Fris aan de vis, bijtend windje en een zwaar strand. Deze ingredienten
kregen een groot pak bikers zondagnamiddag voorgeschoteld. Onder hen
een tweetal kamelen. Ik bevind me, warm
ingeduffeld langs het strijdperk, ik betreed de arena ter hoogte van
post 3. Iets na 14h zie ik een monsterachtig pak of me afkomen. Geen
twijfel mogelijk. Dit is geen monster. Dit is een peloton wilde gekken.
Een bende losgeslagen beachracers. Om ter eerst terug aan de meet. En
of het snel gaat. Daar zijn de eersten al. Als afgeschoten kometen
vliegen zijn voorbij, naarmate de kop van de wedstrijd in de verte
verdwijnt, worden de rijen fietsers dikker. In deze massa herken ik
geen enkele kameel. Ook niet tussen de allerlaatsten, het lijkt erop
dat voor Nick het Oostende-scenario zich niet herhaalt.
Wanneer alle
bikers de revue zijn gepasseerd spoed ik me naarboven, waar de moedige
fietsers net het technische gedeelte achter de rug hebben en een
gapende muil van het strand de fietsers opnieuw verwelkomt. Hier zouden
zich hilarische taferelen afspelen, maar daarover later meer. Het duurt inderdaad vrij lang vooraleer de kamelen zich aanbieden. Top 100 blijkt een onmogelijke opdracht te worden, door een blijkbaar mindere start maar ook vooral door de aard van het parcours en de windrichting. Doch met ware doodsverachtingen storten de kamelen zich in de diepte, het strand op. Nick eerst. Niet veel later ook Evert, ik schat een twintigtal plaatsen verder, wat ik hem dan ook toeschreeuw. Diegenen gezegend met een scherpe blik merken de fonkeling in zijn ogen op. Doch het gaat fout. Maar ook hierop, beste lezers, komen we later op terug. Niet eens zoveel later zie ik tegen de waterlijn dat de eersten er alweer aan komen razen, ze hebben zich gegroepeerd- een spannende strijd dient zich aan. En jawel hoor, daar zijn ook de kamelen. Nick met een ietwat verwilderde blik. Zou hij gevallen zijn? Ik schreeuw me schor en moedig hem aan. Na de golfbreker trekt hij stevig op- dat zit nog snor. Ah en daar is Evert al, hij is iets dichter gekomen en prompt breng ik hem daarvan op de hoogte. Bij de volgende passage in de duinen is hij echter weer een paar plaatsen verloren tov Nick. Gezwind nemen de meesten het slingerende paadje. Ook de kamelen doen sierlijk en elegant hun ding. Op zijn beurt ziet Evert er wat minder fris uit. Ik maak hem erop attent dat een kameel 2 bulten heeft. Hij heeft deze metafoor gauw door en ik zie hem gewoon zijn tweede bult aanspreken. Go Evert, roep ik hem na, go go go ! Terug naar het strand, dan. De situatie blijft zoals hij is. Nick bengelt achteraan een groepje maar blijft er net aanhangen. Vlot overwinnen zijn golfbreker na golfbreker. Vooraan in de koers nog steeds een gesloten boel. Een enkeling wordt met de neus op de feiten gedrukt : met ketting bolt toch een stuk leuker. Na het elite groepje lopen de verschillen echter al aardig op. Wie heeft nog voldoende pijlen over? Een laatste duinenpassage speelt zich af voor mijn ogen, weinigen ploegen nog door tot het harde zand ( behalve Jan Vande Velde natuurlijk) maar het moet gezegd : weinigen lopen met zo'n snelheid als Evert. Voor het laatst zie ik hun gekromde ruggen verdwijnen aan de horizon. Ik keer huiswaarts, 's avonds steek ik mijn computer aan, en wacht in spanning om de dansende cijfertjes die zich weldra aan mijn ogen zullen tonen. De uitslag van de Wapiti Beachrace Classic. Volgend jaar ben ik er bij. Ik heb me rot geamuseerd. Mar mijn hart bloedt. Hoe leuk het ook was aan de zijlijn, ik verlang, heviger dan ooit, naar mijn plek in het peloton.