Les aventures d'une petite fille néerlandaise en Belgique...
25-05-2006
Flamands, Wallons, soyons unis!
tekst op sokkel:
Soyons unis
Flamands, Wallons
ce ne sont là que des prénoms
Belge est notre nom de famille!
(Laten we verenigd zijn
Vlamingen, Walen,
dat zijn alleen
maar voornamen,
Belg is onze achternaam!)
Waarschijnlijk was de beeldhouwer van dit standbeeld in een
nogal idealistische bui toen hij dit aan het uithouwen was. Ook al leven
Vlamingen en Walen al vanaf 1830 officieel samen in één land, als je zo een
beetje geïntegreerd begint te raken dan merk je op bepaalde plaatsen echt wel
dat het niet altijd een even gelukkig huwelijk is
Bijvoorbeeld bij de fanfare.
Aangezien de gemiddelde leeftijd van de -voornamelijk mannelijke- leden zo
ongeveer rond de 72 ligt (prototype fanfarelid is gepensioneerd, komt op
vrijdagavond met instrument onder de arm binnengesloft, mompelt tegen iedereen
iets wat op bonjour moet lijken maar meestal onverstaanbaar is door afwezigheid
tanden, pakt een pilske om mee te beginnen en gaat zn partijen zoeken), ligt
de vroegere hevige taalstrijd bij de meesten van hun nog vers in het geheugen.
En als we dan ook nog concert in Louvain-la-Neuve hebben, dat is natuurlijk de
goden verzoeken he.
Louvain-la-Neuve is namelijk een stadje onder Brussel dat
in 1968 uit het niets opgetrokken is naar aanleiding van de kwestie Leuven
Vlaams. Bij deze Vlaams-Waalse ruzie wilden de Vlamingen dat de universiteit
van Leuven (dat in Nederlandstalig gebied ligt) geheel Nederlandstalig zou
worden, en dat de Walen dus óf Nederlands moesten spreken óf op moesten rotten
(wat leidde tot kreten als Walen buiten! Leuven Vlaams!). Op een gegeven
moment waren de Walen het zo beu dat ze hun boeltje bij elkaar pakten en
dachten van nou dan beginnen we toch lekker zelf een universiteit. Zo gezegd
zo gedaan; ze gingen naar de gemeente Ottignies, kochten een stuk land en
begonnen daar hun eigen nieuwe stad: Louvain-la-Neuve (Leuven-het-nieuwe).
Lekker puh dus.
Maar er zit toch nog veel oud zeer, zo bemerkte ik toen ik met
een aantal fanfareleden op leeftijd in de auto naar Louvain-la-Neuve reed. Toen
het gesprek op de oorsprong van het stadje kwam, begon met name de chauffeur
vol vuur te vertellen over die @#$% Vlamingen die de Walen toen buiten hadden
geschupt, en aan het vuur in zn ogen was te zien dat ie het meende!! (terwijl
ik het op zich ook wel een goed idee vond als ie ook nog even op de weg lette,
maar ok) Ja en toen kwamen de anderen natuurlijk ook op dreef, en begonnen ze
allemaal te vertellen over hun slechte ervaringen met de Vlamingen, t was
zomaar stom volk en je kon er maar beter niet te veel mee van doen moeten
hebben etc. etc. Ik begon het al bijna warm te krijgen, totdat één van de
oudere mannetjes mij geruststellend toevertrouwde dat dat natuurlijk allemaal
niet voor mij gold, want ja ik was Nederlands en ik kon er ook allemaal niks
aan doen
Het
moge duidelijk zijn dat ik tot op heden mijn origine van moederskant maar wijselijk verborgen heb gehouden bij de fanfare ;-)
Iedereen die op de middelbare school een beetje Frans heeft
gehad, weet zich vast nog wel te herinneren hoe hopeloos het Franse
getallensysteem in mekaar zit. Tachtig is niet gewoon iets met acht, nee het is
iets met vier en met twintig: quatre-vingts. Vijfenzeventig is is niet gewoon
iets met vijf en met zeventig, nee het is zestig en vijftien: soixante-quinze.
(al moet hierbij natuurlijk wel opgemerkt worden dat de Belgen op dit gebied al
een stuk hendiger uitgevallen zijn: niks te zestig-tien (soixante-dix) voor
zeventig, maar gewoon iets met zeven: septante, en idem voor negentig-nonante)
Hoe belangrijk deze getallen zijn, ontdekte ik ook al gauw
op de eerste repetitie van de fanfare. In het kader van de integratie was ik
namelijk via Internet op zoek gegaan naar een muziekvereniging in de omgeving
van Mons waar ik een paar maandjes mee zou kunnen spelen. Aangezien er in Mons
zelf niets te vinden was, kwam ik al gauw uit bij de Fanfare Communale van
Havré, een dorpje een paar kilometer buiten Mons. Ik stuurde een mailtje naar
de secretaris, en binnen 10 minuten had ik een enthousiast mailtje terug: tot
vrijdag op de repetitie!! Kijk dat schiet tenminste op.
Klein probleempje nog: het was een fanfare, en ik speel
klarinet. En in een fanfare zitten geen klarinetten. Gelukkig kon ik via mn
eigen club Sirena een altsax regelen (waarvoor dank!), want in een fanfare
zitten wel saxen. Vrijdags ging ik dus naar de eerste repetitie, en wat was het
eerste wat ik zag toen ik binnenkwam? Klarinetten. En bugels. Huh? Moraal van
het verhaal: in Bels komt het allemaal niet zo nauw met de benamingen
harmonie-fanfare en de bijbehorende bezettingen.
Maar goed, ik ging dus maar gewoon bij de saxen zitten en na
overleg met de dirigent besloot ik de week daarna ook maar mn klarinet mee
naar de repetitie te nemen, dan konden we per stuk een beetje kijken wat het
beste uitkwam (er was nog iemand die ook allebei deed, dus dan konden we een
beetje afwisselen als we daar zin in hadden).
Nou en toen begon dus de repetitie, de stukken waren niet
echt moeilijk, maar o wee als de dirigent afsloeg... Voor de niet-muziek-mensen
onder jullie: over het algemeen is het zo dat je op een repetitie niet alleen
maar stukken van voor naar achter doorspeelt, maar dat je ook regelmatig stopt
om bepaalde stukjes nog eens opnieuw te doen. Aangezien de muziek verdeeld is
in genummerde maten, roept de dirigent dan meestal het nummer waar we weer
opnieuw beginnen et cest parti.
Ziehier ook meteen mijn probleem On commence à deux cent
quatre-vingt trois. Situatie: heel de fanfare begint te spelen, Karlijn zit
zich nog koortsachtig af te vragen wat deux cent quatre-vingt trois ook alweer
is, owja tweehonderddrieëntachtig, zoek zoek zoek op partij, ja gevonden, shit
de rest is al 5 maten verder, help waar zijn ze nou gebleven, owja hehe
gevonden, en met een beetje geluk speelt Karlijn nog 2 maten mee voor de
dirigent alweer voor de volgende keer afgeslagen heeft ;-)
Kortom: de eerste repetitie was een beetje hopeloos, maar ik
moet zeggen dat het nu na drie maanden al een heel stuk beter gaat, «usage rend
maître» zullen we maar zeggen he
14-04-2006
Muziek: een (universeel) wondermiddel!
Vraag: hoe krijg je een Nederlander helemaal
doorgedraaid? Antwoord: zet hem/haar in een klas met 15 Franstalige
kleuters die al de hele dag op school zijn geweest en dan om kwart voor vier
nog een uur Nederlands moeten krijgen. Maar niet langer gevreesd: de oplossing
is gevonden!!
Een aantal weken geleden kreeg ik via een docent van de
Vertaalschool een oproepje onder ogen: native Nederlandssprekenden gezocht voor
lessen Nederlands aan Walen. De docent moedigde mij en nog twee Vlamingen aan
om hier toch zeker op te reageren, zelfs als het niks zou worden dan was het
toch een heel goede ervaring om eens een sollicitatiegesprek in het Frans te
hebben gedaan. Kortom: een paar dagen later ging ik behoorlijk zenuwachtig op
gesprek bij het bureau dat het taalonderwijs verzorgde. Gelukkig was de mevrouw
daar geen getrainde P&O-er die allerlei psychologische doorzaag-vragen
stelde, maar concludeerde ze al gauw dat het op basis van mijn
Bedrijfscommunicatie-achtergrond wel OK was als ik conversatielessen met
volwassenen uit het bedrijfsleven zou gaan doen. Joepie, een bijbaantje!
Ze had echter ook nog dringend behoefte aan een native
Nederlands-spreker die een aantal lessen in het lager onderwijs wilde
vervangen, groep 4, groep 7 en de kleuters. Nou, op zich wel leuk, gaf ik aan,
maar ehm daar heb ik helemaal geen diploma ofzo voor Maar dat bleek niet uit te
maken, het was namelijk voor een privé-school, en daar kunnen ze dus in
principe iedereen voor de klas zetten.
Nou dat was dan geregeld. (huh?) Of ik woensdag om 15.30u in
St.Symphorien bij de kleuterschool wilde staan voor de eerste les, ik kon
vantevoren de mappen van de kinderen ophalen bij het bureau, dan kon ik zien
wat ze allemaal al gehad hadden en dan kon ik op basis daarvan een nieuwe les
in elkaar zetten. Aha. Ik moest dus ook nog even zelf bedenken wat ik met die
kinders ging doen.
Niet gehinderd door enige kennis van het kleuteronderwijs
ging ik er dus de eerste keer maar op af. Vijftien gillende en rennende kleuters
in een lokaal, een breed lachende directeur erbij: hier heb je ze, ik kom over
een uur wel weer eens kijken. Eerste indruk: whaaaaaaaaaaaaaa.
Maar de eerste anderhalve minuut viel toch mee, want zon
echte Nederlander, dat was toch wel mega-interessant (zo veel lopen die hier
nou ook weer nie zomaar in het wild rond). Ik begon daarna maar eens te vragen
wat ze eigenlijk al allemaal kenden in het Nederlands (want uit de mappen op te
maken was dat nog niet zo veel). En inderdaad kwamen sommigen tot een
twijfelachtige ond of kiep (nee niet op zn Brabants maar meer op zn
ik-ben-Franstalig-en-ik-spreek-alle-is-als-ie-uit). Slik. Deze rennende en
krijsende kinders kenden dus inderdaad geen woord Nederlands en ik moest ze het
komende uur (en alle volgende weken ook nog ) bezig houden. En dan zou het wel
fijn zijn als ze ook nog een beetje Nederlands leerden.
Toch maar met een soort van lesje beginnen dan; ik had wat
dingen voorbereid over kleuren in het Nederlands, dus ik had viltstiften
meegenomen en wat kleurplaten, dan konden ze mooi een beetje braaf kleuren dan
kon ik ondertussen proberen om ze wat kleuren in het Nederlands te leren: rood,
geel, blauw, groen etc. Iedere kleuterjuf met een béétje ervaring had me
waarschijnlijk vantevoren al kunnen vertellen dat je daarvoor beter geen
viltstiften kunt nemen. Met viltstiften kun je namelijk niet alleen op je
blaadje kleuren, maar ook op je hand. Of op de tafel. Of op de buurman zn
gezicht. Dus had ik na 10 minuten een groen kindje en een paars kindje.
(gelukkig waren het wel kinderviltstiften (=afwasbaar) fjoe).
Exit kleurplaten dus, volgende project: verhaaltje
voorlezen. Ik had een voorleesboek in het Nederlands weten te scoren en ik
probeerde dus maar om dat zo goed en zo kwaad als dat ging voor te lezen,
eigenlijk voornamelijk in het Frans te vertalen en dan af en toe een Nederlands
woord er tussendoor te gooien. Maar ja hoe vaker ik iets in het Nederlands zei,
hoe minder ze op gingen letten. En als je de namen van de kinderen (nog) niet
kent, dan kun je ze ook niet persoonlijk aanspreken als ze iets doen waar jij
nou niet zo heel blij mee bent (en om heel de tijd eee te roepen dat vind ik
ook gewoon zeer onbeleefd). Kortom: mn Frans werd bijzonder op de proef
gesteld
Ik wilde dus al bijna naar plan C gaan: een Nederlandse
video. (de directeur had gezegd dat als het niet zo wilde lukken dat ik dan
maar gewoon een (Nederlandse) video op moest zetten daar verstonden ze dan
wel geen bal van maar goed dan waren ze wel een beetje rustig). Maar goed het
was nog een half uur en ik wilde ze ook geen half uur voor de televisie zetten,
dus tijd voor het laatste plan. Ik had namelijk mn klarinet meegenomen met het
idee van: misschien kan ik er nog iets mee doen, dus toen begon ik die maar uit
te pakken. En dat was toch wel reuze interessant, ineens stonden vijftien
nieuwsgierige gezichtjes zich voor het koffertje te verdringen en te
discussiëren wat dit nou voor apparaat was, een trompet, een fluit? Uitgelegd
dat dit nou een klarinet was, en dat je daar dus ook geluid mee kon maken. Nou
en toen maar even het hele assortiment Nederlandse kinderliedjes uit de kast
gehaald, van «Hoedje van papier» tot «Vader Jacob», maar ook «Dikkertje Dap» en
«de kikkertjes» (vooral deze twee laatsten blijken enorm grappig te klinken
voor een Franstalige kleuter, vooral van het «oewak-wak-wak» bij de kikkertjes
lagen ze helemaal in een deuk) (voor degenen die dit liedje niet kennen: het
komt neer op een geweldige kikkerimitatie in het refrein, maar dat was vast al
duidelijk )
Nou en toen was het resterende half uurtje dus zo om en zag
ik dat de papas en mamas al allemaal bij de poort stonden te wachten. Snel
allemaal jassen aan, tassen pakken, netjes twee aan twee in een rij bij de
deur Wat een brave kindertjes ineens
Missie voor deze week dus uiteindelijk nog redelijk
geslaagd. Wat zal ik volgende week gaan doen? Ik heb hier ook nog een sax staan
he ;-)
07-04-2006
Grote buitenlandse reis ;-)
Al voordat ik naar België ging, wist ik dat ik waarschijnlijk een keertje terug
naar Nederland zou moeten komen om in Nijmegen een paar tentamentjes te maken
(ja ook daar gaan de colleges gewoon door he, of je nu daarbij aanwezig kunt
zijn of niet). Afgelopen week was het dan zo ver, maar ja zon buitenlandse
vakantie is geestelijk gezien natuurlijk niet niks (wahaaa cultuurshock,
hellup). Karlijn heeft echter de ideale manier gevonden om de overgang
België-Nederland op een geleidelijke manier te laten plaatsvinden: ga met de
trein!
Ten eerste is het dan niet mogelijk dat het een shock is, want zo snel gaan de
Belgische spoorwegen niet. In tegenstelling tot het Nederlandse systeem,
waarbij alles zo super strak gepland is dat de minste vertraging meteen alles
in de war stuurt, staan de Belgische treinen op elk station rustig een paar
minuten stil. Conducteur kan ff eruit om een sjekske te draaien, mensen kunnen
op hun gemak in- en uitstappen, en als je in de trein zit kun je dus ook op je
gemak een beetje rondgapen (niet dat er nou overal zo veel te zien is, want ja
af en toe stopt de trein ook in the middle of nowhere dat je denkt van is hier
de laatste vijftig jaar nog iemand in- of uitgestapt, maar goed blijkbaar is er
dan toch iets wat op een stationnetje lijkt).
Verder verandert ook het landschap heel geleidelijk. Naarmate je meer
noordelijk komt, wordt het sowieso steeds platter, maar ook steeds strakker en
netter. Steeds minder zooi in de achtertuintjes, steeds minder self made
aanbouwsels, en steeds meer huizen met dezelfde stenen en dakpannen als de
buren. Steeds saaier ook wel, misschien.
Ook wat betreft de taal hoef je niet bang te zijn voor een cultuurshock. In het
begin roepen de conducteurs de stations alleen nog in het Frans om (Mons,
Soignies, Jurbise) om te zorgen dat je niet meteen afkickverschijnselen krijgt.
Vervolgens beginnen ze vanaf Forest voorzichtig ook de Nederlandse naam te
vermelden (Forest-Vorst, Bruxelles Midi-Brussel Zuid, Bruxelles
Chapelle-Brussel Kapellekerke) zodat je een beetje kunt wennen, eerst nog met
de Franse naam voorop, maar later met de Nederlandse naam voorop
(Mechelen-Malines) en tenslotte wordt alleen nog de Nederlandse naam vermeld
(Lier, Herentals).
Nou en op deze manier heb ik dus mijn verblijf in Nederland
op een relaxte manier kunnen beginnen. Heb daarna wat tentamentjes gemaakt in
Nijmegen, ben naar de tandarts geweest (want te veel werk om dat in België te
regelen). En heb natuurlijk die dingen gedaan die ik al meer dan twee maanden
niet meer gedaan had: met Nard op de bank liggen, fietsen (enne ik kon het
nog), televisie kijken (ja want die heb ik geen in Mons) en natuurlijk op de
koffie gaan op Hoogcasteren.
Maar nu zit mn grote buitenlandse reis er dan toch weer op. Dadelijk ga ik me
met de trein weer rustig laten afzakken naar het Belgische land, om me dan
geleidelijk weer onder te dompelen in het Franstalige Waalse leven
27-03-2006
Halfvastenfeesten
Toen er een aantal weken geleden in zuidelijk Nederland flink gehost werd, zat ik hier maar
een beetje alleen op mn kamertje (zielig he). Want ja carnaval, dat kennen ze
hier niet. Tijd dus om dat eens even een beetje in te halen: Halfvasten!
Aangezien
ik wel eens wilde zien hoe er in Wallonië carnaval (nou ja halfvasten dan, maar
dat noemen ze hier ook carnaval, zeer logisch) gevierd werd, toog ik
dan ook op zondagmorgen naar La Louvière, een stadje hier in de buurt, om de
optocht te gaan bekijken.
Bij aankomst op het station hoorde ik ver weg al wat muziek, dus liep ik maar
in die richting, de stoet tegemoet. Het viel me op dat veel lichtreclames en
uithangborden etc. afgetimmerd waren met kippengaas of gewoon helemaal eraf
gehaald waren, en ik vroeg me af waarom dat precies zou zijn. Ik had weleens
gehoord dat er in België bij dergelijke optochten met snoepjes werd gegooid,
maar goed, het zal wel.
Vijf minuten later had ik in de gaten waarom het toch
wel handig was dat ze die lichtreclames eraf hadden gehaald. Er werd namelijk
met sinaasappels gegooid. Ja met sinaasappels (appelsienen voor de
Vlamingen onder u). In de optocht liepen telkens groepen van ongeveer 20 mannen
(ook jongetjes) in klederdracht (zie foto) die allemaal een mandje hadden met
sinaasappels. Als er dan mensen in het publiek hun handen omhoog hielden ten
teken dat ze een sinaasappel wilden, dan gooiden die klederdrachtmannen er een
naartoe. En die klederdrachtmannen wilden allemaal natuurlijk zoveel mogelijk
sinaasappels gooien, dus als er één iemand in het publiek zn hand omhoog stak dan zag je meteen vijf van die klederdrachtmannen kijken van jaaaaaaa, dies
voor mij!!!. Ik kwam echter al snel tot de conclusie dat helaas niet iedereen
even goed kan vangen en niet iedereen even goed kan mikken. Oftewel: als je
ergens staat en je ziet rondom je allemaal handen in de lucht gaan: maak dat je
wegkomt of probeer zelf ook om mee te vangen, want anders ben je gewoon de
sjaak. Nou en deze groepen klederdrachtmannen werden dan afgewisseld met mannen
met pluimen op hun hoofd (het hoe en waarom daarvan is me nog steeds niet echt
duidelijk) (zie foto) die af een toe een soort van dansje deden, en met een
aantal muziekgroepen. Nou en dit bonte gezelschap maakte dan een hele ronde
door het stadje, overal waar ze geweest waren een spoor van geplette
sinaasappels achterlatend
Na dit hele gebeuren dus een tijdje aangekeken te hebben en nog best leuk
gepraat te hebben met een aantal mensen (-> als je in je eentje ergens
naartoe gaat kom je echt zo veel sneller in contact met andere mensen, je moet
natuurlijk zelf wel een beetje iniatief tonen, maar al met al heb ik er alleen
maar positieve ervaringen mee en ik heb dan ook helemaal geen schrik (meer) om
ergens alleen naartoe te gaan hier!), ben ik maar weer met de trein terug
gegaan en heb ik thuis zeer trots mijn buit van de dag (3 gevangen
sinaasappels) opgepeuzeld!