Het beeld dat ik opriep in de laatste woorden van mijn blog van gisteren is een beeld gelicht uit de Kosmos, een beeld dat we hoogstens nu en dan eens gebruiken om ons te situeren als deel ervan met al wat dit impliceert voor lichaam en geest.
Het is een gedachte die ons overvalt in tijden die naar het einde van een leven toegaan omdat we alsdan begonnen zijn ons meer en meer los te wrikken van het dagelijks ons omringende en ons hebben opgesteld met zicht op wat van het eeuwige is.
Als we in deze instelling verzeilen handelen we over dingen waar we normaal gezien geen aandacht voor hebben, niemand loopt rond met de idee waar hij voortdurend mee begaan is een deeltje te zijn van wat in den beginne was, het is een gedachte die kan doorgedrongen zijn tot onze genen, maar verder gaat deze niet, het heeft hem ooit volwaardig bezig gehouden maar het zit nu vastgegroeid in hem, hoewel hij geen nood heeft er voortdurend voor uit te komen.
*
Dit hierboven schreef ik vroeg in de morgen van 6 september in het Ziekenhuis.
Pas in het begin van de namiddag ontdekte men, en vernam ik, dat mijn lieve echtgenote Gonda De Norre, geboren 06.04.1943, in de nacht van 5 op 6 september, in de grootste eenzaamheid, overleden is in onze woning te Geraardsbergen.
Ze is me dus voorafgegaan tegen elke verwachting in. Het onmogelijke heeft zich voltrokken. Mijn verdriet is zoals het nimmer was, hoog en totaal.
Ze rust nu in een oceaan van geest waar ik haar terugvinden zal. Beiden één terug.
Neem er nota van dat mijn blogs zullen zwijgend zijn tenminste tot 16 oktober aanstaande, zo niet tot 1 november.
Karel Mortier
|