten telde (vanaf 1935 werd dit in de rondgang vanaf de tweede afdeling afgeschaft).

    Ter gelegenheid van de opening van de kegelkluis op 09/09/1933 werd een tornooi georganiseerd, waar de ploeg van Eén voor Eén als overwinnaar uit de bus kwam.

    Het openingstornooi van het lokaal De Jachthoorn, ingericht door De Lustige Bolders in Mariaburg, werd in 1934 gewonnen door Jos Croes.

    De eerste wedstrijd van "Delta Citroen" (in lokaal Gogo), waar de ploegen uit eerste afdeling niet mochten meedingen, werd gewonnen door de KKK (Kegel Klub Kannibalen).

    Enkele records van toendertijd :
    - ruimbeurt 5 ballen : 52 door Rob Wullus (EVE), met dezelfde bemerking als hoger : een krans telt voor 12 (cijfer maar even na en laat het resultaat maar weten).
    - 10 x 5 worp (ruimen) : Piet Van den Bussche (XII) met 328
    - 10 x 3 worp (ruimen), ook wel genoemd 'de Antwerpse methode' : Mon Peeters (EVE) met 212, afgeworpen door Charles Boost (EoE) met 230.
    - 10 x 3 worp (met enkel ballen van 16 cm) : Isidoor Smits (EVE) met 201. Hieruit mag wel de invloed van de grotere ballen blijken.

    Een kunstworp die voor de eerste maal genoteerd werd in april 1934 was de "koude acht" : alle kegels omver, behalve de voorkegel. Charles Boost (EoE) was de crack die dit presteerde, een maand later gevolgd door Guillaume Kuypers (XII).

    Tot slot van deze eerste 25 jaar, enkele losse bemerkingen :
    - in een werk van 1890 schrijft de auteur dat de beste kegelaars tussen de 40 en 60 jaar oud zijn, met minimaal 20 jaar kegelervaring
    - de rederij Herbotsch liet een kegelbaan installeren op één van zijn schepen voor de lange vaart
    - baanconstructeur Spellmann maakte toen reeds reclame in de Kegelkoerier
    - John Collin werd in 1933 erevoorzitter, na 40 jaar actief kegelaar te zijn geweest
    - 100 leden woonden het banket van AKB bij in zaal Cuperus (Boerentoren), ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan in 1934
    - de Duitse Kegelbond viert in 1935 zijn 50-jarig bestaan
    - de reglementen van de rondgang en de gemiddelden zijn 'weerom' een punt van discussie in 1934 (er is blijkbaar niets nieuws onder de zon)









     

    08-10-2008 om 00:00 geschreven door bob knors  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Historiek van de kegelsport in het Vlaamse landsgedeelte (1909-1934)

    Op deze blog ga ik trachten om een overzicht te maken van de kegelsport in Vlaanderen, vanaf de beginperiode in 1909 met de oprichting van de Antwerpse Kegelbond, tot en met de dag van heden.
    Bedoeling is om in dit overzicht zoveel mogelijk duiding te geven over wetenswaardigheden, wedstrijden, competities, ploegen en spelers van meer dan 100 jaar kegelsport.

    Nadat reeds in 1885 de Duitse Kegelbond werd gesticht en enkele jaren later de Noord-Amerikaanse, kwam er ook in België nood aan een overkoepelend orgaan voor de sportkegelaars, die in Antwerpen reeds vanaf 1890 op de nieuw aangelegde DKB-banen in de Korte Nieuwstraat konden spelen.

    In september 1909 werd dan in Antwerpen als eerste de "Fédération Belge des sociétés de Jeux de Quille" opgericht, benaming die gewijzigd werd in "Antwerpse Kegelbond". De officiële datum die als begindatum in de geschriften werd vastgelegd is 9 december 1909.
    De stichters waren dhrn. Jacobs, Keteleer, Mertens, Brosens, Robijns en Dhanis. Ook Jan Olieslagers (de Vlaamse luchtvaartpionier) maakte deel uit van de eerste spelers.  De namen van de clubs in deze beginperiode spreken tot de verbeelding : Transvaal (met Baron de Caters, Mertens), de Soucissen (met Osterrieth), Bol en Fiets (Dossaert), den Basseng (Vervliet), Bolmorop (Robijns),  K.O.K., Zondagsclub, Einen r'ein, Deutscher Verein, Club der Officieren, Concordia, Kranz, les XII Apôtres, De Lustige Boeren, 't Kan Me Niet Schillen, Freundschaft, Letzeburger Kegelclub. 

    Bij het 25-jarig bestaan van de AKB was het bestuur als volgt samengesteld :
    - voorzitter : Fons de Belder (Eén voor Eén)
    - ondervoorzitter : Flup de Bie (Olympia)
    - secretaris : Nicky Lahey (Val Om), opvolger van Hugo Lankens
    - penningmeester : Miel Ruelens (Eén voor Eén)
    - sportleider : Jos Croes (Bol Maar Over), in navolging van Luc Deleu (Val Om)

    De eerste officieuze kampioen in de Antwerpse regio werd Van Son van de ploeg Bol en Fiets.

