Hoe moet het verder met mij, of hoe kan het verder met mij? Ik ben niet zinnens een andere weg in te slaan, ik ben niet zinnens ook maar iets te wijzigen aan wat ik pleeg te schrijven. Het landschap van de geest dat ik bewandel blijft mijn landschap of het nu winter is of lente of herfst, ik blijf waar ik ben, ik blijf waar ik geankerd lig.
En mijn ankerplaatsen zijn onbeperkt: de bergen, de zeeën, de platte landen, de heuvels om me heen én de boeken. Ze maken alle deel uit van mij en ik van hen. Ze inspireren me, ze zijn de enige rijkdom die me nog rest, in geest uitgedrukt, het maximum dat ik verwerven kon. Beoordeel me als een evenwichtig man maar met een voorkeur, liever schrijven over wat hem beroert dan over een dorp met straten en huizen, en wat er gebeurt in die plaatsen, zoals het gangbaar is in de dagen van nu ik heb aan dit laatste weinig of geen boodschap aan, zoals zij wellicht geen boodschap hebben aan wat ik opdis. In dit opzicht staan we op een voet van gelijkheid, maar als het aankomt op succes hebben zij het bij het rechte eind.
Ik herinner me wat ik ooit, enkele jaren terug, las op de website, www.rektoenverso.be, van Carlo Van Baelen, die veertig jaar lang werkte in het boekenvak, iets ontstellends iets dat wijst op het creatieve in de mens en eraan verbonden zijn drang naar een vorm van voortbestaan als hij er niet meer zal zijn:
‘Voor heel Vlaanderen zijn er geen cijfers, maar als je recente Nederlandse cijfers extrapoleert, zouden 34.000 Vlamingen aan een roman werken en 27.000 aan een novelle. Jaarlijks verschijnen pakweg dertig Vlaamse fictiedebuten bij reguliere uitgevers. Veel anderen zoeken een andere uitweg via self-publishing…’
Ik ben dus een van deze laatsten omdat er geen andere weg voorhanden bleek te zijn. Vandaag, nu alles in een stroomversnelling is gekomen stel ik me de vraag wat me ertoe aanzette om deze weg te kiezen, waarom ik persé wou dat iets waar ik een leven lang aan gewerkt had uiteindelijk een afsluiting zou krijgen onder de vorm van een boek of het nu een goed boek is of niet, ik wou op een bepaald ogenblik, het gepubliceerd zien, ‘right or wrong, my country’.
Ik zal dus duidelijk weten welke waarde het meekrijgt, één zaak is zeker er zullen er nooit geen massa te koop liggen bij ’De Slegte’, een gedachte die een troost kan zijn.
Dit is dus het verdict dat op mij wacht: ofwel wordt het verworpen en heb ik als schrijver voor niets geleefd, ofwel heb ik geleefd om een boek te schrijven dat gelezen wordt.
Ofwel het slechtste, ofwel het hoogste dat me beschoren is.
|