Men zegt vaak, ook ik
droom er eens van, dromen en hopen, hopen en dromen. In je droom kom ik naar je toe, in je droom zal je zien hoe het voelt. Zonder dromen sta je nergens. Je moet kunnen en durven dromen om het ooit tot realiteit te maken. Je mag de hoop niet verliezen, anders verdwijnen je dromen en wat dan? xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Wel nee, ik wil voelen hoe het voelt, ik wil het kunnen aanraken. Ik wil het aaien en ruiken. Ik vraag me soms af of dromen echt wel zo goed is. Blijven we op de één of de andere manier niet vaak te lang hangen in die dromen? Gaat die droom op een bepaald moment geen eigen leven leiden, maar dan wel eentje naast de realiteit? Als ik mensen hoor spreken over hun dromen, hoor ik onwaarschijnlijk mooie verhalen. De passie druipt er vaak af, ik krijg beelden op mijn netvlies, die ondersteund worden door prachtige, volle en overtuigende zinnen. Zinnen die me echt goesting doen krijgen in elke droom die voorgeschoteld wordt. En elke keer opnieuw worden deze prachtige taferelen afgesloten met, maar ja
En dan denk ik
wat maar ja.?? Ik ben het helemaal eens dat we moeten blijven dromen en hopen, maar tegelijkertijd ben ik er nog meer van overtuigd dat we die dromen niet enkel in onze dromen mogen beleven, maar af en toe de ballen aan ons lijf moeten hebben om eens een stukje van die droom naar onze realiteit te brengen. Blijf dromen zou ik zeggen, maar leef die droom eens van tijd tot tijd.
|