    Bij de oprichting van de latere AKB, werd toen gespeeld in het Syndikaat (4 banen aan de Korte Nieuwstraat), lokaal dat tevens dienst deed als bondslokaal.  Verder waren de lokalen gevestigd aan de St-Pietersvliet (Gogo), de Anneessensstraat (Flora), de Nassaustraat (Broadway),Koolkaai (hotel Isenborgs) en de Kipdorpbrug (El Bardo).

    Na W.O. I werd de kegelactiviteit hervat en nieuwe ploegen werden opgericht, zoals Bol en Kegel, Bol en Riem, Kranskensdans, de Molen, Roultaboul, De Lustige Kegel, Onder Ons en Eén voor Eén (die de bestaande ploeg Alles of Niks overnam).

    Het duurde dan nog tot in 1926 vooraleer de Internatioanle Kegelbond in Stockholm werd opgericht door Noord Amerika, Duitsland, Zweden, Denemarken en Finland. De zetel van de bond werd in New York geplaatst.  In 1934 werd aansluiting gezocht door de Union Belge des Joueurs de Quille (federatie die enkel bestond uit de Mechelse en Brusselse clubs en op dat ogenblik als enige erkend werd door de internationale bond).

    In 1934 (het jubileumjaar van de A.K.B.) kon men in het Antwerpse over drie lokalen met officiële banen beschikken :
    - de Kegelkluis (onder de Boerentoren), ingericht in september 1933, met vier kegelbanen
    - de Scala (Anneessensstraat), met 5 banen (waarvan twee officiële)
    - de Gogo (St Pietersvliet), met 2 banen
    Verder werd er nog gekegeld in volgende lokalen (o.a. de regionale Antwerpse Rondgang en diverse tornooien) :
    - lokaal El Bardo (Kipdorpvest)
    - café Max
    - lokaal Broadway (Nassaustraat)
    - café Sporting (Mortsel - Luithagen)
    - café De Spiegel (Hoboken)
    - café Kruger (Lier : geopend tot 1933, heropend in 1935))
    - de Molen (Mariaburg)
    - la Chapelle (Mariaburg)
    - lokaal Monico (Mechelen)
    - lokaal Sportwereld (Mechelen)

    - lokaal Vossegat (Mechelen)
    - lokaal De Kegel (Mechelen)

    De ploegen die op dat ogenblik officieel waren ingeschreven bij de AKB ( na een succesvolle wervingscampagne tijdens eind jaren '20 en begin jaren '30), waren :
    - Bol Maar Over (de club van o.a. Jos Croes, gesticht in 1922, aangesloten in 1926, lokaal Gogo)
    - Eén voor één (gesticht in 1918 en slechts negen jaar geleden opgehouden met bestaan, begonnen op de eigen aangekochte banen in El Bardo, later Kegelkluis)
    - Erop of Erover (aansluiting in 1926 ; club waarvan Guido Cramers van Holderdebolder eertijds nog lid geweest is, Kegelkluis)
    - KC Olympia (sedert 1928, Kegelkluis)
    - Club der Twaalf (waarvan o.a. Maggy Mertens van Fair Play nog lid geweest is, stichting 10/1926, aangesloten sedert 1926, Kegelkluis)
    - Vlak Er Op (1928, Scala)
    - Bol en Riem  (Scala)
    - Fidelitas (de ploeg van de Duitse gemeenschap in Antwerpen : 1932, Gogo)
    - Kannibalen Kegelklub (1932, Kegelkluis)
    - Laat hem Staan (1928, El Bardo)
    - Liberty (1928, Kegelkluis)
    - Onder Ons (sedert 1918)
    - Alles er Neven (de ploeg van de beenhouwers, gesticht in 1930,aangesloten in 1932, Scala)
    - Antverpia (1925, Scala)
    - Blue Boys (1928, Kegelkluis)
    - Holderdebolder (gesticht in 1929, toegetreden in 1932 en nog steeds actief binnen de VKF, café Max)
    - Houdt de Plank (1925, lokaal Max, later Kegelkluis)
    - Rüttli (ploeg van de Zwitserse inwoners van Antwerpen in 1928, Kegelkluis)
    - Broadway (1932, Broadway)
    - Moedwillige Boeren (Kegelkluis)
    - Prima Rommel (toen reeds een club uit Mortsel in 1933, café Sporting)
    - Val Om (1933, Kegelkluis)
    - Zeus (1932, Gogo)
    - Zet Recht (opnieuw aangevangen 1935, Kegelkluis)
    - Houtmaaien (1928)
    - Broussilof (1928)
    - Motor Sport (1928)
    - Wer en Bos (09/1928, aangesloten in 1936, Kegelkluis)

    Voor volgende maal een overzicht van de eerste resultaten en kampioenen.

    08-10-2008 om 00:00 geschreven door bob knors  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (10 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Foto

    Archief per week
  • 20/07-26/07 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/08-24/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 03/10-09/10 2011
  • 26/09-02/10 2011
  • 05/01-11/01 2009
  • 22/12-28/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 06/10-12/10 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs