Onverwacht goede weersomstandigheden. Veel wind maar een zacht najaarszonnetje. 10 na één vertrekken we ten huize Goethals. Vol goede moed. We besluiten richting post 3 te rijden om daar de zandzone eens te bekijken. Voor ons ligt een wierewar van sporen. Ik besluit er te voet door te gaan. Nick maakt links een nieuw spoor en geraakt er vlot door. Vervolgens rijden we richting startbox. Voor ons staat al heel wat volk in de box. Nadat ook de beschermde renners zijn ingeschoven, staan we niet meer in de eerste helft. Het startschot weerklinkt. Voor me probeert een renner fietsend te starten (misschien heeft hij Nickyboys huzarenstukje in Knokke gezien). Uit stilstand probeert hij de golvenbreker te nemen, valt net niet, maar zet zijn fiets dwars. Nick die net achter me stond, schiet me in zijn gekende blitzstartstijl voorbij. Ik moet op mijn tanden bijten maar kan Nick steeds in het visier houden, een 30tal meter voor me. Aan post 3 zit ik bijna in zijn wiel. Net voor post6 kan ik zelfs voorbij schuiven. De eerste golvenbreker van post 6 moet genomen worden, omdat het water nog te hoog staat. Onder de tweede kunnen we doorrijden. Ik rij wat onhandig door de slenk die de kel (net na post6) met de zee verbindt, en zie Nick weer passeren. Ik besluit zijn wiel te nemen. In razende vaart (45km/u) gaan we richting vossenslag. Het wordt duidelijk dat het onmogelijk wordt het volledige pak dat voor ons is gestart nog bij te halen. Aan de vossenslag verlaat Nick de groep om heel laat in te draaien. Ik volg. Een goede keuze. We winnen wat plaatsen ten opzichte van de renners die schuin naar boven lopen. Ik spring wat onbehouden van de fiets waardoor een gaatje valt met Nick. Gelukkig kan ik mijn fiets in een spoor plaatsen dat tot boven vrij is. Ik moet hiervoor wel een schouderduwtje uitdelen op het ogenblik dat een ander spoor samenkomt met mijn spoor. Achter me hoor ik gevloek wegsterven. Ik loop Nick voorbij en hoor hem me aanmoedigen. In de afdaling van de brug schuift hij me echter opnieuw voorbij. Weer een aanmoedigende kreet. Ik zit kort bij adem en ben niet in staat te repliceren. Op het vals plat zie ik Nick een tweetal plaatsjes opschuiven. Ik besluit, noodgedwongen, te blijven zitten. Als de persoon wiens wiel ik heb gepakt een gaatje laat vallen, schuift een groepje van een 4tal renners tussen. Ik zie Nick nog net een 7tal plaatsen voor me het weggetje naast de driftweg indraaien. Dit voor het laatst. Ik ben verplicht mijn eigen tempo te zoeken en tot post 6 schuiven nog een 10 tal renners druppelsgewijs voorbij. Na de tunnel van post 6 (waar André staat te supporteren) wordt het drummen. Een renner valt in de eerste bocht van het wandelpad en houdt alles op. Daarna is het schouders zetten, duwen en vechten voor je plaatsje. Op de trappen schuif ik wat op maar in de daarop volgende afdaling word ik bijna ten val gebracht door een roekeloze eikel die veel te wild zijn bocht insnijdt en hem dan ook mist. Ik krijg een kwak maar blijk wonderwel overeind. Aan post 3, hou ik de raad van Nick in gedachten, links aan. Intussen is ook links een wierewar van sporen getrokken en ik zie niet direct een recht spoor. Aan een slakkegangetje rij ik twijfelend het zand in en het logische gevolg is dan ook dat ik enkele tellen later op mijn neus lig. Tijdens het rechtkrabbelen hoor ik een opmerking maken over mijn "stijlvolle" (wellicht was het woord "schlemielige" meer op zijn plaats) manier van afdalen. Ik zie Rutger, die naar ik aanneem mijn tumeletten vereeuwigd heeft met zijn fototoestel. Met vernieuwde moed -tengevolge van de kamelensolidariteit- rijd ik verder. Ik kan me wat wegsteken tot aan post1 en daar rijd ik tot mijn eigen verwondering veel verder dan de rest van mijn groepje. (Maya wist me nadien zelfs te vertellen dat ze niemand zo ver naar boven had zien rijden - al ging dat over de 2de ronde). Op de dijk worden enkelingen duo's,...duo's viertallen,enz... zodat we met een omvangrijke groep het zand indoken aan de halve maan. Alweer verras ik mezelf door als enige op de fiets te blijven. Ik kan aansluiten bij een voorliggend groepje dat evenwel in de loopstrook volledig uit mekaar is geslaan. Het gevolg is dat de gas open moet en dat er gevochten wordt voor elke meter. Ik kies een goed wiel want die persoon rijdt de boel weer dicht en brengt ter hoogte van post6 een einde aan de verbrokkeling. Samen naar de loopstrook waar de groep weer breekt. Het lopen kost me vandaag weinig moeite. Ik kan me gemakkelijk voorin handhaven. Met zijn 5'en duiken we de tunnel onder. Ik heb wat last met het tempo en moet zelfs even lossen maar door de goede terreinkennis van dit bochtig gedeelte werk ik me toch naar voor. Rutger geeft me ter hoogte van post3 nog mee "dat een kameel 2 bulten heeft". Dit keer kies ik te lopen naar beneden. Ik kom in een groepje van 3 terrecht waar de verstandhouding goed is. Elk zijn beurt nemen we een deel van het werk en we blijven samen (en alleen) van post3 tot aan de halve maan. Net voor we in het zand afzakken, sluit een omvangrijke groep aan. Dit keer gaat het afdalen nog beter dan de eerste keer. Ik kies een schuin pad en heb beneden tot mijn verbazing een 100 tal meter voorsprong. Ik besluit alleen door te rijden maar op reserve omdat ik zie dat ze achter mij georganiseerd samen rijden. De aansluiting duurt langer dan verwacht. Pas aan post1 word ik weer opgeslokt. Op de golvenbrekers voel ik opkomende krampen in de spieren aan de zijkanten (binnen- en buitenkant) net boven mijn knie. Ik maak me nog niet al teveel zorgen. Het zijn dezelfde spieren die ook opspeelden in de Versluys Beach race en uiteindelijk kon ik daar zonder krampen de race uitrijden. De groep breekt nog een paar keer maar uiteindelijk loopt alles bij elkaar en rijden we samen richting vossenslag. Ik duik op kop het losse zand in maar wanneer ik van de fiets spring, blokeert mijn rechter been compleet. Ik voel een kramp aan de binnenkant van mijn rechterbeen. Op die plaats staat een knuist van een bobbel op mijn been. Ik lijk wel een bodybuilder. De groep is weg. Ik vloek. Omdat ik de krampen niet weg krijg besluit ik mankend naar boven te strompelen. Een redelijk grote groep achterliggers valt me op de nek. Ik vloek nog luider. Eenmaal op de fiets, gaat het beter. Ik besluit een 2 tal tandjes kleiner te trappen en mijn trapfrequentie wat te verhogen. Rechtopstaan op de trappers zit er nu ook niet meer in. Wonderwel verlies ik niet al te veel plaatsen vanaf de vossenslag tot post6. Ik hang achteraan de groep die me heeft opgeraapt maar die welliswaar wat uit elkaar is gevallen. Op het duinenpad kan ik zelfs, in een heel klein verzetje, een paar plaatsjes opschuiven. Vooral door het geklungel van de renners voor me. Eentje ligt er zelfs in de struiken net voor de trap (al moet ik toegeven dat deze stuntpiloot me wat verder weer voorbij is gegaan). Aan post 3 kies ik nogeens de linkerkant. Voor het eerst heb ik een spoor die goed bolt. Ik hoor Rutger roepen "blijven rijden" maar uit schrik voor krampen besluit ik toch niet te proberen door het mulle zand te rijden. Ook aan post1 spring ik wat vroeger af. Aan het einde voel ik de krampen weer opkomen maar met hele kleine trage pasjes geraak ik nog net boven. Op de dijk komen nog een aantal mensen terug uit de achtergrond (onder hen herken ik een paar klungels vanop het duinenpadje) Met zen 6 rijden we het zand van de halve maan op. 2 renners blijven op de fiets. Ik spring af in het gedeelte met zuigzand. Hierdoor verzeil ik achter in het groepje. Iedereen snelt nu richting finish. Ik kan nog eentje voorbijsnellen en slaag er nog in terug aan te haken bij mijn groepje. Net op dat moment maak ik een stuurfoutje op een golvenbreker. Er valt een gaatje van 5m dat al snel 20m wordt. Ik blijf hangen. De veer is gebroken. Over de finish gekomen blokeren mijn benen weer compleet. In beide benen schiet een kramp. Als een standbeeld sta ik in de aankomst zone. Als een halve mongool sleep ik me naar de nadars. Daar slaag ik er in de kramp uit mijn been te krijgen. Wat verder merk ik de supporters en Nick op. Nick heeft blijkbaar in de laatste ronde miserie met zijn ketting gehad. Na zijn probelemen in Oostende, weer materiaalpech. Er is jarenlang een traditie geweest dat uittredende wereldkampioenen er niet in slagen een klassieker te winnen in de regenboogtrui, vaak door brute tegenslag. Zou er op de KvhN een gelijkaardige vloek rusten als op de regenboogtrui ? (Al is alles natuurlijk relatief, want onze kameel heeft zich toch maar weer mooi in de leiderstrui van de KvhN gehesen). Wat de vloek betreft, weten we meer na dePanne, waar we wellicht ook een 3 kameel mogen verwelkomen.